Infobox RIZIV - Startende verpleegkundige - Fac

January 8, 2018 | Author: Anonymous | Category: Sociale wetenschappen, Politicologie, Public Administration
Share Embed Donate


Short Description

Download Infobox RIZIV - Startende verpleegkundige - Fac...

Description

Infobox RIZIV Wegwijzer voor de startende verpleegkundige in de thuiszorg

1e versie, juni 2010 Verantwoordelijke uitgever: J. De Cock, Tervurenlaan 211, 1150 Brussel Realisatie: Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle (DGEC), in samenwerking met de Dienst voor geneeskundige verzorging en de Communicatiecel van het RIZIV, en de deelneming van de Federale overheidsdienst Volksgezondheid Graphic Design: Communicatiecel RIZIV Foto’s: Ab initio en Verypics Wettelijk depot : D/2010/0401/2

Infobox RIZIV Wegwijzer voor de startende verpleegkundige in de thuiszorg

Inhoudstafel - Juni 2010

Inhoudstafel Inleiding



1e Deel - Algemeen kader I. Administratieve voorwaarden om de verpleegkunde te mogen uitoefenen in de thuiszorg 1. Toelating tot het beroep 2. Het bekomen van een RIZIV-nummer 3. Het bekomen van bijzondere beroepstitels of beroepsbekwaamheden 4. Referentieverpleegkundigen II. De verpleegkundige handelingen 1. Welke handelingen vallen onder de uitoefening “verpleegkunde”? 2. Welke zijn de technische verpleegkundige verstrekkingen? 3. Welke zijn de geneeskundige handelingen die een arts aan een verpleegkundige kan toevertrouwen?

1

5

7 8 8 9 10 11 12 12 12 16

III. Maatschappelijke en financiële verantwoordelijkheid van de zorgverlener 1. Zijn er beperkingen aan de therapeutische vrijheid van artsen en tandartsen ? 2. Wat is mijn verantwoordelijkheid als verpleegkundige? 3. Financiële gevolgen voor mij en mijn patiënt wanneer verstrekkingen ten onrechte door de ziekteverzekering werden vergoed 4. Op welke manier kan ik aansprakelijk gesteld worden voor mijn verpleegkundig handelen? 5. Mag ik als verpleegkundige weigeren een handeling uit te voeren?

17 17 17

18 18

IV. De zorgverlener en het RIZIV 1. Het RIZIV 2. De Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle (DGEC)

18 18 20

V. De nationale overeenkomst tussen de verpleegkundigen en de verzekeringsinstellingen 1. Inhoud van de overeenkomst 2. Hoe wordt een overeenkomst afgesloten? 3. Hoe lang duurt een overeenkomst? 4. Maatregelen bij niet naleving 5. Moet ik mijn patiënten informeren over mijn al of niet toetreding tot het akkoord?

22 22 22 22 23 23

VI. Ondersteunende maatregelen 1. Tegemoetkoming in een softwarepakket 2. Forfaitaire tegemoetkoming voor de specifieke beheerskosten van de diensten thuisverpleging 3. Pilootproject voor gegevensregistratie aan het bed van de patiënt (VINCA-project)

23 23

17

24 24

1

2

Inhoudstafel - Juni 2010

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen

25

I. Inleiding tot de nomenclatuur van de verpleegkundige zorgen 1. Wat houdt de nomenclatuur in? 2. Wat is de wettelijke basis van de nomenclatuur? 3. Wie bepaalt de nomenclatuur? 4. Waar kan ik de nomenclatuur raadplegen?

26 26 27 27 28

II. De nomenclatuur van de verpleegkundige verzorging 1. Indeling van de verpleegkundige verstrekkingen 2. Toepassingsregels verplaatst

28 28 29

III. Algemeen beperkende bepalingen bij de toepassing van de nomenclatuur 1. Is een voorschrift noodzakelijk en aan welke vereisten moet het voldoen? 2. Mag ik prestaties aanrekenen voor verzorging verleend in een ziekenhuis? 3. Mag ik prestaties aanrekenen voor verzorging verleend in rust- en verzorgingsinstellingen? 4. Mag ik prestaties aanrekenen voor verzorging verleend in serviceflats ? 5. Mag ik prestaties aanrekenen voor verzorging verleend tijdens een bezoek of raadpleging of technische verstrekking van een arts ? 6. Mag ik verstrekkingen aanrekenen aan de ziekteverzekering die gedekt zijn door een andere verzekering? 7. Mag ik verstrekkingen aanrekenen aan de ziekteverzekering die verricht werden in het buitenland? 8. Mag ik verstrekkingen aanrekenen die geheel of gedeeltelijk zijn verricht door niet bevoegde personen? 9. Mag ik in de thuiszorg taken delegeren aan zorgkundigen

30 30 31

32 33

IV. Het verpleegkundig dossier 1. Moet ik voor elke patiënt een verpleegkundig dossier opstellen? 2. Welke gegevens moet het verpleegkundig dossier bevatten? 3. Hoe lang moet ik het verpleegkundig dossier bewaren? 4. Wie is verantwoordelijk voor het verpleegkundig dossier

33 33 33 34 34

V. Toelichting bij de verpleegkundige verstrekkingen 1. Zijn er beperkingen aan het aantal zittingen die je per dag en per patiënt mag aanrekenen? 2. Zijn er beperkingen aan het aantal verstrekkingen die je per zitting mag aanrekenen? 3. Zijn er beperkingen aan het aantal verstrekkingen die je voor één patiënt per dag mag aanrekenen? 4. Onder welke voorwaarden mag ik een basisverstrekking aanrekenen? 5. Onder welke voorwaarden mag ik een van de forfaits uit rubriek II (zwaar zorgafhankelijke patiënten) of IV (palliatieve patiënten) aanrekenen? 6. Onder welke bijkomende voorwaarden mag ik de specifieke verstrekkingen voor palliatieve patiënten uit rubriek IV en V aanrekenen? 7. Onder welke voorwaarden mag ik de specifieke verstrekkingen voor de diabetespatiënt uit rubriek VI aanrekenen?

34

31 32 32 32 32

34 34 35 36 36 37 38

Inhoudstafel - Juni 2010

8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.

Hoeveel en onder welke voorwaarden mag ik toiletten aanrekenen? Onder welke voorwaarden mag ik de specifieke verstrekkingen voor wondzorg aanrekenen Onder welke voorwaarden mag ik de specifieke technische verpleegkundige verstrekkingen aanrekenen Onder welke voorwaarden mag ik de specifieke verstrekkingen voor weekend en feestdagen aanrekenen? Het verpleegkundig consult Aanvraag- en Kennisgevingprocedure Mag ik supplementen aanrekenen? Mag ik mijn verplaatsingskosten aanrekenen? Hoe moet ik de evaluatieschaal (Katzschaal) invullen?

40 41 42 42 42 43 44 44 44

VI. Hoe moet ik attesteren? 1. Ik attesteer op individuele getuigschriften voor verstrekte hulp (GVVH) of op verzamelgetuigschriften 2. Ik attesteer via een facturatiedienst 3. Ik attesteer met papieren GVVH of via MyCareNet 4. Ik attesteer via derdebetaler 5. Mag ik uitzonderlijk de getuigschriften van een collega gebruiken? 6. Hoe bekom ik mijn getuigschriften voor verstrekte hulp?

45 45 46 46 46 46 47

VII. Vragen omtrent de juiste interpretatie van de nomenclatuur

47

3e Deel - De verpleegkundige en zijn/haar patiënt

49

I. Verschillende soorten verzekeringen voor geneeskundige verzorging 1. De verplichte verzekering voor personen die van het Belgische sociale zekerheidssysteem genieten 2. De aanvullende verzekering 3. Andere verzekeringen 4. Private en individuele verzekeringen 5. Vlaamse zorgverzekering 6. Specifieke verzekeringen

50 50 50 50 51 51 51

II. De verzekerbaarheid “geneeskundige verzorging” 1. Voor personen die genieten van het Belgische sociale zekerheidssysteem 2. Voor personen die tijdelijk in België verblijven 3. Asielzoekers

51 51 52 52

III. Wat betaalt de patiënt voor zijn medische zorg? 1. Remgeld 2. Wat is de Maximumfactuur (MAF) en wie heeft er recht op? 3. Derdebetalersregeling 4. Hoeveel mag ik aanrekenen?

54 54 55 56 57

IV. Zorgen verleend door geïntegreerde diensten voor thuisverzorging

58

3

4

Inhoudstafel - Juni 2010

V. Zorgtrajecten 1. Wat zijn zorgtrajecten? 2. Rol van de verpleegkundige in het zorgtraject diabetes

58 58 58

VI. Rechten van de patiënt 1. Definities en toepassingsgebied 2. Welke rechten voorziet de wetgever voor de patiënt? 3. Wie vertegenwoordigt de patiënt in geval van minderjarigheid of bij het onvermogen zelf zijn rechten uit te oefenen?

59 59 59 61

4e Deel - Communicatie met het RIZIV

63

I. Omzendbrieven II. De website van het RIZIV www.riziv.be III. Meer info nodig ?

64 64 65

5e Deel - Provinciale geneeskundige commissies van de FOD Volksgezondheid

67

Lijst met adressen van de provinicale geneeskundige commissies

68

Index

70

Inleiding - Juni 2010

Inleiding Deze brochure heeft als bedoeling een antwoord te bieden (direct of via verwijzing naar meer gespecialiseerde sites) op de meest courante vragen die je als beginnend verpleegkundige in de thuiszorg kunt stellen. Ze heeft niet de bedoeling een antwoord te geven op alle mogelijke vragen of situaties die zich in de praktijk kunnen voordoen. Het is geen “cursus” die van A tot Z moet doorgenomen worden maar een naslagwerk waar je concrete antwoorden kunt vinden. Om die reden hebben we geopteerd voor een gedetailleerde inhoudstafel en index. Omdat je als verpleegkundige binnen het gezondheidssysteem een belangrijke begeleidingsfunctie vervult, hebben we ook informatie toegevoegd die niet direct voor jou van belang is maar wel voor je patiënt zoals de wet op de patiëntenrechten... We hebben ons uit praktische overwegingen beperkt tot informatie van algemeen belang. }}

}} }}

}}

}}

In het 1e deel, “Algemeen kader”, worden de meer administratieve aspecten van je beroep toegelicht (erkenning, bevoegdheid, responsabilisering, overeenkomst). Het 2e deel, “de nomenclatuur” legt uit hoe je je prestaties moet aanrekenen. In het 3e deel, “de verpleegkundige en zijn patiënt” wordt de verzekering voor geneeskundige verzorging (vroeger ziekteverzekering) toegelicht vanuit het standpunt van de patiënt (verzekerbaarheid, prijsvorming, MAF, rechten van de patiënt). In het 4e deel, “Communicatie” leggen we uit hoe U als zorgverlener met het RIZIV en met de Dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle (DGEC) in het bijzonder kunt communiceren. Ter aanvulling van de lijst met nuttige contacten, geeft het 5e deel ook de gegevens van de Provinciale medische commissies van de FOD Volksgezondheid.

Deze brochure vervangt de wetgeving niet. Waar mogelijk wordt verwezen naar de officiële teksten. Bij verwijzing naar de wet wordt steeds de datum van afkondiging vermeld. Citaten uit wetteksten zijn in cursief gezet.

De bijgewerkte (geconsolideerde) versie van de wetgevingen in referentie is te raadplegen op de websites van: }} RIZIV: www.riziv.be > wilt U meer weten > reglementering > databank Docleg }} FOD Justitie: www.just.fgov.be > Belgische staatsblad > Belgische wetgeving.

De infobox is, in een regelmatig bijgewerkte versie elektronisch beschikbaar. Om op de hoogte te blijven van de laatste wijzigingen van de wetgeving en van de brochure raden we je aan regelmatig de website van het RIZIV te raadplegen. We wensen je veel leesplezier. De Dienst geneeskundige Evaluatie en Controle van het RIZIV.

5

6

Inleiding - Juni 2010

Uw opmerkingen en suggesties zijn welkom op }} het e-mailadres: [email protected] }} per post: RIZIV, DGEC, i&C-team, Tervurenlaan 211, 1150 Brussel. Voor vragen kunt u ook telefonisch terecht bij het call center van de dienst Geneeskundige Verzorging van het RIZIV }} op het nummer 02/739.74.79 op maandag en donderdag tussen 13 en 16u, op dinsdag, woensdag en vrijdag tussen 9 en 12 uur }} in de kantoren van het RIZIV tussen 9 en 12u of na afspraak op het volgende adres: Tervurenlaan 211, 1150 Brussel Beding van afwijzing van aansprakelijkheid: aan de informatie die in het document is vermeld, kunnen geen rechten of aanspraken worden ontleend. Bij twijfel of betwisting geldt enkel de wetgeving.

1 Deel Algemeen kader e

8

1e Deel - Algemeen kader - Juni 2010

Dit deel behandelt de meer administratieve aspecten van je beroep. Welke stappen moet je zetten om te kunnen starten (erkenning, RIZIV- nummer)? Welke handelingen mag je verrichten? Wat is je verantwoordelijkheid op sociaal, financieel en juridisch vlak ? Welke zijn de opdrachten van het RIZIV? Wat betekent de nationale overeenkomst voor verpleegkundige?

I. Administratieve voorwaarden om de verpleegkunde te mogen uitoefenen in de thuiszorg 1. Toelating tot het beroep Je moet houder zijn van een van de volgende diploma’s/brevetten beroepstitels1 : }} }} }} }} }} }}



diploma van gegradueerde in de verpleegkunde revet van verpleger of verpleegster b brevet van verpleegassistent(e) brevet van ziekenhuisassistent(e) diploma in de verpleegkunde diploma van bachelor in de verpleegkunde. Meer informatie over de opleiding verpleegkunde kunt u vinden bij het ministerie van onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap www. vlaanderen.be

Je moet je diploma laten viseren door de provinciale geneeskundige commissie van de FOD-volksgezondheid in de provincie waar je je wenst te vestigen (zie 5e Deel voor adressen). Voor bijkomende informatie en adressen van de provinciale geneeskundige commissie en aanvraag van erkenningsformulieren: FOD volksgezondheid: www.health.fgov.be > gezondheidszorg > gezondheidsberoepen > verpleegkunde > toegang tot het beroep

1.

K.B. nr. 78 van 10 november 1967, betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, art 21 quater § 1, 2 en 3, genaamd K.B. 78 .

1e Deel - Algemeen kader - Juni 2010

2. Het verkrijgen van een RIZIV-nummer Je hebt een RIZIV- nummer nodig indien je prestaties aanrekent via de nomenclatuur. Een RIZIVnummer is dus niet nodig indien je bijvoorbeeld alleen verzorging verleent in een ziekenhuis. Indien je werkzaam bent in een rustoord is het hebben van dit nummer aan te raden om administratieve reden. Dit nummer moet je op alle officiële stukken vermelden (getuigschriften, briefwisseling , evaluatieschalen, enz.). Getuigschriften voor verstrekte hulp mogen slechts opgesteld worden vanaf het moment dat je over dit nummer beschikt. De aanvraag dient schriftelijk te gebeuren op het volgende adres: RIZIV (Dienst geneeskundige verzorging), Afdeling Verpleegkundigen, Tervurenlaan 211, 1150 Brussel. Bij uw aanvraag voegt u een gelegaliseerd (voor eensluidend verklaard) afschrift van het diploma dat geviseerd werd door de provinciale geneeskundige commissie. Bijkomende informatie is te bekomen op hetzelfde adres of telefonisch op het nummer van het call center van de Dienst voor geneeskundige verzorging: 02/739.74.79 op maandag en donderdag tussen 13 en 16u, op dinsdag, woensdag en vrijdag tussen 9 en 12 uur. Elk RIZIV-nummer is uniek en bestaat uit 11 cijfers. De laatste drie cijfers geven je bevoegdheidscode weer.

4 – 12345 – 67- 401 discipline

volgnummer

check-digit

qualificatie

De cijfers in je RIZIV- nummer (4/XXXXX/CD/OOO) staan voor: }}

beroep



1e cijfer 4 = vroedvrouwen en verpleegkundigen

}}

volgnummer



2e t/m 6e cijfer }}

}}

Voor de vroedvrouwen, gemachtigd tot het verlenen van verloskundige verstrekkingen : een volgnummer tussen 00001 en 09999. Voor de verpleegkundigen, ingeschreven op de lijst aangelegd door het Verzekeringscomité van de Dienst voor geneeskundige verzorging : een volgnummer tussen 10001 en 99999.

}}

check-digit (voor de interne controle van het nummer)



7e en 8e cijfer

}}

bevoegdheid van de zorgverlener



9e, 10e et 11e cijfer

9

10

1e Deel - Algemeen kader - Juni 2010

De belangrijkste bevoegdheidscodes voor de verpleegkundigen zijn: Code 002 401 404 405 407 408 411 417 418 421 422 428 431 438 441 442 448 451 458 461 462 468 471 478

Bevoegdheid Vroedvrouwen, gemachtigd tot het verlenen van verloskundige verstrekkingen Gegradueerde verpleegsters en ermee gelijkgestelde Verzorgsters, die zijn erkend vóór 1 januari 1964 en het behoud van die erkenning gevraagd hebben Medewerksters, die vóór 1 januari 1964 tijdelijk zijn erkend en het behoud van die erkenning gevraagd hebben Verpleegassistenten en ermee gelijkgestelden Verpleegsters met brevet Gegradueerde verpleegkundigen, erkend in het kader van de E.E.G. Verpleegassistenten, erkend in het kader van de E.E.G. Verpleegkundigen, erkend in het kader van de E.E.G. Gegradueerde verpleegkundigen en ermee gelijkgestelde + referentieverpleegkundigen inzake wondzorg Vroedvrouwen + referentieverpleegkundigen inzake wondzorg Gebrevetteerde verpleegkundigen en ermee gelijkgestelde + referentieverpleegkundigen inzake wondzorg Gegradueerde verpleegkundigen, erkend in ’t kader van E.E.G + referentieverpleegkundigen inzake wondzorg Gebrevetteerde verpleegkundigen, erkend in ’t kader van E.E.G + referentieverpleegkundigen inzake wondzorg Gegradueerde verpleegkundigen en ermee gelijkgestelde + referentieverpleegkundigen inzake diabetes Vroedvrouwen + referentieverpleegkundigen inzake diabetes Gebrevetteerde verpleegkundigen en ermee gelijkgestelde + referentieverpleegkundigen inzake diabetes Gegradueerde verpleegkundigen, erkend in ’t kader van E.E.G + referentieverpleegkundigen inzake diabetes Gebrevetteerde verpleegkundigen, erkend in ’t kader van E.E.G + referentieverpleegkundigen inzake diabetes Gegradueerde verpleegkundigen en ermee gelijkgestelde + referentieverpleegkundigen inzake diabetes en wondzorg Vroedvrouwen + referentieverpleegkundigen inzake diabetes en wondzorg Gebrevetteerde verpleegkundigen en ermee gelijkgestelde + referentieverpleegkundigen inzake diabetes en wondzorg Gegradueerde verpleegkundigen, erkend in ’t kader van E.E.G + referentieverpleegkundigen inzake diabetes en wondzorg Gebrevetteerde verpleegkundigen, erkend in ’t kader van E.E.G + referentieverpleegkundigen inzake diabetes en wondzorg

3. Het verkrijgen van bijzondere beroepstitels of beroepsbekwaamheden2 De bijzondere beroepstitels en beroepsbekwaamheden zijn opgesomd in het K.B. van 27 september 2006. Op dit ogenblik voorziet de nomenclatuur geen verstrekkingen waarvoor het bezit van een bijzondere beroepstitel is vereist. Meer info op de website van de FOD Volksgezondheid: www.health.fgov.be > gezondheidszorg > gezondheidsberoepen > verpleegkundigen > toegang tot het beroep > bijzondere beroepstitels.

2. K.B. 21 april 2007 vaststelling van de erkenningsprocedure waarbij beoefenaars van de verpleegkunde ertoe gemachtigd worden een bijzondere beroepstitel te dragen of zich op een bijzondere beroepsbekwaamheid te beroepen.

1e Deel - Algemeen kader - Juni 2010

4. Referentieverpleegkundigen Sommige prestaties inzake wondzorg en diabetes zijn alleen vergoedbaar voor referentieverpleegkundigen. Meer info op de website van het RIZIV: www.riziv.be > Zorgverleners > andere zorgverleners > verpleegkundigen > Informatie per thema > referentieverpleegkundigen > richtlijnen. De Provinciale Geneeskundige Commissie (PGC) is samengesteld uit vaste ambtenaren en uit personen afkomstig uit het terrein, die telkens voor een periode van 6 jaar benoemd worden. De Voorzitter en de Ondervoorzitter zijn beide artsen; daarnaast worden er per erkende en betrokken beroepsgroep (artsen, apothekers, tandartsen, veeartsen, vroedvrouwen, verpleegkundigen; kinesitherapeuten) 2 leden en 2 vervangers benoemd. Voornaamste taken van de PGC3:

}}

de overheid alle maatregelen voorstellen die bijdragen tot de Volksgezondheid (o.a. bij crisissen). ervoor zorgen dat de beoefenaars meewerken aan de uitvoering van de door de overheid opgelegde maatregelen met het oog op het voorkomen of bestrijden van ziekten met verplichte aangifte of van overdraagbare ziekten. het visum verlenen (al of niet voorwaardelijk) of intrekken. het opsporen en vaststellen van het onwettige uitoefenen van de geneeskunde. het functioneren als deontologische kamer voor de beroepsgroepen zonder Orde toezicht houden op de wachtdienstregeling van de geneeskundige beroepen (artsen, apothekers, tandartsen en vroedvrouwen) en in geval van een tekort eventueel zelf een wachtbeurtregeling opleggen. procedures in gang zetten bij diefstal van voorschriften of stempel.

3.

K.B. nr. 78 van 10 november 1967.

}}

}}

}} }} }} }}

11

12

1e Deel - Algemeen kader - Juni 2010

II. De verpleegkundige handelingen 1. Welke handelingen vallen onder de uitoefening “verpleegkunde”? Onder uitoefening van de verpleegkunde wordt verstaan het vervullen van de volgende activiteiten4 : “a) - het observeren, het herkennen en het vastleggen van de gezondheidsstatus zowel op psychisch, fysisch als sociaal vlak; - Het omschrijven van verpleegproblemen; -Het bijdragen aan de medische diagnose door de arts en aan het uitvoeren van de voorgeschreven behandeling; - Het informeren en adviseren van de patiënt en zijn familie; - Het voortdurend bijstaan, uitvoeren en helpen uitvoeren van handelingen, waardoor de verpleegkundige het behoud, de verbetering en het herstel van de gezondheid van gezonde en zieke personen en groepen beoogt; - Het verlenen van stervensbegeleiding en begeleiding bij de verwerking van het rouwproces; b) de technisch- verpleegkundige verstrekkingen waarvoor geen medisch voorschrift nodig is, alsook deze waarvoor wel een medisch voorschrift nodig is. Die verstrekkingen kunnen verband houden met de diagnosestelling door de arts, de uitvoering van een door de arts voorgeschreven behandeling of met het nemen van maatregelen inzake preventieve geneeskunde. c) de handelingen die door een arts kunnen worden toevertrouwd overeenkomstig artikel 5, § 1, tweede en derde lid.”

2. Welke zijn de technische verpleegkundige verstrekkingen? Deze handelingen zijn opgesomd in de hierna volgende lijst5. De lijst maakt onderscheid tussen verstrekkingen waarvoor geen voorschrift van een arts nodig is (B1) en die waarvoor dit voorschrift wel nodig is (B2). De hier vermelde voorwaarde van een voorschrift moet gezien worden vanuit het oogpunt van de bevoegdheid om die handeling te mogen verrichten en niet vanuit het oogpunt van de vergoedbaarheid van deze handeling volgens de nomenclatuur. Een bijgewerkte versie van deze lijst is terug te vinden op : www.health.fgov.be > gezondheidszorg > gezondheidsberoepen > verpleegkundige > wetgeving > technisch verpleegkundige verstrekkingen en handelingen.

4. 5.

K.B. nr. 78 van 10 november 1967, art. 21 quinquies. K.B. van 18 juni 1990, in toepassing van art. 21 quinquies, § 3 van het K.B. nr. 78 van 10 november 1967 bijlage I

1e Deel - Algemeen kader - Juni 2010

B1 Verstrekkingen zonder voorschrift

B2 Verstrekkingen op voorschrift

1 Behandelingen Ademhalingsstelsel }} Luchtwegenaspiratie en -drainage. }} Verpleegkundige verzorging aan en toezicht op patiënten met een kunstmatige luchtweg. }} Gebruik van en toezicht op toestellen voor gecontroleerde beademing. }} Cardiopulmonaire resuscitatie met niet-invasieve hulpmiddelen }} Zuurstoftoediening. Bloedsomloopstelsel Plaatsen van een intraveneuze katheter in een perifere vene, bloedafneming en intraveneuze perfusie met een isotonische zoutoplossing, eventueel met gebruik van een debietregelaar }} Plaatsen van een intraveneuze perfusie met een isotonische zoutoplossing via een subcutaan poortsysteem dat verbonden is met een ader, bloedafneming en gebruik van een debietregelaar. }}

}} }}

}}

}}

}}

}}

}}

}}

Spijsverteringsstelsel }} Manuele verwijdering van fecalomen.

}}

}}

Urogenitaal stelsel en verloskunde }} Vaginale spoeling }} Aseptische vulvazorg

}}

}}

Huid en zintuigen Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op: }} wondzorg }} de verzorging van stomata, wonden met wieken en drains }} verwijderen van losse vreemde voorwerpen uit de ogen

}}

}}

}} }} }}

ebruik en toezicht op thoraxdrainagesysteem. G Cardiopulmonaire resuscitatie met invasieve hulpmiddelen.

Aanbrengen van verbanden en kousen ter preventie en/of behandeling van veneuze aandoeningen. Voorbereiding, toediening van en toezicht op intraveneuze perfusies en transfusies eventueel met technische hulpmiddelen. Gebruik van en toezicht op toestellen voor extracorporele circulatie en contrapulsatie. Verwijderen van arteriële en diepveneuze katheders De afname en behandeling van transfusiebloed en van bloedderivaten. Het verrichten van de aderlating. Voorbereiding, uitvoering en toezicht op: }} maagspoeling }} darmspoeling }} lavement }} gastro-intestinale tubage en drainage Verwijdering, vervanging na fistelvorming (met uitzondering van de eerste vervanging uit te voeren door de arts) en toezicht op de percutane gastrostomiesonde met ballon Voorbereiding, uitvoering en toezicht op: }} blaassondage }} blaasinstillatie }} drainage van de urinaire tractus Verwijdering, vervanging na fistelvorming (met uitzondering van de eerste vervanging uit te voeren door de arts) en toezicht op de suprapubische blaassonde met ballon Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op: }} verwijderen van cutaan hechtingsmateriaal, wieken, drains en cutane katheters }} spoeling van neus, ogen en oren }} warmte- en koudetherapie: therapeutische baden Verwijderen van een epidurale katheter Toepassen van therapeutische lichtbronnen. Het plaatsen van kopglazen, bloedzuigers en larven.

13

14

1e Deel - Algemeen kader - Juni 2010

B1 Verstrekkingen zonder voorschrift

B2 Verstrekkingen op voorschrift

Metabolisme }}

}}

Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op technieken van: }} hemodialyse }} hemoperfusie }} plasmaforese }} peritoneale dialyse In evenwicht houden van de vochtbalans

Medicamenteuze toedieningen }}

}}

Voorbereiding en toediening van medicatie via de volgende toegangswegen: }} oraal (inbegrepen inhalatie) }} rectaal }} vaginaal }} subcutaan }} intramusculair }} intraveneus }} via luchtweg }} hypodermoclyse }} via gastro-intestinale katheter }} via drain }} oogindruppeling }} oorindruppeling }} percutane weg Voorbereiding en toediening van een medicamenteuze onderhoudsdosis via een door de arts geplaatste katheter: epiduraal, intrathecaal, intraventriculair, in de plexus, met als doel een analgesie bij de patiënt te bekomen.

Bijzondere technieken }}

}}

}}

Verpleegkundige zorg aan en toezicht op prematuren met gebruik van incubator. Toezicht op de voorbereiding van te steriliseren materialen en op het sterilisatieproces. Manipulatie van radioactieve producten.

2. Voedsel- en vochttoediening }} Enterale vocht- en voedseltoediening 3. Mobiliteit }} De patiënt in een functionele houding brengen met technische hulpmiddelen en het toezicht hierop. 4. Hygiëne }} Specifieke hygiënische zorgen als voorbereiding op een onderzoek of behandeling. }} Hygiënische zorg bij patiënten met ADL (activiteiten dagelijkse leven)-dysfunctie.

}} }}

}}

}}

Verwijderen van gipsverbanden Drainage van intracerebraal vocht via een ventrikeldrain onder permanente controle van de intracraniële druk Toepassing van de behandelingen tot immobilisatie van alle letsels, na eventuele manipulatie door de arts, zoals het aanbrengen van verbanden in gips en gipsvervangende producten en het toepassen van andere technieken tot immobilisatie Parenterale voeding

1e Deel - Algemeen kader - Juni 2010

B1 Verstrekkingen zonder voorschrift B2 Verstrekkingen op voorschrift 5. Fysische beveiliging }} Vervoer van patiënten die een bestendig toezicht nodig hebben. }} Maatregelen ter voorkoming van lichamelijke letsels: fixatiemiddelen, isolatie, beveiliging, toezicht. }} Maatregelen ter preventie van infecties. }} Maatregelen ter preventie van decubitusletsels 6. Verpleegkundige activiteiten die verband houden met het stellen van de diagnose en de behandeling }} Meting van de parameters behorende tot de ver- }} Voorbereiding van en assistentie bij invasieve schillende biologische functiestelsels ingrepen tot diagnosestelling. }} Gebruik van apparaten voor observatie en behandeling van de verschillende functiestelsels. }} Staalafneming en collectie van secreties en excreties. }} Bloedafneming: }} door veneuze en capillaire punctie }} langs aanwezige arteriële katheter }} Uitvoeren en aflezen van cutane en intradermotesten 7. Assistentie bij medische handelingen }} Beheer van de chirurgische en anesthesiologische }} Deelneming aan de assistentie en aan het toeuitrusting. zicht tijdens de anesthesie. }} Voorbereiding van de patiënt op de anesthesie en op }} Voorbereiding, assistentie en instrumenteren bij de chirurgische ingreep medische en chirurgische ingrepen.

8. Verstrekkingen voorbehouden voor de verpleegkundigen gespecialiseerd in intensieve zorg en spoedgevallen }} Cardiopulmonaire resuscitatie met invasieve middelen, }} Beoordeling van de parameters behorende,tot de cardiovasculaire, respiratoire en neurologische functiestelsels, }} Gebruik van toestellen voor het bewaken van de cardiovasculaire, respiratoire en neurologische functiestelsels, }} Onthaal, evaluatie, triage en oriëntatie van de patiënten.

15

16

1e Deel - Algemeen kader - Juni 2010

3. Welke zijn de geneeskundige handelingen die een arts aan een verpleegkundige kan toevertrouwen? De medische handelingen die een arts aan een beoefenaar van de verpleegkunde kan toevertrouwen bevinden zich op de hieronder vermelde lijst (lijst C6). Deze handelingen moeten steeds worden voorgeschreven en uitgevoerd onder welbepaalde voorwaarden.

1. Voorbereiding en toediening van chemotherapeutische middelen en isotopen. 2. Voorbereiding en toepassing van therapieën met radioactieve materialen en met stralings- apparatuur. 3. Beoordeling van de parameters behorende tot de verschillende biologische functiestelsels. 4. Bediening van toestellen voor medische beeldvorming. 5. Analysen, die tot de klinische biologie behoren, op lichaamsvochten, excreties, urine en vol bloed door middel van eenvoudige technieken in de nabijheid van de patiënt uitgevoerd, onder de verantwoordelijkheid van een erkend klinisch laboratorium. 6. Voorbereiding en toediening van vaccins, in aanwezigheid van een arts. 7. Vervanging van de externe tracheacanule. 8. Het debrideren van decubituswonden 9. Voorbereiding, assistentie, instrumenteren en post-operatieve zorg bij keizersnede. 10. Het uitvoeren van alle verpleegkundige handelingen (B1, B2 lijst) en toevertrouwde medische handelingen tijdens de zwangerschap, de bevalling en het postpartum, in zover deze betrekking hebben op pathologie of afwijkingen al dan niet veroorzaakt door de zwangerschap en in het kader van de multidisciplinaire samenwerking binnen de voor de betrokken pathologie gespecialiseerde diensten. 11. Bloedafneming door arteriële punctie. 12. Plaatsen van een intra-osseuse katheter (alleen wanneer gespecialiseerd in intensieve zorgen en spoedgevallenzorg)

6.

K.B. van 18 juni 1990, in toepassing van het K.B. nr. 78 van 10 november 1967, art. 21 quinquies, § 3 van bijlage II.

1e Deel - Algemeen kader - Juni 2010

III. Maatschappelijke en financiële verantwoordelijkheid van de zorgverlener 1. Zijn er beperkingen aan de therapeutische vrijheid van artsen en tandartsen ? De “therapeutische vrijheid” waarover artsen en tandartsen beschikken is niet onbeperkt. Ze moeten zich onthouden van het voorschrijven, uitvoeren of laten uitvoeren van overbodige of onnodig dure verstrekkingen ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen7. Ook het aanzetten tot het uitvoeren of voorschrijven van overbodige verstrekkingen is niet toegelaten.

2. Wat is mijn verantwoordelijkheid als verpleegkundige? Andere zorgverleners dan artsen en tandartsen mogen geen onnodig dure of overbodige verstrekkingen ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging uitvoeren of laten uitvoeren8. Toch ben je als verpleegkundige verplicht het doktersvoorschrift strikt uit te voeren9. Je kan evenwel weigeren om het uit te voeren (met in acht name van de continuïteit van de zorg). Je kan ook, indien de prestaties niet vergoedbaar zijn, ze ten laste leggen van de patiënt.

3. Financiële gevolgen voor mij en mijn patiënt wanneer verstrekkingen ten onrechte door de ziekteverzekering werden vergoed Voor verstrekkingen die ten onrechte werden vergoed omdat je niet over de vereiste bevoegdheid beschikt of je niet aan de wets- of verordeningsbepalingen hebt gehouden voorziet de wet het volgende10 : }} }}

}}

}}

indien je het honorarium van deze verstrekkingen hebt geïnd ben je tot terugbetaling verplicht. indien je het honorarium van deze verstrekkingen niet hebt ontvangen dan ben jij samen met de patiënt hoofdelijk (dus niet voor een deel maar voor gans het bedrag) aansprakelijk voor de terugbetaling. indien deze verstrekkingen langs de derdebetalersregeling zijn betaald, ben jij verantwoordelijk voor de terugbetaling. indien een natuurlijke persoon of een rechtspersoon deze verstrekkingen voor eigen rekening heeft geïnd, is deze samen met jou hoofdelijk aansprakelijk voor de terugbetaling.”

Zie ook 2e Deel, VI.

7. 8. 9. 10.

Wet betreffende de verplichte verzekeringen voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, GVU-wet art. 73, § 1. GVU-wet, art.73 § 1. K.B. 03-juli-1996, art .105. GVU-wet, art 164.

17

18

1e Deel - Algemeen kader - Juni 2010

4. Op welke manier kan ik aansprakelijk gesteld worden voor mijn verpleegkundig handelen? Algemeen wordt gesteld dat de zorgverlener naar zijn patiënt toe een middelenverbintenis heeft en geen resultaatsverbintenis (art.1137 van het Burgerlijk wetboek). Alle nodige middelen dienen dus te worden ingezet om een goed resultaat te bekomen zonder dat de garantie op succes kan worden gegeven.

Uw handelen kan beoordeeld worden volgens verschillende wetgevingen. Administratief: volgens de GVU-wetgeving met als controlerend orgaan de DGEC Meer informatie op de website van het RIZIV: www.riziv.be, rubriek Zorgverleners > Algemene info > “DGEC opdrachten en procedures”. Strafrechterlijk: volgens het strafrecht:bij inbreuken o.a. op het beroepsgeheim, bij fraude of valsheid in geschriften (correctionele rechtbank). Burgerlijk: volgens het burgerlijk recht (bvb schade bij medische fouten of schade zonder medische oorzaak)11. In geval van schade berust de bewijslast bij de patiënt.

5. Mag ik als verpleegkundige weigeren een handeling uit te voeren? Als verpleegkundige mag je weigeren handelingen uit te voeren waarvoor je bevoegd bent maar onvoldoende bekwaam . “De voorgeschreven technische verstrekkingen en toevertrouwde handelingen moeten behoren tot de normale kennis en bekwaamheid van de verpleegkundige”12 Men mag echter van jou verwachten dat je de courante verstrekkingen en handelingen correct en veilig kan uitvoeren. Een verpleegkundige mag ook weigeren een handeling uit te voeren of er aan deel te nemen om ethische redenen vb. in het kader van de euthanasie13.

IV. De zorgverlener en het RIZIV 1. Het RIZIV a. Doelstellingen Het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) is een openbare instelling van sociale zekerheid.

11. Wet van 31 maart 2010 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg. 12. K.B. 18 juni1990, art 7 ter § 1. 13. Euthanasiewet van 28 mei 2002, art. 14.

1e Deel - Algemeen kader - Juni 2010

Het RIZIV wil de middelen die de maatschappij uittrekt voor de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (verzekering GVU) zo goed mogelijk beheren. Het RIZIV werkt binnen het wettelijk kader en in overleg met de betrokken actoren (de sociale partners, de ziekenfondsen, de zorgverleners, enz.), zodat : }}

}}

}} }}

de bevolking toegang heeft tot de noodzakelijke geneeskundige verzorging, dat die verzorging van goede kwaliteit en doeltreffend is en dat ze wordt verstrekt tegen de overeengekomen tarieven de sociaal verzekerden - werknemers en zelfstandigen - een aangepast vervangingsinkomen genieten in geval van arbeidsongeschiktheid of moederschapsverlof, met de mogelijkheid tot re-integratie er een adequate financiering is van de activiteiten van de zorgverleners en de ziekenfondsen er een correct gebruik is van de middelen, bestemd voor de GVU-verzekering, en alle betrokkenen de wettelijke verplichtingen naleven.

b. Structuur Het RIZIV telt 5 diensten: }}

}}

}}

}}

}}

de Dienst voor geneeskundige verzorging, verantwoordelijk voor het beheer van de verzekering voor geneeskundige verzorging de Dienst voor uitkeringen, verantwoordelijk voor het beheer van de arbeidsongeschiktheid, de moederschaps-, vaderschaps- en adoptieverzekering en de uitkeringen voor begrafeniskosten de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle, die de toepassing van de RIZIV-wetgeving bewaakt (op het niveau van de praktijkvoering) de Dienst voor administratieve controle, die een administratieve controle uitoefent op onder andere de ziekenfondsen. Samen met de ziekenfondsen beheert en controleert de Dienst onder andere de goede werking van de maximumfactuur (MAF), het stelsel van de verhoogde tegemoetkoming en het Omnio-statuut. de Algemeen ondersteunende diensten. Algemeen beheerscomité

Administrateur generaal & adjunct-administrateur-generaal

Algemene raad verzekeringscomité

Beheerscomité

Comité

Comité

Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle

Dienst voor administratieve controle

Algemene regeling Regeling voor zelfstandigen Mijnwerkers

Dienst voor geneeskundige verzorging

Dienst voor uitkeringen

Algemeen ondersteunende diensten

19

20

1e Deel - Algemeen kader - Juni 2010

2. De Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle (DGEC) Het einddoel van de DGEC is bijdragen tot een optimale aanwending van de middelen van de verzekering GVU. Om dat doel te bereiken, volgt de dienst 3 strategieën:

a. Informatie Door de zorgverleners beter te informeren, moeten inbreuken tegen de wetgeving door onwetendheid worden voorkomen. De DGEC realiseert die informatieopdracht in samenwerking met de andere diensten van het RIZIV. Enkele voorbeelden : informeren over veranderingen in de wetgeving (via internet en omzendbrieven)

ter beschikking stellen van pertinente informatie via het internet (wetgeving, nomenclatuur, farmaceutische producten, enz.) praktische brochures maken in een toegankelijke taal voor de startende zorgverlener



feedback geven in verband met de resultaten van de evaluatie- en controleactiviteiten, met de bedoeling de zorgverlener te wijzen op (mogelijke) inbreuken op de wetgeving.



Meer info op de site van het RIZIV: www.riziv.be > Zorgverleners > Algemene info > Rechtspraak Comité van DGEC.

b. Évaluation Bij evaluatie neemt men niet de praktijkvoering van de individuele zorgverlener onder de loep, maar wel van een groep zorgverleners, geselecteerd op basis van criteria zoals discipline, voorschrijfgedrag, medische consumptie. Het doel van de evaluatie is hoofdzakelijk preventief: de zorgverleners informeren over de bij hen vastgestelde afwijkingen.

c. Controle De dienst heeft de taak na te gaan of de verstrekkingen uit de ziekteverzekering en de uitkeringsverzekering, verricht door de individuele zorgverlener/instelling, uitgevoerd zijn volgens de wettelijke bepalingen. De controle gebeurt volgens door de wet bepaalde procedures14. Bij het vaststellen van overtredingen kunnen maatregelen volgen.

14. GVU-wet, art. 141.

1e Deel - Algemeen kader - Juni 2010

De inbreuken worden onderverdeeld in 8 categorieën15, elk met een eigen sanctiemaat16.

1. Aanrekenen van niet verrichte verstrekkingen (realiteit). 2. Aanrekenen van verstrekkingen zonder rekening te houden met de geldende nomenclatuurregels (conformiteit) of andere voorwaarden (onder andere het nationaal akkoord, conventies, enz.). 3. Aanrekenen van verstrekkingen die noch curatief noch preventief zijn m.a.w. niet in de nomenclatuur voorziene verstrekkingen (art 34 GVU-wet) bvb. esthetische ingrepen. 4. Aanrekenen van overbodige of onnodig dure verstrekkingen (overconsumptie). 5. Voorschrijven van onnodig dure of overbodige verstrekkingen (overvoorschrijven). 6. Voorschrijven van onnodig dure of overbodige geneesmiddelen (geneesmiddelen hoofdstuk II, zonder voorafgaande toelating adviserend geneesheer). 7. Administratieve inbreuken. 8. Aanzetten tot het uitvoeren of voorschrijven van overbodige of onnodig dure verstrekkingen.

Als verpleegkundige zijn voor jou vooral de overtredingen 1, 2 en 7 van belang. De hierboven opgenoemde overtredingen zijn ook van toepassing op natuurlijke of rechtspersonen die }} }} }}

zorgverleners te werk stellen de verlening van verzorging organiseren de inning van vergoedingen van de ziekteverzekering organiseren17. Meer info op de site van het RIZIV: www.riziv.be }} over de werking v/d DGEC > Zorgverleners > Algemene informatie > “DGEC: Opdrachten en procedures” }} over de structuur van de DGEC: RIZIV > Administratieve structuur > Dienst geneeskundige evaluatie en controle.

15. GVU-wet, art 73 bis. 16. GVU-wet, art 142 § 1. 17. GVU-wet, art 2, n).

21

22

1e Deel - Algemeen kader - Juni 2010

V. De nationale overeenkomst tussen de verpleegkundigen en de verzekeringsinstellingen18 1. Inhoud van de overeenkomst Normaal worden de financiële en administratieve betrekkingen tussen patiënten en verzekeringsinstellingen enerzijds en de verpleegkundigen anderzijds bij overeenkomst geregeld19. Onder andere de volgende elementen worden erin vastgelegd. }}

}} }}

}} }}

}}

Prijzen en honoraria (art. 3). Voor bepaalde categorieën van patiënten kan in een verhoogde tegemoetkoming worden voorzien. De vergoeding voor sommige verplaatsingkosten (art. 4). Modaliteiten voor het aanrekenen van de verstrekkingen, het toepassen van de derdebetalersregeling(art. 6-7). en het innen van het remgeld (art. 8) Mogelijke gevolgen bij het niet naleven van de overeenkomst (zie verder) De overeenkomst is budgettair geconditioneerd. Ze voorziet dan ook in correctiemaatregelen bij overschrijding van de begrotingsdoelstellingen (art. 10). De thuisverpleegkundige en het zorgtraject diabetes (art. 10 bis)

2. Hoe wordt een overeenkomst afgesloten? De overeenkomst kan op nationaal en/of regionaal niveau worden afgesloten20. De toetreding gebeurt individueel21.

3. Hoe lang duurt een overeenkomst? Normaal wordt ze afgesloten voor ten minste 2 jaar maar in uitzonderlijke omstandigheden kan die periode korter zijn. De overeenkomst wordt stilzwijgend verlengd van jaar tot jaar behalve indien ze wordt opgezegd22. Indien je tot een overeenkomst bent toegetreden wordt je ook geacht toe te treden tot de overeenkomst wanneer die stilzwijgend wordt verlengd of tot de nieuwe overeenkomst die in de plaats komt, tenzij je natuurlijk de overeenkomst opzegt met een aangetekend schrijven uiterlijk drie maanden voor de datum van verstrijken23.

18. 19. 20. 21. 22. 23.

Overeenkomst tussen de verpleegkundigen en de verzekeringsinstellingen, aangepast op 01 januari 2009, genaamd overeenkomst. GVU-wet art. 42. GVU-wet art. 43. GVU-wet art. 45. GVU-wet art. 49 § 4. GVU-wet art. 49 § 3, 1e lid.

1e Deel - Algemeen kader - Juni 2010

4. Maatregelen bij niet naleving In geval van niet naleving van de overeengekomen tarieven kan de overeenkomstencommissie boetes opleggen (een boete van driemaal het bedrag van de overschrijding). Ze kan in bepaalde omstandigheden: }} }}

de overeenkomst eenzijdig voor bepaalde of onbepaalde duur opzeggen24 ook het uitsluiten uit de derdebetalersregeling behoort tot de mogelijkheden (zie 3e Deel, III, 3 Derdebetalersregeling).

5. Moet ik mijn patiënten informeren over mijn al of niet toetreding tot het akkoord? Je bent verplicht om in je praktijk op een voor de patiënt zichtbare plaats de nodige informatie aan te brengen met betrekking tot de tarifering en het al of niet toetreden tot de nationale overeenkomst. Indien je met meerdere personen op de zelfde plaats werkt mag je deze mededeling gemeenschappelijk of gecentraliseerd organiseren25. Indien je niet toetreedt tot de overeenkomst vermindert de tegemoetkoming van de verplichte verzekering met 25 % wat leidt tot een verhoging van het remgeld. Meer info op de website van het RIZIV: www.riziv.be, rubriek Zorgverleners > Andere zorgverleners > Verpleegkundigen > Algemene informatie > Overeenkomst gecoördineerde tekst.

VI. Ondersteunende maatregelen 1. Tegemoetkoming in een softwarepakket Er is een tegemoetkoming voorzien voor het aanschaffen van een door de Fod Volksgezondheid gehomologeerde softwarepakket (800 EUR voor 2009). Je moet hiervoor : }}

}} }}

tot de overeenkomst zijn toegetreden voor het volledige jaar waarop deze tegemoetkoming betrekking heeft; de verpleegkunde uitoefenen in hoofdberoep in de loop van het jaar waarvoor je de tegemoetkoming vraagt een minimale activiteit hebben gehad (≥ 33.000 EUR aan tegemoetkomingen in het kader van artikel 8 van de nomenclatuur).

Voor meer informatie en het aanvraagformulier: www.riziv.be > Zorgverleners > Andere zorgverleners > Verpleegkundigen > informatie per thema > RIZIV, tegemoetkoming in de kosten van het softwarepakket.

24. Overeenkomst art. 9. 25. GVU-wet, 73, §1.

23

24

1e Deel - Algemeen kader - Juni 2010

2. Forfaitaire tegemoetkoming voor de specifieke beheerskosten van de diensten thuisverpleging26 Een dienst thuisverpleging kan een forfaitaire tegemoetkoming bekomen voor de kosten verbonden aan de opgelegde beheersverplichtingen. Deze tegemoetkoming bedraagt voor 2009 13.064 EUR per trimester, berekend op basis van 14 VolTijdsEquivalent verpleegkundigen (VTE). Om aanspraak te hebben op deze tegemoetkoming moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan: }}

}}

}}

}}

}} }}

}}

de dienst wordt geleid door verpleegkundigen die verantwoordelijk zijn voor de organisatie van de dienst thuisverpleging, voor de coördinatie, de programmering, de continuïteit, de kwaliteit en de evaluatie van de verzorging en die gezag en toezicht uitoefenen het personeelsbestand bestaat uit minimum 7 VTE verpleegkundigen (de verantwoordelijke verpleegkundigen niet meegerekend) er is een permanente opleiding voor de verpleegkundigen van ten minste 20 uur per jaar en per VTE de dienst voorziet voor de opvolging van de patiënten per VTE en per jaar in 25 uur overlegvergadering en peer review de dienst moet beschikken over een uniek derdebetalersnummer een verantwoordelijke verpleegkundige mag per kwartaal slechts het aantal verstrekkingen verrichten dat overeenstemt met een totaal aan honoraria dat gelijk is aan 2 000 maal de waarde van de sleutelletter W per kwartaal moet de gemiddelde dagelijkse activiteit per VTE verpleegkundige, zonder rekening te houden met de verantwoordelijke verpleegkundige, tussen 13 en 23 basisverstrekkingen liggen.

Meer informatie op de website van het RIZIV: www.riziv.be > Zorgverleners > Andere zorgverleners > Verpleegkundigen > informatie per thema > Forfaitaire tegemoetkoming diensten thuisverpleging.

3. Pilootproject voor gegevensregistratie aan het bed van de patiënt (VINCA-project) Dit pilootproject heeft als doel de ambulante verpleegkundige administratief te ondersteunen. Door het gebruik van een draagbare computer kan hij gegevens invoeren thuis bij de patiënt. Een eenmalig financiële tussenkomst van het RIZIV is voorzien. Meer informatie op de website van de FOD Volksgezondheid: www.health.fgov.be > Gezondheidzorg > Telematica.

26. K.B. van 16 april 2002, houdende vaststelling van de forfaitaire tegemoetkoming.

2 Deel Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen e

26

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

In dit deel vind je informatie over de nomenclatuur van de verpleegkundige verstrekkingen in de thuiszorg : welke zijn deze verstrekkingen, onder welke voorwaarden mag ik ze aanrekenen; hoe stel ik mijn getuigschriften op? enz.

I. Inleiding tot de nomenclatuur van de verpleegkundige verstrekkingen Voor zover wordt voldaan aan (o.a.)de voorschrijfverplichting mag de verpleegkundige verstrekkingen, die niet vergoed worden door de ziekteverzekering, uitvoeren ten laste van de patiënt.

Alleen de verpleegkundige verstrekkingen opgenomen in artikel 8 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen (NGV) en uitgevoerd in overeenstemming met de erin vermelde voorwaarden, komen in aanmerking voor vergoeding door de ziekteverzekering.

Meer info over de nomenclatuur op de website van het RIZIV: www.riziv.be > Zorgverleners > Nomenclatuur.



De in dit deel vermelde juridische referenties hebben betrekking op art 8 van de NGV tenzij anders vermeld.

1. Wat houdt de nomenclatuur in? De nomenclatuur somt de verstrekkingen op die vergoedbaar zijn door de ziekteverzekering. Voor elke verstrekking geeft de nomenclatuur de volgende informatie: }}

}} }}

}}

de bevoegdheid vereist om de verstrekking te mogen aanrekenen aan de ziekteverzekering (zie ook 2e Deel, titel II, 2) een nummer dat de verstrekking identificeert een omschrijving: een beschrijving van de verstrekking zelf, al dan niet aangevuld met kwantitatieve of kwalitatieve voorwaarden met betrekking tot de vergoedbaarheid een betrekkelijke waarde, die de hoegrootheid van het honorarium bepaalt die je mag vragen in het kader van de overeenkomst. Ze bestaat uit een sleutelletter en een coëfficiëntgetal: }} de sleutelletter is W voor de verpleegkundige verstrekkingen. De waarde van de sleutelletter is het onderwerp van overleg tussen verpleegkundigen en ziekenfondsen (zie overeenkomst) }} het coëfficiëntgetal is een vermenigvuldigingsfactor.

De nomenclatuur voorziet verder nog in toepassingsregels die de vergoedbaarheid van één bepaalde of meerdere verstrekkingen verder toelichten (§ 2 t/m 11).

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

Voorbeeld :

Voor de hygiënische verzorging verleend in de woon- of verblijfplaats van de rechthebbende:

Nummer 425110

Omschrijving Hygiënische verzorging (toiletten)

Sleutelletter W

Coëfficiënt-getal 1,167 "

De toepassingsregels voor deze verstrekking zijn beschreven in § 6.

Meer informatie over de tarieven van de verstrekkingen op de site van het RIZIV: www.riziv.be > Verzekeringsinstellingen > Honoraria, prijzen en vergoedingen.

Je kan de interpretatieregels raadplegen op de website van het RIZIV : www.riziv.be > Zorgverleners > Nomenclatuur (beschikbaar in PDF en gerangschikt per artikel) of direct via de openingspagina: “nomenclatuur geneeskundige verstrekkingen”.

2. Wat is de wettelijke basis van de nomenclatuur? Artikel 34 van de gecoördineerde wet van 14-07-1994 (ook wel GVU-wet genoemd) somt de verstrekkingen van preventieve en curatieve aard op die voor vergoeding in aanmerking komen.

Interpretatieregels kunnen de nomenclatuur verduidelijken. Ze worden vastgelegd door het Verzekeringscomité op basis van voorstellen gedaan door de bevoegde overeenkomstencommissie en gepubliceerd in het Staatsblad.

De huidige nomenclatuur is als bijlage gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. De aanpassingen worden eveneens in de vorm van een koninklijke besluit bekendgemaakt; daarbij wordt verwezen naar het eerder genoemde koninklijk besluit.

3. Wie bepaalt de nomenclatuur? De overeenkomstencommissie verpleegkunde doet voorstellen of geeft een advies over wijzigingen in de Nomenclatuur (wijzigingen in de omschrijving van prestaties, toevoegen of verwijderen van prestaties, enz.). Op basis van die voorstellen of adviezen beslist het Verzekeringscomité over wijzigingen en aanpassingen van de nomenclatuur. De Minister van Sociale zaken, die zelf wijzigingen kan voorstellen of weigeren, formaliseert deze wijzigingen in een koninklijk besluit dat in werking treedt na publicatie in het Belgisch Staatsblad. Het Verzekeringscomité is samengesteld uit vertegenwoordigers van: }}

}} }} }}

}} }}

de verzekeringsinstellingen ; elke verzekeringsinstelling heeft recht op ten minste één vertegenwoordiger de representatieve organisaties van de geneesheren en van de tandheelkundigen ; de officina- apothekers, de ziekenhuisapothekers en de apothekers- biologen de beheerders van onder andere de verplegingsinrichtingen, verzorgingsinstellingen, rustoorden, inrichtingen voor revalidatie en herscholing kinesitherapeuten, verpleegkundigen en paramedische medewerkers de representatieve werkgeversorganisaties, van de representatieve werknemersorganisaties en van de representatieve organisaties van de zelfstandigen (alleen raadgevende stem).

De overeenkomstencommissie verpleegkunde is samengesteld uit 8 leden voorgedragen door de representatieve beroepsorganisaties van verpleegkundigen en 8 leden voorgedragen door de ziekenfondsen (K.B. van 3 juli 1996, art. 117).

27

28

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

4. Waar kan ik de Nomenclatuur raadplegen? De Nomenclatuur is onder andere te raadplegen op de website van het RIZIV via een zoekfunctie (Nomensoft) op basis van een codenummer, een artikel, een omschrijving of via navigatie in de boomstructuur; ook een combinatie van deze zoekmethodes is mogelijk. Nomensoft geeft voor elke codenummer ondermeer: de omschrijving van de prestatie, de erelonen en vergoedingen (met historiek), de datum van inwerkingtreding, de sleutelletterwaarden . Informatie over de nomenclatuur (Nomensoft of in tekstvorm), interpretatieregels en tarieven kun je vinden op de site van het RIZIV: www.riziv.be > Nomenclatuur Geneeskundige Verstrekkingen.

II. De Nomenclatuur van de verpleegkundige verstrekkingen 1. Indeling van de verpleegkundige verstrekkingen § 1 van artikel 8 geeft een opsomming van de verpleegkundige verstrekkingen. De verstrekkingen worden door de volgende parameters bepaald:

a. De plaats / moment waarop deze verstrekkingen worden verricht 4 groepen aangeduid als categorie 1° tot 4°. }} }} }}

}}

Categorie 1°: verstrekkingen verleend in de woon- of verblijfplaats van de rechthebbende op gewone werkdagen Categorie 2°: verstrekkingen verleend in de woon- of verblijfplaats van de rechthebbende tijdens het weekend of op een feestdag. Categorie 3°: verstrekkingen verleend hetzij in de praktijkkamer van de verpleegkundige, hetzij in een tijdelijke of definitieve gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van mindervaliden, hetzij in een hersteloord. Categorie 4°: Verstrekkingen verleend in een dagverzorgingscentrum voor bejaarden.

Als woon- of verblijfplaats van de rechthebbende wordt beschouwd de eigen woonplaats, maar ook thuis bij familie of kennissen of op een openbare plaats.

b. De aard van de verstrekking 7 rubrieken aangeduid door de Romeinse cijfers I-VII. }} }} }} }} }} }} }}

Rubriek I: Verpleegkundige verzorgingszitting: onderverdeeld in A) Basisverstrekking en B) technische verpleegkundige verstrekkingen (categorie 1° tot 4°) Rubriek II: Forfaitaire honoraria per verzorgingsdag voor zwaar zorgafhankelijke patiënten (cat.1° tot 3°) Rubriek III : Specifieke technische verpleegkundige verstrekkingen (cat.1° tot 3°). Rubriek IV : Forfaitaire honoraria per verzorgingsdag voor palliatieve patiënten (cat.1° en 2°). Rubriek V : Supplementair honorarium per verzorgingsdag voor palliatieve patiënten (cat.1° en 2°) Rubriek VI : Forfaitaire honoraria voor verstrekkingen aan diabetespatiënten (cat. 1° en 2°). Rubriek VII: Verpleegkundig consult

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

Aanrekenbaarheid van de verstrekkingen in functie van de categorieën en rubrieken

I. II. III. IV. V. VI. VII.

Basis + techn. Forfaits Spec. techn. Palliatief Supp. palliatief. Diabetes Verpl. consult

1° thuis weekdagen

2° thuis WE + feestdagen

3° dispensarium / mindervaliden / hersteloord

4° dagcentra bejaarden

ja ja ja ja ja ja ja

ja ja ja ja ja ja nee

ja ja ja nee nee nee nee

ja nee nee nee nee nee nee

2. Toepassingsregels Rubriek I.

Aard verstrekking Verpleegkundige verzorgingszitting

II.

Forfaitaire honoraria per verzorgingsdag voor zwaar zorgafhankelijke patiënten Specifieke technische verpleegkundige verstrekkingen Forfaitaire honoraria per verzorgingsdag voor palliatieve patiënten Supplementair honorarium per verzorgingsdag voor palliatieve patiënten Forfaitaire honoraria voor verstrekkingen aan diabetespatiënten Verpleegkundig consult

III. IV. V. VI. VII.

Toepassings-regels (art. 8) § 4, § 6 (toiletten), § 8 (wondzorg) §5 §9 §5 § 5 bis § 5 ter § 4 bis

De §§ 2 tot 11 geven toepassingsregels waarvan sommigen betrekking hebben op alle prestaties, sommigen op bepaalde rubrieken, anderen slechts op enkele prestaties.

a. Toepassingsregels voor alle verstrekkingen }} }} }} }}

§ 2 geeft nadere bepalingen betreffende het voorschrift. § 3 somt de omstandigheden op waarin geen honoraria verschuldigd zijn. § 7 behandelt de aanvraag- en kennisgevingsprocedure. § 11 behandelt de vergoedbaarheid van verstrekkingen die niet of slechts gedeeltelijk zijn uitgevoerd door een bevoegde persoon.

b. Toepassingsregels per rubriek of per categorie }}

}} }}

}}

}}

}} }}

§ 4 geeft nadere bepalingen met betrekking tot rubriek I (de verpleegkundige verzorgingszitting + verpleegkundig dossier). § 4bis geeft nadere bepalingen betreffende rubriek VII (verpleegkundig consult). § 5 geeft nadere bepalingen met betrekking tot rubriek II (forfaitaire honoraria per verzorgingsdag voor zwaar zorgafhankelijke zieken) en rubriek IV. § 5bis geeft nadere bepalingen met betrekking tot rubriek IV en V (forfaitaire honoraria per verzorgingsdag voor palliatieve patiënten). § 5ter geeft nadere bepalingen met betrekking tot rubriek VI (forfaitaire honoraria voor verstrekkingen aan diabetespatiënten). § 9 geeft nadere bepalingen met betrekking tot rubriek III (Specifieke technische verstrekkingen). § 10 geeft nadere bepalingen met betrekking tot de verstrekkingen die uitgevoerd worden tijdens het weekend of op een feestdag in de woon- of verblijfplaats van de rechthebbende (categorie 2°).

29

30

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

c. Toepassingsregels voor één welbepaalde verstrekking }} }} }}

§ 6 geeft nadere bepalingen betreffende toiletten. § 8 geeft nadere bepalingen betreffende wondzorg. § 8 bis bepaalt in welke omstandigheden je het voorbereiden en toedienen van medicatie aan chronisch psychiatrische patiënten mag aanrekenen.

III. Algemeen beperkende bepalingen bij de toepassing van de Nomenclatuur 1. Is een voorschrift noodzakelijk en aan welke vereisten moet het voldoen? a. Noodzaak van het voorschrift27 Voor alle verpleegkundige verstrekkingen uitgevoerd in het kader van de nomenclatuur is een voorschrift nodig behalve voor de volgende verstrekkingen: }} }} }}

}}

het toilet (ook in het kader van de forfaitaire honoraria), het bezoek van een referentieverpleegkundige bij specifieke wondzorg, het toezicht op een wonde met bioactief verband gedurende de periode waarvoor het verzorgen van een wonde is voorgeschreven. Het verpleegkundig consult.

b. Vereisten waaraan het voorschrift moet voldoen VEREISTEN VERMELD IN DE NOMENCLATUUR (§ 2) }}

}}

}}

}}

}}

“Het voorschrift vermeldt de aard, het aantal en de frequentie van de te verlenen verstrekkingen. Het moet de nodige gegevens bevatten om de aangerekende verzorging te kunnen identificeren (dus alleen de vermelding van het nomenclatuurnummer is niet voldoende). Voorschriften voor het toedienen van geneesmiddelen en medicamenteuze oplossingen moeten bovendien de aard en de dosis van de toe te dienen producten vermelden. Voor de bereiding en toediening van medicatie aan chronische psychiatrische patiënten (425736, 425751) dient niet het aantal verstrekkingen maar de periode van toediening worden vermeld (maximaal één jaar per voorschrift) Voorschriften voor het toedienen van enterale en parenterale voeding of van perfusies moeten bovendien het debiet en de hoeveelheid per 24 uur vermelden. Voorschriften voor wondzorg vermelden volgende bijkomende informatie: }} Een omschrijving van de wonde }} De maximale frequentie van de verzorging }} De posologie van de toe te dienen geneesmiddelen }} De periode waarover de wonde moet verzorgd worden.

27. Zie 1e Deel voor de noodzaak voorschrift buiten kader nomenclatuur.

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

ANDERE VEREISTEN28 Het voorschrift moet de volgende gegevens bevatten: }} }} }} }}

Identificatie van de patiënt: naam, voornaam, adres, hoedanigheid, inschrijvingsnummer Identificatie van de voorschrijver (naam , adres, RIZIV- nummer,) Het moet ondertekend worden door de voorschrijver (manueel). Het moet gedateerd zijn. De verpleegkundige mag nooit zelf wijzigingen aanbrengen aan het voorschrift!

c. Gevolgen van een ongeldig voorschrift Voor de verpleegkundige: een geldig voorschrift is een vergoedingsvoorwaarde. Hij is dan ook verplicht het onvolledige voorschrift voor verbetering aan te bieden aan de voorschrijver. Voor de voorschrijver: wanneer de zorgverlener, herhaaldelijk, en na verwittiging, de administratieve of medische documenten niet heeft opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen voorziet de wet een geldboete (50 EUR tot 500 EUR)29.

d. Geldigheidsduur van een voorschrift verpleegkundige zorg De geldigheidsduur van een voorschrift verpleegkundige zorg is niet bepaald.

2. Mag ik prestaties aanrekenen voor zorg verleend in een ziekenhuis? Zorgen verleend aan een gehospitaliseerde patiënt mag je niet aanrekenen; verpleegkundige handelingen worden forfaitair vergoed.

3. Mag ik prestaties aanrekenen voor zorg verleend in rusten verzorgingsinstellingen? Zorgen verleend aan patiënten die verblijven in de hieronder vermelde instellingen mag je niet aanrekenen: }}

}}

rust- en verzorgingstehuizen (RVT), psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT) en centra voor dagverzorging (CDV) die door de bevoegde overheid erkend zijn30 rustoorden voor bejaarden (ROB) die door de bevoegde overheid erkend zijn.

Zorgen verleend in instellingen die, zonder als rustoord te zijn erkend, een gemeenschappelijke woonplaats of verblijfplaats van bejaarden uitmaken31 mag je ook niet aanrekenen (forfaitaire vergoeding).

28. 29. 30. 31.

Verordening van 28 juli 2003 bijlage 32. GVU-wet, art. 142 § 1, 7°. De instellingen vernoemd in de GVU-wet art. 34, 11°. K.B. van 19 december 1997 en GVU-wet art. 34, 12.

31

32

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

4. Mag ik prestaties aanrekenen voor zorg verleend in serviceflats ? De verstrekkingen die je verleent aan bejaarden die zich bevinden in een woningcomplex met dienstverlening (serviceflats) mag je slechts aanrekenen indien het complex is erkend.

5. Mag ik prestaties aanrekenen voor zorg verleend tijdens een bezoek of raadpleging of technische verstrekking van een arts ? Neen. Deze zorg maakt integraal deel uit van de raadpleging, het bezoek of de technische verstrekking.

6. Mag ik verstrekkingen aanrekenen aan de ziekteverzekering die gedekt zijn door een andere verzekering? Verstrekkingen die vergoedbaar zijn volgens een andere Belgische wetgeving, een vreemde wetgeving of het gemeen recht, vergoedt de ziekteverzekering in principe niet32. In sommige omstandigheden kan de ziekteverzekering de terugbetaling van verstrekkingen voorschieten. Bijv. wanneer het nog niet vaststaat of het om een erkend arbeidsongeval gaat of wanneer de verantwoordelijkheid nog moet bepaald worden. De ziekteverzekering kan de bedragen nadien terugvorderen bij de desbetreffende verzekering als een andere wettelijke regeling van toepassing is. Zijn de vergoedingen volgens die wetgeving of het gemeen recht echter lager dan de vergoedingen van de ziekteverzekering, dan is het verschil ten laste van de ziekteverzekering33.

7. Mag ik verstrekkingen aanrekenen aan de ziekteverzekering die verricht werden in het buitenland? Verstrekkingen uitgevoerd bij een rechthebbende die zich niet werkelijk op Belgisch grondgebied bevindt of verricht buiten het Belgische grondgebied zijn niet vergoedbaar tenzij anders bepaald . In grensgemeenten kan echter een bijzondere regeling van toepassing zijn.

8. Mag ik verstrekkingen aanrekenen die geheel of gedeeltelijk zijn verricht door niet bevoegde personen? Verstrekkingen die geheel of gedeeltelijk werden verricht door een niet bevoegd persoon mag je niet aanrekenen zelfs niet indien ze werden uitgevoerd in je aanwezigheid. Bijstand van derden mag je slechts inroepen indien de toestand van de patiënt deze hulp noodzakelijk maakt (§ 11).

32. GVU-wet Art. 136 § 2. 33. GVU-wet Art. 136 § 1.

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

9. Mag ik in de thuiszorg taken delegeren aan zorgkundigen? Alleen in het kader van een pilootproject en onder strikte voorwaarden kunnen verpleegkundigen aan zorgkundigen sommige technische verpleegkundige verstrekkingen uit de thuiszorg delegeren34. Meer info over dit pilootproject op de site van het RIZIV: www.riziv.be > Zorgverleners > Andere zorgverleners > Verpleegkundigen > Informatie per thema > Overeenkomst inzake de activiteit van de zorgkundige binnen een dienst voor thuisverpleging.

IV. Het verpleegkundig dossier 1. Moet ik voor elke patiënt een verpleegkundig dossier opstellen? Je moet een verpleegkundig dossier per patiënt opmaken35. Het bijhouden van een volledig verpleegkundig dossier per patiënt is een voorwaarde voor verzekeringstegemoetkoming. (§ 3, 5°). Er is geen honorarium verschuldigd voor de verstrekkingen verleend aan patiënten van wie het dossier onvolledig is bijgehouden.

2. Welke gegevens moet het verpleegkundig dossier bevatten? Uit het verpleegkundig dossier moet blijken dat de zorg die de verpleegkundige verstrekt de volgende taken omvat: de planning, de uitvoering en de evaluatie, met inbegrip van de gezondheidsbegeleiding van de patiënt en zijn omgeving36. Voor het verpleegkundig dossier zijn geen vormvereisten bepaald (mag eventueel een geautomatiseerd bestand zijn). Het moet echter de volgende elementen bevatten: }} }} }} }} }} }} }}

de identificatiegegevens van de patiënt de evaluatieschaal van afhankelijkheidsgraad indien vereist (forfaitaire vergoeding, toiletten) de inhoud van het voorschrift of een kopie de identificatiegegevens van de voorschrijver de planning en evaluatie van de zorg de identificatie van de verpleegkundigen die deze zorg hebben verleend alle verpleegkundige zorg die over elke verzorgingsdag verleend werden. Bij forfaits moeten alle gegevens over de toegediende zorg die nodig zijn om de pseudocodenummers in te vullen op de GVVH (getuigschrift voor verstrekte hulp) in het zorgdossier worden vermeld

34. K.B. van 12 januari 2006 en bijlage voor meer info over de toegestane handelingen en het toezicht. 35. NGV, art. 8, § 4, 2°. 36. K.B. 18 juni 1990, art. 3.

33

34

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

}}

}}

bij de palliatieve patiënt (Rubriek IV en V) moet het dossier aangevuld worden met de volgende gegevens: symptoomregistratie, pijnschaal, contacten met de familie van de patiënt, resultaat van de coördinatievergaderingen (§ 5bis 5° c) desgevallend wordt het (algemeen) verpleegkundig dossier aangevuld met het specifieke verpleegkundig dossier voor de patiënt met diabetes (zie § 5ter, 4° en 5°) of met een specifiek wondzorgdossier (§ 8, 5°).

3. Hoe lang moet ik het verpleegkundig dossier bewaren? Je moet het verpleegkundig dossier gedurende tenminste 5 jaar bewaren.

4. Wie is verantwoordelijk voor het verpleegkundig dossier De verpleegkundige die de zorg verleend is verantwoordelijk voor het verpleegkundig dossier. Indien verschillende verpleegkundigen het verpleegkundig dossier van eenzelfde patiënt beheren, is ieder verantwoordelijk voor het bijhouden van de elementen uit het dossier die verband houden met de door hem/haar verleende zorg.

V. Toelichting bij de verpleegkundige verstrekkingen 1. Zijn er beperkingen aan het aantal zittingen die je per dag en per patiënt mag aanrekenen? Je mag normaal maar één zitting per dag aanrekenen. Alleen wanneer de verzorging over verschillende verzorgingszittingen gespreid moet worden om medische redenen, vermeld op het voorschrift, mag je van deze regel afwijken.

2. Zijn er beperkingen aan het aantal verstrekkingen die je per zitting mag aanrekenen? De volgende beperkingen zijn voorzien }}

}}

}}

}}

de verstrekkingen vermeld in § 4, 4° mogen maar eenmaal per verzorgingzitting worden aangerekend de technische verpleegkundige verstrekkingen (rubriek I, B van 1° tot 4°) mogen slechts één maal per verzorgingszitting worden aangerekend (§ 4, 4°) indien je tijdens een zitting meerdere verstrekkingen “wondzorg” verricht mag je alleen die met het hoogste tarief aanrekenen (§ 8, 8°) de verstrekkingen “eenvoudige en complexe wondzorg” mogen tijdens dezelfde zitting niet gecumuleerd worden met het bezoek van een referentieverpleegkundige specifieke wondzorg

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

}}

}}

de verstrekkingen “toezicht op wonde met bioactief verband”, “aanbrengen van zalf of van een geneeskrachtig product”, “aanbrengen van oogdruppels en/of oogzalf” en “aanbrengen van bandages, voorbereiding en toediening van medicatie bij chronische psychiatrische patiënten …” mag je tijdens een zelfde zitting niet cumuleren met enige andere verstrekking, behoudens een basisverstrekking (§ 8, 8°) de verstrekkingen 425375, 425773, 426171 mag je enkel cumuleren tijdens eenzelfde zitting met de verstrekkingen 423113, 423312, 423415 indien de injectieplaats verschillend is (interpretatieregel 1).

Meer info over de interpretatieregels op de site van het RIZIV: www.riziv.be > nomenclatuur geneeskundige verstrekkingen > nomenclatuur: per hoofdstuk en artikel + interpretatieregels.

3. Zijn er beperkingen aan het aantal verstrekkingen die je voor één patiënt per dag mag aanrekenen? De volgende beperkingen zijn voorzien. }}

Voor de forfaitaire vergoedingen voor zwaar zorgafhankelijke patiënten -al dan niet palliatief- uit rubriek II en IV (= forfait A, B,C, PA, PB, PC): }} Deze forfaits kunnen slechts eenmaal per dag aangerekend worden en moeten minstens één toilet omvatten. }} Deze forfaits kunnen slechts gecumuleerd worden met de volgende verstrekkingen: }} de specifieke technische verstrekkingen (rubriek III) }} het verpleegkundig consult (rubriek VII) }} het bezoek van een referentieverpleegkundige bij specifieke wondzorg; }} alle forfaitaire honoraria voor verstrekkingen aan diabetespatiënten (rubriek VI) bij de niet palliatieve patiënt; }} alleen de forfaitaire honoraria voor opvolging van de diabetes patiënt (423216, 423231,423334) bij de palliatieve patiënt.

}}

Voor niet zwaar zorgafhankelijke patiënten: }} Voor de som van de honoraria voor de verschillende verstrekkingen uit rubriek I A +B van 1° tot 4°, ongeacht of ze tijdens meerdere verzorgingszittingen of door verschillende verpleegkundigen werden verleend, bestaat er een maximaal bedrag (dagplafond) dat voor een patiënt per dag niet mag worden overschreden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met het bezoek van een referentieverpleegkundige bij specifieke wondzorg (§ 4 6°). }} De verpleegkundige verzorgingszitting (of het dagplafond) mag gecumuleerd worden met }} de specifieke technische verpleegkundige verstrekkingen (rubriek III) }} het bezoek van een referentieverpleegkundige bij specifieke wondzorg met uitzondering van de verstrekkingen “eenvoudige en complexe wondzorg” die niet gecumuleerd mogen worden tijdens dezelfde zitting met het bezoek van de referentieverpleegkundige. }} Het verpleegkundig consult (rubriek VII) }} alle forfaitaire honoraria voor verstrekkingen aan diabetespatiënten (rubriek VI) bij de niet palliatieve patiënt; }} de forfaitaire honoraria voor opvolging van de diabetes patiënt (423216, 423231, 423334) bij de palliatieve patiënt. }} het supplementaire honorarium PN dat bij de palliatieve patiënt eenmaal per verzorgingsdag mag aangerekend worden (forfaitaire vergoeding voor de technische verstrekkingen die niet zijn opgenomen in rubriek I B en III). Wanneer het hierboven vermelde dagplafond bij de palliatieve patiënt wordt bereikt, wordt het dagplafond en het PN forfait vervangen door het forfaitaire honorarium PP.

35

36

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

}}

De vergoeding voor de specifieke technische verpleegkundige verstrekkingen (rubriek III) is forfaitair en mag dus maar één maal per dag aangerekend worden. Deze vergoeding mag wel gecumuleerd worden met de andere verstrekkingen uit art 8 van de NGV met uitzondering van die verstrekkingen die alleen maar met een basisverstrekking mogen gecumuleerd worden tijdens een en de zelfde zitting (zie beperkingen v/h aantal verstrekkingen per zitting: paragraaf 4.2).

}}

et bezoek van een referentieverpleegkundige bij specifieke wondzorg mag met alle verstrekH kingen gecumuleerd worden uitgezonderd de verstrekkingen “eenvoudige wondzorg” en “complexe wondzorg”.

}}

et verpleegkundig consult (rubriek VII) mag met alle verstrekkingen worden gecumuleerd. Deze H verstrekking komt niet in aanmerking voor het aanrekenen van een basisverstrekking.

4. Onder welke voorwaarden mag ik een basisverstrekking aanrekenen? Je mag de basisverstrekking slechts aanrekenen als: }} }}

Je een volledig verpleegkundig dossier opmaakt en bijhoudt, je minstens één technische verpleegkundige verstrekking verricht uit rubriek I B (bezoek van een referentieverpleegkundige bij specifieke wondzorg niet mee gerekend) of je hebt minstens een specifiek verpleegkundige verstrekking uit rubriek III verricht.

5. Onder welke voorwaarden mag ik een van de forfaits uit rubriek II (zwaar zorgafhankelijke patiënten) of IV (palliatieve patiënten) aanrekenen? Onder de volgende voorwaarden: }}

}} }} }}

}}

}}

Op basis van de evaluatieschaal van de fysische afhankelijkheid (§ 5) bepaal je welke forfait je mag aanrekenen (zie 2e Deel, V, 16). Uitgezonderd voor het forfait PP moet je minstens één toilet per verzorgingdag uitvoeren; Je moet een verpleegkundig dossier bijhouden Je moet naast het nomenclatuurnummer van het forfait ook de pseudocodenummers vermelden die overeenstemmen met de uitgevoerde verstrekkingen (§ 5, 3°) evenals het RIZIV-nummer van de uitvoerder. Het forfait C en PC mag je slechts aanrekenen indien je tenminste twee bezoeken per verzorgingsdag uitvoert , waarvan minstens 1 met toilet. Je moet een aanvraag indienen bij de adviserend geneesheer (zie aanvraag- en kennisgevingsprocedure, § 7).

Voor de forfaits aan de palliatieve patiënt zijn bijkomende voorwaarden gesteld (zie 2e Deel, V, 6). Het forfait wordt aangerekend door de verpleegkundige die de eerste verstrekking van de dag verleent.

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

6. Onder welke bijkomende voorwaarden mag ik de specifieke verstrekkingen voor palliatieve patiënten uit rubriek IV en V aanrekenen? Je mag deze specifieke verstrekkingen alleen aanrekenen bij de palliatieve thuispatiënt. Opdat je patiënt als palliatieve thuispatiënt kan worden erkend moet de arts het formulier “medische kennisgeving” invullen ter attentie van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds. Je moet aan volgende voorwaarden voldoen: }}

}} }}

}} }}

}}

je moet binnen de 10 kalenderdagen na de aanvang van de behandeling een kennisgeving sturen aan de adviserende geneesheer door middel van een daartoe speciaal voorzien formulier je dient een permanente opvang van de patiënt te garanderen (24 uur op 24, 7 dagen op 7) je moet steeds een beroep kunnen doen op een referentieverpleegkundige die kennis heeft inzake palliatieve zorg je moet gegradueerd of gebrevetteerd zijn, geen verpleegassistent(e) je dient het verpleegkundig dossier aan te vullen met de volgende informatie: }} registratie van de symptomen }} pijnschaal }} contacten met de familie van de patiënt }} resultaten van de coördinatievergaderingen voor elk forfait moet je de pseudocodenummers vermelden die overeenstemmen met de verstrekkingen die je tijdens de verzorgingsdag hebt verleend.

Vergewis je ervan dat de adviserend geneesheer de medische kennisgeving goed heeft ontvangen. De palliatieve thuispatiënt is een patiënt37: 1. die lijdt aan één of meerdere irreversibele aandoeningen 2. die ongunstig evolueert, met een ernstige algemene verslechtering van zijn fysieke/psychische toestand 3. bij wie therapeutische ingrepen en revaliderende therapie geen invloed meer hebben op die evolutie 4. bij wie het overlijden op relatief korte termijn verwacht wordt ( > 24 uur en < dan 3 maand) 5. met ernstige noden die een belangrijke tijdsintensieve en volgehouden inzet vergen, al of niet met aangepast personeel en technische middelen 6. met de intentie om thuis te sterven 7. en die voldoet aan de voorwaarden opgenomen in het formulier “medische kennisgeving”. Meer informatie over de palliatieve patiënt en het specifieke kennisgevingsformulier op de site van het RIZIV: www.riziv.be > Zorgverleners > Palliatieve zorg >Tegemoetkoming van de verzekering > Formulier.

37. K.B. van 2 december 1999, art. 3.

37

38

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

7. Onder welke voorwaarden mag ik de specifieke verstrekkingen voor de diabetespatiënt uit rubriek VI aanrekenen? Je mag deze prestaties aanrekenen onder de volgende voorwaarden.

a. Opvolgingshonorarium voor de begeleiding van een diabetespatiënt die niet overschakelt op zelfzorg (423231; 423334) }}

}}

je mag dit honorarium eenmaal daags aanrekenen voor die dagen dat je de patiënt een insuline inspuiting toedient. je moet je verpleegkundige opvolging uitvoeren volgens een door de behandelende arts goedgekeurd verpleegplan in overeenstemming met de vastgelegde richtlijnen.

b. Het forfaitaire honorarium voor de opmaak van het specifiek diabetes dossier (423135) }}

}} }}

}}

}}

enkel aanrekenbaar indien je de vaste verpleegkundige bent (= indien je doorgaans de patiënt verzorgt en inspuit) slechts eenmalig aan te rekenen je mag dit honorarium niet aanrekenen bij patiënten bij wie een palliatief forfait of supplement wordt aangerekend je dient voorafgaandelijk overleg te plegen met de behandelende arts over de doelstellingen van de verpleegkundige zorg meer in het bijzonder over de indicatie tot diabeteseducatie. Het diabetes dossier moet minstens de volgende elementen bevatten: }} gestandaardiseerde verpleegkundige anamnese }} verpleegproblemen en verpleegkundige diagnoses }} de concrete verpleegplanning, inclusief het educatieprogramma en opvolging van de patiënt }} de doelstellingen inzake diabeteseducatie en opvolging die je met de behandelende arts hebt vastgelegd

c. Het forfaitair honorarium voor individuele educatie tot zelfzorg door een referentieverpleegkundige (423150) }}

}}

}}

}} }}

je mag deze verstrekking éénmalig aanrekenen en alleen indien je erkend ben als referentieverpleegkundige inzake diabetes de educatie moet minstens 5 uur duren (minimum 30 minuten per zitting ) en moet beantwoorden aan de vastgestelde richtlijnen er moet zowel in het dossier van de referentieverpleegkundige als van de vaste verpleegkundige een verslag met evaluatie van elke educatiezitting worden bewaard. je moet de resultaten van het educatieprogramma aan de behandelende arts overmaken. je mag deze verstrekking niet aanrekenen bij patiënten bij wie een palliatief forfait of supplement wordt aangerekend of bij wie ooit de verstrekking 423231/423334 werd aangerekend

d. Het forfaitair honorarium voor de aanwezigheid van de vast verpleegkundige bij individuele educatie tot zelfzorg (423172) }}

}}

Je mag deze verstrekking éénmalig aanrekenen en alleen indien je minstens twee educatiezittingen hebt bijgewoond waaronder de laatste zitting. Je mag deze verstrekking niet aanrekenen bij patiënten bij wie een palliatief forfait of supplement wordt aangerekend.

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

e. Het forfaitair honorarium voor individuele educatie tot inzicht door de vaste of een referentie- verpleegkundige (423194) }}

}}

}} }}

Je mag deze verstrekking éénmalig aanrekenen, als vaste verpleegkundige of als referentieverpleegkundige De educatie moet minstens 2 uur duren (minimum 30 minuten per zitting) en moet beantwoorden aan de vastgestelde richtlijnen (zie ook IV, 7). Je moet van elke zitting een verslag met evaluatie bewaren in het verpleegkundig dossier. Je mag deze verstrekking niet aanrekenen bij patiënten bij wie een palliatief forfait of supplement wordt aangerekend.

f. Het forfait voor de opvolging van een diabetespatiënt na de educatie tot zelfzorg (423216) }}

}} }} }} }}

Je mag deze verstrekking slechts aanrekenen nadat de individuele educatie tot zelfzorg door een referentieverpleegkundige heeft plaatsgevonden (aanrekening van het nomenclatuurnummer 423150) Je moet voorafgaandelijk de verpleegkundige opvolging bespreken met de behandelende arts Je moet de verpleegplanning opnemen in het specifiek diabetesdossier Je mag deze verstrekking slechts tweemaal per kalenderjaar aanrekenen Je mag deze verstrekking niet aanrekenen bij patiënten bij wie ooit de verstrekking 423231/423334 werd aangerekend.

De verstrekkingen in verband met diabeteseducatie (423150, 423172, 423194 en 423216) mogen niet aangerekend worden bij de patiënt die ingeschreven is in een programma voor zelfregulatie van diabetes behalve indien hij/zij tegelijkertijd beantwoordt aan de voorwaarden vermeld in § 5ter, 3°. Overzichtstabel: Nomenclatuurnummer

Vaste VPK 423135 opmaak dossier in ja overleg met arts (1x per patiënt)

Referentie VPK neen

Conventie Palliatief Bijkomende vereisten zelfregularisatie Ja neen Specifiek dossier Anamnese/diagnose Planning Overleg arts

423150 educatie tot zelfzorg (1x per patiënt)

neen

ja

neen

neen

Referentie VPK

423172 aanwezigheid vaste VPK bij educatie tot zelfzorg

ja

neen

neen

neen

Vaste VPK minstens 2x aanwezig waaronder laatste sessie

423194 educatie tot inzicht 1x per patiënt

ja

ja

neen

neen

Referentie VPK

423216 opvolging na educatie tot zelfzorg max. 2x/jaar

ja

ja

neen

ja

Afspraken met arts Planning in specifiek verpleegkundig dossier 423150 werd aangerekend

423231 (423334 tijdens WE) opvolging niet in het kader van zelfzorg

ja

ja

ja

ja

Door arts goedgekeurd en geactualiseerd verpleegplan Geen 423150 of 423216 meer aanrekenen

39

40

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

Meer informatie over de erkenning van de referentieverpleegkundige en de richtlijnen m.b.t. het specifiek diabetesdossier en de diabeteseducatie: www.riziv.be, > Zorgverleners > Andere zorgverleners > Verpleegkundigen > Informatie per thema > Referentieverpleegkundige > Forfaitaire honoraria voor verstrekkingen aan diabetespatiënten.

8. Hoeveel en onder welke voorwaarden mag ik toiletten aanrekenen? a. Algemene bepalingen }} }}

}}

}} }}

}}

Toiletten zijn verplicht in de forfaits A, B, C, PA, PB, PC, (§ 5, 3°, a). Je moet steeds de adviserend geneesheer in kennis stellen indien je bij je patiënt toiletten aanrekent (zie kennisgevingprocedure) Toiletten zijn alleen vergoedbaar indien je patiënt tenminste een score van 2 haalt op het criterium “zich wassen” Je mag nooit meer dan 1 toilet per dag aanrekenen. Het toilet omvat alle verpleegkundige zorg met betrekking tot het geheel van de hygiëne, preventie inbegrepen; het wordt desgevallend vervolledigd door mobilisatie van de patiënt. Voor de vaststelling van de wekelijkse frequentie van de toiletten strekt een week zich uit van maandag 0 tot zondag 24 u.

b. Maximum aantal vergoedbare toiletten Het aantal vergoedbare toiletten wordt uitsluitend bepaald op basis van de evaluatieschaal van de“fysische afhankelijkheidstoestand” (Katzschaal) vermeld in § 5 en dus niet op basis van bvb. het voorschrift van een arts of de wens van de patiënt of zijn omgeving (§ 6, 5°). Indien u meer toiletten uitvoert dan toegelaten door de evaluatieschaal, zijn de overblijvende toiletten ten laste van de patiënt. Indien de toestand van de patiënt wijzigt en daarbij ook het aantal vergoedbare toiletten, moet de wijziging in het aantal toiletten toegepast worden vanaf de week die volgt op de toestandswijziging. }}

Maximum 2 toiletten per week (niet op zaterdag, zondag en feestdagen!):



minstens een score 2 op het criterium “zich wassen”.

}}

Maximum 1 toilet per dag }}

}}

}}

minimum score 2 op “zich wassen” en “zich kleden” en voor het criterium “continentie” een score van 3 of meer of een score van 2 als gevolg van de combinatie van nachtelijke urineincontinentie en occasionele urine-incontinentie overdag minimum score 2 op “zich wassen” en “zich kleden” en desoriëntatie in tijd en ruimte (gestaafd door een medisch attest opgesteld volgens het voorziene model)38 score 4 voor criteria “zich wassen” en “zich kleden”.

Minimale score Katzschaal in functie van het aantal vergoedbare toiletten per week Aantal toiletten Zich Zich Transfer en Toiletbezoek Continentie per week wassen kleden verplaatsing 2 7

2 2

2

7 7 7

2 2 4

2 2 4

38. Verordening van 28 juli 2003, bijlage 2.

Eten

2 voor nachtelijk + occasioneel 3 of 4 + getuigschrift gedesoriënteerd in tijd en ruimte

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

9. Onder welke voorwaarden mag ik de specifieke verstrekkingen voor wondzorg aanrekenen De voorwaarden zijn de volgende: }}

}}

}}

}}

}}

}}

}}



De natuur van de wonde bepaalt welke verstrekking je mag aanrekenen; de definitie van de verschillende soorten wonden staat vermeld in § 8 1° De verstrekking “toezicht op bioactief verband”: dekt de raadpleging van de verpleegkundige en de evaluatie van het verband. Mag maximaal 15 maal per maand worden aangerekend. Voor het vervangen van een bioactief verband mag je naargelang de aard van de wonde een van de verstrekkingen voor wondzorg aanrekenen (eenvoudig, complex of specifiek). Zie ook 2e Deel, IV, 2. De verstrekking “het aanbrengen van zalf of een geneeskrachtig product” mag je slechts aanrekenen voor zona, eczema, psoriasis, wratten, dermatomycoses of voor een andere huidletsel waarvoor deze behandeling is geïndiceerd volgens de behandelende arts. Deze verstrekking mag je niet aanrekenen voor het aanbrengen van hydraterende zalf ter preventie van doorligwonden De verstrekking “aanbrengen van oogdruppels en/of oogzalf in de postoperatieve fase” mag slechts worden aangerekend in de periode van 30 dagen te beginnen met de dag waarop de oogheelkunde heeft plaats gehad. De verstrekking “complexe wondzorg”: mag slechts aangerekend worden op voorwaarde dat een specifiek wondzorgdossier wordt opgemaakt en bijgehouden (zie @ hieronder) De verstrekking “specifieke wondzorg” mag je slechts aanrekenen op voorwaarde dat je een specifiek wondzorgdossier opmaakt en bijhoudt (zie @ hieronder) en dat de behandeling minstens 30 minuten duurt. Indien de behandeling minder dan 30 min bedraagt mag je de verstrekking “complexe wondzorg” aanrekenen. De verstrekking “bezoek van een referentieverpleegkundige bij specifieke wondzorg” dekt alle componenten van de basisverstrekking (zie § 4 1°, 2°). Ze mag slechts 1 maal per maand en maximum 3 maal per jaar worden aangerekend bij eenzelfde patiënt. Is slechts vergoedbaar wanneer de verpleegkundige die het bezoek heeft aangevraagd aanwezig is en de referentieverpleegkundige een schriftelijk verslag opstelt ter attentie van de behandelende arts. Dit verslag dient toegevoegd aan het specifiek wondzorgdossier. Deze verstrekking mag niet gecumuleerd worden tijdens dezelfde zitting met de verstrekkingen “eenvoudige wondzorg” en “complexe wondzorg” .

Indien je tijdens dezelfde zitting meer dan één van de verstrekkingen “eenvoudige wond zorg”, “complexe wondzorg” en “specifieke wondzorg” gecombineerd verleent mag je alleen maar de verstrekking met het hoogste tarief aanrekenen. Wondzorg die kan worden uitgevoerd of aangeleerd aan de patiënt of zijn omgeving mag je niet aanrekenen! Meer informatie over de erkenning van de referentieverpleegkundige wondzorg en de richt lijnen m.b.t. het specifiek wondzorgdossier op de website van het RIZIV: www.riziv.be, rubriek Zorgverleners > Andere zorgverleners > Verpleegkundigen > Informatie per thema > Referentieverpleegkundige > Richtlijnen inzake wondzorg.

41

42

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

10. Onder welke voorwaarden mag ik de specifieke technische verpleegkundige verstrekkingen aanrekenen De voorwaarden zijn de volgende: }}

� }} }}

}}

De specifieke technische verpleegkundige verstrekkingen mag je alleen aanrekenen indien je gegradueerde verpleegkundige bent of gelijkgestelde, vroedvrouw of verpleegkundige met brevet. Ieder van deze verstrekkingen mag je slechts eenmaal per verzorgingsdag aanrekenen. Het voorziene honorarium dekt de verpleegkundige akte inclusief het materiaal. Om een van de verstrekkingen 425375, 425773, 426171, te mogen aanrekenen heb je de toestemming van de adviserend geneesheer nodig (zie aanvraag- en kennisgevingsprocedure). Deze verstrekkingen mogen met alle verstrekkingen worden gecumuleerd rekeninghoudend evenwel met de volgende beperkingen: wanneer tijdens een zitting één specifiek technische verstrekking wordt aangerekend mogen de volgende technische verstrekkingen niet meer worden aangerekend: }} aanbrengen van oogzalf }} toezicht op wonde met bioactief verband }} aanbrengen van zalf… }} “aanleggen van compressieverbanden }} voorbereiding en toediening van medicatie bij chronische psychiatrische patiënten.

Tijdens eenzelfde verzorgingszitting kunnen de specifieke technische verpleegkundige ver strekkingen 425375, 425773 en 426171 enkel gecumuleerd worden met de plaatsing van een verblijfscatheter wanneer de injectieplaats voor beide verstrekkingen verschillend is.39 Je mag de vervanging van een gastrostomiesonde of suprapubische blaassonde met ballon slechts aanrekenen indien de eerste vervanging werd gedaan door een arts.

11. Onder welke voorwaarden mag ik de specifieke verstrekkingen voor weekend en feestdagen aanrekenen? Wanneer je deze verstrekkingen in deze periode verricht wegens persoonlijke redenen moet je de overeenkomstige verstrekkingen uit § 1, 1°, 3° of 4° aanrekenen.

De voorwaarden zijn de volgende: }}

}}

Alleen indien de toestand van de patiënt de bewuste verstrekkingen noodzakelijk maakt tijdens deze periode. Deze verstrekkingen mag je alleen aanrekenen indien je ze verricht bij de patiënt thuis (situatie voorzien onder § 1, 1°).

12. Het verpleegkundig consult Het verpleegkundig consult: }}

}}

}}

omvat de identificatie van de verpleegkundige gezondheidsproblemen en het formuleren van de zorgdoelen in overleg met de patiënt of zijn onmiddellijke omgeving. Deze gegevens moet je opnemen in een verslag dat je bij het verpleegkundige dossier voegt. Indien de behandelende arts erom vraagt bezorg je hem een kopie van dit verslag. mag je aanrekenen voor iedere patiënt bij wie je op zijn minst tweemaal per week hygiënische zorg hebt verleend over een ononderbroken periode van minstens 28 dagen. Bij de palliatieve patiënt mag je het consult reeds aanrekenen van bij de aanvang van de zorg. mag je slechts één maal per patiënt en per kalenderjaar aanrekenen. Je mag het tijdens eenzelfde zitting cumuleren met alle verstrekkingen van artikel 8.

39. Interpretatieregel nr 1 van de verpleegkunde.

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

13. Aanvraag- en Kennisgevingprocedure a. Voor welke verstrekkingen bestaat er een aanvraag- en kennisgevingsprocedure? Je moet de adviserende geneesheer in kennis stellen van je intentie om de volgende verstrekkingen aan te rekenen: }} }} }}

forfaitaire honoraria per verzorgingsdag (forfait A, B, C, PA, PB, PC, PP, PN) het uitvoeren van toiletten. het uitvoeren van de specifieke technische verpleegkundige verstrekkingen 425375, 425773 en 426171.

b. Hoe moet ik te werk gaan? }}

Binnen de 10 kalenderdagen na het begin van de behandeling stuur je een brief persoonlijk geadresseerd aan de adviserend geneesheer vergezeld van de nodige formulieren. Bij niet respecteren van deze termijn worden de zorg slechts vergoed vanaf de datum van verzending (poststempel geldt als bewijs van datum).

}}

De nodige formulieren en attesten zijn: }} aanvraag van het forfaitaire honorarium en toiletten40 (met evaluatieschaal). Voor de aanvraag van toiletten bij personen die gedesoriënteerd zijn in tijd en ruimte moet bovendien het bijhorende attest41 worden bijgevoegd. }} aanvraag palliatieve zorg: je dient tevens de “kennisgeving van verpleegkundige zorg voor een palliatieve patiënt” bij te voegen42. }} aanvraag specifieke technische verpleegkundige verstrekkingen.

Meer informatie over een verzorgingsplan op de website van het RIZIV: www.riziv.be > Zorgverleners > Andere zorgverleners > Verpleegkundigen > Formulieren > voorbeeld van verzorgingsplan inzake specifiek technische verpleegkundige verstrekkingen. }}

Je dient de periode waarvoor je de zorg aanvraagt te vermelden. Deze periode mag nooit meer dan 1 jaar bedragen voor forfaits en toiletten en nooit meer dan 3 maand voor de specifieke technische verpleegkundige verstrekkingen.

}}

Bij het aflopen van de aangevraagde periode of wanneer de fysieke afhankelijkheidsgraad van de patiënt verandert moet je een nieuwe aanvraag indienen.

c. Moet het akkoord van de adviserend geneesheer worden verkregen vooraleer de behandeling te starten? Neen. De adviserend geneesheer kan evenwel verzet aantekenen, wat impliceert dat de verzekeringstegemoetkoming wordt stopgezet vanaf de datum van betekening van dit verzet aan de patiënt tot er eventueel een andere beslissing wordt genomen. Zo is het mogelijk dat de adviserend geneesheer het forfait verlaagt (C-> B of A; van B->A) of vervangt door een vergoeding per verzorgingszitting. Deze wijziging geldt voor minstens 6 maand tenzij er zich een nieuwe medische indicatie stelt (gestaafd door een medisch getuigschrift) waarbij een nieuwe aanvraag kan worden ingediend.

40. Verordening van 28 juli 2003 bijlage 3. 41. Verordening van 28 juli 2003 bijlage 2. 42. Verordening van 28 juli 2003 bijlage 6.

43

44

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

De hoger vermelde bijlagen, voorbeelden en formulieren zijn te vinden op de site van het RIZIV: www.riziv.be, rubriek Zorgverleners > Andere zorgverleners > Verpleegkundigen > Formulieren. Vermits de adviserend geneesheer meestal uw aanvraag beoordeelt op basis van stukken betekent de goedkeuring van uw aanvraag geenszins de goedkeuring van de door u opgegeven scores van de Katzschaal.

14. Mag ik supplementen aanrekenen? Verpleegkundigen die de Nationale overeenkomst (zie 1e Deel, V) hebben ondertekend mogen geen supplementen aanrekenen aan de patiënt.

15. Mag ik mijn verplaatsingskosten aanrekenen? Uw verplaatsingkosten zijn inbegrepen in de vergoeding van de basisverstrekking. Bijkomende verplaatsingkosten zijn alleen voorzien in de gemeenten die vermeld staan in art. 4 van de Overeenkomst. Op het getuigschrift wordt de volgende zin vermeld:43 “Ik verklaar mijn verzorgingen bij de rechthebbende thuis te hebben verstrekt. Deze heeft mij verklaard zich wegens zijn gezondheidstoestand niet te kunnen verplaatsen.”

16. Hoe moet ik de evaluatieschaal (Katzschaal) invullen? Je moet de invulling zo objectief mogelijk verrichten daarbij alleen rekening houdend met de afhankelijkheidstoestand van je patiënt (zie onderstaande tabel). U gebruikt daarvoor best de richtlijnen die u kunt vinden op de site van het RIZIV. Meer informatie op de site van het RIZIV: www.riziv.be, rubriek Zorgverleners > Andere zorg verleners > Verpleegkundigen > Informatie per thema > Evaluatieschaal Minimale score Katzschaal voor het toekennen van de verschillende forfaits Forfaits Zich Zich Transfer en Toiletbezoeken Continentie Eten wassen kleden verplaatsingen A 3 of 4 3 of 4 3 of 4 en/of 3 of 4 B 3 of 4 3 of 4 3 of 4 3 of 4 3 of 4 en/of 3 of 4 C 4 4 4 4 4 3 C 4 4 4 4 3 4 PC 4 4 4 4 4 3 PC 4 4 4 4 3 4 PB 3 of 4 3 of 4 3 of 4 3 of 4 3 of 4 en/of 3 of 4 PA 3 of 4 3 of 4 3 of 4 en/of 3 of 4

Voor de interpretatie van de Katzschaal bij toiletten zie punt V, 8, b.

43. Verordening van 28 juli 2003, art.6 §1, 1°, bijlage 1.

Paliatieve Patiënt

+ + +

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

VI. Hoe moet ik attesteren? Attesteren kan volgens de volgende modaliteiten.

1. Ik attesteer op individuele getuigschriften voor verstrekte hulp of op verzamelgetuigschriften a. Individuele getuigschriften }}

}}

}} }}

}}

}} �

}} }}

Als zorgverlener ben je verplicht de rechthebbende een getuigschrift voor verstrekte hulp (GVVH) af te leveren binnen de gestelde termijn44 : binnen de maand volgend op het einde van de maand waarin de verstrekkingen werden verleend. De verzekeringsinstellingen mogen geen vergoeding toekennen indien het getuigschrift voor verstrekte hulp (of het als zodanig geldend document) hun niet wordt afgegeven. Er bestaat een type GVVH voor eigen rekening en één voor rekening van derden45. Het GVVH moet steeds het RIZIV- nummer en de identificatiegegevens van de voorschrijver vermelden. Het GVVH moet steeds vergezeld zijn van het voorschrift of moet de datum vermelden van het GVVH waar het voorschrift werd bijgevoegd (indien een voorschrift aanleiding zou geven tot meerdere GVVH)46. Dit geldt echter niet voor de forfaitaire honoraria per verzorgingsdag bij de zwaar zorgafhankelijke patiënt; in dat geval moet het voorschrift gedurende een periode van ten minste vijf jaar bewaard worden in het verpleegkundig dossier. In een groepspraktijk moet iedere zorgverlener de door hem verleende verstrekkingen attesteren. Voor tijdelijke vervangingen wordt aanvaard dat de werkelijke zorgverlener zijn stempel, RIZIVnummer en handtekening plaatst op de getuigschriften van diegene die hij vervangt. De wet verbiedt het afscheuren van het fiscaal strookje47. Voor verstrekkingen waarvoor de vermelding van pseudo- codes is vereist (bvb bij forfaits) moet je bij directe betaling deze codes vermelden op het formulier conform aan het model bijlage 448. Dit formulier moet het getuigschrift voor verstrekte hulp vergezellen.

Bij derdebetalersregeling moeten deze pseudocodes worden vermeld op de magnetische of elektronische dragers die naar de verzekeringsinstellingen worden gestuurd.

b. Bijzonderheden voor het verzamelgetuigschrift Verzamelgetuigschriften worden gebruikt om de verstrekkingen van meerdere zorgverleners verleend aan een zelfde verzekerde gezamenlijk aan te rekenen. Bij het gebruik van verzamelgetuigschriften moet, buiten de voorwaarden voor individuele voorschrift, ook aan de volgende voorwaarden worden voldaan. }}

}}

}}

44. 45. 46. 47. 48.

De aanwezigheid van interne documenten: als intern document geldt ieder document waarin de verrichte verstrekking (= nomenclatuurnummer) en diegene die ze werkelijk verricht staat vermeld en dat door deze laatste is ondertekend. Dit kan een tarificatieformulier zijn, een dossier, een register. Interne documenten moeten 3 jaar worden bewaard. Een schriftelijke lastgeving waarbij de verstrekker toestemming geeft om zijn prestaties te laten aanrekenen door de ondertekenaar van het verzamelgetuigschrift. De ondertekenaar van het verzamelgetuigschrift moet iemand van hetzelfde beroep zijn ofwel geneesheer.

GVU- wet art 53. Verordening van 28 juli 2003 respectievelijk bijlage 1 en 7. Verordening van 28 juli 2003 art 6 §2. Wet van 9 december 1997. Verordening van 28 juli 2003 bijlage 4; te vinden op www.riziv.be > Zorgverleners > Andere zorgverleners > Verpleegkundigen > formulieren.

45

46

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

Zelfs in geval van schriftelijke lastgeving en de aanwezigheid van interne documenten blijft de verstrekker zelf verantwoordelijk voor de juistheid (realiteit en conformiteit) van de geattesteerde verstrekkingen. Meer info over pseudocodes op de website van het RIZIV: www.riziv.be, rubriek > Zorg verleners > Andere zorgverleners > Verpleegkundigen > Formulieren > Formulieren voor pseudocodenummers.

2. Ik attesteer via een facturatiedienst Je kan het factureren overlaten aan een facturatiedienst. Op basis van uw gegevens stelt deze dienst de nodige GVVH op die je dan na ondertekening kan indienen. Je blijft wel verantwoordelijk voor de juistheid van de aanrekening.

3. Ik attesteer met papieren GVVH of via MyCareNet Je kan direct en online factureren via MyCareNet MyCareNet laat op dit moment de volgende activiteiten online toe: }} }} }}

}}

het raadplegen van de verzekerbaarheidsgegevens van uw patiënten het verzenden van uw facturatiebestanden. het indienen van de kennisgeving voor uw palliatieve patiënten, voor uw speciale technische verstrekkingen, de forfaits en de toiletten de “brievenbus” die je kan openen, om er al de nodige informatie te verkrijgen, die de verzekeringsinstellingen er ter beschikking stellen. Meer info op de site www.carenet.be > Sectoren > Thuisverpleging

4. Ik attesteer via derdebetaler Zie 3e deel.

5. Mag ik uitzonderlijk de getuigschriften van een collega gebruiken? In hoogdringende gevallen mogen de ziekenfondsen - uitzonderlijk - getuigschriften voor verstrekte hulp aanvaarden en boeken die door een zorgverlener (B) zijn aangerekend op blanco getuigschriften van een collega (zorgverlener A), op voorwaarde dat49 : }} }} }}

}}

de gegevens van zorgverlener A zijn doorgehaald de stempel met het RIZIV- nummer van zorgverlener B duidelijk erop is aangebracht zorgverlener B aan zorgverlener A een attest aflevert waarop het aantal ontvangen voorschriftenboekjes en de nummers zijn vermeld zorgverlener A in zijn dagboek vermeldt dat hij de boekjes met die nummers aan zorgverlener B heeft gegeven.

49. Verordeningen 28 juli 2003, art. 6.

2e Deel - Aanrekenen van verpleegkundige verstrekkingen - Juni 2010

6. Hoe bekom ik mijn getuigschriften voor verstrekte hulp? Hoe bestellen? }} Via internet op www.medattest.be, nadat je per brief een gebruikersnaam en een activatiecode hebt gekregen. }} Per briefwisseling: via een voorgedrukt bestelformulier, dat je vindt op de site van het RIZIV: www.riziv.be, rubriek Zorgverleners > Algemene info. Je moet dat bestelformulier onder gefrankeerde omslag opsturen naar RIZIV – getuigschriften. Postbus 10011, 1740 Ternat. }} Via fax: je kunt het voorgedrukte bestelformulier ook faxen naar 02/568.18.81 Contactcenter Tel: 02/274.09.34, elke werkdag van 8 tot 19 u en zaterdag van 8.30 tot 12.00 u. Levering Je bestelling wordt geleverd, binnen de 9 werkdagen na ontvangst van je betaling. Betaling Vooraf betalen is verplicht. Het kan via online banking, kredietkaart of overschrijving. Korting Een korting wordt toegepast bij bestellingen van meer dan 1 doos. Mandataris Je kunt een mandataris aanduiden voor online bestellingen. Meer informatie op de website van het RIZIV: www.riziv.be, > Zorgverleners> Andere zorg verleners> Verpleegkundigen> Algemene informatie> Bestellen van getuigschriften voor verstrekte hulp.

VII. Vragen omtrent de juiste interpretatie van de nomenclatuur Indien je vragen hebt over de juiste interpretatie van de nomenclatuur, kan je het volgende doen: 1) Consulteer eerst de site van het RIZIV. Je vindt er de gecoördineerde versie van de nomenclatuur, richtlijnen, FAQ. Andere instellingen zoals ziekenfondsen, beroeps- en wetenschappelijke verenigingen geven ook informatie over dit onderwerp. 2) Indien je geen antwoord vindt kan je je vraag richten aan de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV }}

}}

}}

telefonisch op het nummer van het call center 02 739 74 79 op maandag en donderdag tussen 13u en 16u, op dinsdag, woensdag en vrijdag tussen 9u en 12u in de kantoren van het RIZIV tussen 9u en 12u of na afspraak op het volgende adres: Tervurenlaan 211, 1150 Brussel schriftelijk (zelfde adres)

Je vraag zal door deze Dienst worden beantwoord of, indien nodig, voorgelegd aan de Overeenkomstencommissie Verpleegkunde die uw vraag ten gronde zal behandelen.

47

3 Deel De verpleegkundige en zijn/haar patiënt e

50

3e Deel - De verpleegkundige en zijn/haar patiënt - Juni 2010

Dit 3e Deel gaat over de gezondheidzorg bekeken vanuit het standpunt van je patiënt: de verzekerbaarheid, de verhoogde tegemoetkoming, het remgeld, de maximumfactuur, zorgtrajecten, de rechten van de patiënt, enz.

I. Verschillende soorten verzekeringen voor geneeskundige verzorging 1. De verplichte verzekering voor personen die van het Belgische sociale zekerheidssysteem genieten Hier zijn aansluiting en betaling van bijdragen wettelijk verplicht. Sommige personen met een laag inkomen betalen geen bijdragen. Deze verzekering dekt alle verzorging die opgenomen zijn in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen50.

2. De aanvullende verzekering Verzorging die niet gedekt is door de verplichte verzekering, kan door een ziekenfonds, mits betaling van een beperkte aanvullende bijdrage, toch vergoed worden. Deze zorg kan verschillen van ziekenfonds tot ziekenfonds. Voorbeelden: contactlenzen bij jongeren, vaccinaties bij verre reizen, vergoeding voor oppas van zieke kinderen, lidgelden voor sportclubs, enz.

3. Andere verzekeringen Medische zorg is in bepaalde omstandigheden geheel of gedeeltelijk gedekt door verzekeringen uit andere stelsels }} }} }} }} }}

medische kosten van arbeidsongevallen (door de ondernemingsverzekering) medische kosten bij ongevallen met burgerlijke aansprakelijkheid (bv. verkeersongevallen) medische kosten bij beroepsziekten (door het Fonds voor beroepsziekten) medische kosten bij school- of sportongevallen medische kosten bij reizen (reisbijstandsverzekering).

Wanneer een van deze verzekeringen tussenkomt, is de medische zorg niet of slechts gedeeltelijk aanrekenbaar aan de ziekteverzekering. Zo betaalt bij arbeidsongevallen de verzekering alle kosten terwijl privé- verzekeringen vaak alleen de remgelden voor hun rekening nemen. Indien de verantwoordelijkheid nog niet is toegewezen, zal het ziekenfonds echter de kosten vergoeden om ze na de juridische uitspraak te verhalen op de verantwoordelijke verzekering.

50. GVU-wet, art 34.

3e Deel - De verpleegkundige en zijn/haar patiënt - Juni 2010

4. Private en individuele verzekeringen Er bestaat op de markt een aanbod aan verzekeringen die medische kosten vergoeden, niet gedekt door de verplichte verzekering. Meest gekend is de hospitalisatieverzekering. Afhankelijk van de polis worden de supplementen bij opname in een éénpersoonskamer al dan niet vergoed.

5. Vlaamse zorgverzekering De Vlaamse zorgverzekering dekt niet-medische verzorging bij gedaalde zelfredzaamheid thuis of opname in het rusthuis. De uitkering bestaat uit een forfaitair maandelijks bedrag. De aansluiting is verplicht voor alle inwoners van Vlaanderen ouder dan 25 jaar en vrij voor alle inwoners van het Brussels hoofdstedelijk gewest. Meer info op www.vlaamsezorgverzekering.be

6. Specifieke verzekeringen Er bestaan specifieke verzekeringen met eigen regels; bijv. de verzekering voor het personeel van de Europese Unie.

II. De verzekerbaarheid “geneeskundige verzorging” 1. Voor personen die genieten van het Belgische sociale zekerheidssysteem Er kan een wachttijd opgelegd worden wanneer gedurende lange tijd geen bijdragen betaald worden (bijv. bij zelfstandigen)51. De sociale identiteitskaart of SIS-kaart laat toe de verzekerbaarheid na te gaan en vervangt het vroegere ziekenboekje en voor een deel de kleefbriefjes. Het lezen ervan vraagt een specifieke infrastructuur waarover de apotheken, ziekenhuizen en ziekenfondsen beschikken. Belgische inwoners die op reis gaan binnen Europa hebben er belang bij een Europese Ziekteverzekeringskaart (EZVK ) mee te nemen als bewijs van hun verzekerbaarheid (te verkrijgen op eenvoudige aanvraag bij hun ziekenfonds).

51. K.B. van 3 juli 1996, vooral art 129 en 253: voorwaarden voor vergoedbaarheid.

51

52

3e Deel - De verpleegkundige en zijn/haar patiënt - Juni 2010

2. Voor personen die tijdelijk in België verblijven a. Inwoners van de Europese economische ruimte52 Wanneer zij in het bezit zijn van een Europese ziekteverzekeringskaart (EZVK ) of een voorlopig bewijs ter vervanging hebben deze personen recht op de noodzakelijke geneeskundige verzorging om het verblijf in ons land te kunnen voortzetten in medisch veilige omstandigheden. De EZVK dekt in geen geval geplande medische verzorging. Bij afwezigheid van de EZVK, het voorlopig bewijs of het bilaterale formulier : het bewijs van verzekerbaarheid kan worden opgevraagd in het thuisland door gelijk welk ziekenfonds in België of door de sociale dienst van het ziekenhuis.

De zorgverlener moet dezelfde regels toepassen als bij een Belgische rechthebbende. Bij derdebetalersregeling moet een kopie van de EZVK of het voorlopig bewijs worden genomen.

b. Inwoners van een land waarmee België een bilaterale overeenkomst betreffende de sociale zekerheid (met inbegrip van de ziekteverzekering) heeft afgesloten53 Indien zij in het bezit zijn van het betreffende bilaterale formulier: een inwoner van deze landen heeft recht op dringende medische zorgen gedurende de geldigheidsduur van het formulier en onder de zelfde voorwaarden als de bezitters van een Europese ziekteverzekeringskaart (zie inwoners Europese unie).

Steeds de geldigheid controleren van de voorgelegde documenten (geldigheidsduur hangt af van het land van herkomst).

c. Inwoners van andere landen Zij betalen zelf hun medische kosten. Meer informatie op de sites: }} www.riziv.be, rubriek Zorgverlener > Algemene info > Europese ziekteverzekeringskaart (EZVK). }} www.belgium.be > Gezondheid > Op reis }} www.medimmigrant.be > Gezondheidszorg per verblijfsstatuut > EU-burgers.

3. Asielzoekers a. In de loop van de procedure. Een onderscheid dient gemaakt tussen personen die hun aanvraag indienden voor en na 1 juni 2007.54 }}

Asielzoekers die voor 1 juni 2007 asiel aanvroegen Bij ontvankelijke aanvraag blijven zij verzekerd via een ziekenfonds. Bij niet-ontvankelijke aanvraag geldt de procedure zoals hieronder uitgelegd.

52. België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Frankrijk, Finland, Griekenland, Hongarije, Ierland, IJsland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowaakse Republiek, Spanje, Tsjechische Republiek, Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. 53. Algerije, Tunesië Turkije, Kroatië, Bosnioë-Herzegovina, Servië, Montenegro, Macédonië en Kosovo. 54. Wet van 12 januari 2007, betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen, in voege sinds 1 juni 2007.

3e Deel - De verpleegkundige en zijn/haar patiënt - Juni 2010

}}

Asielzoekers die na 1 juni 2007 asiel aanvroegen }} De asielzoekers die in een collectief centrum voor asielzoekers verblijven (bvb van het Rode Kruis), kunnen beroep doen op de medische dienst die daar aanwezig is, of de arts/instelling waarmee het Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers (Fedasil) een samenwerkingsakkoord heeft afgesloten. }} Bij verblijf in een Lokaal Opvanginitiatief55 (LOI) moeten de aanvragen tot tussenkomst in de geneeskundige verzorging en de facturen naar het LOI gericht worden ter attentie van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW). }} Bij verblijf elders is de Cel Centralisatie Medische kosten van Fedasil bevoegd voor de informatie en de betaling van de zorgverleners. De zorgverlener of de asielzoeker moet voorafgaandelijk een aanvraag tot tussenkomst (een betalingsverbintenis) in de medische kosten indienen bij deze Cel tenzij bij dringende verzorging. Het volstaat dan dat de arts dan een attest bijvoegt waaruit blijkt dat het dringende verzorging betrof. Contactgegevens Fedasil : Kartuizerstraat 21, 1000 Brussel . Tel. 02/2134300 . Fax. 02/2134412.

De RIZIV-nomenclatuur is van toepassing met een aantal wijzigingen56.

b. Na de erkenning als vluchteling Zij worden in het ziekenfonds ingeschreven.

c. Uitgeprocedeerde asielzoekers of “mensen zonder wettig verblijf” Ze zijn niet verzekerbaar via het ziekenfonds. Ze hebben nochtans recht op ‘dringende medische hulp’ in het kader van de OCMW-wetgeving. Deze regelgeving is ruimer dan de wet op de dringende medische hulpverlening. Het gaat hier in feite over alle medisch noodzakelijke zorg, zowel van preventieve, als van curatieve aard57. Een asielzoeker, die bij een ziekenfonds was ingeschreven (zie hoger: aanvraag ten laatste op 31 mei 2007) blijft verzekerd tot 31 december van het jaar volgend op de datum van afwijzing van het statuut van vluchteling. Voor meer info zich wenden: }} tot het plaatselijke OCMW }} op de website www.fedasil.be }} op de website www.medimmigrant.be.

55. Opvang door het OCMW in privé huizen. 56. K.B. van 9 april 2007, bepaling van de medische hulp en de medische zorgen die niet verzekerd worden aan de begunstigde van de opvang omdat zij manifest niet noodzakelijk blijken te zijn en tot bepaling van de medische hulp en de medische zorgen die tot het dagelijks leven behoren en verzekerd worden aan de begunstigde van de opvang. 57. K.B.van 12 december 1996, betreffende de dringende medische hulp die door de OCMW wordt verstrekt aan de vreemdelingen die onwettig in het rijk verblijven en OCMW- wet van 08 juli 1976 art 57 § 2.

53

54

3e Deel - De verpleegkundige en zijn/haar patiënt - Juni 2010

III. Wat betaalt de patiënt voor zijn medische zorg? 1. Remgeld a. Wat is het remgeld ? Om de medische consumptie te beheersen en de ziekteverzekering betaalbaar te houden, moet de patiënt een deel van de kosten dragen. Dit deel noemt het remgeld.

b. Is het remgeld voor iedereen en in alle omstandigheden hetzelfde?58 Het remgeld hangt niet alleen af van de aard van de prestatie maar ook van het statuut van patiënt (bvb Omnio-statuut) en zorgverlener (geconventionneerd of niet) en van de omstandigheden waarin de prestatie werden verleend. Patiënten met verhoogde tegemoetkoming59 Het remgeld is verlaagd voor een aantal categorieën van patiënten waarvan men weet of vermoedt dat hun financiële draagkracht beperkt is. De meeste gekende zijn de Rechthebbenden op Verhoogde Verzekeringstegemoetkoming (RVV), de vroegere WIGW (wezen, invaliden, gepensioneerden en weduwen). Een verhoogde terugbetaling geldt ook voor de volgende verzekerden (en hun partner en personen ten laste) }} }} }} }} }} }}

}}

rechthebbenden op het bestaansminimum (“leefloon”) OCMW steuntrekkers in het kader van de wet van 02 april 1965 langdurig volledig werklozen van 50 jaar en ouder gerechtigden die van de Inkomen Garantie voor Ouderen (IGO) genieten personen met een handicap volgens de wet van 27 februari 1987 rechthebbenden op verhoogde kinderbijslag (wegens lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van > 66 % of minstens 4 punten in de eerste pijler van de evaluatie) niet begeleide minderjarige vreemdelingen.

Zie ook de website van de sociale zekerheid: www.socialezekerheid.be > Burger > Gezond heid > Terugbetaling van medische kosten. Personen die zich niet bevinden in een van de hoger vermelde situaties maar waarvan het inkomen toch onder een bepaalde drempel ligt, kunnen bij hun ziekenfonds het Omnio-statuut aanvragen dat ook recht geeft op verhoogde tegemoetkoming voor henzelf, hun partner en hun personen ten laste.60 Het Omnio-statuut wordt niet automatisch toegekend maar moet worden aangevraagd door de patiënt. Meer info op de site van het RIZIV: www.riziv.be, rubriek Burger > Medische kosten > Omnio.

58. GVU-wet , art. 34 en 37. 59. K.B. van 23 maart 1982 voor de verstrekkingen waarop de verhoogde tegemoetkoming betrekking heeft. 60. K.B. van 1 april 2007 tot invoering van het Omnio-statuut.

3e Deel - De verpleegkundige en zijn/haar patiënt - Juni 2010

Statuut van de zorgverlener De verzekeringstegemoetkoming kan lager zijn bij zorgverleners die niet toegetreden zijn tot de zogenaamde nationale overeenkomsten. Omstandigheden De verzekeringstegemoetkoming hangt ook af van de omstandigheden waarin de zorgverlener de verstrekking verricht: }}

}}

}}

gehospitaliseerden betalen slechts een minimaal forfait per ligdag voor alle vergoedbare geneesmiddelen het remgeld kan ook verlaagd worden om de kwaliteit van de zorg te bevorderen (bv. verlaging van het remgeld bij de huisarts wanneer deze een Globaal Medisch Dossier bijhoudt) er is geen remgeld voor de verzorging verleend aan de palliatieve patiënt.

Meer info over maximumbedrag op de site van het RIZIV: www.riziv.be, rubriek Geneesmid delen en andere > Geneesmiddelen > Algemene informatie > Terugbetaling.

c. Hoeveel bedraagt het remgeld voor verpleegkundige verzorging? Het remgeld bedraagt normaal 25 % van de honoraria maar is verder afhankelijk van de volgende factoren: }} }} }}

het statuut van de verzekerde: met of zonder verhoogde tegemoetkoming de aard van de prestaties: bvb. geen persoonlijke bijdrage voor de palliatieve forfaits het al of niet geconventioneerd zijn van de zorgverlener: voor de verpleegkundige die niet is toegetreden tot de overeenkomst wordt de terugbetaling met ± 25 % verminderd behalve voor de patiënten met verhoogde tegemoetkoming die genieten van hetzelfde terugbetalingstarief61.

Het remgeld voor de verplaatsingskosten is 25 % ongeacht het statuut van de patiënt (art. 8 overeenkomst).

d. Ben ik verplicht remgeld te vragen? Er is geen verplichting om het remgeld te vragen voor verpleegkundige verstrekkingen.

2. Wat is de maximumfactuur (MAF) en wie heeft er recht op? a. Algemeen principe Er wordt een grens gesteld aan het totaal aan remgelden dat een patiënt of een gezin op één kalenderjaar moet betalen. Boven dat bedrag worden de geneeskundige verstrekkingen aan 100% vergoed voor de rest van dat kalenderjaar.

b. Waarom een MAF ? De bedoeling van de MAF is de toegankelijkheid van de gezondheidszorg op financieel vlak te vrijwaren voor iedereen.

61. GVU-wet, art. 49, § 5.

55

56

3e Deel - De verpleegkundige en zijn/haar patiënt - Juni 2010

c. Met welke remgelden wordt rekening gehouden om de MAF te bepalen? Kosten die niet meetellen voor de MAF: supplementen gevraagd door artsen, verblijfskosten in rustoorden, beschut wonen, ... , veiligheidsmarge van sommige prothesen, sommige kosten in het buitenland

De belangrijkste remgelden die meetellen voor de MAF zijn: }}

voor ambulante zorg: erelonen van de zorgverleners (o.a. verpleegkundigen) }} technische verstrekkingen (labo, radiografie) }} geneesmiddelen (categorie A en B en C, magistrale bereidingen). }}

}}

voor de gehospitaliseerde: }} het persoonlijke aandeel van de verpleegdagprijs }} het forfait voor de medicatie.

d. Hoe de MAF berekenen? Berekening per gezin }}

Sociale maximumfactuur



2 cumulatieve voorwaarden: }}

}}

het gezin dient effectief 450 EUR aan remgeld te hebben gedragen in de loop van 1 kalenderjaar minimum 1 lid van het gezin moet recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming (zie remgeld ).



Als dit bedrag bereikt is, betaalt het ziekenfonds al het remgeld terug tot aan het einde van het jaar (direct opvolging door het ziekenfonds) aan alle leden van het gezin.

}}

Maximumfactuur inkomen



In functie van het gezinsinkomen (van het 3e voorafgaande jaar) wordt er een plafond vastgesteld waarboven het ziekenfonds de remgelden terugbetaalt.

Individuele berekening Wanneer in een kalenderjaar voor een kind ( Medische kosten > Maximumfactuur.

3. Derdebetalersregeling62 De derderbetalersregeling is een betalingswijze waarbij de zorgverlener de betaling van de verschuldigde tegemoetkoming rechtstreeks ontvangt van het ziekenfonds van de patiënt. De eventuele remgelden int de zorgverlener rechtstreeks bij de patiënt.

62. K.B. van 10 oktober 1986, tot uitvoering van artikel 53 , §1, 9e lid, van GVU-wet.

3e Deel - De verpleegkundige en zijn/haar patiënt - Juni 2010

a. Hoe moet ik het toepassen? Om het systeem van derde betaler te mogen toepassen moet je aan de volgende voorwaarden voldoen63. }}

}}

}}

}} }}

Je moet de dienst Geneeskundige verzorging ervan op de hoogte brengen per aangetekende brief (of op moment van toetreding tot de overeenkomst). Je moet de derdebetalersregeling toepassen voor alle rechthebbenden en voor alle verstrekkingen. Je dient te factureren via magnetische drager of elektronisch netwerk vóór het einde van de maand volgend op de maand waarin de verstrekking werd verricht. Je moet de honoraria van de overeenkomst respecteren. Bij een groepering moeten alle leden het derdebetalersysteem toepassen en moet een voor de groep specifiek “derdebetalersregeling”-nummer worden aangevraagd.

Meer info over factureren via magnetische drager op de site van het RIZIV: www.riziv.be, rubriek Zorgverleners > Andere zorgverleners > Verpleegkundigen > Algemene informatie > Instructie facturatie via magnetische drager.

b. Wat indien ik me niet aan de voorwaarden houd?64 Indien je je niet aan de bovenvermelde voorwaarden houdt kan je financieel bestraft worden. De Overeenkomstencommissie kan je ook uitsluiten van de derdebetalersregeling gedurende een periode van 1 maand tot 1 jaar. In geval van herhaling binnen een termijn van 5 jaar kan die uitsluiting definitief zijn. Wanneer er een vermoeden bestaat van onregelmatigheden in je praktijk of van misbruik bij de toepassing van de derdebetalersregeling kunnen de ziekenfondsen conservatoir elke betaling gedurende een periode van maximum drie maanden schorsen, op voorwaarde dat ze tegelijkertijd jou en de Overeenkomstencommissie daarover inlichten. De Overeenkomstencommissie vergadert binnen 30 dagen na ontvangst van dit bericht en spreekt zich uit over de handhaving of de opheffing van de schorsing van de betalingen.

4. Hoeveel mag ik aanrekenen? Indien ik toegetreden ben tot de Nationale Overeenkomst: je dient je te houden aan de maximumbedragen zoals bepaald in de Nationale Overeenkomst. Het is niet toegelaten verplaatsingskosten aan te rekenen tenzij in de omstandigheden vermeld in art 4 § 2 van de Nationale Overeenkomst. Indien ik niet toegetreden ben tot de Nationale Overeenkomst: ik bepaal vrij mijn honoraria met uitzondering voor de patiënten met verhoogde tegemoetkoming, de palliatieve patiënten en diabetici bij wie ik me moet houden aan de maximumbedragen65. De tarieven kan je vinden op www.riziv.be, rubriek Verzekeringsinstellingen > Honoraria, prijzen en vergoedingen > Verpleegkundigen.

63. Overeenkomst , art 6, 7 en 7bis. 64. Overeenkomst art 9. 65. K.B. van 1 april 2007 tot invoering van het Omnio-statuut, Hfdst V.

57

58

3e Deel - De verpleegkundige en zijn/haar patiënt - Juni 2010

IV. Zorgen verleend door geïntegreerde diensten voor thuisverzorging Geïntegreerde diensten voor thuisverzorging verlenen het geheel van de patiëntenzorg onder meer via praktische organisatie en ondersteuning. De tussenkomst van beroepsbeoefenaars van verschillende disciplines is hierbij vereist (gezondheidwerkers en psychologen). Deze diensten zijn georganiseerd per zorgzone.66 De opdrachten van deze diensten zijn onder andere: }} }} }} }}

de evaluatie van de zelfredzaamheid van de patiënt de uitwerking en de opvolging van een zorgplan de taakafspraken tussen zorgverstrekkers het multidisciplinair overleg.

Er is een vergoeding voorzien voor het multidisciplinair overleg en de registratie verleend in het kader van de thuiszorg aan patiënten die zich in een van de volgende toestanden bevinden: verminderde zelfredzaamheid, persisterende neurovegetatieve” of een “minimaal responsieve” status, chronische en complexe psychiatrische problematiek. Voor voorwaarden en modaliteiten van aanrekenen zie K.B. van 18 november 2005 (vaststelling van de tegemoetkoming voor geneesmiddelen, verzorgingsmiddelen en hulpmiddelen voor patiënten in een persisterende vegetatieve status) en van 15 december 2009 (vaststelling van de voorwaarden voor financiering van de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging). Meer info over geïntegreerde diensten voor thuiszorg op de site van het RIZIV: www.riziv.be, rubriek Zorgverleners > Andere zorgverleners > Geïntegreerde diensten voor thuiszorg.

V. Zorgtrajecten67 1. Wat zijn zorgtrajecten? Een zorgtraject organiseert en coördineert de aanpak, de behandeling en de opvolging van een patiënt met een chronische ziekte. Bij de uitwerking van dit project zijn 3 partijen betrokken: de patiënt, de huisarts en de specialist. Het traject begint na ondertekening door de betrokken partijen van een “zorgtraject contract” dat een looptijd heeft van 4 jaar. Op dit ogenblik zijn er 2 zorgtrajecten operationeel: voor chronische nierinsufficiëntie en diabetes type 2.

2. Rol van de verpleegkundige in het zorgtraject diabetes Als thuisverpleegkundige kan je een tegemoetkoming verkrijgen voor de specifieke verstrekkingen inzake educatie tot zelfzorg van de diabetespatiënt die je verleent in het kader van het zorgtraject diabetes.

66. K.B. van 8 juli 2002, vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van geïntegreerde diensten voor thuisverzorging. 67. Nationale overeenkomst 2009, art 10 bis.

3e Deel - De verpleegkundige en zijn/haar patiënt - Juni 2010

Je moet daarvoor: }}

}}

}}

beschikken over de bekwaming van gegradueerde verpleegkundige of met deze gelijkgestelde, vroedvrouw of verpleegkundige met brevet een aanvullende opleiding van 150 uur hebben gevolgd (voor de refentieverpleegkundige diabetes die minstens 60 uur vorming heeft gehad bestaat er een overgangsmaatregel) een specifiek registratienummer als diabetesopleider aanvragen bij het RIZIV (aanvraag vergezeld van de nodige opleidingsattesten).

Meer info over informatie en aanvraagformulier op de site www.zorgtraject.be > Professio nelen > Verpleegkundigen.

VI. Rechten van de patiënt De wet van 22 augustus 2002 heeft een aantal rechten voor de patiënt vastgelegd. Hierna volgt een overzicht van de belangrijkste bepalingen.

1. Definities en toepassingsgebied }}

}}

}}

Patiënt: natuurlijke persoon aan wie gezondheidzorg wordt verstrekt al dan niet op eigen verzoek Beroepsbeoefenaar (BB): zowel conventionele68 als niet-conventionele69 (homeopathie, chiropraxie, osteopathie) Voorwaarden: in de mate dat de patiënt hieraan meewerkt, leeft de beroepsbeoefenaar deze wet na (desgevallend pleegt hij daarvoor multidisciplinair overleg).

2. Welke rechten voorziet de wetgever voor de patiënt? a. Algemene rechten }} }}

Menselijke waardigheid en zelfbeschikkingsrecht. Zorg van kwaliteit beantwoordend aan zijn behoefte.

b. Recht op vrije keuze van de beroepsbeoefenaar en op wijziging van deze keuze c. Recht op informatie over zijn gezondheidstoestand }}

Recht op informatie nodig voor het inzicht in de eigen gezondheidstoestand en evolutie (dus ook over een eventuele funeste prognose!) : }} mondeling in duidelijke taal }} schriftelijk: op verzoek van de patiënt }} via vertrouwenspersoon door middel van een schriftelijk verzoek van de patiënt.

68. K.B. nr 78 van10 november 1967. 69. Wet van 29 april 1999, betreffende de niet-conventionele praktijken inzake de geneeskunde, de artsenijbereidkunde, de kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen.

59

60

3e Deel - De verpleegkundige en zijn/haar patiënt - Juni 2010

Uitzondering Bij mogelijk nadeel voor de gezondheid van de patiënt en na overleg met een andere beroepsbeoefenaar. De reden om de informatie te weigeren, moet je motiveren in het dossier. }}

Recht om niet geïnformeerd te worden: via een schriftelijk verzoek van de patiënt. Uitzondering Bij gevaar voor de gezondheid van de patiënt of van derden en na overleg met een andere beroepsbeoefenaar.

d. Recht om geïnformeerd en vrij in te stemmen met elke interventie van de beroepsbeoefenaar }}

Informatie over de interventie }} Welke: doel, modaliteiten, tegenaanwijzingen, neveneffecten, mogelijke alternatieven en financiële implicaties, eventuele gevolgen van weigering }} Wanneer: tijdig en voorafgaand

}}

Toestemming tot de interventie }} Wordt uitdrukkelijk gegeven behalve wanneer je uit de houding van patiënt redelijkerwijze zijn toestemming kan afleiden. }} Op verzoek van één van beide partijen en met instemming van de andere wordt de toestemming schriftelijk vastgelegd. }} Recht op weigering of intrekking toestemming: op verzoek van één van beide partijen wordt de weigering schriftelijk vastgelegd. }} Weigering doet geen afbreuk aan het recht van de patiënt op kwaliteitsvolle zorg. }} Weigering blijft van kracht als patiënt (nadien) de capaciteit tot uitoefening van zijn rechten zou verliezen. }} Bij spoedgeval zonder wilsuitdrukking van de patiënt of zijn vertegenwoordiger gebeurt iedere noodzakelijke tussenkomst van de beroepsbeoefenaar in het belang van de patiënt.

e. Recht op een patiëntendossier en inzage erin Maximumprijs bij afschrift dossier: 0,10 EUR per gekopieerde pagina met een maximum van 25 EUR voor gans het dossier. Voor informatie die digitaal wordt opgeslagen mag maximaal 10 EUR gevraagd worden

De patiënt heeft recht op: }}

}}

}}

}}

een zorgvuldig bijgehouden en veilig bewaard dossier waar hij zelf documenten kan aan toevoegen inzage in zijn dossier: }} moet gebeuren binnen de 15 dagen na de aanvraag }} uitgesloten v/h recht op inzage zijn de persoonlijke notities en informatie over derden inzage in zijn dossier door een vertrouwenspersoon (indien deze een beroepsbeoefenaar is, heeft deze ook recht op inzage van de persoonlijke notities) afschrift van zijn dossier: je kan dit weigeren indien duidelijk is dat patiënt onder druk staat om dit aan derden mee te delen.

Indien de beroepsbeoefenaar inzage in het dossier weigert om medische redenen, kan de patiënt zijn rechten uitoefenen via een door hem gekozen beroepsbeoefenaar. Bij overlijden oefent de familie het recht op inzage uit via een door hen gekozen beroepsbeoefenaar die ook toegang heeft tot de persoonlijke notities (indien vraag voldoende gemotiveerd en niet tegen de wens van de patiënt). Een kopie nemen van het dossier na overlijden is verboden.

3e Deel - De verpleegkundige en zijn/haar patiënt - Juni 2010

f. Recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer }} }}

Betreft de informatie over zijn gezondheid Betreft zijn intimiteit: de aanwezigheid van personen is beperkt tot het strikt nodige voor het onderzoek/behandeling.

Uitzondering In het belang van de volksgezondheid of bij belangen/rechten van derden.

g. Recht op het neerleggen van een klacht bij de bevoegde ombudsfunctie Meer info op de sites: }} www.health.fgov.be > Mijn gezondheid> Patiëntenrechten }} www.patientrights.be De taak van de ombudsfunctie is de volgende: }} }} }} }} }}

bevorderen communicatie beroepsbeoefenaar - patiënt bemiddelen oriënteren van de patiënt in geval van mislukte bemiddeling informeren over de werking van de ombudsfunctie formuleren van aanbevelingen ter preventie.

3. Wie vertegenwoordigt de patiënt in geval van minderjarigheid of bij het onvermogen zelf zijn rechten uit te oefenen? a. Minderjarigen en gelijkgestelde personen }} }}

ouder of voogd patiënt wordt betrokken bij de uitoefening van zijn rechten in functie van leeftijd en begripsvermogen (een rijpe minderjarige kan dus volledig zijn rechten uitoefenen !)

b. Patiënt in onvermogen zelf zijn rechten uit te oefenen De rechten worden in dalende volgorde uitgeoefend door: }} }}

}}

een vertegenwoordiger aangesteld via een door beiden gehandtekend mandaat de familie indien geen mandaat: (in volgorde van prioriteit) echtgenoot(e) of partner > meerderjarig kind > ouder > meerderjarige broer/zus de beroepsbeoefenaar (ook in geval van onenigheid tussen vertegenwoordigers).

Voor het recht op het neerleggen van een klacht bestaat deze volgorde niet. Uitzonderingen }}

}}

Voor de bescherming van de levenssfeer kan de beroepsbeoefenaar eisen dat de vertegenwoordiger zijn recht op inzage in het dossier uitoefent via een door deze laatste verkozen beroepsbeoefenaar Voor de bescherming van het leven en de gezondheid van de patiënt kan de beroepsbeoefenaar afwijken van de beslissing van de vertegenwoordiger en dit in multidisciplinair overleg, tenzij de vertegenwoordiger een schriftelijk mandaat heeft en in het bezit is van een uitdrukkelijke wilsbeschikking van de patiënt.

Ieder ziekenhuis is verplicht een ombudsfunctie op te richten die onafhankelijk dient te zijn van de zorgverleners en waar de patiënt terecht kan bij klachten over de er toegediende zorgen. Bij klacht over zorgen verleend buiten het ziekenhuis kan de patiënt zich richten tot de Federale Ombudsdienst van de FOD Volksgezondheid, Directoraat Generaal van de Gezondheidsvoorzieningen, Nederlandstalige federale ombudspersoon Victor. Hortaplein 40, bus 10, 1060 Brussel Tel. 02/5248520 Fax 02/5248538

61

4 Deel Communicatie met het RIZIV e

64

4e Deel - Communicatie met het RIZIV - Juni 2010

I. Omzendbrieven De zorgverlener heeft de verplichting om zich te informeren over de reglementering. Onwe tendheid kan nooit worden ingeroepen als rechtvaardiging in een gerechtelijke procedure. Bekendmaking in het Belgisch Staatsblad is de officiële manier70 om wetten, besluiten aan te kondigen en in werking te laten treden vanaf een bepaalde datum. Omzendbrieven hebben tot doel de zorgverleners te informeren over belangrijke onderwerpen zoals de reglementering, de erelonen, aanrekeningsmodaliteiten, de overeenkomsten. Soms bevatten ze bijkomende uitleg over problemen die zijn vastgesteld bij de toepassing van de reglementering. De wettelijke basis blijft echter steeds de afkondiging in het Belgisch Staatsblad en niet de omzendbrief als dusdanig. Ook voor de datum van uitvoering is niet het opsturen van de omzendbrief bepalend, maar wel de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en de datum van inwerkingtreding die daarin is bepaald.

II. De website van het RIZIV: www.riziv.be Je kunt heel wat informatie rechtstreeks op de website van het RIZIV vinden. Via de onthaalpagina kun je verschillende rubrieken raadplegen. Een korte beschrijving van de inhoud: }}

Rubriek Zorgverleners > Andere zorgverleners > Verpleegkundigen: }}

}}

}}

}} }}

onder “Algemene informatie”: o.a. de omzendbrieven(vanaf 2003), de nomenclatuur, de Overeenkomst, prijzen en vergoedingen , instructies ivm. de facturatie, andere wettelijke bepalingen enz. onder “Informatie per thema”: o.a. pilootproject zorgkundigen in de thuisverpleging, forfaitaire tegemoetkomingen, evaluatieschaal, de palliatieve patiënt, referentieverpleegkundigen, pseudocodenummers; softwarepakket, VINCA-project, enz. onder “formulieren”: de verschillende formulieren voor aanvraag, kennisgeving, toetreding, enz. onder “Educatief project zorgverleners”: de meeste recente versie van deze brochure onder “Contact”: de coördinaten van de contactpunten bij het RIZIV (adres, telefoon, e-mail), enz.

}}

Rubriek “Burger” vind je, naast informatie over de ziekenfondsen, informatie die direct van belang is voor je patiënt (medische kosten; arbeidsongeschiktheidsuitkeringen)

}}

Rubriek “Andere domeinen” vind je informatie voor de werkgevers, over de onderwijsinstellingen van het 3e niveau, enz.

}}

Rubriek “Voorstelling van het RIZIV” vind je informatie over de sociale zekerheid in België en over het RIZIV (structuur, opdrachten, enz.).

}}

Rubriek “Wilt u meer weten?” vind je informatie over de evolutie in de ziekte- en invaliditeitsverzekering, de belangrijkste reglementering, de Europese strijd tegen de fraude (EHFCN), links naar andere sites mbt de sociale zekerheid, enz.

70. Wet van 31 mei 1961 Bekendmaken en afkondigen van wetten en verordeningen.

4e Deel - Communicatie met het RIZIV - Juni 2010

III. Meer info nodig? Vragen waarop je geen antwoord vindt in deze brochure, kun je stellen aan het RIZIV. Maak hiervoor gebruik van: }}

}}

}}

de contactgegevens (e-mailadressen, telefoonnummers, faxnummers, adressen voor briefwisseling), die je in de brochure terugvindt (zie telkens “meer informatie”) de algemene mailbox [email protected]; de communicatiecel van het RIZIV stuurt de mails door naar de bevoegde dienst(en). de website van het RIZIV: www.riziv.be > Wilt u meer weten? > Reglementering > Docleg

Indien je bij je beroepsvereniging of op het web geen antwoord vindt kan je je vraag richten aan de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV: }}

}}

}}

telefonisch op het nummer 02/739.74.79 op maandag en donderdag tussen 13 en 16u, op dinsdag, woensdag en vrijdag tussen 9 en 12 uur in de kantoren van het RIZIV tussen 9-12 of na afspraak op het volgende adres: Tervurenlaan 211 lokaal T486 (4e verdieping) 1150 - Brussel schriftelijk (zelfde adres). Andere websites die in de brochure voorkomen:

}} }}

}} }} }} }} }} }}

Zorgtrajecten: www.zorgtraject.be Medattest (website van het RIZIV en De Post om documenten voor zorgverleners online te bestellen : www.medattest.be) Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid (“zorgverzekering” in Vlaanderen) : www.vlaamsezorgverzekering.be) Vzw Medimmigrant : www.medimmigrant.be Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers : www.fedasil.be Rechten van de patiënt: www.patientrights.be Federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid: www.health.fgov.be Federale overheidsdienst (FOD) Justitie: www.just.fgov.be

65

5 Deel Provinciale geneeskundige commissies van de FOD Volksgezondheid e

68

5e Deel - Provinciale geneeskundige commissies van de FOD Volksgezondheid - Juni 2010

Call center nummer van de FOD Volkgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu: 02 524 97 97 Algemeen e-mail adres: [email protected] Provinciale Geneeskundige Commissie Antwerpen (PGC Antwerpen) }} }} }} }} }} }}

Adres: Pelikaanstraat, 4, 2e verdieping, 2018 Antwerpen Tel.: 02 524 78 50, fax: 02 524 78 58 Voorzitter: Dr. D. Duyck Secretaris: Dr. W. Haenen, Gezondheidsinspecteur E-mail: [email protected] Openingsuren: dinsdag en donderdag van 9u30 tot 12u en van 14u tot 16u

Provinciale Geneeskundige Commissie Limburg (PGC Hasselt) }} }} }} }} }} }}

Adres: St-Jozefsstraat 10 bus 5.2, 3500 Hasselt Tel.: 02 524 78 02, fax: 02 524 78 21 Voorzitter: Dr. Rega R. Secretaris: Dr. K. Machiels, Gezondheidsinspecteur E-mail: [email protected] Openingsuren: dinsdag en donderdag van 9u30 tot 13u30 en van 14u tot 16u en na afspraak

Provinciale Geneeskundige Commissie West-Vlaanderen (PGC Brugge) }} }} }} }} }} }}

Adres: Hoogstraat 9, 8000 Brugge Tel.: 02 524 79 30, fax: 02 524 79 33 Voorzitter: Dr. Lieven Wostyn Secretaris: Dr. Z. Vermeulen, Gezondheidsinspecteur E-mail: [email protected] Openingsuren: maandag en dinsdag: van 9u tot 11u30 en van 13u30 tot 15u30

Nederlandstalige Geneeskundige Commissie van Brabant (PGC Leuven) }} }} }} }} }} }} }} }}

Adres: Philipssite 3 B bus 1, 3001 Leuven Tel.: 016 31 89 22, fax: 016 31 89 17 Voorzitter: Dr. Lucas Kayaert Secretaris: Dr. M. Coppens, Gezondheidsinspecteur E-mail: [email protected] Secretariaat: M. Roelandts E-mail: [email protected] Openingsuren: dinsdag en donderdag van 9u tot 11u en van 14u tot 15u30

Provinciale Geneeskundige Commissie Gent Oost-Vlaanderen (PGC Gent) }} }} }} }} }} }}

Adres: Kouterpoort - Ketelvest 26 bus 201, 9000 Gent Tel.: 02 524 99 73 of 02 524 99 72, fax: 02 524 99 78 Voorzitter: Prof. Dr. L. de Thibault de Boesinghe Secretaris: Dr. H. Nimmegeers, Gezondheidsinspecteur E-mail: [email protected] Openingsuren: maandagmorgen en vrijdagmorgen van 9u tot 11u30 en woensdagnamiddag van 14u tot 15u30

5e Deel - Provinciale geneeskundige commissies van de FOD Volksgezondheid - Juni 2010

Commission médicale du Brabant d’expression française }} }} }} }} }} }}

Adresse: Place Victor Horta 40, 1060 Bruxelles Tél.: 02 524 97 72, fax : 02 524 98 20 Président: Prof. Monique De Rood Secrétaire: Dr M. Luyckx, Inspecteur d’hygiène provincial E-mail: [email protected] Heures d’ouverture: mardi et jeudi de 14h à 16h

Commission médicale de la province du Hainaut (CMP Hainaut) }} }} }} }} }} }}

Adresse: Grand’rue 67-69, 4e étage, 7000 Mons Tél.: 065 39 48 80, fax: 065 39 48 83 Président: Dr Basselier Secrétaire: Dr D. Taminiau, Inspecteur d’hygiène provincial E-mail: [email protected] Heures d’ouverture: lundi de 14h à 16h, mardi de 9h30 à 11h30, jeudi de 14h à 16h et vendredi de 9h30 à 11h30

Commission médicale de la province de Namur (CMP Namur) }} }} }} }} }} }}

Adresse: Résidence Les Célestins Place des Célestins 25, 5000 Jambes Tél.: 081 65 44 73, fax: 081 30 76 26 Président : Dr Fery Secrétaire : Dr J. Renard, Inspecteur d’hygiène provincial E-mail: [email protected] Heures d’ouverture: tous les jours de 9h à 12h et de 14h à 16h

Commission médicale de la province de Luxembourg (CMP Luxembourg) }} }} }} }} }} }}

Adresse: Rue Dr. Lomry 3, 6800 Libramont Tél.: 061 23 00 73, fax: 061 23 43 79 Président: Dr J-J. Slegten Secrétaire: Dr C. Laboulle, Inspecteur d’hygiène provincial E-mail : [email protected] Heures d’ouverture: mardi de 10h à 12h et de 14h à 16h

Commission médicale provinciale de la province de Liège (CMP Liège) }} }} }} }} }} }}

Adresse: Bld Frère Orban 25, 2e étage, 4000 Liège Tél.: 02 524 79 01, fax: 04 254 15 68 Président: Dr Georges Henrard Secrétaire: Dr I. Renard, Inspecteur d’hygiène provincial E-mail: [email protected] Heures d’ouverture: tous les jours de 9h à 12h et de 14h à 16h. Pour inscription visa (diplômes): le mardi de 9h à 11h et de 14h à 16h ou sur rendez-vous.

69

70

Index - Juni 2010

Index A

aanrekenen ................................................................................................................................ 31–46 beperkingen ......................................................................................................................... 34–35 hulp bij prestaties verricht door een arts . .................................................................................. 32 in rust en verzorgingstehuizen ................................................................................................... 31 in ziekenhuisverband ................................................................................................................. 31 welk bedrag? ............................................................................................................................. 57 aanvraag- en kennisgevingprocedure ............................................................................................. 43 adviserend geneesheer ......................................................................................21, 37, 38, 41, 43, 45 aanvraag en kennisgeving ......................................................................................................... 43 asielzoekers . ................................................................................................................................... 52 attesteren via facturatiedienst . ................................................................................................................... 46 via Mycarenet ............................................................................................................................ 46

B

basisverstrekking . ........................................................................................................................... 29 beheerskosten ................................................................................................................................. 24 Belgisch Staatsblad . ....................................................................................................................... 64 betrekkelijke waarde . ...................................................................................................................... 26 bevoegdheid . .............................................................................................................................. 9-10 codes ......................................................................................................................................... 9 verpleegkundige handelingen .................................................................................................... 12 bijzondere beroepsbekwaamheid ................................................................................................... 10 bijzondere beroepstitel .................................................................................................................... 10 bioactief verband . ..................................................................................................................... 30, 42 buitenland . ...................................................................................................................................... 33

C

coëfficiëntgetal ................................................................................................................................ 26 controle praktijkvoering ................................................................................................................... 20

D

delegeren van taken ........................................................................................................................ 33 derdebetalersregeling . ...............................................................................................................56-57 DGEC .............................................................................................................................................. 20 diabetespatiënt . ........................................................................................................................ 38-40 diefstal voorschriften /stempel ........................................................................................................ 11

E

Europese ziekteverzekeringskaart . ................................................................................................. 52 evaluatie praktijkvoering .................................................................................................................. 20 evaluatieschaal .................................................................................................................... 40, 44, 46 zie katzschaal ............................................................................................................................ 44

F

facturatiedienst . .............................................................................................................................. 46 Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers . ................................................................ 53 forfait ............................................................................................................................. 29, 32, 36, 37 palliatieve en zwaarzorgafhankelijke patiënten ............................................................................... 36

G

gegevensregistratie aan bed ........................................................................................................... 24 geïntegreerde diensten voor thuisverzorging .................................................................................. 58

Index - Juni 2010

getuigschriften aanvragen .................................................................................................................................. 46 Hoe bekomen ............................................................................................................................ 46 Individueel . ................................................................................................................................ 45 verzamel- ................................................................................................................................... 45

I

inbreuken tegen de RIZIV-wetgeving .............................................................................................. 21 interne documenten ........................................................................................................................ 45 interpretatieregels . .......................................................................................................................... 27

K

Katzschaal ....................................................................................................................................... 46

L

Lokaal Opvanginitiatief (LOI) . .......................................................................................................... 44

M

maximumfactuur ............................................................................................................................. 53 inkomen ..................................................................................................................................... 55 sociaal . ...................................................................................................................................... 56 MyCareNet ...................................................................................................................................... 46

N

Nationale Overeenkomst ................................................................................................................. 22 nomenclatuur ............................................................................................................. 9, 12, 20, 26-31 asielzoekers ............................................................................................................................... 53 inhoud ........................................................................................................................................ 26 juridische basis .......................................................................................................................... 27 raadpleging ................................................................................................................................ 28 totstandkoming . ........................................................................................................................ 27 vragen omtrent . ......................................................................................................................... 47 nomenclatuur verpleegkunde algemene beperkingen ........................................................................................................ 30–33 structuur .............................................................................................................................. 28–30

O

Omnio-statuut ................................................................................................................................. 54 omzendbrieven ................................................................................................................................ 64 oogdruppels .................................................................................................................................... 35 oogzalf ............................................................................................................................................. 35 overeenkomstencommissie verpleegkunde .................................................................................... 27

P

palliatieve thuispatiënt ..................................................................................................................... 37 definitie ...................................................................................................................................... 37 Provinciale Geneeskundige Commissie .......................................................................................... 11 pseudocodenummers ......................................................................................................... 34, 37, 46

R

rechten van de patiënt ................................................................................................................59-61 referentieverpleegkundigen ............................................................................................................. 11 remgeld ..................................................................................................................................... 23, 53 RIZIV .......................................................................................................................................... 18–19 RIZIV-nummer ....................................................................................................................... 9, 31, 46 noodzaak ..................................................................................................................................... 9 rust- en verzorgingstehuizen ........................................................................................................... 32

71

72

Index - Juni 2010

S

schriftelijke lastgeving ..................................................................................................................... 45 serviceflats ...................................................................................................................................... 32 sleutelletter ...................................................................................................................................... 26 softwarepakket ................................................................................................................................ 23 soorten verzekeringen ..................................................................................................................... 50 specifieke technische verpleegkundige verstrekkingen aanrekenen . ............................................. 42 supplementen . ................................................................................................................................ 44

T

tarieven ............................................................................................................................................ 27 tegemoetkoming beheerskosten thuisverpleging .................................................................................................. 23 softwarepakket .......................................................................................................................... 23 therapeutische vrijheid .................................................................................................................... 17 toepassingsregels ........................................................................................................................... 26 toiletten . .............................................................................................................29, 30, 35, 40, 43, 44

V

verantwoordelijkheid financieel . .................................................................................................................................. 17 juridisch ..................................................................................................................................... 17 verpleegdossier ......................................................................................................................... 34 verblijfscatheter ............................................................................................................................... 43 vergoedbaarheid ............................................................................................................................. 12 verhoogde tegemoetkoming ........................................................................................................... 54 verplaatsingkosten .................................................................................................................... 44, 57 verpleegkundig consult ............................................................................................................. 35, 42 verpleegkundig dossier ................................................................................................................... 33 palliatieve patiënt ....................................................................................................................... 37 rechten v/d patiënt ivm .............................................................................................................. 60 wondzorg ................................................................................................................................... 41 verpleegkundige verstrekkingen . ...............................................................................................10-16 technische ............................................................................................................................12-16 toevertrouwde geneeskundige handelingen .............................................................................. 16 verstrekkingen gedekt door andere verzekering ................................................................................................ 32 onterechte vergoeding ............................................................................................................... 17 uitgevoerd in het buitenland ...................................................................................................... 32 vertegenwoordiging van de patiënt ................................................................................................. 61 verzekerbaarheid ............................................................................................................................. 52 verzekeringscomité ..................................................................................................................... 9, 27 VINCA-project ................................................................................................................................. 24 visum ............................................................................................................................................... 11 Vlaamse zorgverzekering . ............................................................................................................... 51 voorschrift .................................................................................................... 12, 17, 30-31, 34, 41, 47 geldigheidsduur ......................................................................................................................... 31 noodzaak ................................................................................................................................... 30 ongeldig ..................................................................................................................................... 31 vereisten .................................................................................................................................... 31

W

website van het RIZIV ...................................................................................................................... 64 weekend en feestdagen .................................................................................................................. 43 wondzorg . .......................................................................................................... 10, 13, 30, 35-37, 42

Z

ziekenhuis . ...................................................................................................................... 9, 31, 55, 52 zorgkundigen . ................................................................................................................................. 33 pilootproject . ............................................................................................................................. 33 zorgtrajecten . .................................................................................................................................. 58

Infobox RIZIV Wegwijzer voor de startende verpleegkundige in de thuiszorg

1e versie, juni 2010 Verantwoordelijke uitgever: J. De Cock, Tervurenlaan 211, 1150 Brussel Realisatie: Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle (DGEC), in samenwerking met de Dienst voor geneeskundige verzorging en de Communicatiecel van het RIZIV, en de deelneming van de Federale overheidsdienst Volksgezondheid Graphic Design: Communicatiecel RIZIV Foto’s: Ab initio en Verypics Wettelijk depot : D/2010/0401/2

Infobox RIZIV Wegwijzer voor de startende verpleegkundige in de thuiszorg

View more...

Comments

Copyright � 2017 NANOPDF Inc.
SUPPORT NANOPDF