Gebiedsindeling en netwerken
Short Description
Download Gebiedsindeling en netwerken...
Description
Gebiedsindeling en netwerken Verkeerskunde (H01I6A)
Ben Immers
Traffic and Infrastructure Department of Civil Engineering Faculty of Engineering Katholieke Universiteit Leuven
Gebiedsindeling - Zonering
Het is onmogelijk gegevens op basis van individuele adressen te verzamelen en te analyseren
individuele adressen worden gebundeld tot zones waaraan een code is toegekend eis:
uitwisselbaarheid van zonale gegevens met gegevens uit andere bronnen
zonegrenzen stemmen overeen met grenzen van bestuurlijke geografische eenheden eis:
de zonering dient zodanig te worden opgezet dat een realistische toedeling van de verplaatsingen aan het netwerk mogelijk is
onderlinge afstemming zonering en netwerkmodel
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
2
Zonering
het studiegebied en het invloedsgebied worden onderverdeeld in:
zones
iedere zone heeft één zwaartepunt (centroide)
alle verplaatsingen beginnen en eindigen in het zwaartepunt van een van de zones
alle zwaartepunten zijn aangesloten op het netwerk
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
3
Studiegebied met onderverdeling in zones
2.1 2.2
2
2.3
2.4
2.5 2.6
3
2.8 2.7
1
2.9
5 4
15 februari 2008
1
Verkeerskunde (H01I6A)
2.1
Zone en subzone Cordon Screenline
4
Onderzoeken met een extern cordon
studiegebied (interne zones) invloedsgebied (externe zones)
interne zones - studiegebied drie of vier niveaus
sector district zone subzone
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
5
Gebiedsindeling
het studiegebied en het invloedsgebied zijn onderverdeeld in zones
de kenmerken van een zone worden toegekend aan één knooppunt, het zwaartepunt
knooppunten worden ook gebruikt voor het aanduiden van:
kruispunten openbaar vervoerhaltes andere transport (netwerk) voorzieningen
zwaartepunten zijn de "bronnen" en "putten" waar het verkeer (de verplaatsingen) begint en eindigt
het zwaartepunt is door middel van aansluitschakels met het netwerk verbonden
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
6
Gebiedsindeling
schakels
knooppunt Aansluitschakels zwaartepunt (centroide) zwaartepunt 15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
7
Gebiedsindeling
de aansluitschakels vormen een algemene weergave van het netwerk in een zone, bijv. een openbaar vervoernetwerk
de weerstand van de aansluitschakel (voortransport) is opgebouwd uit de volgende elementen:
looptijd naar de halte wachttijd bij de halte tarief
het gewenste detailniveau is afhankelijk van de omvang van de zones
factoren die het detailniveau van het netwerk en de zonering bepalen zijn (in onderlinge wisselwerking)
vereiste nauwkeurigheid beschikbare onderzoeksbudget
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
8
Werkelijkheid
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
9
Model
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
10
Model
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
11
Studiegebied met onderverdeling in zones
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
12
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
13
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
14
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
15
Zone-indeling model Vlaams Brabant
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
16
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
17
Grondslagen voor de opzet van een intern (en extern) zoneringsysteem
homogeen grondgebruik, of indien niet toepasbaar, een gelijkmatige verdeling van de componenten waaruit het grondgebruik is samengesteld over de zones
een ongeveer gelijke verkeersproductie per zone en bij voorkeur homogeen voor wat betreft determinanten van verkeersproductie en -attractie
omvang van zone dient beperkt te zijn zodat geen fouten ontstaan door de aanname dat alle activiteiten in het zwaartepunt zijn geconcentreerd
bij voorkeur een regelmatige geometrische vorm teneinde het zwaartepunt gemakkelijk vast te kunnen stellen
zonering moet een realistische toedeling van het verkeer aan het netwerk mogelijk maken
omvang zones in woongebieden bedraagt 1000 huishoudens
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
18
Grondslagen voor de opzet van een intern (en extern) zoneringsysteem
zonegrenzen dienen zoveel mogelijk samen te vallen met de grenzen van administratieve eenheden (sectoren gemeente, kiesdistricten)
zonegrenzen dienen samen te vallen met screenlines en cordonlijnen
zonegrenzen dienen zoveel mogelijk samen te vallen met de grenzen van geografische eenheden. Deze geografische eenheden staan veelal aan de basis van de wijkindeling en op bovenstaande manier is mogelijk gebruik van voorspellingen bevolkingsgroei, etc. gewaarborgd
de onderverdeling in sectoren is gebaseerd op
het bereik van de hoofdontsluitingswegen
zonegrenzen vallen vaak samen met natuurlijke, fysieke barrières
voor zone-indeling invloedsgebied geldt dat de omvang van de zones toeneemt als functie van de afstand tot het studiegebied. Het aantal verplaatsingen naar het studiegebied (relevante verplaatsingen) is afhankelijk van die afstand. 15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
19
Omvang zones
Kleine zones:
minder intrazonale verplaatsingen nauwkeuriger berekening van de weerstanden toename aantal zones toename rekenkosten/-tijd meer ingewikkelde computerprogramma's aansluiting met bevolkings- en arbeidsplaatsenstatistiek wordt moeilijker
Pragmatische grens scriptie: ± 100 zones Zoek aansluiting bij gebiedsindeling die gebruikt is in andere studies
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
20
Netwerken
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
21
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
22
Het netwerk model
Het transportsysteem wordt weergegeven door een netwerk model, dat bestaat uit:
schakels (links) lijnen (openbaar vervoer) knooppunten
schakelweerstand ≥ 0
Knooppunten worden gebruikt voor weergave van:
netwerkconfiguratie (bochten, etc.) kruispunten wijzigingen in wegtype (hiërarchie) en snelheid knooppunten bruggen en andere specifieke infrastructurele voorzieningen
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
23
Functie van netwerken
specificatie van wegennetwerken
specificatie van openbaar vervoernetwerken
berekening van aanbod karakteristieken = level of service koppeling (weergave) van verkeersgegevens aan netwerksysteem
Bijv.
berekening van reistijden (weerstanden) tussen H-B relaties berekening van belasting (verkeersstromen) op schakels van het netwerk weergave van ongevallen per wegsectie weergave O.V. gebruik per lijnsectie
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
24
Specificatie van het netwerk Definitie van een netwerk:
Een verzameling knooppunten en een verzameling schakels die deze knooppunten verbindt 1
2
3
4
5
Voorbeeld van een gericht netwerk van schakels en knooppunten een gericht netwerk: alle schakels hebben een richting
Iedere netwerkschakel heeft een weerstand (level of service) die van invloed is op de omvang van de verkeersstroom
Het netwerk is onderling verbonden (samenhangend) indien ieder knooppunt via een pad (route) met elk ander knooppunt is verbonden
Een pad is een reeks opeenvolgende gerichte schakels leidend van een knooppunt naar een ander knooppunt 15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
25
Specificatie van een stedelijk netwerk
straten kruispunten specificatie van kruispunten
1. als een knooppunt
de schakelweerstand omvat: de reistijd over de schakel oponthoud op het kruispunt (benedenstrooms)
nadelen: afslagverboden kunnen niet worden gespecificeerd de verkeersstroom op het kruispunt zal ongeacht de richting dezelfde weerstand ondervinden
2. een meer gedetailleerde weergave
het oponthoud op het kruispunt is niet verdisconteerd in de aansluitende bovenstroomse schakels
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
26
Specificatie van een kruispunt d.m.v. schakels
1
2
3
4
figuur (a): figuur (b):
15 februari 2008
weergave kruispunt als knooppunt gedetailleerde weergave kruispunt
Verkeerskunde (H01I6A)
27
Reisweerstand link i-j i
j
zij
=
reisweerstand (kosten, tijd) van i naar j
tij
=
reistijd
tj
=
wachttijd op kruispunt j
kij
=
kosten afhankelijk van afgelegde afstand
zij
=
reisweerstand i-j = .tijd + .afstand + .dummy
vaak toegepast: reisweerstand = tijd
15 februari 2008
tij + kij + tj
Verkeerskunde (H01I6A)
28
Gegeneraliseerde weerstandsfunctie gegeneraliseerde tijden gegeneraliseerde kosten kijv zijv = tijv + --------ink
zijv
= de gegeneraliseerde tijden van zone i naar zone j met vervoerwijze v
tijv
= de tijden van zone i naar zone j met vervoerwijze v
kijv
= de kosten voor een verplaatsing van zone i naar zone j met vervoerwijze v
ink
= inkomen
= een coëfficiënt, die vaak recht evenredig is met het inkomen ( = 3)
het individuele verplaatsingsgedrag wordt veelal gerealiseerd binnen een individueel kostenbudget en tijdbudget 15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
29
Berekening van de reistijd op een schakel u = 15 km/u 3 km
A
u = 60 km/u B
3 km
C
uAC
=
(15 + 60)/2
=
37,5 km/h
of, uAC
=
15 + 45/2
=
37,5 km/h
of, tAB
=
3/15 uren
=
12 min. en
tBC
=
3/60 uren
=
3 min.
totale reistijd = 15 min. voor 6 km. uAC
=
24 km/h
Conclusie:
bereken snelheden altijd via de reistijd
snelheidswijzigingen in het netwerk d.m.v. afzonderlijke schakels invoeren 15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
30
Reistijdfuncties
de weerstand op een schakel (level of service) is opgebouwd uit verschillende componenten, zoals: reistijd reiskosten veiligheid stabiliteit verkeersstroom
reistijd is de belangrijkste component
waarom reistijd ? uit empirisch onderzoek blijkt dat reistijd de grootste invloed heeft op de verkeersstroom alle andere maten voor de reisweerstand zijn in belangrijke mate gecorreleerd met de reistijd (vertonen dezelfde invloed) reistijd is gemakkelijker te meten dan de meeste andere weerstandscomponenten
het is ook mogelijk een gegeneraliseerde weerstandsfunctie te gebruiken 15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
31
Reistijdfuncties
de weerstand (level of service) van een transportsysteem is een functie van het gebruik van het systeem
congestie
de reistijd neemt toe als functie van de omvang van de verkeersstroom reistijdfunctie per schakel verdient voorkeur boven constante reistijd (onafhankelijk van de omvang van de verkeersstroom)
de capaciteit is de maximale stroom voertuigen die een transportvoorziening (weg, kruispunt) kan verwerken
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
32
Reistijd schakel (minuten)
Typische reistijdfunctie van een met verkeerslichten geregeld kruispunt
Reistijd onbelast
Omvang verkeersstroom (vtg/uur) 15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
capaciteit
33
Reistijdfuncties
de reistijdfunctie is niet gedefinieerd voor waarden groter dan de capaciteit, aangezien deze stromen niet kunnen worden waargenomen
de algemene gedaante van de reistijdfunctie vertoont een grote mate van gelijkenis voor de verschillende stedelijke wegtypes
de fysieke kenmerken van elke straat (lengte, breedte, parkeerrestricties, omvang groenfase, etc.) bepalen de precieze waarden van de parameters van de reistijdfunctie
aansluitschakels van het zonezwaartepunt alsook voor- en natransportschakels worden als vaste reistijd schakels gemodelleerd
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
34
Meer schakels betere (exacte) specificatie netwerken nauwkeurige weerstanden betere toedelingen rekentijd neemt toe met factor n2 tot n3 (n is aantal knooppunten)
stel rekentijd met 250 knooppunten is r 1000 knooppunten: 16 r - 64 r 3000 knooppunten: 144 r - 1500 r
routebepaling in grote netwerken kost 50% van alle rekentijd
grote netwerken vergen veel invoerverzorging en zijn daarom duur. Bovendien neemt de kans op fouten toe grote netwerken vergen meer ingewikkelde programma's grenzen: in de praktijk 3000 knpt Omnitrans oefening 250 knpt 15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
35
Voorbeeld
weerstand
=
afstand + (#stops)
afstand
=
1 km
stop:
1. 2.
verkeerslicht voorrangskruising
=
600 meter reizen
1 stop
autosnelweg
=
z
secundaire weg met stops om de 4 km weerstand = z + (0,6/4) z
=
1,15 z
secundaire weg met stops elke km weerstand = z + 0,6 z
=
1,6 z
stadsautoweg met stops om de 500 meter weerstand = z + 1,2 z =
2,2 z
15 februari 2008
weerstand
Verkeerskunde (H01I6A)
36
Invoer netwerkgegevens
linktype (wegtype), en
reeks aansluitende knooppunten, of
knooppunt
: :
coördinaten (x, y) knooppunttype
linktype
: :
snelheid capaciteit
knooppunttype
:
weerstand
weerstanden (reistijden) worden berekend met gebruikmaking van: coördinaten snelheden, en knooppuntweerstanden
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
37
Invoer netwerkgegevens
herkomstzone (i)
bestemmingszone (j)
weerstand (i-j) per link
overige kenmerken (i-j)
weerstand (j-i)
overige kenmerken (j-i)
coördinaten (x, y) van elk knooppunt
maak een plot ter controle van het netwerk 15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
38
Opzet netwerk openbaar vervoer openbaar vervoerschakel
lineair netwerkmodel waarbij de haltes worden weergegeven door knooppunten de door het o.v. verzorgde verbinding tussen de haltes wordt weergegeven door schakels
schakel weerstand
=
=
de reisweerstand in het voertuig bijv. de rijtijd
de totale reisweerstand
=
wachttijd bij de halte (afhankelijk van de frequentie) tarief overstap (wacht)tijd (afhankelijk van de frequentie) overstap penalty rijtijd
aan de onderdelen van de reisweerstand worden verschillende gewichten toegekend alle onderdelen van de verplaatsing dienen wel in dezelfde eenheid te worden uitgedrukt
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
39
Opzet netwerk openbaar vervoer (vervolg)
openbaar vervoerlijnen aansluitschakels (voor- en natransport) herkomst- en bestemmingsknooppunten Overstapschakels
weergave openbaar vervoerlijn
a
b
c (a) (b) (c)
= alleen verplaatsing in voertuig = incl. voor- en natransport = incl. overstap en voor- en natransport
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
40
Wegennetwerk multimodaal model Vlaanderen
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
41
Categorisering wegen
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
42
Categorisering wegen
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
43
Wegennetwerk Vlaams Brabant
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
44
Zones and netwerk
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
45
Zones and netwerk
Interne vs. externe zones (externe zones zijn hier niet weergegeven) Homogene zones
Praktische kwesties
Hiërarchische indeling Overeenstemming met andere indelingen (bijv. indeling t.b.v. statistieken)
Orde van grootte
15 februari 2008
grondgebruik bevolking i.e. homogeen v.w.b. de productie en attractie van verplaatsingen
Verkeerskunde (H01I6A)
+/- 500 zones 46
Zones and networks
Netwerk = knooppunten + links Kenmerken knooppunten
Kenmerken schakels
lengte snelheid reistijd capaciteit tol
Centroides
geen
bronnen en putten verbindingsschakels
Orde van grootte
5000 knooppunten
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
47
Drie mogelijke abstractieniveau's ter beschrijving van een verkeersnetwerk (fijn, middel, grof)
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
48
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
50
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
51
15 februari 2008
Verkeerskunde (H01I6A)
52
View more...
Comments