Herhaling §1 Staatsinrichting

HERHALING STAATSINRICHTING Met oefeningen

OPZET  Je werkt in tweetallen  Je zet de antwoorden op papier + eventueel jullie uitleg

 Na elke oefening bespreken we de antwoorden en worden er punten gegeven.  Uiteindelijk worden alle punten opgeteld en hebben we een winnaar!

WELK WOORD WEG?  Parlement

 Eerste Kamer

 Tweede Kamer

 Tweede Kamer

 Staten-Generaal

 Provinciale Staten

 volksvertegenwoordiging

 Gemeenteraad

WELK WOORD WEG?  Rechtstreekse verkiezingen

 Recht op vrijheid van meningsuiting

 Directe verkiezingen

 Recht op vrijheid van godsdienst

 Eerste Kamer

 Budgetrecht

 Tweede Kamer

 Kiesrecht

WELK WOORD WEG?  Recht van initiatief

 Regering

 Vraagrecht

 Kabinet

 Recht van interpellatie

 Parlement

 Budgetrecht

 Ministers

VROEGER, NU OF NOOIT?  NL is een republiek  Er is een Staten-Generaal

 De legerleider heeft invloed op de politiek  Er wordt een politicus vermoord  NL heeft een parlement  Iedereen boven de 18 jaar mag stemmen

VROEGER, NU OF NOOIT?  In Europa wil men samenwerken  De familie van Oranje is aan de macht

 NL is een monarchie  Censuskiesrecht  Er is een grondwet met grondrechten  NL heeft een stelsel van evenredige vertegenwoordiging

VROEGER, NU OF NOOIT?  Er is vrijheid van godsdienst  NL is een dictatuur

 Alleen mannen mogen stemmen  NL heeft een districtenstelsel  Boven de 21 jaar mag je stemmen  NL heeft een regering

WIE OH WIE, KENT DE C H RO N O L O G I E ? 1. Formatie 2. Beëdiging kabinet

3. Verkiezingen 4. Informatie 5. Regeerakkoord 6. Verkiezingscampagne

1. Behandeling door de Eerste Kamer 2. Wetsvoorstel door het kabinet 3. Behandeling door de Tweede Kamer 4. Goedkeuring Tweede Kamer 5. Contraseign koning(in) 6. Publicatie in de Staatscourant 7. Goedkeuring Eerste Kamer

MAAK HET AF!  Europees Parlement

 Eerste en Tweede Kamer

 Provinciale Staten

 Parlement

 Gemeenteraad

 Volksvertegenwoordiging

 ………………………….

 ………………………....

MAAK HET AF!  Regering

 Gedeputeerde Staten

 Ministers

 College van B&W

 Staatssecretarissen

 Europese Commissie

 …………………

 …………………….

WAAR OF NIET?  NL is een koninkrijk sinds 1813  De eerste grondwet is die van 1848

 De koning heeft een speciale stoel in de Tweede Kamer  Thorbecke wilde dat koning Willem II minder macht kreeg.  De koning(in) mag ook stemmen  De koning(in) schrijft de troonrede

WAAR OF NIET?  De koning(in) heeft alleen een ceremoniële functie.  Nederland is een absolute monarchie

 Thorbecke was een liberaal  Koning Willem I benoemde de Eerste Kamer zelf.  De Eerste Kamer heeft meer rechten dan de Tweede Kamer.  De Tweede Kamer wordt direct gekozen.

LINKS, RECHTS OF MIDDEN?  VVD

 Troelstra

 Veel sociale wetten

 KVP

 Nachtwakersstaat

 D66

 SDAP

 Liberalisme

 Confessionele partijen

 Communisten

 De jong-liberalen

 Christen-Democraten

IN DE GRONDWET?  Jullie krijgen 50 grondwetsartikelen  Welke artikelen staan er nu in onze grondwet?

 Wie de meeste artikelen goed heeft krijgt ook zoveel punten er bij  Bij elk fout artikel gaat er een punt af.

BINGO!  Je krijgt allemaal een bingokaart.  Er komen omschrijvingen langs en jij moet kijken of het antwoord

op je bingokaart staat.  Staat het goed antwoord er op? streep er door heen, kruis, een krul als maar zichtbaar is dat je dit antwoord gehad hebt.

BINGO! 1. Uit hoeveel onderdelen bestaat de Staten-Generaal? 2. Het hoofd van het kabinet is …?

3. Hier komt de Staten-Generaal bij elkaar op Prinsjesdag. 4. Wie is ons staatshoofd? 5. Hoe noem je de leden van één partij in b.v. de Tweede Kamer? 6. Iets dat de Tweede Kamer wel mag en de Eerste Kamer niet.

BINGO! 7. De ministers en staatssecretarissen zijn samen het… 8. Om de hoeveel jaar zijn er normaal gesproken verkiezingen?

9. Een land zonder een kongin(in) is een … 10. Wie maken vooral de wetten die de ministers indienen? 11. Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer? 12. In welk document staan de afspraken tussen de coalitiepartijen?

BINGO! 13. Hoe noem je de Eerste en Tweede kamer samen? 14. Uit hoeveel machten bestaat de Trias Politica?

15. Wie staan er aan het hoofd van een departement?