Eindtoets basisonderwijs voor leerlingen met

January 8, 2018 | Author: Anonymous | Category: Arts & Humanities, Schrijven, Spelling
Share Embed Donate


Short Description

Download Eindtoets basisonderwijs voor leerlingen met...

Description

Schoolprotocol Dyslexie 2014

T. Hobby en M. Duin

pag 1 van 39

INHOUD Protocol dyslexie

Inhoudsopgave

p. 2

Voorwoord

p. 3

1. Stappenplan voor besluitvorming dyslexieonderzoek

p. 4

2. Toets en interventiekalender dyslexieprotocol

p. 8

3. Effectieve begeleiding: Interventies

p.13

Bijlagen:

p.16

Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3A Bijlage 3B Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6A Bijlage 6B Bijlage 7

Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10

Vragenlijst ouders dyslexie Checklist didactische resistentie Inventarisatielijst dyslexie 3-8 Inventarisatielijst dyslexie Kleuters Compensatie en dispensatie: Aanpassingen bij lezen en schrijven Entree-toets en Eind-toest voor leerlingen met dyslexie Signaleringslijst Kleuters Screeningslijst Groep 2 Kleutertaken 8A Kleurentoets voor kleuters 8B Toets Auditieve analyse voor kleuters 8C Toets Auditieve synthese voor kleuters 8D Letters benoemen voor kleuters 8E Invented spelling Tussendoelen beginnende en gevorderde geletterdheid Continuüm zorg: zorgniveaus 1 t/m 4 Ralfi

T. Hobby en M. Duin

pag 2 van 39

Voorwoord Dit schoolprotocol dyslexie is een leidraad in de signalering van eventuele lees/spellingproblemen of dyslexie bij leerlingen. Het protocol heeft een aparte toets- en interventiekalender voor de groepen: groep 1 - 2, groep3, groep 4, groep 5 t/m 8. Het doel van dit protocol is te komen tot een goed dossier wat als basis kan dienen voor de aanvraag van een dyslexieverklaring. Daarnaast biedt het ook in de begeleiding van deze leerlingen een doorgaande lijn en houvast. Bij het tot stand komen van dit protocol zijn de protocollen Leesproblemen en Dyslexie ( Expertisecentrum Nederlands) als uitgangspunt genomen. Met dit protocol kan de leerkracht samen met de IB-er de risicoleerlingen op een systematische manier volgen en begeleiden. Welke stappen nemen we op school bij het onderkennen en het omgaan met leesproblemen en/of dyslexie en wanneer is een dyslexieonderzoek nodig voor het afgeven van een dyslexieverklaring?

T. Hobby en M. Duin

pag 3 van 39

1. Stappenplan voor besluitvorming dyslexieonderzoek. Definitie Dyslexie: Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of pellen op woordniveau. (Stichting Dyslexie Nederland, 2008).

Met betrekking tot de diagnose van dyslexie kunnen drie niveaus worden onderscheiden:  de onderkennende diagnose vaststellen van de kenmerken achterstand en didactische resistentie  de verklarende diagnose verklaring van de geconstateerde lees- en/of spellingproblemen  de indicerende diagnose welke belemmeringen ondervindt de leerlingen en/of welke compensatiemogelijkheden zijn er ? Voor de onderkennende diagnose speelt dit protocol een belangrijke rol. Het gaat immers om de volgende kenmerken: 1. het vaardigheidsniveau van lezen op woordniveau en/ of spelling ligt beduidend onder het geen van de leerling, gegeven diens leeftijd en omstandigheden, gevraagd wordt (criterium van achterstand) 2. het probleem in het aanleren en toepassen van het lezen en/of spelling op woordniveau blijft bestaan, ook wanneer voorzien wordt in adequate remediërende instructie en oefening (criterium van didactische resistentie).

Welke leerlingen komen in aanmerking voor een dyslexieonderzoek? Om deze leerlingen in beeld te krijgen volgen we op de Bosbeekschool de toets- en interventiekalender van het protocol dyslexie (2011) en doorlopen daarbij het de volgende stappen:

Signaleringsfase 

  

leerlingen die op tenminste 3 opeenvolgende meetmomenten een E-score halen op de Drie-Minuten-Toets, en/of een E-score op de Cito LOVS Spelling, ondanks extra begeleiding door de leerkracht in de groepen 5 t/m 8 ook kijken naar D en C scores bij vermoedelijk "hoogintelligente" kinderen. er is sprake van een discrepantie met de geschatte intelligentie er is (mogelijk) sprake van een discrepantie met andere schoolvakken.

.

T. Hobby en M. Duin

pag 4 van 39

Instapfase Hiervoor spelen de gegevens die door het protocol te volgen verzameld zijn (leerlingdossier) een belangrijke rol.  uitdraai van het leerlingvolgsysteem (Parnassys)  vragenlijst ouders (bijlage 1)  checklist didactische resistentie (bijlage 2 )  Inventarisatielijst dyslexie (bijlage 3a+3b )  Specifieke analyse van lezen, spellen en rekenen  Evaluatie van handelingsplannen. Is minimaal 3 keer per week 20 minuten gerichte instructie (gedurende een half jaar) gegeven op het gebied van lezen en/of spelling in de verschillende interventieperiodes? Is extra ingezet op zorgniveau 2 en 3? (Zie voor zorgniveaus ook bijlage 10) Overweeg op basis van de verzamelde informatie wat de volgende stap moet worden.

Hardnekkigheid is onvoldoende aangetoond. - Plan van aanpak maken voor gerichte hulp

Hardnekkigheid is voldoende aangetoond. - Door naar onderzoeksfase

Probleem opgelost (ook op lange termijn?) - Geen onderzoek nodig

Kind heeft onvoldoende baat bij de gerichte hulp die extra is geboden. - Door naar onderzoeksfase

Onderzoeksfase

Bij vermoeden van ernstige enkelvoudige dyslexie ( ) worden ouders door verwezen naar traject vergoedingsregeling dyslexie. School draagt dossier aan.

In andere gevallen zal onderzoek gedaan worden door dyslexiespecialist en/of zorgteam. Mogelijk wordt ook besloten tot een psychodiagnostiek onderzoek.

Sch

Mog

T. Hobby en M. Duin

pag 5 van 39

Onderzoeksfase: dyslexie onderzoek Onderzoek traject vergoedingsregeling Dyslexie Sinds 1 januari 2009 is de vergoedingsregeling dyslexie van kracht. Diagnostiek en behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie zijn in de wet Jeugdzorg van de gemeente opgenomen, Wanneer de school het vermoeden heeft van ernstige dyslexie, Leerling behoort tot de 10% laagst scorende leerlingen (of 16% laagst scorend op lezen en 10% laagst scorend op spelling) kan de leerling ook doorverwezen worden naar bijvoorbeeld Stichting Taalhulp. De ouders melden hun kind aan bij de instantie en school draagt zorg voor een goed leerlingdossier om de achterstand en didactische resistentie aan te kunnen tonen. Er moet wel sprake zijn van enkelvoudige dyslexie, d.w.z. het kind mag geen andere stoornis hebben (bijv. ADHD). Als het kind door één van boven genoemde instanties wordt behandeld, probeert school (zoveel als mogelijk) aan te sluiten bij de behandeling.

Indiceringsfase en adviesfase De onderkennende, verklarende en indicerende diagnose zullen altijd worden gesteld door een orthopedagoog. De (eventuele) dyslexieverklaring wordt door hem/haar verstrekt. De adviesfase bestaat uit gerichte adviezen voor de leerkracht en de ouders voor dat specifieke kind (dus na de definitieve diagnose)

Dyslexieverklaring. Een dyslexieverklaring is een document dat bewijst dat een leerling dyslectisch is. De verklaring beschrijft welke belemmeringen de dyslexie veroorzaakt en welke hulpmiddelen nuttig kunnen zijn. Met aanpassingen of hulpmiddelen kunnen leerlingen met dyslexie namelijk op hun eigen manier onderwijs volgen of examen doen. Bijlage 5 : Compensatie en dispensatie: Aanpassingen bij lezen en schrijven Bijlage 6 :Entree-toets en Eind-toets voor leerlingen met dyslexie

Afgifte dyslexieverklaring. Een psycholoog of orthopedagoog, gespecialiseerd op het gebied van leerstoornissen, kan een dyslexieverklaring afgeven. Deze specialist moet een erkende bekwaamheidsregistratie hebben, zoals de registratie Gezondheidszorgpsycholoog (Gz-psycholoog). Noodzaak dyslexieverklaring In het basisonderwijs is een dyslexieverklaring niet noodzakelijk. Leerlingen met leesproblemen kunnen gerichte ondersteuning krijgen. In het voortgezet onderwijs (VO) is een dyslexieverklaring een voorwaarde om bepaalde hulpmiddelen of vrijstellingen te krijgen. Geldigheidsduur dyslexieverklaring Een dyslexieverklaring blijft altijd geldig. Mensen met dyslexie kunnen hun leesproblemen overwinnen, maar blijven altijd dyslectisch. Wel kan de situatie van dyslectische leerlingen veranderen. Bijvoorbeeld bij de overgang van het basisonderwijs (bo) naar het voortgezet of het speciaal onderwijs (so). Aanpassingen van de adviezen kunnen worden opgenomen in de dyslexieverklaring.

T. Hobby en M. Duin

pag 6 van 39

2. Toets- en interventiekalender dyslexieprotocol: Stap Moment Toets/ Actie door de leerkracht in leerjaar 1 Aanvang Stimulering van geletterdheid door middel groep van de uitgangspunten van beginnende geletterdheid. 2

Januari

Groep 1 Bij wie? Alle leerlingen



Invullen screeningslijst (groep 2) (bijlage 7B)

Alle leerlingen



Invullen Signaleringslijst kleuters (bijlage 7A) Handelingsplan opstellen voor leerlingen die onvoldoende opsteken van het aanbod aan geletterde activiteiten.

Risicoleerlingen



3

Januarijuni

Aanbod verrijken voor leerlingen die onvoldoende opsteken van het aanbod aan geletterde activiteiten.

Risicoleerlingen

4

Juni

 

Invullen screeningslijst (groep 2) Toets Taal voor Kleuters groep 1

Alle leerlingen

 

Invullen Signaleringslijst kleuters Handelingsplan opstellen of bijstellen voor leerlingen die onvoldoende opsteken van het aanbod van geletterde activiteiten.

Risicoleerlingen

5

Einde schooljaar

T. Hobby en M. Duin

Overdracht naar de volgende groep

pag 7 van 39

Toets- en interventiekalender dyslexieprotocol: Groep 2. Stap Moment in leerjaar 1 Aanvang groep

2 3

Oktober Januari

Toets/ Actie door de leerkracht

Bij wie?

Stimulering van geletterdheid door middel van de uitgangspunten van beginnende geletterdheid.

Alle leerlingen

Gericht aanbod verrijken voor leerlingen met een onvoldoende klankbewustzijn (fonemisch bewustzijn) en letterkennis.  Afname toets: Letters benoemen  Invullen Screeningslijst groep 2 (bijlage 7B)  Afname toets: Taal voor Kleuters M2  Afname toets: Letters benoemen

Risicoleerlingen



4

Januari-juni

5

Juni

Signaleringslijst voor Kleuters Afname extra kleutertaken (bijlage 8 A t/m 8 E) die horen bij de Signalerlingslijst voor Kleuters.  Handelingsplan opstellen voor leerlingen met onvoldoende klankbewustzijn en letterkennis. Interventieperiode 1. Aanbod verrijken voor leerlingen met een onvoldoende klankbewustzijn en letterkennis. Extra begeleiding bieden d.m.v. o.a. de 'voorschotsbenadering'. (zie protocol)     

Alle leerlingen Alle leerlingen

Risicoleerlingen

Risicoleerlingen

Invullen Screeningslijst groep 2 Afname toets: Taal voor kleuters E2 (voor lln die op M2: C/D/E scoorden.) Afname toets: Letters benoemen

Alle leerlingen

Invullen Signaleringslijst kleuters Afname extra kleutertaken die horen bij de Signaleringslijst voor kleuters

Risicoleerlingen



6

Einde schooljaar

T. Hobby en M. Duin

Handelingsplan opstellen of bijstellen voor leerlingen met onvoldoende klankbewustzijn en letterkennis Eindsituatie en effecten van de interventies vastleggen. Overdracht naar de volgende groep

Risicoleerlingen

pag 8 van 39

Toets- en interventiekalender dyslexieprotocol: Groep 3. Stap 1

Moment in leerjaar Augustus-september

2

Oktober/november (na ongeveer 8-10 weken onderwijs)

3

Oktober/ november -januari/ februari Januari/februari (nadat alle letters in de methode zijn aangeboden)

4

5 6

Januari/februari april April

Toets /Actie door de leerkracht Beginsituatie vastleggen door analyse van: 1. letterkennis 2. auditieve synthese 3. analyseren signaleringslijsten kleuters 4. overdracht groep 2- 3 Hoofdmeting 1: Herfstsignalering VLL  Grafementoets  Fonemendictee  Woorden Lezen  Tekst lezen Interventieperiode 1: Zie Veilig Leren Lezen. Hoofdmeting 2: Wintersignalering VLL  Grafementoets  Fonemendictee  Woorden Lezen DMT kaart 1+2  en evt. Tekstlezen AVI M3  Cito LOVS spelling M3

Bij wie? Alle leerlingen

Bij risicoleerlingen  Fonologisch bewustzijn: Toets Auditieve Analyse + Auditieve Synthese  Bij onvoldoende spellingvaardigheid Analyse toetsresultaten en observaties Interventieperiode 2a Zie Veilig Leren Lezen Zorgniveau 3: RALFI Tussenmeting: Lente signalering VLL

Risico leerlingen



7

April- mei/juni

8

Mei/juni

Alle leerlingen

Risico leerlingen Alle leerlingen

Risico leerlingen Alle leerlingen

Bij onvoldoende letterkennis op hoofdmeting 2: Grafementoets + Fonemendictee  Bij onvoldoende leesvaardigheid op hoofdmeting 2: DMT kaart 1 en 2  Bij onvoldoende spellingvaardigheid op hoofdmeting 2: Cito spelling M3 Interventieperiode 2b Zie Veilig Leren Lezen Zorg niveau 3: RALFI Hoofdmeting 3: Eind signalering VLL  Cito LOVS spelling E3  Cito LOVS begrijpend lezen E3  DMT kaart 1,2 en 3  en evt. Tekstlezen AVI E3

Risico leerlingen

Bij risicoleerlingen  Fonologisch bewustzijn: Toets Auditieve Analyse + Auditieve Synthese  Onvoldoende leesvaardigheid: Letters benoemen : Grafementoets  Bij onvoldoende spellingvaardigheid Fonemendictee of Letterdictee

Risico leerlingen

Eindsituatie en effecten van interventies vastleggen. NB Leerlingen die 3 x E scoren op lezen/spellen nu al aanmelden bij IB-er voor dyslexieonderzoek Advies begeleiding voor groep 4 formuleren en bespreken.

Risico leerlingen

Risico leerlingen

Alle leerlingen

Risicoleerlingen zijn:  leerlingen die als risicoleerling uit groep 2 komen  leerlingen met een D of een E score op de genoemde (Cito) toetsen

T. Hobby en M. Duin

pag 9 van 39

Toets- en interventiekalender dyslexieprotocol: Groep 4. Stap 1 2

Moment in leerjaar Aug-sept. Augustus -Okt/nov

3

Oktober/ november.

4

Oktober/november Januari/februari

5

Januari/februari

Toets /Actie door de leerkracht Beginsituatie vastleggen Interventieperiode 1a M.b.v. handelingsplannen n.a.v. eindevaluatie groep 3 Zorgniveau 3: RALFI Tussenmeting 1.  Bij onvoldoende letterkennis Letters benoemen Grafementoets Letters schrijven Fonemendictee of Letterdictee  Bij onvoldoende leesvaardigheid Woord lezen DMT kaart 1,2 en 3 En evt. Tekstlezen AVI E3  Bij onvoldoende spellingvaardigheid Spelling Cito LOVS E3 Effect interventie van zwakke leerlingen vaststellen en handelingsplan bijstellen Analyse resultaten toetsen, nieuwe risico leerlingen in beeld Interventieperiode 1b Zorgniveau 3: RALFI Hoofdmeting 1 Cito LOVS DMT kaart 1,2,3 Cito LOVS Spelling M4 Cito LOVS Begrijpend Lezen M4  

6 7

Januari/februari- April April

8

April -Mei/juni

9

Mei/juni

Bij onvoldoende letterkennis Letters benoemen Grafementoets Letters schrijven Fonemendictee of Letterdictee Bij onvoldoende leesvaardigheid Tekst Lezen AVI M4

Effect interventie van zwakke leerlingen vaststellen en handelingsplan bijstellen Analyse resultaten toetsen, nieuwe risico leerlingen in beeld Interventieperiode 2a Tussenmeting 2  Bij onvoldoende leesvaardigheid op hoofdmeting 1 Woordlezen DMT kaart 1,2 en 3 En evt. Tekstlezen AVI M4  Bij onvoldoende spellingvaardigheid op hoofdmeting 1 Spelling Cito LOVS M4 Effect interventie van zwakke leerlingen vaststellen en handelingsplan bijstellen Analyse resultaten toetsen, nieuwe risico leerlingen in beeld Interventieperiode 2b Zorgniveau 3: Ralfi Hoofdmeting 2 Cito LOVS DMT kaart 1, 2, 3. Cito LOVS Spelling E4 Cito LOVS Begrijpend Lezen E4  

Bij onvoldoende leesvaardigheid Tekst Lezen AVI E4 Bij onvoldoende spellingvaardigheid Via analyse toetsresultaten en observaties

Bij wie? Alle leerlingen Risico leerlingen

Risico leerlingen

Risico leerlingen

Alle leerlingen

Risico leerlingen

Risico leerlingen Risico leerlingen

Risico leerlingen Alle leerlingen

risico leerlingen

Effect interventie van zwakke leerlingen vaststellen en handelingsplan bijstellen Analyse resultaten toetsen, nieuwe risico leerlingen in beeld Advies begeleiding voor groep 5 formuleren en bespreken Risicoleerlingen zijn:  Leerlingen die als risicoleerling uit groep 3 komen  leerlingen met een D of een E score op de genoemde LOVS toetsen.

T. Hobby en M. Duin

pag 10 van 39

Toets- en interventiekalender dyslexieprotocol. Groep 5-8. Stap 1

Moment in leerjaar Aanvang groep

2

Oktober/november

3

Oktober/ november

4 5

Oktober/novemberJanuari/februari Januari/februari

6

Januari/februari- April

7

April

Toets/ Actie door de leerkracht Beginsituatie vastleggen A.d.h.v. gegevens vorig schooljaar eventueel aanvullen d.m.v. toetsing Interventieperiode 1a

Bij wie Alle leerlingen

Tussenmeting 1  Bij onvoldoende leesvaardigheid Woord lezen DMT kaart 3, 2 en 1 Evt. Tekst lezen AVI E4, AVI E5,AVI E6, AVI E7  Bij onvoldoende spellingvaardigheid Spelling Cito LOVS E (vorige jaar)

Risicoleerlingen

Effect interventie van zwakke leerlingen vaststellen en handelingsplan bijstellen Analyse resultaten toetsen, nieuwe risico leerlingen in beeld Interventieperiode 1b Hoofdmeting 1 Cito LOVS DMT kaart 3,2,1, Cito LOVS Spelling toetsen M 5,6,7,8 Cito LOVS Begrijpend lezen M 5,6,7,8 

Bij onvoldoende leesvaardigheid Tekst lezen AVI M5, AVI M6, AVI M7 en AVI Plus



Bij onvoldoende spellingvaardigheid Via analyse toetsresultaten en observaties

Effect interventie van zwakke leerlingen vaststellen en handelingsplan bijstellen Analyse resultaten toetsen, nieuwe risico leerlingen in beeld Interventieperiode 2a Tussenmeting 2  Bij onvoldoende leesvaardigheid Woord lezen DMT kaart 3, 2 en 1 Evt. Tekstlezen AVI M5, AVI M6, AVi M7 en AVI Plus 

8 9

April -Mei/juni Mei/juni



Risicoleerlingen Alle leerlingen

Risicoleerlingen

Risicoleerlingen Risicoleerlingen

Bij onvoldoende spellingvaardigheid Spelling Cito LOVS M (huidige jaar)

Effect interventie van zwakke leerlingen vaststellen en handelingsplan bijstellen Analyse resultaten toetsen, nieuwe risico leerlingen in beeld Interventieperiode 2b Hoofdmeting 2 Cito LOVS DMT kaart 3,2,1 Cito LOVS Spelling toetsen E 5,6,7 

Risicoleerlingen

Bij onvoldoende leesvaardigheid Tekst lezen AVI E5, E6, E7 en AVI Plus Bij onvoldoende spellingvaardigheid Via analyse toetsresultaten en observaties

Risicoleerlingen Alle leerlingen

Risicoleerlingen

Effect interventie van zwakke leerlingen vaststellen en handelingsplan bijstellen Analyse resultaten toetsen, nieuwe risico leerlingen in beeld Advies begeleiding volgend schooljaar formuleren en bespreken

Risicoleerlingen zijn  Leerlingen die als risicoleerling uit het vorige schooljaar komen  leerlingen met een D of een E score op de genoemde LOVS toetsen.

T. Hobby en M. Duin

pag 11 van 39

3. Effectieve begeleiding. Aanpak op verschillende zorgniveaus Bijlage 10: Continuüm zorg

Zorgniveau 1: Goed lees en spelling onderwijs aan alle leerlingen. Kenmerken van goed lees en spelling onderwijs:  Doelgericht werken Tussendoelen beginnende en gevorderde geletterdheid (Zie bijlage 9) Doelen op groepsniveau  Effectief gebruik van methodes Voldoende leertijd (zij bijlage) Effectieve methodes  Omgaan met verschillen Directie instructiemodel Convergente en divergente differentiatie  Stimulerende leeromgeving Rijk aanbod van interessante boeken

Methode onafhankelijk toetsen / Cito toetsen DMT als signaleringsinstrument voor alle leerlingen Binnen het leerlingvolgsysteem van Cito, gaan we m.i.v. dit schooljaar (2012-2013) bij alle leerlingen (groep 3 -8) alleen de DMT-toets afnemen. (De toets Technisch Lezen komt te vervallen). Bij alle leerlingen worden in januari en juni de kaarten 1,2 en 3 afgenomen. Uitzondering hierop is medio groep 3, dan is de afname van de kaarten 1 en 2 voldoende. Het streefdoel is voor alle leerlingen min. C-niveau. Leesniveau Welk niveau boeken leest leerling? Om te bepalen in welk niveau een kind leest in de schoolbibliotheek wordt gekeken naar de AVI-toetsen (niveau toetsen).

Zorgniveau 2: Bij leerlingen met onvoldoende lees- en/of spellingprestaties moet het onderwijsaanbod worden geïntensiveerd. Dit betekent meer instructie, meer leertijd en meer oefentijd. Slechts herhaling van de klassikale instructie aan de instructietafel is niet voldoende. Er wordt gebruik gemaakt van aanvullende materialen bij voorkeur uit de lees- of spellingmethode. Effectieve aanpakken op zorgniveau 2:  Kleuters: De voorschotbenadering (zie protocol groep 1-2)  Groep 4-6: Lekker Lezen en RALFI  Extra begeleiding, extra oefening, remediering op letter, woord en zinsniveau: Flitsoefeningen, wisselrijtjes,connect-rijtjes, herhaald lezen, samen lezen, Lesebanc,

T. Hobby en M. Duin

pag 12 van 39

Zorgniveau 3: Als het uitbreiden van instructie- en oefentijd niet voldoende is , is verdere intensivering van het onderwijs noodzakelijk. Hiervoor komen leerlingen in aanmerking die zeer zwak scoren of na een interventieperiode met extra begeleiding op zorgniveau 2 onvoldoende vooruit zijn gegaan. Deze leerlingen zijn gebaat bij een extra intensieve en systematische aanpak door het inzetten van een specifieke interventie. De leertijd wordt hierbij met minimaal 60 minuten per week uitgebreid

Effectieve aanpakken Lezen op zorgniveau 3:  RALFI RALFI is een programma voor leerlingen die de spellende leeshandeling (grotendeels) beheersen, maar langdurig te traag blijven lezen en niet komen tot het niveau van automatisering. De centrale doelen van RALFI zijn: verhogen van het leesniveau en vloeiend lezen. RALFI kan worden ingezet vanaf een instructieniveau AVI-M3 RALFI is gebaseerd op de volgende pricipes R= Repeated : herhaald lezen van eenzelfde stuk tekst met tussenpozen A= Assisted: leerlingen worden ondersteund bij het lezen door voorlezen, voorzeggen en bijwijzen. L= Level: er wordt gewerkt met relatief moeilijke teksten F= Feedback: leerlingen krijgen directe feedback I= Interaction: er is interactie over de inhoud van de tekst I= Instruction: er wordt weinig decodeerdinstructie gegeven. (Zie voor stappenplan RALFI : bijlage 12)

Overleg aanpak met IB-er(s)/leesspecialisten Wanneer leerkracht achterstanden signaleert op gebied van lezen en/spellen wordt betreffende leerling met IB-er besproken en gekeken welke interventies het best kunnen worden ingezet. Zeker wanneer er een vermoeden is van enkelvoudige ernstige dyslexie, en leerling dus in aanmerking komt voor vergoede dyslexiebehandeling, is het noodzakelijk deze interventies tijdig in te zetten, goed af te stemmen en te evalueren. Na 1 keer E-score zal worden ingezet op zorgniveau 2, na 2 keer E-score moet worden ingezet op zorgniveau 3. Op z'n vroegst kunnen leerlingen al eind groep 3 (na 3 officiële meetmomenten, (herfstsignalering telt niet mee) worden aangemeld voor het vergoede dyslexietraject.

T. Hobby en M. Duin

pag 13 van 39

Bijlagen

T. Hobby en M. Duin

pag 14 van 39

Bijlage 1: Vragenlijst ouders m.b.t. dyslexie

Naam kind: ………………………………………………………………… Datum: ……………………………………………………………………... Geb. datum: ……………………………………………………………….. Groep: ………………………………………………………………………

Periode voor de basisschool: 1. Op welke leeftijd is uw kind in duidelijke zinnen gaan praten? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………

2. Waren er problemen in de spraaktaalontwikkeling? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………

3. Heeft uw kind logopedie gehad en zo ja, met welke reden en in welke periode? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………

4. Heeft uw kind moeite met het onthouden van namen, versjes, liedjes etc.? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………

T. Hobby en M. Duin

pag 15 van 39

5. Zijn er problemen m.b.t. het gehoor van uw kind? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ………………………… 6. Basisschoolperiode: Sinds wanneer zijn de lees- en spellingsproblemen ontstaan?

…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………

7. Wat is er naar uw mening aan gedaan? En zo ja, door wie en hoe lang? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………

8. Is uw kind eerder getest op lees- spellingsproblemen / dyslexie? Zo ja, wanneer was dat en door wie? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………

9. Hoe ervaart het kind zelf de problemen (bijv. trekt zich terug, hekel aan lezen, wordt boos of verdrietig als het niet lukt)? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………

T. Hobby en M. Duin

pag 16 van 39

10. Hoe ervaren de ouders de problemen? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………

11. Komen er lees- en spellingsproblemen in de familie voor? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………

12. Wat weet u zelf van dyslexie? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ………………………… 13. Wat zou u nog willen weten van dyslexie? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………

14. Wat verwacht u van een dyslexieonderzoek? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………

Hartelijk dank namens de school

T. Hobby en M. Duin

pag 17 van 39

Bijlage 2: Checklist didactische resistentie Naam leerling:

____________________________________

Geboortedatum:

____________________________________

School:

____________________________________

Groep:

____________________________________

Ingevuld door:

____________________________________

Functie:

____________________________________

Met deze aandachtspunten wordt beoordeeld of het probleem in het aanleren en toepassen van het lezen en/of spellen blijft bestaan, ook wanneer er voorzien wordt in adequate remediërende instructie en oefening  Is er voldoende gelegenheid tot leren geweest?  Is er sprake van onvoldoende leerrendement?  Is er sprake van adequate remediërende instructie en oefening? 1. Is er voldoende gelegenheid tot leren geweest? Indien een van onderstaande situaties van toepassing is, dient eerst onderzocht te worden wat de invloed van die factor is op het lees- en spellingprobleem van de leerling. 1Omstandigheden JA Het kind is een langere periode afwezig geweest i.v.m. ziekte of andere omstandigheden Er zijn meerdere tussentijdse leerkrachtwisselingen geweest Er is op school onvoldoende kennis m.b.t. hardnekkige lees- en spellingproblemen aanwezig De leerling zit (of heeft gezeten) in een “moeilijke groep” waardoor het onderwijs bemoeilijkt is Kindfactoren JA De leerling leert over het algemeen erg moeilijk Er zijn zintuiglijke problemen die van invloed zijn op het leren Er zijn concentratie- en werkhoudingproblemen die niet te relateren zijn aan het lees- en spellingprobleem Er zijn sociale en/of emotionele problemen die niet te relateren zijn aan het lees- spellingprobleem 2. Is er sprake van onvoldoende leerrendenment? Aantoonbaar moet zijn, dat de leerling een hardnekkig probleem heeft, ondanks extra inspanning. Er is sprake van toenemende achterstand: Om aan te tonen dat de achterstand toeneemt, moet de lees- en/of spellingvordering herhaald getoetst zijn met instrumenten die dezelfde vaardigheid meten: leerrendement
View more...

Comments

Copyright � 2017 NANOPDF Inc.
SUPPORT NANOPDF