BIJBEL VERSUS EGYTOLOGIE - Hoofdstuk 27

January 9, 2018 | Author: Anonymous | Category: Geschiedenis, Oudheid, Oude Egypte
Share Embed Donate


Short Description

Download BIJBEL VERSUS EGYTOLOGIE - Hoofdstuk 27...

Description

398

GENESIS Het boek Genesis, het eerste boek van de Bijbel, verhaalt uiteraard eerst de schepping, het begin van de mensheid, en vervolgens de periode van de zogenaamde oudvaders voor de zondvloed. Na de zondvloed volgt de spraakverwarring gevolgd door de eerste beschavingen. Het is deze periode die in dit werk alle aandacht krijgt. Het is een geschiedschrijving die door de seculiere historici ontkend wordt. Vooral de jonge geschiedenis van de mens volgens Genesis wordt aangevochten. Wanneer men al de ‘oudvaders’282 en hun leeftijden achterelkaar rekent, komt men aan een periode van 1656 jaar vanaf de eerste mensen tot aan Noach en de zondvloed. Betreffende de zondvloed worden 5 hoofdstukken283 aan deze gebeurtenissen gewijd. Het was een wereldwijde catastrofe die de ondergang van de voortijd betekende. Vooral in de Verenigde Staten zijn heel wat werken gepubliceerd die de historiciteit van de zondvloed bewijzen. Ook Velikovsky wijdde een boek284 aan deze periode van de geschiedenis van de mensheid. De Nederlandse vertaling luidt: ‘Aarde in beroering’, en het boek toont aan hoe de aarde slechts 4300 jaar geleden door een van haar grootste rampen getroffen werd. Velikovsky vestigt de aandacht op tal van wetenschappelijke feiten, zoals het vinden van koraalriffen in Alaska en Spitsbergen, 282

Genesis 5:1-32 Genesis 6 t/m 10 284 Aarde in beroering ISBN 90 202 3280 0 283

399

Schema 62

Schema 61

400

palmen in Noord-Groenland, niet versteende beenderen van nijlpaarden in Engeland en Frankrijk, overblijfselen van ijsberen en poolvossen die samen met resten van struisvogels en krokodillen in dezelfde aardlagen gevonden werden. De ramp van de zondvloed wijzigde het niveau van de oceanen belangrijk, het klimaat veranderde helemaal en oude beschavingen werden volledig vernietigd. Het boek Genesis, waarvan Mozes de auteur is, verhaalt verder dat enkel Noach, zijn drie zonen en hun gezinnen, deze ramp overleefden. Met Noach en zijn nageslacht sluit de HERE God een nieuw verbond. De namen van de zonen van Noach zijn: Sem, Cham en Jafeth285. Van deze drie stammen komt de volkenlijst van Genesis, hoofdstuk 10 voort. De ark, het reddingsmiddel waarmee ze de grote- of zond-vloed overleefden, strandde volgens de overlevering op de berg Ararat286 in het huidige Turkije, en van hieruit trokken ze naar de vlakte van Sinear waar ze zich vestigden en een nieuwe beschaving begonnen. Genesis hoofdstuk 11 verhaalt dat deze mensen één van taal waren en besloten om een toren te bouwen die hen samen zou houden. ‘Laten wij ons een naam maken’ was het motto, en tegen het verbond in, weigerden zij aanvankelijk om zich te verspreiden en de aarde te bevolken. Hun leider was Nimrod, de eerste machthebber op aarde na de zondvloed. 285

Genesis 10 David Rohl plaatst de Bijbelse berg Ararat zuidelijk van het Van-meer in Koerdistan. En dit op basis van historische buiten-bijbelse gegevens. Legend – the Genesis of civilisation – Chapter Four. 286

401

Het oordeel van God was de spraakverwarring287 met als resultaat dat ze vanuit Babel in alle richtingen per taalgroep wegtrokken. Mizraïm een nakomeling van Cham, leidde zijn groep naar het gebied van Egypte en vestigde daar het begin van de Egyptische 287

Genesis 11:8 402

beschaving. De Bijbel288 noemt Egypte dan ook het land van Cham. Chronologisch gebeurde dit in de dagen van Peleg289, een nakomeling van Sem, ongeveer 2200 voor Christus. Deze informatie kunnen we in Genesis hoofdstuk 11 vinden, waar al de nakomelingen van Sem, met leeftijden vermeld worden. Het is een lijst met jaartallen, die ons van Sem, de zoon van Noach, helemaal tot Abram leidt. Een chronologisch overzicht van deze lijst geeft het volgende resultaat: Zondvloed: 1656 jaar Anno Mundi: Sem Arpachsad 1658 Selah 1693 Heber 1723 Peleg 1757 Rehu 1787 Serug 1819 Nahor 1849 Terah 1878 ..de vader van Abram Met Terah, de vader van Abram, maak ik de link naar de jaartallen gerekend vanaf het optreden van Christus Jezus en dit op basis van de sabbats- en jubeljaartelling. De reden is dat het boek Genesis290 de geboorte van Abram samen met zijn broers Nahor en Haran, zogenaamd in hetzelfde jaar vermeldt. Concordante Bijbelstudie maakt duidelijk dat Abram weliswaar eerst vermeld wordt, maar niet de 288

Psalm 105:23 Genesis 10:25 & I Kronieken 1:19 290 Genesis 11:26 289

403

Schema 60

Schema 59

404

eerstgeborene van Terah was. Wie de oudste broer was kan eenvoudig vastgesteld worden. Van Nahor wordt gezegd291 dat hij trouwde met een dochter van Haran. Daaruit blijkt dat Haran ouder was dan Nahor, zodat Haran Abram oudste broer was. Dit heeft chronologisch tot gevolg dat we niet meer simpelweg de jaartallen van Genesis hoofdstuk 11 vanaf Terah verder kunnen berekenen. Een uitkomst, geeft echter wel het terugrekenen vanaf het vierde regeringsjaar van Salomo, het jaar namelijk dat met de bouw van de tempel te Jeruzalem begonnen werd. Op basis van de jubeljaartelling valt het vierde jaar van Salomo in 1003 voor Christus. Vierhonderd tachtig jaar daarvoor vond in april 1483 v. Chr. de Exodus uit Egypte plaats. Met Pinksteren, van hetzelfde jaar, werd de Thora aan Israël gegeven. Tussen de Thora (of wet) en de belofte aan Abraham liggen weer 430 jaar292 wat ons in 1913 voor Christus brengt. Abraham was toen 75 jaar oud293. Dat brengt ons in 1989 v. Chr. voor zijn geboorte. Terah, de vader van Abraham, was toen 128 jaar oud, en tegen de roeping van Abraham aan, was Terah in zijn laatste levensjaar en 205 jaar oud. Het fenomeen van de hoge leeftijden van de oudvaders neemt na Terah af. Abraham wordt nog 175 jaar oud, maar wanneer Mozes een van zijn psalmen294 neerschrijft, blijkt al dat de levensduur van mensen tot 70 en 80 jaar teruggelopen is. Ik geloof dan ook dat de 291

Genesis 11:29 Galaten 3:17 Nieuwe Testament 293 Genesis 12:1 294 Psalm 90:10 292

405

nakomelingen van Jafeth en Cham, van wie de leeftijden in Genesis niet vermeld worden, eveneens zulke ouderdom bereikt hebben en aan de basis liggen van afgoderij rondom hun persoon. Deze lieden, zoals Mizraïm de grondvester van het Egyptische Rijk, werden als goden aanschouwd en lang na hun dood nog vereerd.

De afgod Osiris, op deze plaat afgebeeld als een goddelijke mummie. De ogen van Ra kijken op Osiris neer. De oorsprong van Osiris gaat terug naar Nimrod.

406

Nimrod is daarvan het beste voorbeeld omdat hij historisch met de Egyptische god Osiris geassocieerd kan worden. Wijlen Rev. Alexander Hislop diept dit gegeven in zijn werk ‘The Two Babylons’ uit. Nimrod moet net als Osiris gewelddadig aan zijn einde gekomen zijn. De legende leert dat Osiris van goddelijke afstamming was en wijs het land regeerde. Hij had echter een vijandige broer, Seth, die hem doodde, zijn lijk in stukken hakte en in de Nijl gooide. Isis, de zus en echtgenote, zocht Osiris en rustte niet alvorens zij alle 14 delen van het lijk weer samenbracht. Anubis, een andere Egyptische afgod, wikkelde het lichaam van Osiris in windsels en maakte zo de eerste mummie. Isis veranderde daarop zichzelf in een valkenwijfje en bracht met haar vleugels de dode Osiris tot leven. Osiris verwekte daarop bij Isis de troonopvolger. Horus en werd vervolgens de koning van het dodenrijk. Tot hier in het kort de essentie van wat de Egyptenaren geloofden over de dood en het hiernamaals. Zij geloofden in een goddelijke orde waar alles steeds herhaald werd en het daarom mogelijk was het lot van Osiris te delen en een nieuw bestaan in een hiernamaals te beleven. Chronologisch krijgen we vanuit Genesis verder het volgende resultaat: Voor Christus: Terah 2117/1912 Abraham 1989/1813 Isaak 1888/1708 Jacob 1829/1681 Jozef 1737/1627

407

Schema 58

Schema 57

408

De jaren van Jacob en Jozef heb ik verankerd met de Egyptische koningslijsten via de derde dynastie van Manetho. En via Jacob neem ik nu de draad op met het geslachtsregister van Christus Jezus volgens de evangelist Lucas. DE EERSTE MACHTHEBBERS Zoals vermeld was Nimrod de eerste machthebber op aarde na de zondvloed. Zijn koninkrijk strekte zich uit over Babel, Erech, Akkad en Kalne in het land Sinear, het huidige Irak. En uit dit land, leert Genesis295, trok hij naar Assur en hij bouwde Ninevé, Rehoboth-Ir, Kalah en Resen. Deze geschiedenis is in de Bijbel niet betrekkelijk op te vatten maar wordt als absoluut gebracht. Ik toonde aan dat deze gebeurtenissen op de tijdsbalk rond 2200 voor Christus plaatsvinden. De gangbare geschiedschrijving hanteert hier ongeveer 6000 tot 4500 voor Christus voor het begin van het neolithische tijdperk. Daarnaast hebben we de laatste tien jaar allerhande fantastische theorieën betreffende de ouderdom van de sfinx en de grote piramide, die zelfs tot 12.000 v. Chr. zou teruggaan. Deze onderzoekers zien het eerste astrologische tijdperk van de leeuw van de dierenriem rond deze tijd aanvangen. De sfinx wordt dan verondersteld deze leeuw voor te stellen. Archeologisch bewijsmateriaal is er niet. Het is puur speculatie om te veronderstellen dat de Egyptenaren zo vroeg met de dierenriem bezig waren. Dit laatste wordt trouwens bevestigd door de dierenriem afbeelding in de tempel te Dendera. 295

Genesis 10:8-10 409

410

Deze tempel is jong en stamt uit de eerste eeuw voor Christus, werd ten tijde van Ptolemeeërs gebouwd en werd gewijd aan Hathor, de godin van wijsheid en liefde. In het plafond werd de waterman-opstelling afgebeeld die door dezelfde onderzoekers rond 4300 en 2200 v. Chr. gedateerd wordt. In de eerste eeuw voor Christus was het watermantijdperk al oude geschiedenis en normaal zou men het vissentijdperk als afbeelding verwacht hebben. Vermoedelijk werd de afbeelding van de Waterman door de Egyptische priesters in verband gebracht met oudere tijden,

411

dezogenaamde voortijd296. In mijn variant stelt de waterman-opstelling het begin van de geschiedenis van Egypte voor; geen 12.000 jaar maar slechts ongeveer 4000 jaar geleden! Het begin van het neolithische tijdperk is hiermee astrologisch (voor zover dat waarde mag hebben) op de tijdbalk verankerd. Het neolithische tijdperk is een periode waarin mensen zich vestigen en het land bewerken. Men spreekt voor het Midden-Oosten van een cultuurexplosie in deze tijd. De aardlagen in kwestie getuigen van zich domesticerende mensen die aardewerk en allerhande werktuigen gebruiken. In het Bijbelse model is dit de periode volgend op de spraakverwarring. Op de tijdsbalk zitten we dan, zoals we al gezien hebben, rond 2200 voor Christus. De gangbare wetenschap, beïnvloed door de evolutietheorie, geeft veel hogere jaartallen voor het begin van de mensheid en de eerste beschavingen in het Oude Oosten. Zij hanteren daarenboven nog een ‘pre’historie of, anders gezegd, een ‘voor- of oergeschiedenis’ die alleen door het gebruik van de archeologische spade aan het licht komt en waarover we geen schriftelijke bronnen hebben. Het is meestal een verhaal over anonieme mensen want het gaat volgens de gangbare wetenschap over een schriftloos verleden. Om die reden hebben zij de ‘geschiedenis’ in een steen-, brons- en ijzertijd ingedeeld. Hier ligt het evolutionisme ten grondslag. De drie tijdperken illustreren een proces van ontwikkeling van primitieve mensen tot beschaafde. Deze drie tijdperken worden dan nog eens onderverdeeld in 296

Jesaja 19:12 412

verschillende fasen. De Bijbel297 echter leert dat bijvoorbeeld metaalbewerking, zoals brons en ijzer, al plaatsvond voor de vloed. Geen ontwikkeling van steen, naar brons, naar ijzer maar een gelijktijdig gebruik van deze materialen naargelang waar ze gevonden werden. En waar deze metalen niet gevonden werden ging men op zoek naar gebieden waar ze wel voorhanden waren. Zo is er de aanwijzing dat ten tijde van de vierde dynastie in Egypte, de Sinaï, in verband met grondstoffen zoals koper en bouwstenen, bezocht werd door de bekende Sargon I en zijn zoon Naram-Sin. Conventioneel worden deze heersers circa 2350 voor Christus op de tijdsbalk geplaatst. Als een gevolg van mijn revisie van het Egyptische Oude Rijk schuiven Sargon I en NaramSin op de tijdsbalk naar 1641/1483 voor Christus, de periode van de vierde dynastie. Chronologisch is het dus mogelijk om de voorgangers van Sargon I op mijn gereviseerde tijdsbalk tussen 2200 en 1650 v. Chr. te plaatsen!

297

Genesis 4:22 413

Schema 56

Schema 55

414

Vooral het werk van Donovan A. Courville298 heeft voor mij als een ‘eye-opener’ voor deze periode gewerkt. Deze onderzoeker toont aan dat alle koningslijsten en historische perioden in de tijdsspanne vanaf de spraakverwarring in ca 2200 v. Chr. gerangschikt kunnen worden. Zo levert hij het archeologische299 bewijs voor de verspreiding vanuit Babel. Verder vinden we in zijn werk de gereviseerde koningslijst van de Assyriërs, wier oorsprong hij met de nakomelingen van Abraham300 bij Ketura verbindt. Daarnaast geeft hij de Hettietenkoningslijst en verder plaatst hij Hammurabi op de tijdsbalk ten tijde van de Richteren in Israël circa 1400 v. Chr. Kort samengevat kunnen we stellen dat deze geleerde een revisie levert die het Genesisrelaas heel aannemelijk maakt. De eerste beschavingen waren van de nakomelingen van Cham. Nimrod was een zoon van Kush, de zoon van Cham. Vanuit Sumer zijn zij naar Egypte getrokken. Maar ook het Indusrijk is voor hun rekening en de eerste beschaving van Centraal-Amerika moet van hen zijn. Daarnaast vestigden Sem en zijn nakomelingen zich ook in het Midden-Oosten. Jafeth trok naar de kustlanden. Van Flavius Josephus weten we dat de kustlanden, voor de Joden, het gebied betekenden, vanaf de Don in Rusland tot aan Cadiz in Spanje. Europa dus. Het waren de nakomelingen van Jafeth die in de meest onherbergzame gebieden terechtkwamen. 298

The Exodus Problem and its Ramifications -Volume II - 1971 AD 299 Volume II Chapter VII 300 Genesis 25 415

Schema 54

Schema 53

416

De Europese beschavingen hebben logischerwijze op zich laten wachten. We moeten ons de wereld na de zondvloed voorstellen als een wereld die nog nageteisterd werd door aardbevingen en andere natuurrampen. Het waren ‘de dagen van Peleg’, de periode dat de wereld, volgens Genesis ‘verdeelt’ werd. In het Genesismodel moeten we de ‘continentale drift’ in deze periode zien maar dan versneld. Tijdens dit gebeuren zoeken de nakomelingen van Jafeth in Europa nieuwe vestigingsgebieden. Het zijn steentijdtoestanden! Zij behelpen zich met materialen die onmiddellijk voorhanden zijn; steen en hout, maar ook heel snel koper en brons. Wel blijken zij kennis te hebben tot het vervaardigen van allerhande tuig. In het Genesismodel zijn zij immers de nakomelingen van de torenbouwers van Babel. De grote meerderheid van mensen die dit werk lezen behoren trouwens tot de familie van Europese volkeren van wie Jafeth de stamvader is. De Grieken bijvoorbeeld gaan terug op een oudvader die ze Japetos of Iapetos noemen. Iapetos is dan in hun mythologie één van de Titanen en de vader van Atlas. En voor de Grieken was hij niet alleen hun voorvader maar de stamvader van het menselijke geslacht. Het verband met Genesis is zonder meer duidelijk. EN ONZE BESCHAVING? In 57 v. Chr. deed Julius Caesar een verwijzing naar de Oude Belgen. Dit was de eerste maal in de geschreven geschiedenis dat de Belgen vermeld werden. Ik vermeldde al dat dit deel uitmaakt van de gefabriceerde vaderlandse geschiedenis van het 417

koninkrijk België. Vlamingen, Brabanders en Limburgers stammen namelijk af van de Salische en Ripuarische Franken die in de 4de eeuw na Christus, van over de Rijn komende, onze gewesten in bezit hebben genomen, waren nieuwaangekomenen en hadden geen uitstaans met de historische zogenaamde Gallische Oude Belgen. Opmerkelijk is dat de Franken zich alleen in het vlakke land gevestigd hebben. De huidige taalgrens in België loopt nog steeds langs de oude vestigingsgrens van onze voorouders, de Franken.

Kaart 18 Het is binnen deze ecosfeer die tussen Noordzee, de grote rivieren in Nederland en de heuvels in het zuiden, ligt dat onze voorouders zich ontwikkeld hebben, en dat het ras en de taal hun huidige vorm gekregen hebben. Maar waar stamden de Franken, een Germaanse stam, van af? Aangezien de beschaving van onze voorouders geen geletterde

418

beschaving was, zoals in de vruchtbare halve maan in het Midden-Oosten, weten we weinig of niets van hun oorsprong. Geen koningslijsten of wat dan ook zijn beschikbaar. Het waren ‘tijden der 301 onwetendheid’ zoals Paulus in 50 AD de Atheners aansprak. Nochtans is de Bijbel en vooral de Joodse overlevering een hulpmiddel om toch een en ander te kunnen terugvinden. Dat Jafeth, de zoon van Noach, de stamvader van de Indo-europese volken is, heb ik in de vorige hoofdstukken al vermeld. De nakomelingen van Jafeth hebben Europa bevolkt. Genesis, hoofdstuk 10: “Dit zijn de nakomelingen der zonen van Noach: Sem, Cham en Jafeth: hun werden namelijk zonen geboren na de vloed. De zonen van Jafeth waren Gomer, Magog, Madai, Javan, Tubal, Mesech en, Tiras. En de zonen van Gomer ware Askenaz, Rifath en Togarma. En de zonen van Javan waren Elsia, Tarsis, de Kittieten en de Dodanieten. Naar dezen zijn de kustlanden der volken in hun landen verdeeld, elk naar zijn taal, naar hun geslachten, onder hun volken..” De Joodse overlevering leert dat de Germanen in de lijn van Askenas, de zoon van Gomer terug te vinden zijn. Sinds de 10de eeuw na Christus wordt de naam Askenas namelijk in de Joodse literatuur gebruikt voor Duitsland, demografisch, het grootste Germaanse land in Centraal Europa. We kunnen dus aannemen dat wij uit deze lijn afstammen. Zoals ik schreef, kwamen deze bevolkingsgroepen na de 301

Handelingen 17:15-34 419

spraakverwarring in onherbergzame gebieden terecht, en werden daarenboven nog meermalen geteisterd door natuurrampen, als gevolg van een aardkorst in beweging die zich nog van de zondvloed aan het herstellen was. Aangezien ik deze gebeurtenissen in de 23ste eeuw voor Christus plaats, moet ik wel breken met de gangbare conventionele, door de evolutietheorie beïnvloede geschiedschrijving. Wat men traditioneel het stenen tijdperk noemt, onderverdeeld in Jonge- Midden- en Late Steentijd, die men in Europa rond 8500 v. Chr. laat aanvangen, dient deze tijd verkort te worden met ruim 6000 jaar. De verschillende culturen die men waarneemt zoals de Megaliet, Klokbeker, Bankkeramiek en Snoerkeramiek moeten, naar mijn mening, naast elkaar bestaan hebben. De zogenaamde Brons- en IJzertijd blijven echter wel op hun plaats op de tijdsbalk, hoewel ook hier deze metalen tegelijkertijd gebruikt werden. Europa had een grote achterstand. Wanneer het Midden-Oosten, de vruchtbare halve maan, het Neolithicum en de eerste beschavingen binnengaat, zit ons continent nog in het zogenaamde Mesolitische cultuurtijdperk. Dat de Franken niet op één dag302 tot een volk zijn uitgegroeid is duidelijk. Daar is tijd en ruimte mee gemoeid. Hun tocht bracht hen waarschijnlijk over de bergruggen van de Kaukasus, waarna zij in de huidige Russische vlakte belandden. Daarna verspreidden zij zich via de grote rivieren Wolga en Dnjepr naar Centraal Europa. Hun vestiging gebied was aanvankelijk tussen de rivieren Rijn, Donau en 302

Jesaja 66:8 420

Weischel, toen de Romeinen deze grenzen vanuit het zuiden bereikten. Daarnaast weten we dat er in de 15de eeuw v. Chr. wereldwijde rampen plaatsvonden. Deze catastrofes veroorzaakten iedere keer volksverhuizingen. Zo is het geweten dat de Nieuw Testamentische Galaten in Asia oorspronkelijk van de Kelten afstamden. Gehele volksgroepen doorkruisten het continent op zoek naar vruchtbaar land om zich opnieuw te vestigen. Zo hebben ook de Franken en hun voorouders zich in beweging gezet om uiteindelijk in de Lage Landen bij de zee hun eindbestemming te bereiken. Wat religie betreft vereerden onze voorouders voornamelijk drie goden: Wodan, Thor en Tiwaz. Wodan was een oorlogsgod van wie de oorsprong in het Oosten lag. Het is de verdienste van Hislop303 om het ontstaan van alle religies naar het oude Babylon te verwijzen. Het is naar de vlakte van Sinear dat uiteindelijk alle volken hun oorsprong kunnen vinden, ook hun religies. De verrassing van hun ‘leven’ moet voor de Franken, die onze gewesten binnenkwamen, het ontmoeten met een nieuwe godsdienst geweest zijn. In de vierde eeuw na Christus waren namelijk de eerste christelijke zendelingen in onze lage landen bij de zee actief. Zij brachten het evangelie, de blijde boodschap van het sterven en opstaan uit de dood van de Zoon van God. De ‘ene’ unieke God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jacob, wiens boodschap nu naar de einden der aarde uitging en ook de Neder Landen bereikte. Het is het begin van de geschreven

303

The Two Babylons 421

Schema 52

Schema 51

422

geschiedenis van onze gewesten. Het einde van de ‘tijden der onwetendheid’. Later zouden Frankische leiders zoals Clodowech (beter bekend als Clovis) en Karel de Grote en daarna nog vele anderen zich van het nieuwe christendom meester maken om hun koninkrijken te vestigen. En vanaf de vestiging van het Pausdom in Rome in de zevende eeuw na Christus is het christendom in het westen aan een eigen geschiedenis begonnen. Het waren ook de Franken, o.l.v. Karel Martel, die in 732 AD bij de slag van Poitiers de Arabische invasie van Europa een halt toeriepen. In de 7de eeuw na Christus was in Arabië een nieuwe godsdienst opgekomen; de Islam. De stichter was Mohammed. Hij verenigde de tot dan toe verdeelde Arabische stammen tot één macht met het nieuwe geloof in één god als de bindende factor. Na de dood van Mohammed begonnen zijn opvolgers een veroveringsoorlog die uiteindelijk het einde van het Oost-Romeinse Rijk zou betekenen en een grote bedreiging voor het Westen. Dit werd de eerste maal gestopt in de 8ste eeuw na Christus. Maar nu wijk ik af van de oorspronkelijke bedoeling van dit werk. Namelijk een rechtzetting van de geschiedenis van de oudheid. Ik wilde beginnen met onze voorouders. Ik heb getracht hun reisweg te volgen van de vlakten van Sinear in Babylon naar de Europese wouden tussen de rivieren Rijn, Donau en Weischel. Van hieruit kwamen zij de beschaving binnen en vestigden hun natie. Wat eerst mijn aandacht moet krijgen is de herziening van de Egyptische geschiedenis, haar beschaving en oorsprong. Want aan de orthodoxe, conventionele, chronologie van Egypte heeft men foutief de buurvolken gekoppeld! 423

HET GESLACHTSREGISTER VAN JEZUS Het is de evangelist Lucas304 die, zoals we al gezien hebben, alle namen geeft van de genealogie van Jezus tot Adam. Jaartallen geeft Lucas niet, maar het is mogelijk om via historisch bekende namen zoals Zerubbabel, David en de oudvaders, de lijst chronologisch op de tijdsbalk te volgen. Hierna volgt de volledige lijst: Jezus, een zoon, naar men meende van: Jozef, de zoon van Eli, de zoon van Matthat, de zoon van Levi, de zoon van Melchi, de zoon van Jannai, de zoon van Jozef, de zoon van Mattathias, de zoon van Amos, de zoon van Nahum, de zoon van Esli, de zoon van Naggai, de zoon van Maath, de zoon van Mattathias, de zoon van Semeïn, de zoon van Josech, de zoon van Joda, de zoon van Joanan, de zoon van Resa, de zoon van Zerubbabel (Babylonische Ballingschap), de zoon van Sealthiël, de zoon van Neri, de zoon van Melchi, de zoon van Addi, de zoon van Kosam, de zoon van Elmandan, de zoon van Er, de zoon van Josua, de zoon van Eliëzer, de zoon van Jorim, de zoon van Maththat, de zoon van Levi, de zoon van Simeon, de zoon van Juda, de zoon van Jozef, de zoon van Jonan, de zoon van Eljakim, de zoon van Melea, de zoon van Menna, de zoon van Mattatha, de zoon van Nathan, de zoon van David, de zoon van Isaï, de zoon van Obed, de zoon van Boaz, de zoon van Salma, de zoon van Nahasson, de zoon van Aminadad, de zoon van Admin, de zoon van Arni, de zoon van Hesron, de 304

Lucas 3:23-38 424

zoon van Perez, de zoon van Juda, de zoon van Jacob, de zoon van Izak, de zoon van Abraham, de zoon van Thera, de zoon van Nahor, de zoon van Seruch, de zoon van Rehu, de zoon van Peleg, de zoon van Heber, de zoon van Sala, de zoon van Kainan, de zoon van Arpachsad, de zoon van Sem, de zoon van Noach, de zoon van Lamech, de zoon van Mathusalem, de zoon van Henoch, de zoon van Jered, de zoon van Mahalaleël, de zoon van Kenan, de zoon van Enos, de zoon van Seth, de zoon van Adam, de zoon van God. Het feit dat we hier een lijst hebben van alle namen tussen Adam en Jezus dwingt mij om voor een korte periode tussen Genesis en de komst van Christus te kiezen. Geen tien- of honderdduizenden jaren maar slechts ongeveer vierduizend jaar vanaf Genesis tot Jezus. De eerste bekende naam in de geslachtslijn van Jezus Christus is de naam Zerubbabel. Hij leefde ten tijde van het einde van de Babylonische Ballingschap. Hij is de eenentwintigste naam vanaf Jezus in de lijn van David. Het einde van de Babylonische Ballingschap is als het ware een breuklijn in de geslachtslijn. Eenentwintig namen zijn het van Jezus tot Zerubbabel en tot aan David zijn er dan weer 3 X 7 =’21’ namen. Nahasson plaats ik op de tijdsbalk ten tijde van de Exodus in de 15de eeuw voor Christus. Nahasson moet dan daarop in de woestijn305 gestorven zijn. Zijn nakomeling was Salma die ten tijde van Jozua en de eerste richters leefde. Daarop hebben we Boaz waar we met het 305

Numeri 14:29 425

bijbelboek Ruth sowieso in de richteren-periode terechtkomen met vervolgens Obed, de grootvader van David. Geen schijven van 25 jaar meer maar eerder leeftijden van plus tachtig jaar, wat echter wel een bijbels patroon voor deze periode is. Daarbij moeten we ook bedenken dat het niet altijd de eerstgeborene was die in de geslachtslijn van Jezus zit. In het geval van David is dit Schriftuurlijk overduidelijk; David was de achtste zoon van Isaï306. Verder zijn zeven namen van Nahasson tot aan Juda, een van de twaalf zonen van Jacob, en in de geslachtslijn van Jezus. Juda kunnen we ‘ongeveer’ op de tijdsbalk plaatsen. Hij was een oudere broer van Jozef en hoort dus op ca. 1750 voor Christus geplaatst te worden. Dit geeft ongeveer een gemiddelde van 40 jaar per persoon voor het verwekken van nageslacht, wat voor de periode van de oudvaders in de Bijbel realistisch is. Na Juda zien we verder vertrouwde namen. Eén merkwaardigheid blijft en dat is dat de geslachtslijst van Lucas één naam extra bevat namelijk die van Kainan, de zoon van Arpachsad. De lijst van het Bijbelboek Genesis, hoofdstuk 11 gaat van Arpachsad307 naar Selah die dezelfde persoon zou moeten zijn als Sala die Lucas opgeeft. De evangelist Lucas werkte blijkbaar met de Septuagintbijbel, een Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel uit de derde eeuw voor Christus. De reden voor de extranaam in de Septuagint308 ken 306

I Samuël 16:10 Genesis 11:12-13 308 Het ontstaan van de Bijbel 1979 ISBN 90 70 100 215 – Wie gaven ons het oude testament? Blz 48 307

426

ik niet. In deel 1 toonde ik aan dat er exact 3000 jaar liggen tussen Genesis en het inhuldigen van de tempel van Salomo in 996 voor Christus. Een persoonlijke reden om o.a. meer gewicht aan de Masoretische tekst van de Bijbel te geven. Hetzelfde resultaat merken we bij het geslachtsregister van Jezus dat de evangelist Matthéüs doorgeeft. Matthéüs geeft drie maal veertien namen van Abraham tot David, van David tot de Babylonische ballingschap en van de ballingschap tot Jezus, de Christus. Het verschil in namen tussen Lucas en Mattheüs is dat de evangelist Lucas de wettelijke lijnopvolging doorgeeft via Jozef en de evangelist Mattheüs de Koninklijke lijn via Maria volgt. Wat betreft de naam Kainan in de Septuagintvertaling is het zo dat we na Sala of Selah, verder de tijd in, met circa’s moeten werken. De Septuagint309 geeft Kainan een totaal van 330 levensjaren en 130 bij de geboorte van zijn erfgenaam. Dit maakt dat de datum van de zondvloed met 130 jaar verder de tijd ingaat. Een alternatief jaar is dan 2470 v. Chr. De spraakverwarring in de dagen van Peleg echter, en het begin van de eerste beschavingen of koninkrijken kunnen wel op de tijdsbalk geplaatst worden. Hier zijn geen verschillen tussen de Masoretische- en de Septuaginttekst. Ik opteer voor de Masoretische tekst voor gezaghebbend over de Griekse Septuagint vertaling. Ik meen dat de Joodse vertalers van het Oude Testament in Egypte, in de derde eeuw voor 309

F. JOSEPHUS by William Whiston - Dissertation V – a genealogical table of the patriarchs before and after the deluge 427

Christus, zich lieten leiden in de wedstrijd tussen Grieken en Babyloniërs van wie de oudste beschaving had, en dat daarom aan jaartallen gesleuteld werd. Dit doet niet af aan de boodschap van de heilsgeschiedenis die onaangetast bleef. De apostelen hebben de Septuagint gebruikt wat blijkt uit het boek Handelingen. Wat getallen betreft hebben zij door de Heilige Geest dan wel enkele maken het woord ‘omstreeks’310 gebruikt wanneer tijdsspannen beschreven werden. DE EERSTE EGYPTISCHE DYNASTIE Het beginjaar van de eerste dynastie van Egypte is te achterhalen. Ten eerste door bijvoorbeeld op een eenvoudige manier de regeringsperioden van de farao’s van de zogenaamde Sothislijst op te tellen komt men in 2183 voor Christus te recht voor het begin van de regering van farao Menes. In een volgend hoofdstuk zal ik farao Koncharis van de Sothislijst als de Bijbelse farao van de Exodus identificeren. De opvolger van Koncharis op deze lijst is Salatis en deze kan geïdentificeerd worden met de eerste Hyksos-vorst. Dit is een belangrijke schakel want zodoende kan men deze lijst en haar jaartallen gebruiken om naar een mogelijk beginpunt van de regering van farao Menes te gaan. Het resultaat is het volgende: Voor Christus: Menes 35 2183/2148 1. Kurodes 63 2148/2085 2. 3. Aristarchos 34 2085/2051 310

Handelingen 13:18-20 428

4. 5,6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.

Spanios …… Osiropis Sesonchosis Amenemes Amasis Akesephthres Anchoneus Armiyses Chamois Miamus Amesesis Uses Rameses Ramesomenes Usimare Ramessesseos Ramessameno Ramesse Iubassz Ramesse Uaphru Koncharis

36 72 23 49 29 2 13 9 4 12 14 65 50 29 15 31 23 19 39 29 5

2051/2015 2015/1943 1943/1920 1920/1871 1871/1842 1842/1840 1840/1827 1827/1818 1818/1814 1814/1802 1802/1788 1788/1723 1723/1673 1673/1644 1644/1629 1629/1598 1598/1575 1575/1556 1556/1517 1517/1488 1488/1483 Totaal : 700 jaar Wanneer we 700 jaar vanaf het laatste jaar van Koncharis optellen met het exodusjaar 1483 voor Christus, (wat het vijfde en laatste regeringsjaar van Koncharis was), is het resultaat 2183 voor Christus voor het begin van de eerste Egyptische dynastie. Dit jaartal is echter discutabel omdat de Sothislijst moeilijk als een geheel te hanteren valt. Vooral vanaf Salatis naar voren gerekend wijkt de lijst met andere koningslijsten af. Een andere berekening brengt ons in 2438 voor Christus voor het begin van de regering van Menes, 429

Schema 50

Schema 49

430

de eerste farao van Egypte. Het is de Turijn Canon die dit jaartal oplevert wanneer we van mijn ankerjaar, de exodus in 1483 v. Chr. terug rekenen. De meeste commentaren zijn het erover eens dat de Turijn canon, gezien de vele beschadigingen, onvolledig is. Van de eerste tot het einde de zesde dynastie echter is de canon duidelijk311 verklaarbaar en geeft een totaal van 955 jaar voor deze dynastieën. In het vervolg van mijn verhaal zal ik duidelijk maken dat de dynastieën van de eerste tussentijd gelijk liepen met die van het zogenaamde Oude Rijk. Een betere berekening, naar mijn mening, brengt ons ook in het begin van het tweede millennium voor Christus. De eerste en de tweede dynastie van Manetho hebben in opeenvolging over Egypte geregeerd en dit vanuit hun hoofdstad Thinis in Boven-Egypte. De eerste dynastie geeft Manetho 263 jaar in totaal, gevolgd door de tweede dynastie met 272 tot 302 jaar. De laatste farao van de tweede dynastie, Sesochris of Chasechemoey, maakte de invasie van de Hyksos mee en ging zo ten onder. Door op een eenvoudige manier met deze jaartallen vanaf de Exodus in 1483 v. Chr. terug te rekenen, arriveren we in 2018 v. Chr. voor het optreden van Menes, de eerste farao van Egypte en stichter van zijn dynastie of huis, wat trouwens de betekenis van farao zou zijn. Persoonlijk geloof ik sterk in de laatste variant. Voor menig Egyptoloog zal dit alles heel simplistisch overkomen. Zij steunen vooral op de astronomisch-chronologische berekening van Eduard 311

Alan Gardiner, Egypt of the Pharaohs, Chapter IV 431

432

Meyer, een peiler die naar mijn mening op drijfzand geplaatst is. In de studie die nu volgt is het o.a. mijn bedoeling om de namen van de Sothislijst met die van de Abydoslijst en met die van Manetho te identificeren. Want u hebt het al begrepen, deze namen zijn verschillend. Sommige zijn vergriekst, andere werden in de Egyptische taal zonder klinkers doorgegeven én de farao’s hadden meer dan één naam! Het is een puzzel, maar dankzij het Bijbelse plaatje kan veel ingevuld worden. Manetho geeft ons via Africanus de volgende namen en aantal regeringsjaren voor de farao’s van de eerste dynastie van Egypte: v. Chr.: Horusnaam: Menes 62 2018/1956 Narmer Athothis 57 1956/1899 Aha Kenkenes 31 1899/1868 Djer Uenephes 23 1868/1845 Edjo Usaphaidos 20 1845/1825 Den Miebiedos 26 1825/1799 Andyye Semempses 18 1799/1781 ? Bieneches 26 1781/1755 Ka'a Deze constructie heeft o.a. als resultaat dat Menes in 2018 v. Chr. begint te regeren en dus Zoan of Tanis in Egypte, chronologisch zeven jaar na Hebron gebouwd kan worden: "Toen zij door het Zuiderland optrokken, kwam men te Hebron; daar woonden Ahiman, Sesai en Talmai, de kinderen van Enak. Hebron is zeven jaar eerder gebouwd dan Zoan in Egypte."

433

Kaart 19

434

Elke andere constructie of chronologische variant neemt de vermelding van Numeri 13: 22 met een korreltje zout, wat menig onderzoeker ook werkelijk doet. Dit Bijbelgedeelte kan niet verkeerd geïnterpreteerd worden. De stad Zoan in Egypte dateert Bijbels gezien, uit dezelfde periode als het Hebron van het tweede millennium voor Christus. Volgens mijn constructie begint Menes kort voor de geboorte van Abram te regeren. Hij is een tijdgenoot van Terah, de vader van Abram en van Peleg, in wiens dagen de aarde verdeeld werd, volgens de Bijbel. Menes van Egypte kan dus zondermeer met de Bijbelse Mizraïm312 geïdentificeerd worden. In 1991 v. Chr.; verenigde Menes Egypte in één staat waarna hij nog 35 jaar, de regeringstijd volgens de Sothislijst, verder regeert. Herodotos313, de beroemde historicus, schrijft dat Menes Memfis bouwde en de Nijl daar kanaliseerde. De opvolger van Menes was Athotis die dan tijdgenoot van Abram is. In Athotis harem verzeilde Sarai314, de vrouw van Abram. In 1913 v. Chr. vertrok Abram namelijk vanuit Haran naar Kanaan waar echter hongersnood heerste, wat maakte dat hij zijn tocht naar Egypte voortzette van oudsher een vruchtbaar land. Een volgende hongersnood vinden we in de Bijbel315 vermeldt ten tijde van Izaak. Ditmaal echter krijgt Izaak de opdracht van de HERE God om niet naar Egypte op te trekken maar om in het land Kanaan, in 312

Genesis 10:7 Herodotos Boek 2:99 314 Genesis 12:10-20 315 Genesis 26:1-6 313

435

Schema 48

Schema 47

436

Gerar, te blijven. Boeiend wordt het dan weer om in Egyptische bronnen over een hongersnood in Egypte te kunnen lezen en dit ten tijde van farao Uenephes van de eerste dynastie, op mijn tijdsbalk een tijdgenoot van Izaak. DE TWEEDE EGYPTISCHE DYNASTIE De opvolger van de laatste farao van de eerste dynastie Bieneches, was farao Boethos van Manetho’s tweede dynastie. Manetho geeft via Africanus deze dynastie de volgende namen en aantal regeringsjaren: herzien: Boethos 38 1755/1717 v. Chr. Kaiechos 39 1717/1678 Binothris 47 1678/1631 Tlas 17 1631/1614 Sethenes 41 1614/1573 Chaires 17 1573/1556 Nephercheres 25 1556/1531 Sesochris & 48 1531/1483 Chenephres 30 naamsverandering in zijn 18de regeringsjaar! Opmerkelijk is wel, dat ik door het gebruik van de verschillende Egyptische koningslijsten tot twee belangrijke ankerpunten op de tijdsbalk kom. Vanaf de exodusdatum in 1483 voor Christus kom ik aan het begin van de eerste dynastie door de jaartallen van Manetho van zijn eerste en tweede dynastie terug te rekenen vanaf de exodusdatum. Het resultaat is 2018 v. Chr. voor het begin van het optreden van Menes, de stichter van de eerste dynastie of 437

438

koningshuis. De tweede dynastie is aan haar einde gekomen door een invasie van noordelijken die helemaal naar het zuiden zijn opgerukt. Het moet een wanhopige strijd geweest zijn. Het aantal gedode noordelijken wordt op 47.209 gesteld, afgebeeld als verwrongen lichamen rond de sokkels van twee zitbeelden van de laatste farao van de tweede dynastie namelijk Chasechemoey. De conventionele Egyptologie316 raadt alleen maar naar de identiteit van deze ‘noordelijken’. Geen serieus kandidaat-volk gedurende hun periode is voorhanden. Het kunnen, volgens mij, alleen de Hyksos -de Bijbelse Amelekieten- zijn, die voor deze invasie in aanmerking komen.

Het enorme graf van Chasechemoey te Abydos bevreemdt eveneens de Egyptologen vanwege de 316

Peter A. Clayton, kroniek van de farao’s – tweede dynastie 439

omvang en trapeziumvorm. Blijkbaar verwachte men niet zoveel kennis en techniek gedurende de conventionele periode van de tweede dynastie. Het bouwen van dit bijzondere graf in steen wordt op de bekende Palermosteen vermeld. Dit gegeven is een anomalie voor de conventionele Egyptologie want dezelfde Palermosteen vermeldt het bouwen van de piramide van farao Zoser van de derde dynastie en vermeld hierbij dat het het eerste bouwwerk in steen in Egypte was! In mijn variant is er geen enkele probleem aangezien de tweede dynastie nu gereviseerd na de derde dynastie op de tijdsbalk verschijnt. Andere graven van de tweede dynastie bevinden zich te Sakkara vlakbij de piramide van Oenas. Dit is in mijn variant niet verwonderlijk als we bedenken dat de farao’s van de tweede dynastie tijdgenoten waren van die van de vijfde dynastie. Wel moet ik opmerken dat tot op dit moment niet alle namen van Manetho’s lijst door monumenten, door de archeologie dus, gestaafd worden. Dit is niet verwonderlijk wanneer we in zulk een grijs en ver verleden terug trachten te gaan. Verder is er bevestiging van mijn revisie uit orthodoxe hoek. Sir Alan Gardiner317 toont aan dat namen van de farao’s van de tweede dynastie, gevonden werden op een schrijfbord daterend uit het Oude Rijk samen met namen van farao’s van de vierde en de vijfde dynastie. De bekende Palermosteen waarnaar ik al verwees vermeldt ook het gebruik van koper ten tijde van de tweede dynastie. In het orthodoxe model is dit een axioma. Volgens 317

Alan Gardiner, Egypt of the Pharoahs, Chapter 15 440

mijn revisie helemaal niet abnormaal want hier valt de periode van de tweede dynastie binnen het Brons tijdperk.

DE ABYDOS KONINGSLIJST Het is de koningslijst van Abydos die verdere ankerpunten levert. Deze opgave bevindt zich nog steeds op de muren van de gang in de ‘Hal der Voorvaderen’ in de tempel van Seti I. Men ziet Seti met zijn jonge zoon Ramses II, in aanbidding voor een lijst van de cartouches van 76 koningen, chronologisch in twee rijen, vanaf Menes, de eerste koning van Egypte. De lijst is echter niet volledig en het is duidelijk dat namen van voorgangers zoals de Hyksos- en Amarna-koningen op de lijst niet voorkomen maar afgewezen werden. Voor de periode die ik nu behandel, namelijk die van het Oude Rijk zijn er geen namen weggelaten en is de lijst bruikbaar in mijn reconstructie. De zestien eerste namen van de lijst kunnen namelijk met de farao’s van de eerste en tweede dynastie geïdentificeerd worden. De zeventiende naam maakt de ‘link’ naar de derde dynastie.

441

Naam: Manetho dyn: Horusnaam: Mena I Menes Narmer Teta Athotis Aha Ateth Kenkenes Djer Ata Uenephes Edjo Hesepti Usaphaidos Den Merbap Miebiedos Andjyeb Semsu Semempses Kebh Bieneches Ka’a Betchau Boethos Kakau Kaiechos Ba en neter Binothris Uatch nes Tlas Senta Sethenes Tchatchai Chaires Nebka Nepherchers Tchesersa Sesochris & Cheneres De hierna vermelde namen regeren contemporain Teta III Zoser Teti Setches Ra nefer ka Senefru IV Khufu Tetf Ra Khaf Ra Men kau Ra Shepseskaf Userkaf V Sahu Ra Kakaa Neferf Ra Usr en Ra Men kau Heru 442

Tetka Ra Unas Teta VI Userka Ra Meri Ra Mer en Ra Neferka Ra Mer en ra saemsaf Neterka ra Menka ra Neferkara VII – X Neferka ranebi Tetka ra maa … Neferkarakhentu Merenheru Senefer ka Ka en ra Neferka ra tererel Neferkaheru Neferka ra pepisenb Seneferka annu … Kau ra Neferkau ra Neferkau heru Nefertka ari ra hiatus Neb kheru ra XI Mentoehotep Seankhka ra Mentoehotep II hiatus – (zevenjarige hongersnood) Sehetepab ra XII Amenemhat I Kheper ka ra Senwosret I Nub kau ra Amenemhat II Kheper kha ra Senwosret II 443

Kha kau ra Maat en ra Maa kheru ra -- hiatus – Hyksos periode Neb pehtet ra Tcheser ka ra Aa kheper ka ra Aa kheper en ra Men kheper ra Aa kheperu ra --hiatus – Ethiopische periode Men kheperu ra Neb maat ra -- hiatus – Amarna periode Tcheser kepheru rasetepenra -- hiatus -Men pehtet ra Men maat ra

Senwosret III Amenemhat III Sobekneferoe XVIII Amasis Amonhotep I Thothmoses I Thothmoses II Thothmoses III Amonhotep II Thothmoses IV Amonhotep III HOREMHEB Sethi I Ramses I

Tot hier de volledige lijst, zoals hij heden op de muren van de tempel van Sethi te Abydos te vinden is. De Sothislijst echter, heeft 25 namen vanaf de eerste koning Menes tot aan de farao van de Exodus, Koncharis. Volgens de Abydoslijst zijn er slechts 16 koningen tot het einde van de tweede dynastie. Volgens mijn model zijn de farao’s volgend na Tchesersa tijdgenoten van elkaar en regeerden de verschillende dynastieën samen over Egypte. Ik zal in een volgend hoofdstuk aantonen dat o.a. de vierde dynastie, dus de koningen vanaf nummer 20 van de Abydoslijst, behorende tot de vierde, vijfde en zesde dynastie gelijktijdig over Egypte geheerst hebben. De zesde dynastie was dominant, maar dat zal ik in het 444

verloop van deze studie duidelijk maken. En ook de tweede dynastie liep voor een belangrijk gedeelte contemporain met de hiervoor vermelde konings huizen. Vanuit orthodoxe hoek318 wordt erop gewezen, en voor hen onbegrijpelijk, dat namen van tweede dynastie farao’s op een schrijfbord van farao’s van de vierde en vijfde dynastie van het Oude Rijk voorkomen. Dit alles wijst volgens mij duidelijk op co-regentschappen, op samen regeren. DE DERDE EGYPTISCHE DYNASTIE Het is de verankering van de regeringsjaren van farao Zoser van de derde dynastie, met de Bijbelse gegevens over de oudvaders van Israël, die bepalend is voor een belangrijk gedeelte van de reconstructie van het Oude Rijk. Over farao Zoser is er tijdens de Ptolemaeïsche tijd een inscriptie gemaakt over een hongersnood die Egypte teisterde en zeven jaar duurde. De vergelijking met de vermelding in het boek Genesis van de Bijbel over de zevenjarige hongersnood van Jozef is frappant en het kan haast niet anders dan dat beide vermeldingen over één en dezelfde periode handelen en een eenmalig feit weergeven. Hongersnood was een fenomeen dat in het vruchtbare land Egypte haast niet voorkwam. De enkele vermeldingen over hongersnoden zijn dan ook alle terug te voeren naar 318

Alan Gardiner, Egypt of the Pharoahs, Chapter 15 445

de

periode

die

de

Schema 46

Schema 45

446

Bijbel

ten

tijde van Jozef beschrijft. Wanneer daarenboven er zowel in Egyptische als in Hebreeuwse bronnen over een tijd van zeven jaar gesproken wordt, dwingen deze gegevens ons tot een hernieuwd schikken van de Egyptische koningslijsten, maar dan verankerd met de historische Bijbelse gegevens.

Het Bijbelse kader waarbinnen de derde Egyptische dynastie moet passen is: vanaf de Exodus met daaropvolgend het geven van de Thora aan Israël, liggen er 430 jaar tot aan de belofte van de HERE God aan Abraham319. Dit brengt ons in het jaar 1913 voor Christus. Flavius Josephus320 maakt ons 319 320

Galaten 3:17 Joodse oudheden Boek 2, XV,ii 447

duidelijk dat deze periode in twee schijven van 215

Schema 44

448

Schema 43 jaar te verdelen is; het tweede gedeelte speelt zich in Egypte af. In 1698 voor Christus kwam Jacob met zijn zonen en hun familie, 75 personen in totaal, in Egypte aan. Zij waren uitgenodigd door Jozef, Jacobs elfde en tevens lievelingszoon, die op dat moment onderkoning of grootvizier van Egypte was. Jacob was op dat moment 130 jaar oud en de hongersnood teisterde al twee jaar de wereld. De Bijbelse hongersnood van zeven jaar heeft zodoende de jaren 1700 tot 1693 voor Christus. De zeven jaar van overvloed gaan van 1707, het jaar dat Jozef dertig jaar oud was en onderkoning van Egypte werd, tot 1700 voor Christus wanneer de hongersnood aanvangt. Het was in zijn 18de jaar dat farao Zoser vermeldt dat deze hongersnood voorbij321was. Het 18de jaar van Djozer was 1693/1692 voor Christus en dit jaar wordt dus een ankerpunt voor de hele dynastie op de tijdsbalk. Manetho geeft ons via Africanus de volgende lijst van Griekse namen van alle koningen van zijn derde dynastie: Manetho: Africanus: Monumenten: Necherophes 28 Sa-nekht-Nebka Tosorthros 29 Neter-khet Zoser Tyris 7 321

C&AH vol XIII part 2 – Joseph and Imhotep – John W. Hand 449

Mesokhris Soyphis Tosentasis Aches Sephuris Kerpheres

17 16 19 42 30 26

Sechemchet Chaba Hoeni

Africanus geeft negen koningen op die in totaal 214 jaar regeren. Van de meeste namen van deze negen koningen is echter archeologisch weinig of niets bekend. Men neemt aan, op basis van de monumenten die Egypte rijk is, dat slechts vijf koningen in aanmerking komen. En op basis van de Abydoslijst hebben we inderdaad met vijf koningen rekening te houden. De stichter was dan Sanekht of Nekherofes die 28 jaar regeerde, waarna deze opgevolgd werd door Zoser die 29 jaar regeerde. Door de verankering van Zoser’s ‘18de jaar’ met het einde van de hongersnood bekomen we volgende jaartallen voor de derde dynastie: 1738/1710 Nekherofes 1710/1681 Zoser 1681/1674 Sechemchet 1674/1668 Chaba 1668/1641 Hoeni De conventionele geschiedschrijving heeft voor Zoser de jaren 2668/2649 voor Christus: een verschil van 958 jaar voor het begin van Zoser’s regering. Eén van beide constructies zit dus glansrijk fout. Verantwoordelijke voor het plaatsen van de regering van Farao Zoser in 2600 v. Chr. is, zoals ik aangetoond heb, Eduard Meyer. Het is opmerkelijk 450

dat recente radiocarbonouderdoms-testen van gedeelten van de mummie van Zoser een veel jongere datum voor de farao opleverden322. Er wordt melding gemaakt van ‘vele’ eeuwen! Voor mij is dit een bewijs dat ik op het juiste spoor zit. Fundamenteel vasthouden aan de Bijbel als historisch betrouwbaar is altijd lonend. De grootvizier van Zoser was Imhotep, en menig onderzoeker stelde al dat Imhotep de Bijbelse Jozef, zoon van Jacob en onderkoning van Egypte was! Imhotep, wat betekent: ‘Hij die komt in vrede’, was de meest geliefde vizier van heel Egypte. Een ambt waar hij aan de basis van ligt. Later werd hij in Egypte niet alleen de patroon van menig ambacht, maar ook een legendarisch en vergoddelijkt figuur. Zijn naam en titels die gevonden worden op monumenten in Egypte geven te kennen welke hoge positie hij als niet-koninklijke Egyptenaar bezat. Hij was Opzichter over de Zieners wat hem verbindt met de ziener-priesters van On; verder was hij onderkoning, de Eerste voor de Koning, Architect. Zijn mummie is nooit gevonden! Dit is niet zo verwonderlijk, als we bedenken dat de Israëlieten ten tijde van de exodus het gebeente van Jozef meenamen. Imhotep was ook de architect van de eerste piramide in Egypte, de zogenaamde trappiramide van Zoser. Deze piramide werd door de Egyptenaren met ‘ri’ aangeduid, wat ‘trap naar de hemel’ betekent. Is het niet boeiend om hier mogelijk de droom van Jakob, de vader van Jozef als basis in te herkennen? 322

Mark Lehner, The Complete pyramids – pagina 88 451

Jakob droomde te Bethel een droom van een ladder waarvan de top tot aan de hemel reikte, met engelen die op en neder daalden323. Ook het hemelse Jeruzalem dat beschreven wordt in het laatste boek van de Bijbel Openbaring 21 kan wat vorm betreft als piramide gezien worden. Later is het occulte op Egypte neergedaald en daardoor is deze materie, wanneer verkeerd geïnterpreteerd, gevaarlijk. In het begin echter zijn Egypte en de farao door de HERE God van Israël gezegend. Jakob, de aartsvader, zegende Farao, staat er geschreven in Genesis324 en door het handelen van Jozef werd Egypte van de hongerdood gered. Het land Gosen waar Israël zich mocht vestigen is tot een zegen geworden. Ver weg van het zondige Kanaän kon Israël daar tot een volk uitgroeien. Over het tempelcomplex van Zoser te Sakkara kunnen we verder vernemen dat de Egyptologen325 vermoeden dat deze tempel en piramide zonder plan en dus experimenteel gebouwd moet geweest zijn. Geen enkele Egyptische bron stond model, noch heeft de constructie enig effect gehad op latere Egyptische doden- of godentempels! De naam Imhotep zou ook Ptah-hotep kunnen zijn. De betekenis is dezelfde: “Kom in vrede”. Van Ptahhotep zijn er saga’s bewaard gebleven uit de derde dynastie. Ptah-hotep leefde 110 jaar: dezelfde leeftijd die de Bijbel aan Jozef toekent. Jozef wordt in 323

Genesis 28:10-22 Genesis 47:10 325 Margaret A. Murray, The Splendour that was EGYPT, Hoofdstuk 5, Art & Science 324

452

de Bijbel ook met de Egyptische plaats On of Heliopolis in verband gebracht326. Hij was namelijk getrouwd met de dochter van Potifera, priester van On en overste van de lijfwacht van de farao. On was het centrum van verering van de Egyptische god Ra of Re, de zonnegod. Het boek Genesis vermeldt dat Farao aan Jozef een nieuwe naam gaf; Safenat Paneach. De betekenis hiervan blijft onduidelijk maar meer dan waarschijnlijk betekend het “Behouder van het leven” Jozef was dertig jaar toen hij onderkoning van Egypte werd. In de Bijbel de leeftijd voor een levietische priester. In het Nieuwe Testament kunnen we in het boek Handelingen in het relaas van Stefanus’ verdediging God’s doel met de lotgevallen van Jozef lezen: “...en Izak verwekte Jakob en Jakob de twaalf aartsvaders. En de aartsvaders verkochten uit naijver Jozef naar Egypte, maar God was met hem, en verloste hem uit al zijn verdrukkingen en gaf hem genade en wijsheid tegenover Farao, de koning van Egypte, die hem aanstelde tot hoofd over Egypte en over zijn gehele huis. En er kwam hongersnood over geheel Egypte en Kanaän en grote verdrukking, en onze vaderen vonden geen voedsel...” Er is nog een aanwijzing dat de Bijbelse farao van de hongersnood Zoser was! In de Haggada327 uit de Joods-Rabbijnse literatuur wordt ons verteld dat toen Jozef farao’s droom uitlegde, de koning om een 326

Genesis 41:45 Jewish Encyclopedia – gedeelte Mikkez van Sefer haJasjer 327

453

teken vroeg waardoor hij zou weten dat de verklaring waar was. Jozef vertelde hem dat de koningin, die op het punt stond te bevallen, een zoon zou baren die de volgende farao zou zijn. De farao - naar mijn overtuiging Zoser van de derde dynastie - was verbaasd dit te horen, aangezien hij al een twee jaar oude zoon had die hem, bij een normale gang van zaken, als farao zou opvolgen. Jozef verklaarde echter dat zijn zoon zou sterven en dat de jongste de toekomstige farao zou worden. In het graf van Zoser, de beroemde trappiramide, is een mooie albasten grafkist gevonden met daarin de resten van een kind van ongeveer acht jaar oud.328

328

Peter A. Clayton, Kroniek van de farao’s – 3de dynastie – de trappenpiramide van Saqqara 454

Een andere begrafenis beschrijft de Bijbel329 met de dood van de aartsvader Jacob. Deze werd namelijk naar het Egyptische gebruik gemummificeerd en daarop naar Kanaan gebracht ter bijzetting in de spelonk in het veld Machpela nabij Mamre. De Bijbel330 leert uitdrukkelijk dat de balseming van het lichaam van Jacob naar Egyptisch gebruik geschiedde. De balseming duurde 40 dagen en 70 dagen hebben de Egyptenaren hem beweend. Dit zijn dezelfde getallen die Herodotos331 ons meedeelt wanneer hij de Egyptische gewoonten betreffende mummificeren in zijn werk neerschreef. Moest ooit het lichaam van Jacob in Israël, door archeologen, gevonden worden dan zal de mummie, naar mijn mening, van de derde dynastie blijken te zijn. Het was ten tijde van deze dynastie trouwens dat met de praktijk van het mummificeren begonnen werd332. Van de farao’s van de eerste en de tweede dynastie werden tot op heden geen stoffelijke resten teruggevonden. De Egyptologie en Jozef Volgens de gangbare geschiedschrijving plaatst men Jozef in Egypte ten tijde van de tweede tussenperiode, wanneer de Hyksos over Egypte regeerden. Het is een periode waar weinig over geweten is en men neemt aan dat ten tijde van de 329

Genesis 49:29 Genesis 50:1-3 331 Herodotos Boek 2, 86 332 Margaret A. Murray, The Splendour that was EGYPT, 1949 AD, chapter IV Religion, Burial customs. 330

455

Aziatische overheersing van Egypte er ruimte was voor iemand zoals Jozef. Deze plaatsing op de tijdsbalk geeft wel problemen met enkele historische feiten die gekend moeten zijn. De god Seth Zo vereerden de Hyksos de afgod Seth333. De Hyksos verkozen deze godheid boven alle andere goden van Egypte wiens erediensten vervolgd werden. De Bijbel334 leert echter dat Jozef getrouwd was met Asnath, de dochter van Potifera, de priester van On. Deze plaats On, in de Griekse taal Heliopolis genoemd, was het middelpunt van de Egyptische eredienst van de zonnegod Re. Een belangrijk argument, volgens mij, tegen de plaatsing van Jozef op de tijdsbalk ten tijde van de Hyksos. Ik kan me geen eredienst van de god Re ten tijde van deze niets ontziende vreemde heersers voorstellen. De noodzaak van een tolk Genesis 42: 22 “Toen antwoordde Ruben hun: Heb ik u niet gezegd: bezondigt u niet aan de knaap! Maar gij hebt niet geluisterd. Nu wordt zijn bloed van ons geëist. 23 Zij wisten echter niet, dat Jozef hen verstond, want zij gebruikten een tolk. 24 Toen wendde hij zich van hen af en weende. Daarna keerde hij tot hen terug en sprak met hen; hij nam Simeon uit hun midden en liet hem in hun bijzijn binden.”

333 334

Alan Gardiner, Egypt of the Pharaohs, Chapter VII Genesis 41:45 456

Kanaänitisch was de taal van de Hyksos-heersers. We hebben gezien dat de Hyksos te identificeren zijn met de Bijbelse Amalekieten. Amalek was een nazaat van Esau, de zoon van de aartsvader Jacob. Hun talen en/of dialecten waren verwant en vooral voor elkaar verstaanbaar zoals tegenwoordig het geval is tussen bijvoorbeeld Limburgs en plat Duits. Egyptisch echter was een vreemde taal335. Indien Jozef ten tijde van de Hyksos leefde zou een tolk overbodig geweest zijn en zouden de broers niet onachtzaam met elkaar gecommuniceerd hebben. DE KRONEN VAN FARAO Voor speciale gelegenheden had de farao een serie hoofddeksels en kronen voorhanden. De eerst bekende was de witte kroon van Boven-Egypte en later de rode kroon van Beneden-Egypte. Vanaf Farao Zoser is ook de dubbele kroon bekend. De betekenis was in de eerste plaats religieus bedoeld. Wanneer Zoser, als een gevolg van de hongersnood en Jozefs voorbereidingen, in controle was over geheel Egypte, dan is de logica voor het dragen van de dubbele kroon niet ver te zoeken. De religieuze betekenis was dat zowel Seth als Horus als goden over gans Egypte heerste. Ook andere goden konden aan dit pantheon toegevoegd worden. In het licht van de hier geleverde herziening der chronologie van Egypte is wordt de dubbele kroon van Zoser duidelijk. Als een gevolg van de

335

Psalm 114:1 457

politiek van Jozef waren de andere huizen of dynastieën horig aan de derde dynastie. Hedjet. De kroon van Boven-Egypte was als een grote punthoed en was in gebruik van het begin van de eerste dynastie onder farao Menes zoals afgebeeld op het zogenaamde Narmerpalet. Deshret. De kroon van Beneden-Egypte was gemaakt in de vorm van een stoel met een kleiner voorstuk en een hoge rug. De afbeelding is deze van Mentoehotep de eerste farao van de elfde dynastie. Pschent. De dubbele kroon was een combinatie van de Hedjet en de Deshret en stelde de unificatie van geheel Egypte voor. Farao Zoser was de eerste farao die deze constructie op het hoofd zette. De foto stelt de god Horus voor die de dubbele kroon op het hoofd heeft en stamt van een muurreliëf uit de graftombe van Horemheb. Nemes. In feite niet meer dan een hoofddeksel. Het was gemaakt van doek en rond het hoofd bevestigd. Het voorstuk was versierd met de uraeus Wadjet en de gier Nekhbet.

458

Khepresh. Vanaf de 18de Dynastie kwam de blauwe kroon in gebruik, ook wel de oorlogskroon genoemd. Aan de voorzijde vinden we zoals bij de Nemes weer de uraeus en de gier weergegeven. DE VIERDE EGYPTISCHE DYNASTIE De vierde dynastie volgde in 1641 v. Chr. de derde dynastie op. Ik maak gebruik van het werk van Courville336, van wie de studie baanbrekend voor mij was. Ik wijk wel van zijn revisie af en volg een eigen variant, maar dat neemt niet weg dat zijn werk een leidraad is voor het juist begrijpen van de verhoudingen tussen de verschillende Egyptische dynastieën. Courville stelt dat de koningen met de nummers 7 tot 13 op de Sothislijst, de koningen van de vierde dynastie van Manetho zijn. Ik volg deze theorie en aanvaard de jaren der regeringsperioden van de Sothislijst als correcter dan die door Manetho doorgegeven worden. Het resultaat is het volgende: SOTHISLIJST: MANETHO: 7. Osiropis 23 Snefroe 29 Khufu-Suphis 63 8. Sesonchosis 49 Khafra-SuphisII 66 9. Amenemes 29 Menkaura 63 10. Amasis 2 Rhatoises 25 11. Akesephthres 13 Bickcheres 22 12. Anchoneus 9 Seberches 7 13. Armiyses 4 Thamfthis 9 336

The Exodus Problem and its Ramifications Volume I The pre-famine period 459

Ik opteer voor de identificatie en de jaartallen van de Sothislijst, omdat ze een sleutel vormen in mijn reconstructie. Er zijn namelijk exact 129 jaar tussen 1641 v. Chr., zijnde het laatste jaar van Hoeni, farao van de derde dynastie, en 1483 v. Chr., het jaar van de Exodus, met het einde van het Oude Egyptische Rijk. De volgende jaartallen zijn het resultaat: ABYDOS: 1641/1612 Snefroe 20. Seneferu 1612/1589 Khufu 21. Khufu 1589/1540 Khafra 22. Tef Ra 1540/1511 Menkaura 23. Khafra 1511/1509 Rhatoises 24. Menkaur 1509/1496 Bickcheres 1496/1487 Seberches 25. Shepsesk 1487/1483 Thamfthis Khufu wordt meestal geïdentificeerd met Cheops van Herodotos en is de vermeende piramidebouwer op het Gizehplateau! In KRONOS toonde ik aan dat niet Khufu van de vierde dynastie de bouwer van de beroemde piramide is, maar Achnaton, de ketterkoning van de achttiende dynastie. Het enige archeologische bewijs dat we van Khufu alias Suphis I hebben, is een klein (7,6 cm hoog) ivoren beeldje van de koning op zijn troon met zijn Horusnaam erop vermeld. Hoewel men verkeerdelijk de Grote Piramide te Gizeh als zijn graftombe aanziet en er verder niet 460

naar zijn graf gezocht wordt, beweer ik dat ergens in Egypte zijn graf te vinden is. En hoogstwaarschijnlijk werd het graf al gevonden maar niet als dusdanig herkend. In april 2002 ontdekte een Zwitsers/Frans team van egyptologen een piramide, of althans de resten ervan, op een site te Aboe Roash. De Egyptologen dateerde de piramide ten tijde van Djedefre, een zoon van Khufu. Interessant voor mijn studie is het rapport van het archeologische team waaruit duidelijk blijkt dat de piramide restanten die van farao Khufu zijn en Djedefre’s laatste rustplaats naast de piramide van zijn vader was: ”During the excavation the team discovered the enclosure wall that went from the north to the south until stopping at the southeast angle. They found that this wall continued to the west. The general design of this wall showed a small area on the south side of the enclosure wall where they discovered a building that was completely unknown. After cleaning the area they found what they called a satellite pyramid. The base of the pyramid is approximately 20 arms long on each side and is five courses tall. It only appears from the south side. It is approximately 1.60 - 2.00 meters high. This pyramid it is located approximately 10 arms from 461

Schema 42

Schema 41

462

the south east angle of the pyramid of King Djedefre. The newly discovered pyramid is situated at the exact angles and layout as the pyramid of Djedefre. In the middle of the north façade of the newly discovered pyramid a shaft was found that is approximately four arms deep. (H. 1.50 m. L. 1.50 m.) In the rubble of this shaft they found a large block that was used to seal the sub-structure of the pyramid. They discovered a corridor in the substructure that went from the north to the south. Connected to this corridor is one entrance to a chamber on the east side and two entrances to two chambers on the west side. Inside the pyramid several artifacts were discovered. Some were similar to the tiles used for decoration in the southern tomb of Djoser at the Step Pyramid in Saqqara! But the most important find they made was of a large Alabaster plate with the inscription: HR MD DDW HWFW which is the Horus name of Khufu!” Wat bij orthodoxe studies337 opvalt, is dat het de Egyptologen bevreemdt dat Khufu door nabij Memfis op het Gizeh plateau, zijn vermeende tombete bouwen, van de klassieke begraafplaats is afgeweken. Ook merken Egyptologen338 op, dat Khufu niet uit Memfis afkomstig was, maar uit Midden-Egypte, niet ver van het huidige Beni Hassan. Snefroe, de voorganger van Khufu, bouwde zijn piramide bij 337

Peter A. Clayton, Kroniek van de Farao’s – Het Oude Rijk – 4de dynastie 338 Breasted, A History of Egypt – hoofdstuk 6 463

Dahsjoer, 45 km ten noorden van Meidoem. Deze piramide is overigens van een slechtere kwaliteit dan die van het Gizehplateau! Merkwaardig vind ik ook dat er drie piramides aan Snefroe worden toegeschreven. Twee in Meidoem en één in Dahschoer. In de nabijheid van de drie piramides, werden steles van farao Snefroe gevonden. Tegelijkertijd weten we echter dat er rond de persoon van Snefroe een ware cultus onstaan was. Het is dan niet onlogisch op vele plaatsen een verwijzing naar hem terug te vinden. Naar mijn mening is een van deze piramides aan Khafre toe te schrijven. Khufu’s opvolgers waren zijn jong gestorven zoon Djedefre die zeer kort regeerde en Khafre, de andere vermeende piramidebouwer van Gizeh.

Ook de tombe van Djedefre vinden we niet nabij Memfis op het Gizehplateau, maar meer noordelijk te Aboe Roash zoals vermeldt. Wanneer men beelden vergelijkt van de constructies tussen enerzijds het Gizehplateau en anderzijds het bouwwerk van Djedefre te Aboe Roash valt onmiddellijk de erbarmelijke staat van deze laatste piramide op. Waar is de kennis gebleven die aan de grondslag van de piramide van Cheops lag in vergelijking met die

464

van Djedefre. Mark Lehner339, een archeoloog en onderzoeker, noemt het dan ook een anomalie. Tenzij men naar mijn mening inziet dat de piramide van Djedefre er eerst was en die van Cheops/Achnaton eeuwen later. Eveneens merken de Egyptologen op dat Djedefre terugkeerde naar een vroegere bouwstijl. Volgens mijn revisie is er geen ‘terugkeer’ naar een vroegere bouwstijl. Maar moet men de farao’s Khufu, Khafre en Menkaura, in een ander tijdperk te zoeken. Het was dan ook met enige verbazing dat ik kennis nam van het feit dat Menkaura een niet afgewerkte piramide heeft340 en wegens niet verklaarbare orthodoxe redenen aan de bouw van een tweede piramide op het Gizeh plateau begon. En ook van de laatste koning van de vierde dynastie, Shepseskaf, willen de orthodoxe Egyptologen ons leren dat Shepseskaf het Gizeh plateau links liet liggen en terugkeerde naar de oude begraafplaats van de derde dynastie bij ZuidSakkara. Het lijkt logischer dat alle koningen van de vierde dynastie in hetzelfde gebied hun tombe hebben. Op het Gizeh plateau zijn er nog enkele funderingsresten die Egyptologen bevreemdt. Het is de tombe van een vrouwelijke heerser of farao die men op het einde van de vierde dynastie dateert. De conventionele geschiedschrijving ziet in deze vrouw uiteraard de koningin-moeder van Khufu; Hetepheres. Op de tombe vond men een inscriptie 339

The complete Pyramids – Djedefre at Abu Roash The exodus problem and its ramifications- Volume I – the pre-famine period V. 340

465

die luidt: ‘De moeder van twee koningen van Opper en Beneden-Egypte’. En op de ingang van graniet vond men een gegrift portret van de koninginmoeder met valse baard en de Uraeus op het hoofd; symbool van Koninklijke macht. Wat Egyptologen bevreemdt en een mysterie blijft is het feit dat te Aboesir ook een piramide van dezelfde heerseres gevonden werd. In mijn variant echter zou de tombe op het Gizehplateau behoord kunnen hebben aan Tije, de moeder van Achnaton en, wie weet, van Smenchkare. De titel geeft in ieder geval een hint in deze denkrichting. De prachtige grafgiften, in 1925 door de Amerikaanse archeoloog Reisner ontdekt, getuigen van een vergevorderde kunstvorm en zijn volgens mij in de Amarnatijd te dateren. De archeologen vermoeden dat veel in de oudheid verwoest werd wat alleen verklaarbaar is in de Beeldenstorm die door Horemheb en zijn opvolgers is uitgevoerd. Dit alles blijft wel gissen en is zuiver als postulaat aan te nemen. En de tegenstrijdigheden blijven en worden aangevuld. Zo kan men in het British Museum een rood granieten blok341 bekijken met de horusnaam van Khufu erin vermeld. Merkwaardigheid voor de orthodoxie is dat het blok, tot hun verbazing, te Bubastis in de Nijldelta gevonden werd, ver weg van het Gizeh plateau. Nog een bijkomend argument om 341

91.5 cm lang en 53.3 cm breed 466

mijn stelling dat Khufu niet de piramidebouwer van Gizeh is, serieus te nemen, is het ontbreken naar deze daad op de zogenaamde Palermosteen. Dit fragment geeft de koningen van het Oude Rijk op met telkens een bepaalde merkwaardige gebeurtenis per regeringsjaar van de genoemde farao’s. Men zou dus kunnen verwachten dat bij de regeringsperiode van Khufu er een vermelding naar de bouw van dit wereldwonder zou voorkomen. In de mij beschikbare bronnen vind ik nergens enige vermelding over de bouw van de Grote Piramide. Er is een hele evolutie van kennis geweest voor men tot de perfectie van het Gizeh plateau gekomen is. De Egyptologen draaien, door hun identificatie van Khufu met Cheops, de rollen om en geven zo ruimte voor de meest fantastische oorsprongstheorieën van de piramide van Cheops. DE ZESDE EGYPTISCHE DYNASTIE In dit hoofdstuk wil ik de link leggen met de historische gegevens van het Bijbelboek Exodus. Zoals ik al aangetoond heb, was de derde dynastie van Egypte het koningshuis dat Jozef als onderkoning had, en Jakob en zijn familie ten tijde van de hongersnood asiel verleende. Tevens toonde ik aan dat verscheidene dynastieën, in feite families of huizen, in dezelfde periode over Egypte of een deel ervan heersten. Voor het vervolg van mijn verhaal moet ik nu op zoek naar een dynastie die in het Bijbelse plaatje van Exodus past. De Bijbel342 leert dat nadat Jozef op 110- jarige leeftijd gestorven was, 342

Exodus 1:8-9 467

er een farao aan de macht kwam die Jozef niet gekend had, noch de weldaden die hij voor Egypte gedaan had. Deze farao zag de in grote getalle toegenomen Israëlieten als een bedreiging en verdrukte hen. De Israëlieten moesten slavendienst verrichten en onder dwangarbeid de voorraadsteden Pithom en Raämses bouwen.

Daarna deed de farao een poging tot genocide op het Israëlitische volk, door middel van een bevel alle mannelijke kinderen die geboren werden in de Nijl te werpen. En gedurende deze tijdsspanne werd Mozes geboren. Hij werd drie maanden verborgen gehouden en daarna in een biezen mandje, bestreken met asfalt en pek, door zijn moeder in het riet aan de oever van de Nijl geplaatst. Het verhaal is wereldwijd bekendDe dochter van Farao vindt het kind langs de oever van de Nijl, heeft medelijden en adopteert hem als zoon van de dochter van Farao. Het kind krijgt van haar de naam Mozes, wat betekent: ‘uit het water getrokken’343. Mozes zal hierop veertig jaar aan het 343

Exodus 2:10 468

hof van farao verblijven terwijl hij onderwezen wordt in alle wijsheid van de Egyptenaren. De Bijbel344 verhaalt verder dat hij machtig was in woorden en werken. ‘Een man van geloof’, zo beschrijft het Nieuwe Testament345 hem. De Bijbelse346 definitie van geloof is de volgende: ‘Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet’. En het is dit geloof dat maakte dat Mozes uiteindelijk weigerde om door te gaan voor een zoon van Farao’s

344

Handelingen 7:22-23 Hebreeën 11:23-29 346 Hebreeën 11:1 345

469

dochter en liever met zijn volk, de Israëlieten verdrukking onderging. En nadat hij een Egyptische wachter, die een Israëliet mishandelde, gedood had, vluchtte hij naar Midian om de wraak van Farao, die hem naar het leven stond, te ontlopen. In Midian vindt Mozes asiel, wordt er goed onthaald, huwt met Zippora, de dochter van Rehuël, de priester van Midian en is gedurende 40 jaar te gast in dit land. Daarna kunnen we in de Bijbel347 lezen, dat na die lange tijd van twee perioden van ieder veertig jaar, de koning van Egypte sterft. We moeten dus op zoek naar een farao van een dynastie die meer dan 80 jaar regeerde. Uitsluitend Farao Pepi II van de zesde dynastie, die volgens Manetho’s lijst 100 jaar regeert, komt voor deze tijdspanne in aanmerking! Ik gebruik dan ook de Bijbelse chronologische gegevens om de zesde dynastie op de tijdsbalk te plaatsen. De regering van Pepi II laat ik eindigen in het najaar van 1484 voor Christus. Dit geeft Mozes de nodige tijd om van Midian naar Egypte te reizen om daar van de nieuwe farao, de opvolger van Pepi II, de exodus van Israël te eisen. Jaartallen betreffende regeringsduur hebben 347

Exodus 2:23 470

we van Manetho via Africanus. Manetho geeft de zesde dynastie vijf koningen: Naam: regeringsduur: Othoes/Teti 30 Phios/Pepi I 53 Methusuphis/Merenre 7 Phiops/Pepi II 100 Menthesuphis/Merenre II 1 Deze regeringsduur heeft op de tijdsbalk volgend resultaat: Merenre II 1483/1484 Pepi II 1484/1584 Merenre I 1584/1591 Pepi I 1591/1644 Teti 1644/1674 Het jaar 1674 voor Christus zag het begin van de zesde dynastie. Deze familie van heersers regeerde vanuit Memfis. Teti en Pepi I hebben Jozef of Imhotep dan nog gekend. Want deze laatste sterft in 1627 voor Christus op 110-jarige leeftijd. De piramide van Teti, nabij Sakkara, wordt tot op de dag van heden door de lokale bevolking de gevangenispiramide348 genoemd! De traditie leert dat de ruïne van de gevangenis van Jozef nabij de piramide van Teti te vinden was. Merenre I, de zoon van Pepi II, regeerde maar kort waarna de macht naar Pepi II ging. Hij is de farao van de verdrukking en bewerkte door zijn weigering Israël te laten vertrekken, het einde van het zogenaamde Oude Rijk. Deze laatste 348

The Exodus Problem and its Ramifications – volume I – the Famine of Joseph V. 471

term is van de Egyptologie; een term die in feite niet meer toepasselijk is omdat duidelijk kan aangetoond worden dat de meeste dynastieën contemporain met elkaar waren. Ook ‘de eerste tussenperiode’ die de Egyptologen na het Oude Rijk laten volgen wijs ik af. En ook het Middenrijk hoort in deze reconstructie niet thuis. Na het ineenstorten van het centrale bestuur, als een gevolg van de Tien Plagen en de vernietiging van het gros van het leger in de Rode Zee verviel Egypte in economische crisis en politieke wanorde. Daarboven kwam nog de invasie van de Amoe, de gevreesde Aziaten, de Bijbelse Amalekieten, die kort na de Exodus de Nijldelta binnenvielen. Manetho sluit de zesde dynastie af met een koningin genaamd Nitocris, vermoedelijk de vrouw en opvolgster van Merenre, die in de chaotische periode volgend op de Exodus geregeerd heeft. Ook Herodotos349 verwijst naar Nitocris. Buiten haar vermeldt Herodotos alleen Min of Menes en farao Moiris als regerende vorsten voor de grote Sesostris die met Thothmosis III van het Nieuwe Rijk geïdentificeerd wordt. Vanaf Sesostris geeft Herodotos wel een hele reeks koningen op die achtereenvolgens over Egypte geheerst hebben. Dat Herodotos slechts drie namen voor Sesostris vermeldt, getuigd van de ‘Damnatio Memoriae’ dat Egypte getroffen heeft als gevolg van de inval van de Hyksos of Amalekieten. We moeten ons voorstellen dat na de dood van Pepi II, de dertiende dynastie in het machtsvacuüm trad, en dat Mozes bij zijn terugkeer in Egypte voor farao 349

Herodotos boek 2, 100 472

Koncharis stond. Deze verschillende vorstenhuizen regeerden in onderlinge afspraak. Eveneens geloof ik dat door de zeer hoge leeftijd van Pepi II deze op het laatst van zijn regering al heel wat macht had ingeboet tegenover de andere families of dynastieën. Dat er een overgang van macht van de ene naar de andere dynastie of huis had plaatsgevonden blijkt vanuit de Griekse vertaling van de Bijbel. In het boek Handelingen van het Nieuwe Testament hoofdstuk 7, lezen we het verhaal van Stefanus die voor het Sanhedrin staande in het kort de geschiedenis van Israël bracht. Stefanus zei het volgende over de farao van de verdrukking: “Doch naarmate de tijd der belofte, waarwede God Zich aan Abraham verbonden had, naderde, vermeerderde het volk en vermenigvuldigde zich in Egypte, totdat er over Egypte een andere koning aan het bewind kwam, die Jozef niet gekend had. Deze nam list te baat tegenover ons geslacht en handelde slecht et de vaderen, en liet hen hun zuigelingen te vondeling leggen, opdat het volk zich niet zou voortplanten.” In de Griekse vertaling staat er het woord ‘heteros’ voor wat ‘een andere’ betekent. ‘Heteros’ betekent echter ‘een gans andere’ in plaats van het normale Griekse woord ‘allos’ wat gewoon anders betekent, binnen een zelfde soort. Het gebruik van het Griekse ‘heteros’ betekent dat een andere farao van een ander huis de macht overnam. En dit sluit aan bij Exodus 1:8 waar de Septuagint het woord ‘Heteros’ gebruikt voor het Hebreeuwse woord ‘hadash’ (nieuw) en het Griekse ‘aneste’ voor het Hebreeuwse ‘kum’

473

(opstaan) wat betekent opstaan in de zin van iemands plaats innemen. Mozes en de duur van het verblijf van Israël in Egypte Mozes bereikte een leeftijd van 120 jaar, leert de Bijbel350. Veertig jaar hiervan bracht hij door in Egypte, 40 jaar in ballingschap in Midian en 40 jaar in de woestijn met de Israëlieten. Mozes kan dus eenvoudig op de tijdsbalk verankerd worden. Hij leefde van 1563 tot 1443 voor Christus. Hij was een afstammeling van Levi, één van de twaalf zonen van Jacob. Zijn geslachtslijst vinden we in het Bijbelboek I Kronieken351. Er zijn vier namen vanaf Mozes tot Levi. Mozes was de zoon van Amram, die de zoon was van Kehath, de zoon van Levi. Ongeveer 200 à 250 jaar gaan er over dit geslacht wat een gemiddelde van 50 à 60 jaar per naam geeft. Een gemiddelde dat voor deze periode accepteerbaar is. Ook is het niet altijd de eerstgeborene die de geslachtslijn doorzet! In het geval van David is dit overduidelijk. Hij was de achtste352 zoon van Isaï. De duur van het verblijf van de Israëlieten in Egypte is dan 215 jaar zoals Josephus353 leert. Daarenboven is er de Septuagintbijbel die in Exodus:12:40, Kanaan samen met Egypte voor de periode van 430 jaar vermeldt. Het geslachtsregister van Mozes met slechts vier namen van Levi tot Mozes past alleen in dit model. 350

Deuteronomium 34:7 I Kronieken 6:1-3 352 I Samuël 16:10 353 Flavius Josephus – Joodse oudheden – Boek.2,XV,ii 351

474

Ook het geslachtsregister van Manasse, broer van Efraïm, beiden zonen van Jozef, die in Egypte geboren werden, past alleen in het korte verblijfmodel! Van Manasse354 tot Zelafead355 bij de Exodus zijn er vijf namen, namelijk: Manasse, Machir, Gilead, Hefer en Zelafead. Hierbij is nog op te merken dat de Bijbel vermeldt dat Jozef356, de kinderen van Machir op zijn knieën heeft gehad. Gedeelte van een hongersnood tafereel ten tijde van de regering van farao Oenas van de vijfde dynastie. Men ziet een rij van duidelijk uitgehongerde mensen afgebeeld. Deze afbeelding werd gevonden in de restanten van Oenas' piramide die zuidelijk van farao Zoser's piramide gevonden werd. De binnenkant van de piramide is versierd met hieroglyfen, de zogenaamde piramideteksten. In het hier geleverde variant dateert de hongersnood van het einde van Oenas regeringsperiode en zijn de tien Bijbelse plagen de oorzaak van de hongersnood.

354

I Kronieken 7:14-20 Numeri 27:1 356 Genesis 50:23 355

475

DE VIJFDE EGYPTISCHE DYNASTIE Farao Oeserkaf was volgens Manetho de eerste farao van deze dynastie. De oorsprong wordt verhaald in de papyrus-Westcar. De Egyptologen357 plaatsen deze papyrus in de twaalfde dynastie en stellen dat de feiten ongeveer 500 jaar later zijn opgetekend. In mijn model zijn de vijfde en de twaalfde dynastie contemporain. Oeserkaf was een kleinzoon van Djedefre, de opvolger van Khufu die kort regeerde. En Oeserkaf was getrouwd met een dochter van Menkaura, wat chronologisch tot gevolg heeft dat Oeserkaf tijdens de Menkaura-regering over zijn deel van Egypte begon te heersen. Dit geeft slechts een zestigtal jaar ruimte voor de ganse dynastie tot de Exodus in 1483 v. Chr. De regeringsduur van 248 jaar die Manetho via Africanus opgeeft voor de ganse dynastie moet ik afwijzen. De verschillende farao’s die Manetho vermeldt hebben samen geregeerd. En daarenboven vinden we in de Abydoslijst één koning minder vermeld. MANETHO: regeringsjaren: ABYDOS: Usercheres 28 26. Oeserkaf Sephres 13 27. Sahura Nephercheres 20 28. Kakaa Sesires 7 29. Neferfra Cheires 20 Rathures 44 30. Usrenra Mencheres 9 31. Menkau Tancheres 4 32. Tetkara Onnos 33 33. Unas

357

Peter A. Clayton, Kroniek van de farao’s – 5de dynastie 476

Mijn stelling, dat deze heersers niet achter elkaar geregeerd hebben, maar tegelijkertijd, zie ik bevestigd door de inscriptie in een grote kalkstenen schijndeur uit het graf van de edelman Ptahsjepses in Sakkara, momenteel in het British Museum. Deze man beschrijft hoe hij onder vier farao’s van de vijfde dynastie diende, en hoe hij van zijn geboorte tot zijn dood leefde onder zeven koningen, de laatste twee van de vierde dynastie gevolgd door de eerste vijf van de vijfde dynastie. Het lezen van werken van conventionele Egyptologen geeft dikwijls opheldering. Zo verwijst Alan Gardiner358 naar graftempels van de vijfde en de zesde dynastie en toont aan dat de weergegeven reliëfs soms identiek dezelfde zijn en volgens hem van elkaar gekopieerd.

358

Alan Gardiner, Egypt of the Pharaohs, Hoofdstuk IV 477

Zo schrijft hij dat de tombe van Farao Sahoere van de vijfde dynastie een muurreliëf heeft met een scène van krijgsgevangen Libische stamhoofden samen met buitgemaakt vee. Zelfs de opgegeven aantallen van krijgsgevangenen en vee kloppen nauwkeurig met de gegevens gevonden in de dodentempel van Pepi II van de zesde dynastie. In mijn reconstructie is er geen sprake van plagiaat. De farao’s Sahoere en Pepi II waren tijdgenoten van elkaar, met Sahoere ondergeschikt aan Pepi II. De koningen van de vijfde dynastie bouwden hun grafmonumenten zuidelijk van Gizeh te Sakkara. De conventionele Egyptologie schrijft over de vijfde dynastie dat deze de traditie van hun voorgangers

478

van de vierde dynastie afwees door in Sakkara hun doden te begraven. DE ELFDE DYNASTIE Het is nu ook mogelijk om de farao’s van de elfde dynastie op de tijdsbalk hun gereviseerde plaats te geven. Geen Middenrijk zoals de orthodoxie leert maar een contemporain regeren met andere koningshuizen. De Bijbelse zeven jaar van hongersnood zijn ankerpunt. Mentoehotep III was de laatste farao van de elfde dynastie. Gegevens over deze schimmige koning zijn er nauwelijks. Enkele fragmenten met zijn naam erop zijn bewaard gebleven en meestal geeft men hem een regeerduur van ongeveer zes jaar; een periode die ik chronologisch tijdens de hongersnood laat vallen. Zijn voorgangers krijgen op deze manier de volgende jaren: Naam: regeringsperiode: Mentoehotep II 1700/1712 Mentoehotep I 1712/1762 Antef III 1762/1771 Antef II 1771/1819 Antef I 1819/1838 Betreffende de hongersnood hebben we schriftelijke bronnen uit de elfde dynastie. Zo is er de inscriptie van Yty, een prins van Gebelen: "Ik onderhield Gebelen ten tijde van de honger. Ik stelde tien kudden van geiten samen met verantwoordelijke mensen per kudde. Ik stelde twee kudden runderen samen en een kudde met ezels. Ik fokte allerlei vee. Ik maakte dertig schepen en 479

daarna nog eens dertig schepen, en ik bracht graan voor Yny en Hefat nadat Gebelen bevoorraad was…" DE TWAALFDE EGYPTISCHE DYNASTIE Deze dynastie had vooral mijn aandacht in mijn eerste studiewerk; ‘Van Noach tot Christus’ dat in 1987 gepubliceerd werd. In dit werk volgde ik geheel de lijn van Dr. Courville die de twaalfde dynastie met Jozef verbond. In feite is ‘Van Noach tot Christus’ een studiewerk dat het onderzoek van verschillende mensen samenbracht. Inmiddels zijn we meer dan twintig jaar verder en ben ik door zelfstudie tot eigen conclusies gekomen. Ik identificeerde eerder in dit werk de derde en de zesde dynastie als de koningshuizen die vooreerst Israël toestonden om Egypte binnen te komen en Jozef als onderkoning van Egypte had, maar daarna de Israëlieten verdrukten. De twaalfde dynastie had aanvankelijk haar hoofdstad in Thebe in Boven-Egypte. Later richtte de eerste farao Amenemhat I een nieuw machtscentrum op tussen Thebe en Memfis genaamd Itj-taoey wat betekent: ‘Grijper van beide landen’. De juiste locatie van deze nieuwe hoofdstad is tot op heden niet gevonden. Amenemhat I regeerde dus ten tijde van Jozef; ik vermoed dat de verplaatsing van de hoofdstad met de politiek van Jozef te maken had. Een overzicht van de farao’s van Manetho’s XII dynastie geeft op mijn tijdsbalk het volgende resultaat: Manetho: Abydoslijst: Ammenemes 59.Sehetepabra Sesonchosis 60.Kheperkara 480

Ammanemes Sesostris Lachares Ameres Ammenemes Scemiophris

61.Nubkaura 62.Kheperkhara 63. Khakaura 64. Maatenra "hiatus" 65.Maakherura

Africanus, die Manetho kopieerde geeft de dynastie een totaal van 160 jaar. Eusebius echter geeft een totaal van 245 jaar. Daarnaast hebben we de beschadigde Turijncanon met afwijkende jaartallen. Het zijn echter de monumenten die jaartallen geven maar vooral te kennen geven dat er coregentschappen tussen de verschillende farao's hebben plaatsgevonden. Mijn variant is als het volgt: Regeringsjaartallen voor Christus: Amenemhat I 1693/1664 29 Senwosret I 1664/1619 45 Amenemhat II 1649/1614 35 Senwosret II 1618/1595 23 Senwosret III 1595/1547 48 Amenemhat III 1576/1528 48 Amenemhat IV 1531/1523 8 Sobekneferoe 1523/1519 4 Amenemhat I Senwosret I Amenemhat II Senwosret II Senwosret III Amenemhat III Amenemhat IV

-

Sothislijst identificatie: Rameses Ramessemenes Usimares Ramesseseos Ramessameno Ramesse Iubasse breuk 481

Sobekneferoe Twee sleuteljaren of navigatiepunten gebruik ik om de twaalfde dynastie op de tijdsbalk vast te pinnen. Vooreerst is er de vermelding in Egyptische bronnen359 dat er een zevenjarige periode was zonder koning voor de elfde dynastie, de voorganger van de twaalfde! Ik postuleer dat het de Bijbelse zevenjarige hongersnood was, dat voor deze breuk zorgde. Het begin van de regering van Amenenhat I, eerste farao van deze nieuwe dynastie, plaats ik dus in 1693 voor Christus, het chronologische einde van de hongersnood. Het andere sleuteljaar is het jaar 1523 v. Chr., Courville houdt het voor mogelijk dat Amenemhat IV, ‘Mozes’ zou kunnen geweest zijn, die als prins van Egypte, Amenemhat III moest opvolgen. Sobekneferoe is, volgens Courville, de dochter van de farao, die korte tijd geregeerd heeft, na de vlucht van Mozes in 1523 v. Chr. naar Midian. Sir Alan Gardiner360 houdt het verdwijnen van Amenemhat IV in verband met een mogelijke familietwist of erger. In mijn variant laat ik Amenemhat IV tot aan de dood van Amenemhat III samen regeren. Daarna ging de macht naar de dertiende dynastie. Ik stelde al dat veel dynastieën van Manetho in feite families waren die de macht met elkaar deelden en dus contemporain waren. Op deze manier kunnen we Jozef als onderkoning van 359

Alan Gardiner, Egypt of the Pharaohs, hoofdstuk VI Egypt of the Pharaohs – Hoofdstuk 6 – The rise and fall of the Middle Kingdom 360

482

farao Zoser van de derde dynastie hebben met de andere dynastieën of huizen in een ondergeschikte rol. Na de dood van Jozef is de zesde dynastie als dominante factor naar voor getreden, om op haar beurt later bij het ouder worden van Pepi II, de macht te moeten delen met anderen. Zoals ik schreef regeerde de eerste farao van de twaalfde dynastie van Manetho in de periode dat Jozef onderkoning van Egypte was. Ik geloof dan ook, dat de verplaatsing van de hoofdstad van Thebe naar een nieuwe locatie dichter bij Memfis, te maken heeft met Jozef en zijn voorraad schuren. Het Bahr-Yoesoefkanaal moet uit deze periode dateren! De Bijbel361 leert dat ten tijde van de zeven jaar van overvloed, Jozef al het voedsel in het land Egypte verzamelde. Toen de hongersnood begon was het de derde dynastie die de voedselbevoorrading controleerde en daardoor, naar mijn mening, een machtsbasis had. De andere huizen of dynastieën kwamen naar Jozef, alias Imhotep, om voedsel. In het graf van Imhotep, ten oosten van de piramide van Senwosret I, werden twee houten beelden van deze farao gevonden. Voor de conventionele geschiedschrijving een axioma. In mijn variant wel verklaarbaar. Beide dynastieën waren contemporain. Dat Courville gelijk had in zijn stelling dat de twaalfde dynastie kort voor de invasie van de Hyksos of Amalekieten aan haar eind kwam, zie ik bevestigd door de Abydoslijst waar Sethi zijn voorgangers van de achttiende dynastie laat aanvangen na Manetho’s twaalfde dynastie. Deze lijst heeft dus duidelijk heel wat hiaten en is alleen 361

Genesis 41:46-57 483

bruikbaar mits vergelijking en bevestiging door andere bronnen. Ook ontbreekt op de Abydoslijst één naam wanneer we Manetho’s koningslijst van de twaalfde dynastie er naast leggen. Ik meen dan ook dat het de naam Amenemhet IV is die door Sethi I ‘deleted’ werd. Misschien heeft Courville dan ook gelijk met zijn identificatie van Amenemhat IV met Mozes als prins van Egypte. De geschiedenis van Mozes' Ethiopische veldtocht zoals Flavius Josephus362 die beschrijft laat ik na de dood van Senwosret III in 1545 v. Chr. plaatsvinden. Mozes is dan 18 jaar oud. Josephus verhaalt over een Ethiopische invasie die deze indringers tot Memfis en de zee bracht. In hun paniek richten de Egyptenaren zich tot orakels en zieners. Josephus schrijft dat God hun het advies gaf een beroep op Mozes te doen. Daarop verzocht de farao zijn dochter Thermuthis om Mozes ter beschikking te stellen als zijn opperbevelhebber. Mozes verdreef daarop met succes

362

Joodse oudheden Boek II, x, 1 484

485

de Ethiopiërs uit Egypte en rukte op zijn beurt Nubië binnen. Zijn tocht leidde hem tot aan Saba. De hoofdstad van de Nubiërs of Ethiopiërs die later onder de Pers Cambyses tot Meroë omgedoopt werd. Ik kan me voorstellen dat na de dood van Senwosret III de Nubiërs van de gelegenheid gebruik maakten om hun verloren gebied ten tijde van de regering van Senwosret terug te winnen en daarna Egypte op het eigen grondgebied de doodsteek te geven. Het is een geschiedenis die alleen Josephus voor deze tijdsperiode opgeeft. Egyptische bronnen zwijgen over een Nubische invasie in deze tijd. Egyptologen merken wel op dat er heel weinig inscripties van Amenemhat III, de opvolger van Senwosret in Egypte te vinden zijn. Ook over de opvolger Amenemhat IV is weinig bekend. Het is Josephus en de historische gedeelten uit de Bijbel die voor deze periode de ontbrekende invulling geven. REUZEN Een merkwaardigheid aan Senwosret III was zijn enorme lichaamslengte. Manetho vermeldt (wat niet zijn gewoonte was) over Senwosret een lengte van 4 el 3 palmen 2 duimbreedten – meer dan twee meter! Als de stelling van Courville klopt dat Senwosret de farao van de verdrukking was moeten de Israëlieten zich als sprinkhanen gevoeld hebben. Een tijdgenoot van Senwosret III, volgens mijn variant, was farao Chaires van Manetho's tweede dynastie (Tchatchai van de Abydos lijst). Deze laatste farao had volgens Africanus een lichaamslengte van 5 el 3 palmen363 of 363

Alan Gardiner, Egypt of the Pharaohs – Hoofdstuk 15 486

ongeveer 2,60 meter. Het vinden van de stoffelijke resten van deze farao's zou opheldering kunnen geven maar tot op heden werden de mummies van deze heren niet gevonden.

Het vinden van reuzenmummies zou de ontdekking van de eeuw voor Egypte worden. Waren deze farao's afstammelingen van de Bijbelse Nefilim? Een vraag waar moeilijk op geantwoord kan worden. Het is

487

algemeen geweten dat de Egyptenaren zich met schedelboringen en dergelijk bezig hielden. Peuteren in de hersenmaterie kan allerhande fenomenen, zoals buitengewone groei, opleveren. "De reuzen364 waren in die dagen op de aarde, en ook daarna, toen de zonen Gods tot de dochters der mensen kwamen, en zij hun (kinderen) baarden; dit zijn de geweldigen uit de voortijd, mannen van naam." Genesis 6:4 De Bijbelse nefilim dateren voornamelijk van voor de Grote Vloed van Noach. Hoewel het Schriftwoord 'ook daarna' vermeldt. En inderdaad wanneer de Israëlieten onder leiding van Jozua het beloofde land Kanaan in 1483 voor Christus verspiedden en veertig jaar later effectief binnentrokken is er in de Bijbel sprake van nefilim of reuzen: "Ook zagen wij daar de reuzen, Enakieten, die tot de reuzen behoren, en wij waren als sprinkhanen in onze eigen ogen en ook in hun ogen." Numeri 13:33 En ook David moest het honderden jaren later opnemen tegen de reus Goliath: "Toen trad een kampvechter uit het leger der Filistijnen naar voren. Hij heette Goliath, uit Gath. Hij was zes el en een span lang365." I Samuel 17:4 364

Vertaling van het Hebreeuwse Nefilim. Kan ook vertaald worden met 'geweldigen'. 365 2,78 meter 488

© Handboek bij de Bijbel – K.A. Kitchen, J.N. VOORHOEVE – DEN HAAG, 1976 Zoals de orthodoxie het gefabriceerd heeft.

Zoals het er gereviseerd uitziet

489

EEN OVERZICHT VAN DE VERSCHILLENDE EGYPTISCHE KONINGS-HUIZEN. De Archaïsche Tijd Het Oude Rijk Het Midden Rijk

2018 / 1483 BC 1738 / 1483 BC 1700 / 1483 BC

Dynastie I, 2018/1755 BC Menes Narmer Athothis Aha Kenkenes Djer Uenephes Edjo Usaphaidos Den Miebiedos Andjyeb Semempses ? Bieneches Ka'a

2018/1956 1956/1899 1899/1868 1868/1845 1845/1825 1825/1799 1799/1781 1781/1755

Dynastie II, 1755/1483 BC Boethos Bedjau Kaiechos Kakau Binothris Banutjeren Tlas Wadjnas Sethenes Sendi Chaires Aka Nephercheres Neferkare Sesochris Cheneres

1755/1717 1717/1678 1678/1631 1631/1614 1614/1573 1573/1556 1556/1531 1531/1483

Dynastie III, 1738/1641 BC Necherophes Sa nekht nebka Tosorthros Djozer Djozer Soyphis Sechemchet Sephuris Chaba

1738/1710 1710/1681 1681/1674 1674/1668

490

Hoeni

?

1668/1641

Dynastie IV, 1641/1483 BC Snefroe Nebma e Khufu Medjuro Khafra Kheper Menkaura Kakhe Rhatoises Bickcheres Seberches Shepseskhe Thamfthis

1641/1612 1612/1589 1589/1540 1540/1511 1511/1509 1509/1496 1496/1487 1487/1483

Dynastie V, ca.1570/1483 BC Usercheres Irma e Sephres Nephercheres Sesires Cheires Rathures Mencheres Tancheres Onnos Wadjtowe

1570/???? ????/???? ????/???? ????/???? ????/???? ????/???? ????/???? ????/1516 1516/1483

Dynastie VI, 1674/1483 BC Teti Pepi I Merenre I Pepi II Merenre II

1674/1644 1644/1591 1591/1584 1584/1484 1484/1483

491

Dynastie XI, 1838/1700 BC Antef I Antef II Antef III Mentoehotep I Mentoehotep II Dynastie XII, 1693/1519 BC Amenemhat I Sothis : Rameses Senwosret I Ramessemenes Amenhemhat II Usimares Senwosret II Ramesseseos Senwosret III Ramessameno Amenemhat III Ramesse Iubasse Amenemhat IV (Mozes) Sobekneferoe Dynastie XIII + XIV, 1519/1483 BC Wegaf Amenemhat V Hor Sobekhotep II Chendjer Sobekhotep III Neferhotep I Sobekhotep IV Ay Neferhotep II, Koncharis Nehesy XIV

1838/1819 1819/1771 1771/1762 1762/1712 1712/1700

1693/1664 1664/1619 1649/1614 1618/1595 1595/1547 1576/1528 1531/1523 1523/1519

1519/???? ????/???? ????/???? ????/???? ????/???? ????/???? ????/???? ????/???? ????/???? ????/1483

Eerste tussenperiode 1483 / 1049 BC Dynastie VII +VIII, 17 farao's in ongeveer 20 jaar tijd 492

Dynastie IX + X, ongeveer 30 en 120 jaar Hyksos/Amalek Dynastie XV, Africanus : 6 farao's in 284 jaar Eusebius : (x) farao's in 250 jaar Josephus : 6 farao's in 254 jaar Hyksos/Amalek Dynastie XVI, Africanus : 32 farao's in 518 jaar Eusebius : 5 farao's in 190 jaar Josephus : totaal 511 jaar Dynastie XVII (hoofdstad Thebe), ca.1140/1049 BC Sobekemsaf 1140/1135 Antef 1135/???? Tao I ????/???? Tao II 1049/???? Kamose 1052/1049 Het Nieuwe Rijk Dynastie XVIII Ahmose Amonhotep I / Chebron Thothmosis I Thothmosis II Hatsjepsoet Thothmosis III Amonhotep II

1049 / 664 BC

Bondgenoot Saul

1049/1024 1024/1000

Schoonvader Salomo

1000/991

Koningin van Scheba Sisak/Sesesotris Feroos

493

998/986 986/964 986/930 941/910

Ethiopische Tussenperiode in het Nieuwe Rijk – ZERA Thothmosis IV Amonhotep III Amonhotep IV Achnaton Smenkhkare Toetanchaton Eje Horemheb

Proteus Rampsinitos Cheops

803/765 765/726 726/687

Chefren Mykerinos Asychis

687/684 684/675 675/671 671/664

Dynastie XXIV Tefnakhkt Anysis Bokchoris

736/728 728/722

De Ethiopiërs / Kushieten in Egypte Dynastie XXV Kashta 754/747 Pianchi 747/724 Sjabaka Sabakoos 724/709 Sjebitkoe 712/700 Tirhaka 715/702 702/672 Tanutamon 672/664

De Libiërs in Egypte Dynastie XXII Sheshonk I

776/765

494

Osorkon I Sheshonk II Takelot I Osorkon II Takelot II Sheshonk III Pami Sheshonk V Osorkon IV Harsiëse Dynastie XX Setnakhkt Ramses III t/m XII

765/747 747 747/722 725/722 716/691 737/684 678/684 684/647 647/632 721/711

Sethoos 12 Koningen

730/??? 720/670

Dynastie XXIII Petubast Osorcho Psammus

788/748 748/740 740/730

Dynastie XXVI Amaes Stephinates Nechepsos Necho I Psamtik I Necho II Necho Psammis Apries Hofra Amasis

760/722 722/696 696/683 683/675 675/621 621/605 605/598 599/582 582/525

495

Psammenitos

525

Dynastie XIX Ramses I

623/621

Sethi I

621/608

Ramses II

610/584

Merenptah

584/574

Amenmesse Sethi II Siptah Tawosret

574/571 571/565 565/559 559/557

Dynastie XX Setnakhkt Sethoos Ramses III t/m XII 12 Koningen Late Tijd557/332

730/699 720/675

Dynastie XXVII t/m XXXI, Perzen Dynastie XXI, Priesterdynastie – 4de eeuw voor Christus.

496

EEN GEESTELIJK INTERMEZZO Wat bezielt mij om met geschiedenis bezig te zijn? Heeft het geestelijk gezien nut? Vragen die ik me af en toe stel aangezien veel van mijn vrije tijd naar de studie der geschiedenis gaat. Een tijd terug las ik het boek, een soort autobiografie, van Richard von Weizsäcker, getiteld: VIER TIJDPERKEN HERINNERINGEN. Wat me hierin vooral aansprak was een citaat over het belang van geschiedenis: “De oudtestamenticus Gerhard von Rad maakte een diepe indruk op mij. Hij bood mij inzicht in de kracht die de herinnering in het menselijk bestaan heeft. In religieuze betekenis heeft het Joodse geloof dit misschien het meest diepgaand beseft. Voor het jodendom is het geloof in God het geloof in de werken van God in de geschiedenis. Het Oude Testament, de Joodse Bijbel, is tegelijkertijd hun geschiedenisboek. Hun herinnering is als gevolg daarvan hun ervaring van Gods werkzaamheid in hun eigen geschiedenis en daarmee tevens hun hoop op verlossing, dat wil zeggen op de overwinning van de verscheurdheid, op de hereniging van het verdeelde. Herinnering is in deze betekenis voor hen het geheim van de verlossing. Wie echter vergeet, verliest het geloof.”366 Dit citaat geeft in een notendop de definitie van het belang der geschiedenis weer. De God van de Bijbel heeft ingegrepen in de geschiedenis. Het jaar 30 na Christus is ‘chronologisch’ op de tijdsbalk het jaar van de verlossing der wereld van de dood -door de 366

Vier Zeiten. Erinnerungen - blz. 85 - ISBN 90 254 2206 3 NUGI 641. 497

dood en opstanding van de Gezalfde, de Zoon van God-. Het Lam van God, geslacht van voor de grondlegging der wereld367, kwam ‘in’ de tijd zijn Schepping vrijkopen. Chronologisch ligt dit in het jaar 1999 n.Chr. 1969 jaar achter ons. De geboorte van het Lam Gods reeds 2003 jaar. Niemand herdacht naar mijn weten zijn tweeduizend jarige verjaardag in 1996 AD! Maar dat heeft te maken met een anders tellen en daarom is de studie der chronologie zo belangrijk en boeiend. EPILOOG Mijn erkentelijkheid moet ik uitdrukken aan de volgende personen, zonder welke ik niet tot deze studie zou gekomen zijn. In alfabetische volgorde zijn dat Dr.Arie Dirkzwager, Mr.Kerkhof, Roeland Klein Haneveld en Dr.ir.C.Noorlander. Mijn eerste contact was in 1975 met Mr. Kerkhof en Dr.Arie Dirkzwager, die hun enthousiasme betreffende de werken van Velikovsky met mij deelden en de aanzet waren om verder te studeren. Tot wederschrijven Robert de Telder Het laatst bijgewerkt in september 2009 AD

367

Openbaring 13:8 498

Robert de Telder, jaargang 1948, geboren te Antwerpen behoeft geen introductie meer. Zijn eerder verschenen boeken over de geschiedenis van de oudheid (Van Noach tot Christus 1987, Kroniek van het oude Israël 1993 en Kronos 2000) leggen getuigenis af van zijn kennis ter zake. De Telder is autodidact die sinds 1975 door het bestuderen van de bijbel tot verdere studie van de volken der oudheid en hun chronologie is gekomen. Zijn publicatie ‘Genesis versus Egyptologie’ worde terzijde gelegd door de conventionele, orthodoxe systeemdogmatici en allen die in de illusie leven dat wat er de laatste 100 jaar over Egypte en het MiddenOosten werd geschreven dogmatisch vast staat. “ Toen ik voor de eerste maal het Oude Testament met de geschiedenis van het Joodse volk las, werd bij mij de honger gewekt naar het beter kennen van de geschiedenis van de oudheid en dan vooral van de buurvolken van Israël; Egypte en Assyrië. Zoals de geschiedenis van Egypte, eind 19de eeuw na Christus, werd geschreven, vind men Israël daar niet in terug.” zegt Robert De Telder. Nochtans is de geschiedenis van Israël onlosmakelijk met die van Egypte verankerd. Abraham is er ten tijde van een hongersnood naar toegetrokken en diens vrouw Sarai verzeilde zo in de harem van een niet bij naam genoemde farao. Daarna kunnen we lezen over een andere hongersnood en Jozef, een van de oudvaders, 499

die het tot onderkoning van Egypte schopt. Later volgt de verdrukking en slavernij van het Israëlitische volk in Egypte met daarop de tien plagen en de exodus uit Egypte onder leiding van Mozes naar het Beloofde Land Kanaan. Tijdens de periode van de richters zwijgt de bijbel over Egypte als grootmacht. Wel wordt Amalek nu als ‘eerste der volken’ genoemd. De bovenvermelde historische feiten worden in de bijbel op de tijdsbalk tussen de 17de en de 15de eeuw voor Christus gedateerd. Een revisie van de Egyptische dynastieën dringt zich dan ook op en het variant dat Robert De Telder brengt verklaart veel en is het onderzoeken waard. Het variant dat hij voor Egypte levert is gebaseerd op de lijst van farao’s die Herodotos, de vader der geschiedenis, heeft overgeleverd. “Het ontrafelen van de geschiedenis, zegt de Telder, is iets buitengewoons spannend en opwindend. Het doorgeven van deze materie met het geschreven woord is echter niet altijd eenvoudig. Dikwijls verval ik in het dor opsommen van jaartallen en feiten. Moest dit aanvankelijk uw bevinding zijn bij het lezen raad ik u aan naar hoofdstuk 13 en 14 te gaan en gefascineerd te raken door het zich ontvouwende alternatief”.

500

Literatuurlijst Bijbel, NBG 1951 AD The NIV Study Bible, 1984 AD Herodotos, HET VERSLAG VAN MIJN ONDERZOEK, vertaald, ingeleid en van commentaar voorzien door Hein L. van Dolen, 1995 AD Flavius Josephus, vertaald en van commentaar voorzien door William Whiston, 1867 AD Cecil Torr, MEMPHIS AND MYCENAEA, 1896 AD F.J. Kerkhof, CHRONOLOGIE, 1975 AD Donald W. Patten, Ronald R. Hatch, Loren C. Steinhauer, THE LONG DAY OF JOSHUA, 1977 Donovan A. Courville, THE EXODUS PROBLEM and its Ramifications, 1971 AD Dr. F. De Graaff, ISRAEL HELLAS ROME, 1993 Immanuel Velikovsky, EEUWEN IN CHAOS, WERELDEN IN BOTSING, DE ZEEVOLKEN, RAMSES II EN ZIJN TIJD, OEDIPUS EN ECHNATON, MENSHEID ZONDER GEHEUGEN, AARDE IN BEROERING, 1950-1979 AD J.H. Breasted, GESCHICHTE AEGYSTENS, 1960 Margaret A. Murray, THE SPLENDOUR THAT WAS EGYPT, 1949 AD Peter A. Clayton, KRONIEK VAN DE FARAO’S, 1995 AD Jane B. Sellers, THE DEATH OF GODS IN ANCIENT EGYPT, 1992 AD Joyce Tyldesley, HATCHEPSUT THE FEMALE PHARAOH, 1996 AD Christine El Mahdy, TUTANKHAMEN THE LIFE AND DEATH OF O BOY KING, 1999 AD

501

Donald B. Redford, EGYPT, CANAAN, AND ISRAEL IN ANCIENT TIMES, 1992 AD, AKHENATEN THE HERETIC KING, 1987 AD Alan Gardiner, EGYPT OF THE PHARAOHS, 1964

502

View more...

Comments

Copyright � 2017 NANOPDF Inc.
SUPPORT NANOPDF