Het effect van behandeling bij SLI

January 9, 2018 | Author: Anonymous | Category: Arts & Humanities, Schrijven, Spelling
Share Embed Donate


Short Description

Download Het effect van behandeling bij SLI...

Description

Het effect van behandeling bij SLI Dr. Annette Scheper, klinisch linguïst Dr. Juliane Cuperus, klinisch neuropsycholoog Unit Specialistische Zorg RZO

SIMEA congres 12 april 2013

Unit Specialistische Zorg Spraak & Taal Ambulatorium Kentalis Eindhoven / Utrecht: diagnostiek en behandeling van kinderen met Specifieke Taalontwikkelingsstoornissen (S-TOS) Proeftuin van nieuwe methodieken en interventies Monitoren van diagnostische gegevens van S-TOS kinderen voor en na multidiscipliniare behandeling met behulp van website MICAS (2012)

2

Spraak & Taal Ambulatorium Kentalis Geïntegreerd diagnostisch beeld vanuit interdisciplinaire diagnostiek:

• audiologie • neuropsychologie • linguïstiek Kortdurende interdisciplinaire behandeling (8 weken) van kinderen met S-TOS door logopedisten, neuropsychologen en communicatief begeleiders met adviezen naar ouders, school en logopedie Evidence-based werkwijze met uniforme verzameling van data voor wetenschappelijk onderzoek naar profielen van talige informatieverwerking bij kinderen met specifieke spraak-taalstoornissen Mogelijkheid tot effectonderzoek naar specifieke interventies 3

Onzichtbare handicap: ESM - STS – SLI – TOS - STOS – TSS –OD Ik heb ESM Ik heb STS

Ik heb TOS Wàt heb jij?! Ik heb SLI

Ik heb STOS Ik heb OD Ik heb TSS 4

Terminologische verwarring Kinderen met ‘Ernstige Spraak-taal Moeilijkheden’ ESM = STS Specifieke Taal Stoornis (boek Koninklijke Kentalis) TOS Taal ontwikkelingsstoornis (Kentalis Vroegbehandeling) SLI Specific Language Impairment (Internationaal onderzoek) STOS Specifieke Taal Ontwikkelings Stoornis (Lectoraat Logopedie HU) TSS Taal Spraak Stoornis (Simea 2012) OD Ontwikkelingsdysfasie = neurologische spraaktaalontwikkelingsstoornis (Zink & Breuls, 2012) 5

Definitie kinderen met S-TOS Dorothy Bishop (2010) schrijft: “kinderen met SLI hebben een ‘assepoester’-status” Voorstel eenduidige term: DLD: Developmental Language Disorder Dutch DLD Network, Radboud Universiteit (start 2012): - uniforme terminologie - opstellen inclusiecritera - onderzoek naar de genetische basis van spraak-taalproblemen

6

Definitie kinderen met S-TOS Executieve Functies (EF) paraplu-term voor hogere controlefuncties van de hersenen die mensen in staat stellen om zich beheerst, planmatig en sociaal aanvaardbaar te gedragen (Pennington & Ozonoff, 1996)

S-TOS kinderen hebben stoornissen in spraak-taal, aandacht en EF (Schwartz, 2009):

-

Volgehouden auditieve aandacht Werkgeheugen Inhibitie Planning Cognitieve flexibiliteit Planning Niet-verbale vloeiendheid

Ongeveer 7% van alle kinderen heeft S-TOS (Tomblin et al., 1997) 7

Definitie kinderen met S-TOS Gangbare definitie van S-TOS op basis van exclusiecriteria: - geen gehoorproblemen - geen algemene intelligentieproblemen - geen ernstige neurologische problemen - geen psychiatrische problemen

Nieuwe definitie van S-TOS nodig op basis van inclusiecriteria: Goede beschrijving van de specifieke problemen van kinderen met TOS, waarbij factoren die de stoornis (mogelijk) veroorzaken of instandhouden worden meegenomen

8

Gevolgen S-TOS op lange termijn Kinderen met S-TOS hebben een verhoogd risico om ook psychiatrische problemen (ADHD, ASS) te ontwikkelen (Beitchman et al., 1989, 1990)

Des te ernstiger de spraak-taalstoornis, des te hoger het risico op bijkomende problemen Follow-up onderzoek (Elbro, Dalby & Maarbjerg, 2010): Kinderen met spraak-taalproblemen op jonge leeftijd zijn na 30 jaar opnieuw onderzocht → als volwassene hebben zij vaak problemen op academisch en socio-economisch gebied: -

zij hebben moeite met schriftelijke taalverwerking zij hebben vaak geen vaste baan zij hebben een lage sociaal-economische status (SES)

Taal van kind met S-TOS

doelwoord

Parachute

benoemen

waar is het voor bedoeld? Een meneertje Om naar hangt aan iets beneden #3 te gaan Luchtballon? Bijna. Parasol #3 Eh, weet ik niet

fonologische cue …para para #2 plu bijna, lijkt het ook op, parach… sjoei chute schuut

10

Benoemen S-TOS (McGregor & Leonard, 1989)

Om het woord ‘slak’ te leren als concept en daarna te kunnen benoemen, zijn de volgende neurocognitieve functies nodig:

Goede volgehouden auditieve aandacht Goed fonologisch korte termijn of werkgeheugen Goede opslag in het semantisch geheugen (LTG) Snel en goed oproepen uit het semantisch geheugen (LTG)

11

Benoemen S-TOS Kinderen met S-TOS hebben vaak een gemiddelde passieve woordenschat, maar een benedengemiddelde actieve woordenschat Het semantisch netwerk van kinderen met S-TOS is minder ‘verdicht’, dan het netwerk van kinderen met een normale taalontwikkeling ↓ tussen representaties van betekenis en klank zijn minder en zwakkere verbindingen in het netwerk (Leonard & Deevy, 2004) Diagnostiek bij S-TOS moet ook gericht zijn op: - auditieve verwerking - auditieve aandacht - werkgeheugen (o.a. fonologisch KTG, LTG, EF) 12

Inrichting semantisch geheugen (Van de Rhoer & Vermeer, 2005)

Breedte van de woordenschat = aantal woorden als basis van kennis Diepte van de woordenschat = kwaliteit van de woordkennis ↓ 1 mate van exacte betekenis (precision of meaning) 2 fonologische, semantische, morfologische, syntactische, pragmatische en orthografische kennis (comprehensive word knowledge) 3 mate waarin een woord verbonden is met andere woorden (network knowledge)

Hoe dichter het netwerk rond een woord is, hoe dieper de woordkennis van dat woord is (Vermeer, 2001)

13

Diagnostiek benoemen

Auditieve verwerkingstaken - Spraak in ruis test - Gefilterde spraak test - Dichotisch spraakverstaan

14

Diagnostiek benoemen

Neurocognitieve taken - Teach tel mee: auditieve aandacht – volhouden, selectief en switchen - WISC: cijferreeksen - 15 woorden test: inprenting, leercurve en lange termijn opslag - Nepsy: verbale fluency

15

Diagnostiek benoemen

Linguistiek - PPVT-III-NL: passieve woordenschat - Nonwoordrepetitietaak: fonologisch werkgeheugen - CB & WL: automatiseren van informatie - WWT Renfrew: actieve woordenschat

16

Diagnostiek benoemen Kinderen S-TOS hebben problemen met het snel en goed opslaan van nieuwe woorden complexiteit nonwoorden: 2 2 lettergrepen: daa - nes 3 lettergrepen: veu- joe - tup 4 lettergrepen: koo - vie - waa - lan 5 lettergrepen: baa - me - rie - noo - ves

4

Vaardigheid nazeggen van nonwoorden: - afhankelijk specifieke klanken in woord - afhankelijk aantal buurwoorden 17

Diagnostiek benoemen S-TOS kinderen hebben problemen met opslag en oproepen van semantische en fonologische woordvorm • doelwoord verrekijker “iets heel dicht kijken”

• doelwoord ananas “die weet ik even niet” “citroen” “ananas” [hulp fonologische cue] 18

Kenmerken taal benoemproblemen (Newman & German, 2002)

herformuleringen redundante herhalingen vertraagde reactietijd bij benoemtaak gebruik van fillers (eh, uhm) ondersteunende of vervangende gebaren lege naamwoorden (ding) lege hoofdwerkwoorden (gaan, doen) fonologische vervangingen (parasol voor parachute) semantische vervangingen (zwaan voor eend)

19

Behandeling STA Interdisciplinaire behandeling:

school

KIND 1-op1- setting 1 metacognitief niveau: psycho-educatie 2 functietraining 3 strategiegebruik ouders

kind logopedie

OUDERS Gedrag ouders en kind nog beter op elkaar afstemmen om de verbale interactie te verbeteren SCHOOL & LOGOPEDIE Afgestemde adviezen 20

Onderzoek effectiviteit behandeling STA Kenmerken selectie kinderen S-TOS: - aangemeld bij STA voor ST problemen - logopedische behandeling laat onvoldoende progressie zien - leeftijd 6-9 jaar - uniforme dataverzameling 2009-2013: audiologische, neurocognitieve en linguïstische gegevens

Exclusiecriteria: -

PPVT-III-NL WBQ < 70 verstandelijke beperking matig of ernstig gehoorverlies ernstige medische/neurologische problematiek 21

Doelgroep STA SLI n=92 M: 68 / V: 24 leeftijd OM verleden NV-IQ

Gemiddeld (SD) 3:01 7;6 (0,8) 13 (14%) 106 (12,4)

CBCL T-score

52,6 (10,5) *

TRF T-score

54,7 (7,4) *

BRIEF T-score

55,7 (12,6) *

BRIEF - metacognitie

61 (17,4) *

BRIEF - werkgeheugen 69,3 (20,3) * CCC ACS

87,77 (19,3)

CCC Prag

50 (8,5)

22

Resultaten STA-kinderen (n=85) (Scheper, Cuperus, Bron, van der Vlugt, Vugs & ter Wal, 2011)

80

Linguistische vaardigheden

70 60

SLI

50

Normative group

40 30 20 10 0 NWR

WWT

MLU B

MLU F

APT

Ongr. B Ongr. F Compl. B Compl. F Plot B

Plot F

Kinderen S-TOS presteren bij benoemen, NWR, grammaticaliteit, complexiteit en vertelvaardigheid significant slechter dan normgroep

23

Resultaten 92 STA-kinderen (Scheper, Cuperus & Baas, 2012) 90

Auditieve verwerking S-TOS

80

Stoornis aantal kinderen

70

Normaal aantal kinderen

60 50 40 30 20 10 0 Spraak in ruis

Gefilterde spraak

Dichotisch spraakverstaan

AVP

60% (n=55) heeft auditieve verwerkingsstoornissen (AVP)

Problemen met spraakverstaan in ruis komen het meest voor Groep met AVP+ verschilt niet van groep AVP- op de auditieve aandachtstaken, dus auditieve verwerking ≠ auditieve aandacht 24

Resultaten 92 STA-kinderen (Scheper, Cuperus & Baas, 2012)

Executieve functies S-TOS

14

S-TOS

12 Normgroep

10 8 6

4 2 0 Volg. aandacht

Sel. aandacht

Switchen aandacht

Cijferreeksen

Inprenting

LTG

Fluency

Kinderen S-TOS hebben een significant slechtere prestatie op: - volgehouden aandacht - switchen van taken - auditieve geheugen (KTG, WM, LTG) 25

Effect behandeling 92 STA-kinderen (Scheper, Cuperus & Baas, 2012)

20

Pre and post neurocognitieve vaardigheden S-TOS

18 16 pre interventie

14 post interventie

12 10 8 6 4 2 0 auditieve aandacht

fluency

inprenting

LTG

Kinderen gaan significant vooruit op het inprenten van verbale informatie: 3,95 woorden → 4,96 woorden 26

Effect behandeling 92 STA-kinderen (Scheper, Cuperus & Baas, 2012) 50

Pre and post linguistische vaardigheden S-TOS

45 40 pre interventie 35 post interventie

30 25 20 15 10 5 0 Fonologisch STM (P)

MLU (rs)

Benoemen (P)

Kinderen gaan significant vooruit in het benoemen van naamwoorden en de zinslengte bij vertelvaardigheid: - Zinslengte: 6 woorden → 7 woorden - Benoemvaardigheid: 36% naamwoorden → 54% naamwoorden 27

Brug tussen wetenschap & praktijk

20 18 16 14 12 10

audiologie/ neurocognitie/ linguistiek S-TOS

8 6 4 2 0 auditieve aandacht

inprenting

28

Interdisciplinaire behandeling S-TOS 1 Psycho-educatie: metacognitief

Het brein Het geheugen Wat gebeurt er bij jou?

 metaforen

Afgestemd op niveau en profiel van het kind

29

Interdisciplinaire behandeling S-TOS 2 Geheugenstrategietraining: herhalingsstrategie

Herhalen Herhalen Herhalen

tactiele ondersteuning visuele ondersteuning mentale ondersteuning categoriseren

30

Interdisciplinaire behandeling S-TOS 3 Sociaal-emotionele training

31

S-TOS en woord leren S-TOS kinderen moeten nieuwe woorden vaker aangeboden krijgen dan kinderen met een normale taalontwikkeling Normale taalontwikkeling: 3-5 keer aanbod van nieuwe woorden Specifieke taalstoornis: meer dan 10 keer aanbod van nieuwe woorden Bij kinderen met S-TOS gaat het leren van woorden nog moeilijker, als: -

alleen visuele informatie beschikbaar is taak complexer wordt nieuwe woorden klanken hebben die minder vaak voorkomen (Alt & Plante, 2006)

32

Interdisciplinaire behandeling S-TOS 4 Semantisch-syntactische benadering (German, 2002): • doel = betere toegang tot semantisch netwerk (declaratieve LTG) • maakt gebruik van thematisch en ervaringsgericht leren • specifiek inzetten van geleerde geheugen strategieën: - omschrijven - tekenen - uitbeelden, gebaren - associatieve woorden

semantische context in zinnen is opstap naar doelwoord 33

Interdisciplinaire behandeling S-TOS 5 Fonologisch-semantische benadering (German, 2002): • doel = betere toegang en opslag complexe woordvormen (declaratieve LTG)

• versterken van auditieve waarneming en fonologisch netwerk • maakt gebruik van buurwoorden die de opstap naar het doelwoord zijn (buurwoorden-ophaalstrategie)

34

Interdisciplinaire behandeling S-TOS

Buurwoorden-ophaalstrategie: stap 1 versterken metalinguïstisch bewustzijn → opdelen doelwoord lettergrepen, opschrijven en visualiseren in kleuren stap 2 zelfbedachte lexicale prompt hier-o-glie-ven hiero-geliefden stap 3 via interne lexicale prompt oproepen van doelwoord 35

Adviezen – aanpassing omgeving Voorwaarden voor geheugen: • Zorg dat je de aandacht hebt van het kind (is de informatie aangekomen?) • Motivatie Verminder (werk)geheugeneisen: • Hoeveelheid informatie • Rustig spreektempo • Eenvoudige instructies • Opdrachten opdelen • Benadruk kernelementen van opdracht/instructie Maak gebruik van de sterke kanten van het kind!

36

Adviezen – hulpmiddelen Externe hulpmiddelen inzetten om het geheugen te ondersteunen: •

Kladblokje



Picto’s/steekwoorden



PC/telefoon

• Etc.

37

Adviezen aanbod door omgeving Woordenschat Semantisch: • Thematisch werken (aansluiten bij thema school) • Categoriseren/ordenen • Mindmap/woordweb • Multimodaal aanbod (visueel, auditief, tactiel, etc.) • Ervaringsgericht leren • Koppelen aan bekende informatie (associëren) • Herhaald aanbod

38

Adviezen aanbod door omgeving Woordenschat

Oefeningen voor fonologische ontwikkeling en fonologisch bewustzijn: • Rijmen • Kritisch uitluisteren van woorden • Auditieve closure (‘– ee – over’ wordt ‘zeerover’ ) • In letter grepen verdelen • Schriftbeeld • Visualiseren in kleuren • Herhaald aanbod • Etc.

39

Adviezen - strategieën Voorwaarde voor aanleren strategieën: het kind moet metacognitief en metalinguïstisch kunnen werken Stimuleren inzetten geheugen (opslag) strategieën

Stimuleren inzetten woordvindingsstrategieën • Hulp vragen • Tijd, vb “laat me even denken, dan kom ik er op” • Eerste letter • Omschrijven • Mentaliseren • Uitbeelden/gebaren • Tekenen • Aanwijzen 40

Conclusie S-TOS en woord leren Noodzaak tot interdisciplinaire diagnostiek bij benoemproblemen: audiologie – neuropsychologie - linguïstiek → inzicht in: Niveau 1: hersenen (aanleg, genen) Niveau 2: cognitieve functies Niveau 3: gedrag Behandeling moet zich richten op auditieve aandacht, werkgeheugen, EF en woordkennis / woordproductie

Fonologische en semantische aspecten van (werk)woorden Evidence-based onderzoek nodig naar: - neurocognitieve profielen van kinderen met benoemproblemen - effect van specifieke behandeling 41

Conclusie S-TOS en woord leren • Eenduidige term kiezen voor kinderen met S-TOS • Goede inclusiecriteria opstellen voor kinderen met S-TOS • Theoretisch model voor woordproductie nodig op basis van nieuwe inzichten • Evidence based diagnostiek en behandeling van problemen bij begrijpen en benoemen van woorden • Toegepast wetenschappelijk onderzoek bij S-TOS uitvoeren naar leren van woorden en woordproductie

42

Met dank aan Alle kinderen en ouders van 2009 t/m 2012

Alle medewerkers Spraak & Taal Ambulatorium eindhoven / Utrecht AnnemiekPleunAnneliesNienkeMartinaLiekeAnnemiekeMarianneLoekie NienkeChantalSteffieIrisMarionHanneMeikeNazifeEstherJeanneJantine FrancisTarishaMaschjaKatjaNancyPaulienLindaMiekeMarije 43

Bedankt voor jullie aandacht

Vragen? [email protected] [email protected]

44

View more...

Comments

Copyright � 2017 NANOPDF Inc.
SUPPORT NANOPDF