ANTWOORDEN

January 9, 2018 | Author: Anonymous | Category: Arts & Humanities, Schrijven, Grammatica
Share Embed Donate


Short Description

Download ANTWOORDEN...

Description

in

ld

-

-

a a T l

bee

extra

d

ANTWOORDEN

Wat ga je doen?

Je oefent met het onderwerp en het gezegde.

Uitleg

Het onderwerp in een zin zegt altijd ‘wie iets doet’. Je vindt het door te vragen: Wie doet iets? Bijvoorbeeld: Kars liep over straat. Wie liep over straat? Kars. Het onderwerp kan uit één of meer woorden bestaan.

illustraties: Fleur van der Weel

Alle werkwoorden uit een zin heten samen het gezegde. Het gezegde zegt wat het onderwerp doet. Bijvoorbeeld: Kars heeft zijn broertje van school gehaald. Wat doet Kars? Hij heeft gehaald. Het gezegde kan uit één of meer werkwoorden bestaan.

Aan de slag 1

Wat is het onderwerp en wat is het gezegde van deze zin? De leuke, nieuwe hond van onze buren heeft gisteren bij ons in de tuin gespeeld.

Het onderwerp vind je door de vraag ‘Wie doet er iets?’. Kruis aan wat het antwoord op deze vraag is. Q De hond Q De leuke hond Q De leuke, nieuwe hond ✘ De leuke, nieuwe hond van onze buren Q Het gezegde vind je door de vraag: ‘Wat doet het onderwerp?’ Kruis aan wat het antwoord op deze vraag is. Q heeft Q gespeeld ✘ heeft gespeeld Q 2

Maak het onderwerp steeds langer. Kijk goed naar het voorbeeld. De jongen gaat met de trein. De leuke jongen gaat met de trein De leuke jongen met de blonde krullen gaat met de trein. De leuke, grappige jongen met de blonde krullen gaat met de trein. De leuke, grappige jongen met de blonde krullen onder zijn pet gaat met de trein. De poes zit in de boom.

De zwarte poes zit in de boom. De kleine, zwarte poes zit in de boom. De kleine, zwarte poes met witte oortjes zit in de boom.

© Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg

jaargroep 7 blok 1 les 3

blad

1

van 2

in

ld

-

-

Taal

bee

extra

d

ANTWOORDEN Aan de slag

3

Bedenk een zin met meer dan één werkwoord. Kijk goed naar het voorbeeld. Ik loop naar het bos. [1 werkwoord] Ik ben naar het bos gelopen. [2 werkwoorden] Ik zou naar het bos willen lopen. [3 werkwoorden] Ik zou naar het bos gelopen willen hebben. [4 werkwoorden] 1 werkwoord: Ik doe een wens. 2 werkwoorden: Ik mocht een wens doen. 3 werkwoorden: Ik had een wens willen doen. 4 werkwoorden: Ik zou een wens hebben mogen doen. Bedenk nu zelf nog een zin met een gezegde dat uit twee werkwoorden bestaat.

Hier heb ik zelf een antwoord bedacht. 4

Zet een streep onder het gezegde. Zet een golflijn onder het onderwerp. Never say never is een van de populairste liedjes van Justin Bieber. Het is ook de titel van een film over zijn leven. Justin’s moeder heeft hem van kinds af aan gefilmd. Op zijn derde jaar zat Justin al achter de instrumenten. Op zijn zevende jaar gaf hij al op straat optredens. Die beelden uit zijn jeugd zijn ook in de film te zien. Ook zie je filmbeelden van zijn concerten. Veel huilende en gillende meisjes worden in beeld gebracht. Veel van die meisjes willen met hem trouwen. Dat is nogal benauwend voor een ster. Vooral als je nog zo jong bent.

6

Welke zinnen zijn waar? Zet daar een kruisje. Q In het gezegde kan maar één werkwoord staan. Q ✘ Het onderwerp kan uit meer woorden bestaan. ✘ Het gezegde kan uit meer woorden bestaan. Q Q Als het onderwerp uit twee woorden bestaat, bestaat het gezegde ook uit twee woorden. ✘ Het gezegde zegt altijd wat het onderwerp doet. Q

© Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg

jaargroep 7 blok 1 les 3

blad

2

van 2

View more...

Comments

Copyright � 2017 NANOPDF Inc.
SUPPORT NANOPDF