A1 - Natuurkunde

January 8, 2018 | Author: Anonymous | Category: Engineering & Technology, Elektrotechniek
Share Embed Donate


Short Description

Download A1 - Natuurkunde...

Description

Extra opgaven Elektriciteit met uitwerking A1.Een

lamp heeft een weerstand van 2,2 Ω. Ze neemt een stroom 2,5 A op. Op welke spanning is deze lamp aangesloten?

Gegeven:

R = 2,2 Ω I = 2,5 A U=?

Bereken:

U=RxI U = 2,2 x 2,5 U = 5,5 V

A2.We

sluiten een weerstand van 18 Ω op een spanning van 90 V aan. Breken de stroomsterkte die door de weerstand vloeit.

Gegeven:

R = 18 Ω U = 90 V I=?

Bereken:

I=U/R I = 90 / 18 I=5A

A3.Een

elektrische bel neemt 0,5 A op bij aansluiting op een spanning van 6 V. Bereken de weerstand van deze bel.

Gegeven:

I = 0,5 A U=6V R=?

Bereken:

R=U/I R = 6 / 0,5 R = 12 Ω

A4.Een

elektrisch strijkijzer neemt een stroom op van 1,375 A bij aansluiting op een spanning van 230 V Bereken de weerstand van het strijkijzer.

Gegeven:

I = 1,375 A U = 230 V R=?

Bereken:

R=U/I R = 230 / 1,375 R = 167 Ω

B1. Een

motor neemt bij een aansluiting op 230 V een stroom op van 5 A. Bereken het vermogen van de motor.

Gegeven:

U = 230 V I=5A P=?

Bereken:

P=UxI P = 230 x 5 P = 1150 W

B2. Een

lamp van 60 W brandt op een spanning van 230 V. Bereken de stroomsterkte door de lamp.

Gegeven:

P = 60 W U = 230 V I=?

Bereken:

I=P/U I = 60 / 230 I = 0,26 A

B3. Een

verwarmingsspiraal met een weerstand van 55 Ω wordt aangesloten op een spanning van 230 V. Bereken de stroomsterkte door de verwarmingsspiraal en het geleverde vermogen.

Gegeven:

R = 55 Ω U = 230 V I=?

Bereken:

I=U/R I = 230 / 55 I = 4,18 A

College Den Hulster, Venlo, afdeling natuurkunde

1-4

Extra opgaven Elektriciteit met uitwerking Gegeven:

U = 230 V I = 4,18 A P=?

Bereken:

P=UxI P = 230 x 4,18 P = 961 W

B4. Een

halogeen autolamp heeft een weerstand van 2,4 Ω. Er gaat een stroom door van 5,0 A. Bereken de spanning waar deze lamp op is aangesloten en daarna het vermogen van de autolamp.

Gegeven:

R = 2,4 Ω I = 5,0 A U=?

Bereken:

U=RxI U = 2,4 x 5,0 U = 12 V

Gegeven:

U = 12 V I = 5,0 A P=?

Bereken:

P=UxI P = 12 x 5 P = 60 W

B5. Een

stofzuiger met een vermogen van 850 W wordt aangesloten op het lichtnet. Hoe groot is de stroomsterkte door de stofzuiger en hoe groot is de weerstand van die stofzuiger?

Gegeven:

P = 850 W U = 230 V (lichtnet) I=?

Bereken:

I=P/U I = 850 / 230 I = 3,7 A

Gegeven:

U = 230 V I = 3,7 A R=?

Bereken:

R=U/I R = 230 / 3,7 R = 62,2 Ω

B6. Een

apparaat heeft een vermogen van 125 W als het een stroom van 2,5 A op neemt. Hoe groot is de spanning waar dit apparaat op is aangesloten?

Gegeven:

P = 125 W I = 2,5 A U=?

Bereken:

U=P/I U = 125 / 2,5 U = 50 V

B7. Op

een elektromotor staan de volgende gegevens. 2,25 kW – 220 V. Bereken de stroomsterkte door de motor als deze in bedrijf is.

Gegeven:

P = 2,25 kW = 2250 W U = 220 V I=?

Bereken:

I=P/U I = 2250 / 220 I = 10,2 A

College Den Hulster, Venlo, afdeling natuurkunde

2-4

Extra opgaven Elektriciteit met uitwerking C1. Een

tv-toestel van 175 W staat op een dag 2 uur aan. Hoeveel energie verbruikt dat tv-toestel die dag?

Gegeven:

P = 175 W = 0,175 kW t=2h E=?

Bereken:

E=Pxt E = 0,175 x 2 E = 0,35 kWh

C2. Een

motor van 3000 W draait de hele dag. Hoeveel energie neemt die motor gedurende 1 week op?

Gegeven:

P = 3000 W = 3,0 kW t = 24 x 7 = 168 h E=?

Bereken:

E=Pxt E = 3,0 x 168 E = 504 kWh

C3. Bij

het starten van een auto levert een 12 volts-accu een vermogen van 2,5 kW. Het starten duurt 30 seconde. Hoe groot is de stroomsterkte en hoeveel energie wordt er uit de accu gehaald.

Gegeven:

U = 12 V P = 2,5 kW = 2500 W I=?

Bereken:

Gegeven:

P = 2,5 kW Bereken: t = 30 s = 30 / 3600 = 0,0083 h E=?

I=P/U I = 2500 / 12 I = 208,3 A E=Pxt E = 2,5 x 0,0083 E = 0,02 kWh

C4. Je

gebruikt een koffiezetapparaat 4 x per dag. Op het type plaatje staat 220 V – 2,1 A. Een keer koffie zetten duurt 15 minuten. Hoeveel energie verbruikt dit koffiezetapparaat in een jaar?

Gegeven:

t = 4 x 15 min = 1 h Bereken: 1 h x 365 = 365 h P=UxI 220 x 2,1 = 462 W = 0,462 kW E=?

E=Pxt E = 0,462 x 365 E = 168,6 kWh

C5. De

prijs voor 1 kWh = € 0,25. In de winter wordt het op de zolder van kaasboer Jan Muis goed koud. Hij gebruikt daarom een elektrische deken. Deze deken heeft een vermogen van 200W. Jan gaat elke dag om 23.00 uur naar bed (dan sluit hij de deken aan) en staat op 6.00 uur op en trekt de stekker uit het stopcontact. Deze winter heeft hij 150 dagen de deken gebruikt, hoeveel heeft het Jan Muis gekost?

Gegeven:

P = 200 W = 0,2 kW t = 7 x 150 = 1050 h E=?

Bereken:

E=Pxt E = 0,2 x 1050 = 210 kWh Kosten = 210 x 0,25 = € 52,50

College Den Hulster, Venlo, afdeling natuurkunde

3-4

Extra opgaven Elektriciteit met uitwerking C6. Rick

is bang in het duister en heeft buiten altijd een lamp branden. De gebruikte spaarlamp heeft een vermogen van 18 W. Gemiddeld brandt de lamp 11 uur per dag. 1 kWh kost € 0,25. Hoeveel moet Rick per jaar voor deze lamp aan de elektriciteit maatschappij betalen.

Gegeven:

P = 18 W = 0,018 kW t = 11 h x 365 = 4015 h E=?

Bereken:

E=Pxt E = 0,018 x 4015 = 72,3 kWh Kosten = 72,3 x 0,25 = € 18,08

C7. Een

tv-toestel van 175 W staat op een dag 2 uur aan. Ook branden er gedurende diezelfde tijd 4 lampen van elk 75 W. Moeder strijkt die dag 2 uur met een strijkijzer van 250 W. De wasmachine van 2500 W heeft 1,5 uur gedraaid. 1 kWh kost € 0,25. Wat kost het deze familie die dag aan elektriciteitsverbruik?

Gegeven:

Ptv = 175 W = 0,175 kW ttv = 2 h Plampen = 4 x 0,075 kW = 0,3 kW tlampen = 2 h Pstrijk = 250 W = 0,25 kW tstrijk = 2 h Pwasm = 2500 W = 2,5 kW twasm = 1,5 h

Bereken: Bereken: Bereken: Bereken:

Etv = Ptv x ttv Etv = 0,175 x 2 = 0,350 kWh Elampen = Plampen x tlampen Elampen = 0,3 x 2 = 0,6 kWh Estrijk = Pstrijk x tstrijk Estrijk = 0,25 x 2 = 0,5 kWh Ewasm = Pwasm x twasm Ewasm = 2,5 x 1,5 = 3,75 kWh

Etotaal = Etv + Elampen + Estrijk + Ewasm = 0,35 + 0,6 + 0,5+ 3,75 = 5,2 kWh Kosten = 5,2 x 0,25 = € 1,30 C8. Pascal

is trots op zijn smurfenlampje van 2939 Ω die op de netspanning is aangesloten. Hij laat deze smurfenlamp gemiddeld 135 minuten per dag branden. 1 kWh kost € 0,25. Wat zijn de kosten van deze smurfenlamp per jaar aan elektriciteitsverbruik?

Gegeven:

R = 2939 Ω U = 230 V I=?

Bereken:

I=U/R I = 230 / 2939 I = 0,078 A

Gegeven:

I = 0,078 Ω U = 230 V P=?

Bereken:

P=UxI P = 230 x 0,078 P = 18 W

Gegeven:

P = 18 W = 0,018 kW Bereken: t = 135 / 60 = 2,25 h x 365 = 821,25 h E=?

E=Pxt E = 0,018 x 821,25 E = 14,78 kWh Kosten = 14,78 x 0,25 = € 3,70

College Den Hulster, Venlo, afdeling natuurkunde

4-4

View more...

Comments

Copyright � 2017 NANOPDF Inc.
SUPPORT NANOPDF