INLEIDING TOT DE STUDIE VAN DE WOORDBETEKENIS

January 9, 2018 | Author: Anonymous | Category: Arts & Humanities, Schrijven, Spelling
Share Embed Donate


Short Description

Download INLEIDING TOT DE STUDIE VAN DE WOORDBETEKENIS...

Description

INLEIDING TOT DE STUDIE VAN DE WOORDBETEKENIS DOOR

Prof. Dr C. G. N. DE VOOYS

TWEEDE~

HERZIENE EN VERMEERDERDE UITGAVE

1943 DE SIKKEL, KRUISHOFSTRAAT 223, ANTWERPEN J. B. WOLTERS, GRONINGEN

INLEIOING TOT DE STUDIE VAN DE WOORDBETEKENIS DOOR

Prof. Dr C. G. N. DE VOOYS

TWEEDE, HERZIENE EN VERMEERDERDE UITGAVE

1943 DE SIKKEL, KRUISHOFSTRAAT 223, ANTWERPEN J. B. WOLTERS, GRONINGEN

VOORREDE De titel van dit boekje drukt nauwkeurigde bedoeling uit: de lezer te orienteren op het uitgestrekte gebied van de semantiek door een beknopte maar leesbare uiteenzetting, toegelicht met in hoofdzaak Nederlandse voorbeelden. Niemand besef't beter dan 'de schrijver zelf welk een moeielijke en hachelijke onderneming het was, een zo veelzijdige stof in een kort bestek samen te persen, zonder onduidelijk of al te oppervlakkig te worden. Wie van dit onderwerp een voortgezette studie wil maken, vindt daarvoorde gegevens bijeengebracht in de Aantekeningen. Daar wordt ookde buitenlandse Iitteratuur aangehaaldv die overvloedig materiaal uit andere talen klan verschaffen. Urtrecht, Maart 1938. c. G. N. DE VOOYS.

BIJ DE TWEEDE DltUK In deze herdruk 'is de opzet ongewijzigd gebleven. De vermeerdering bestaat voornamelijk in de toevoeging van een aantal voorbeelden en de uitbreiding van de tekst en aantekeningen, op grond van wat sinds 1938 op dit gebied gepubliceerd is. Utrecht, Maart 1943. c. G. N. DE VOOYS.

INHOUD ALGEMENE BESCROUWINGEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. ]0.

De taal: taal en spraak . . . . . Ret woord in het zinsverband . . De zin in de si tuatie . . .. ... Het woord bij spreker en hoorder. Bemiddelde en OIl bemiddelde betekenis Ret woord en de taalsfeer .. . . . . De gevoelswaarde van het woord. . .. Klank en betekenis. . . . Overschatting van de e t y m o l o g i e . . Verbleking en verlevendiging van de etymologie . . . Betekenisontlening. .

HOOFDSTUK 1. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.

21. 22. ~>

2 u.

24.

25.

7 8 10 12 13 15 16 16 18

NAAMGEVING

Klanknabootsing en klanksymboliek . De naamgeving berust op een onderdeel van de voorstelling . Naamgeving naar een opvallende eigenschap . Naamgeving naar de stof waarvan een voorwerp gemaakt is . Eigenschappen benoemd naar substanties . Naamgeving van een produkt naar de plaats van afkomst . Naamgeving van een produkt naar de uitvinder of de fabrikant . Willekeurige naamgeving met reklame-bedoeling . Geleerde naamgeving voor internationaal gebruik Naamgeving op grond van ,gelijkenis .

ROOFDSTUK II.

5

19 22 24 24

25

25 26

27 27

28

VERANDERING VAN BErrEKENIS

Woorden handhaven zich, terwijl de zaken veranderen . Verdichting van betekenis door ellips . Verdichting van betekenis door veelvuldig voorkomen in een bepaalde omgeving of taalkring Betekenisovergang ten gevolge van associaties . Associaties op grond van tijdsverband .

30 32 34 36

38

3

26. 27.

Associaties tussen plaats, tijd en causaliteit. . 38 Associaties op grond van causaliteit. . . . 39 28. Associaties tussen abstrakte begrippen en konkrete voorstellingen. .4-0 29. Wisseling van betekenis op grond van bijwaarneming (synaesthesie) 41 30. Overdracht van bewegingswoorden op innerlijke gevoelens en funkties van het verstand . . 42 31. Verandering van betekenis door verbleking van metaforen 43 32. Verschuivingen van de gevoelswaarde . 46 33. Betekenisontwikkeling in gunstige of in ongunstige zin . 41 34. Reaktie op euf'emisme . . . 49 50 35. Reaktie op ironie . . . 36. Reaktie op hyperbolen en krachttermen . . 51 37. Invloed van emfatisch gebruik . . 52 38. Betekenisverzwakking door declassering 53 39. 40.

Dirferentiering van betekenis Betekenisverandering door klank- en begripsassociatie

HOOFDSTUK III.

41. 42. 43.

44.

45.

.

53 55

SYNONIEMIEK

De beschouwing van synoniemen . Verschil van begripsinhoud . Verschil van taalkring Verschil van gevoelswaarde Individuele en usuele betekenis .

56

57 58 60 61

AANTEKENINGEN EN GEGEVENS TEN BEHOEVE VAN VOORTGEZETTE STUDIE

De voornaamste litteratuur over de betekenisleer Aantekeningen bij de tekst

4

63

69

ALGEMENE BESCHOUWINGEN Zolang er over taal nagedaeht is, zolang er glossaria en lexica samengesteld zijn,heeft men ook aandacht gehad voor de betekenis van de woorden. Ret heeft echter lang geduurd eer de semasiologie of semomiiek (1) zich tot een zelfstandige tak van de taalwetenschap kon ontwikkelen, De vergelijkende taalstudie wekte aanvankelijk bijna aileen belangstelling voor klank- en vorrnleer : in de bloeitijd van de neogrammatici constateerde mendat in een betekenisleer andersdan in een klankleer - geen vaste wetten te vinden zouden zijn, en dientengevolge zag men er met een zekere geringschatting up neer. De opkomst van de taalpsychologie bracht hierin verandering: H. Paul toonde in zijn Prinzipien warme belangstelling voor dit onderwerp, maar ook 'hij zocht langs Iogische weg regelmatigheid in de betekenisontwikkeling. De studie werd psychologisch verdiept door W. Wundt (Die Sprache) , malar dit was slechts een begin van een lange reeks boeken en opstellen in verscheiden landen van Europa, waardoor de semantische vraagstukken van velerlei zijden werden belicht. Ret ligt niet in onze bedoeling,daarvan en volledige opsomming te geven (2) en evenmin, alle d\aarinaJangeroerde problemen te behandelen ; aIleen het voornaamste zal in Ide volgende beschouwingen. als onmisbare inleiding, ter sprake komen. ~

1.

De taal : taal en spraak.

De mens heeft als rniddel om met zijn medemens in aanraking te komen, behoefte aan taal. Hij wil daarmede zijn gevoel uiten, zijn wil te kennen geven, zijn gedachten mededelen, Zonder die gemeenschap zou geen eigenlijke taal ontstaan, want de kreet als (1) De

term

semasiologie

(afgeleid

van

f5'{,'J.':J.'.-'(.)

komstig uit de kring van klassieke f'ilologen:

==

(Ie t.errn

betekenen)

semantiek

is

af-

(naar

analogie 'Van fonetiek) is door Breal ingevoerd. (2) Een aantal van de voornaamste werken vindt men in onze Aantekeningen genoernd of besproken.

5

loutere reflex is nog geen taal; wordt eersttaal, wanneer die tevens dient om de aandacht te trekken. In ruimere zin kan men allerlei tekens taal noemen : gebaren, signalen, maar in engere tin bestaat menselijke taal uit geartikuleerde spraakklanken, rrtmisch en melodischgeordend, tot woorden en zinnen verbonden, GelaatsuitJdrukking en gebaar kunnenals begcleidingsverschijnselen van betekenis blijven, Taal is nog iets meer dan reeksen van klanken of klanksymbolen. Ieder mens heef't een latent taalbezit, een innerlijk taalfonds, waarvan de waarneembare taal de actuering is. Hij kan over woorden beschikken, hij kan verbindingen en vervormingen maken naar gebruikelijke voorbeelden, hij kan zinnen bouwen volgens een vast systeem, omdat dit alles in zijn geest, in zijn geheugen aanwezig is. Er zijn taalgeleerden die, op het voetspoor van F. de Saussure, dit innerlijk aanwezige systeem beschouwen als iets bovenpersoonlijks, iets vaststaands, dat van geslacht op geslacht overgaand, tegen willekeurig ingrijpen van het individu gewaarborgd is. De Saussure. noemt dit taalsysteem la langue, en de realisering daarvan in de gesproken taal la parole, termen die men in het Nederlands weergegeven heeft met taal (dus in engere zin opgevat) en spraak. Dit boven- of buiten-individuecl bestaan van taal is in zekere zin een herleving van de oude taalbeschouwing, die in de taal een zelfstandig-levend organisme zag. De Saussure's opvatting van « la langue» is dan ook bestreden o.a. door O. Jespersen (1), en hier te lande door Gerlach Royen (2). Al is het taalsysteem een gemeenschappelijk bezit van aIle taalgenoten, het moet telkens in elk individu opnieuw ontstaan en blijft dus in wezen individueel. Onveranderlijk is het volstrekt niet. Elke wijziging voltrekt zich in de spraak - wat ook De Saussure toegeeft - vindt geleidelijk ingang bij de taalgenoten, totdat menkan zeggen dat het zich een blijvende plaats verworven heeft in de taal. Die taal is dan een collectief begrip: de in het lexicon geboekte woordvoorraad is het kleinste gemene veelvoud van de verschillende soorten taal in gebruik bij aIle taalgenoten; de grammatica stelt de regels vast van het systeem dat aIle taalgebruikers zich eigen gemaakt hebben en als gezaghebbend erkenrten. ( 1) Linouistica (1933), bIz. 128 vlg. (2) Spraak en Taal t Mededel ingen Kon. Aca d. Amsterdam 1933).

6

Het woord in het zineuerbomd. Waarneembare taal,. zowel gesproken als gelezen, komt slechts tot ons in zunnen, waarbij men znoet bedenkendat een zin, vooral in het gesprek ook uit een woord kan bestaan. Daaruit is weI eens de gevolgtrekking gemaakt datde zin primair is, en woorden geen zelfstandig bestaan hebben, maar slechts uit een zin geisoleerd kunnen worden. Daartegenover heeft A. Reichling (1) met scherpzinnigheid en met klem van argumenten de autonomie van het woord bepleit, en het gedefinieerd als «het kleinste isoleerbare taalmoment ». AIle moeielijkheden zijn m.i. daarmede niet opgelost. Verschillende taalgeleerden, o.a. Noreen, Jespersen, Vendryes, hebben er op gewezen hoe moeielijk het is, een afdoende definitie te geven. Men heeft vergeefs getracht, verheldering te brengen door niet langer de gewone woordcategorieen te handhaven, maar scheiding te maken tussen semaniemes en morphem-es (Vendryes) of Vollicbrter en Formuiorter (Sutterlin), full words en halt words (Sweet), maar oak dan vloeit de ene groep vaak in de andere over, b.v. bij samenstelling en afleiding. Met het veelzijdige begrip morpheme, zoals Vendryes het uitwerkt (2), zal de semanticus niet veel kunnen beginnen, teminder omdat het in allerlei talen tot verschillende uitkomsten zou leiden. Maar al handhaaft men het oude woordbegrip en neemt men aan dat in de geest van de spreker en de hoorder een zin opgebouwd wordt uit woorden, men zal tevens moeten inzien dat het woord eigenlijk pas een reeel bestaan verkrijgt in de zin, dat de woordbetekenis bepaald ioordt door het zinsverband. Reeds wanneer woorden zich tot woordgroepen verenigen,zullen ze wederkerig hun betekenis kunnen bepalen. Van logisch standpunt zegt men dat een substantief bepaald wordt door een adjektief, een werkwoord door objecten; semantisch is het omgekeerde even mogelijk. Van Ginneken gaf daarvan aardige voorbeelden. Het woord rood krijgt in veel gevallen zijn eigenlijke betekenis door het volgende substantief : bij «een rood dak, een rood gezicht, rood krijt, een rode kool, een rode avondhemel » wordt telkens een andere kleurschakering bedoeld. Openen veronderstelt een totaal § 2.

(1) Het Woord. Een studie om t rent de

qrondsla.q ran

t aal en t.caloebruik

(Utr. diss. 1935). (2) Le langage II Chap. L

7

andere beweging, naar mate men spreekt van: een deur, een venster, een pakket, een slot, een boek, de gordijnen, de ogen, de armen, de mond openen, of abstrakt : een zaak, een vergadering, eendiskussie, een mogelijkheid openen (1); evenzo gaan in : de jongen gaat, de trein gaat, de klok gaat, dat gaat goed, iets gaat kapot. Erdmann wijst er op, hoe een woord ook door de Icoppeling met een tegenstelling bepaald wordt, b.v. land enzee, land en stad, land en volk; of : volk en vorst, volk en adel, volk en beschaafden, volk en individu, volk en starn, volk en bourgeoisie (2). Wat voor de woordgroep opgemerkt werd, geldt in sterker mate voor de zin. Wanneer iemand hoort of leest : «De stemming werd uitgesteld tot de volgende vergadering », dan wordt siemminq bepaald door uiiqesteld : er kan b.v. niet aan een gemoedstemming gedacht worden. De uitgestelde stemming kan niet betrekking hebben op een Kamerverkiezing, want die opvatting wordtbelet door het volgende woord oerqaderinq. Psychologisch merkwaardig is, dat ook voor de hoorder de zin in zijn geheel « present» blijft, terwijl toch de woorden in tijdsorde achtereenvolgens worden waargenomen. ~

3.

De zin in de siiuatie.

De zin ontleent zijn volle betekenis aan de situatie. De bovengenoemde zin, toevallig gehoord van twee onbekenden, is vrijwel .onbegrijpelijk. Waarover moest gestemd worden? Vanwaar het uitstel? Welke vergadering? Al die vragen blijven onbeantwoord. Maar diezelfde zin is voor de spreker en de hoorder volmaakt duidelijk geweest. Nog meer geldt dat, wanneer de zin aanwijzende of terugwijzende woorden bevat, b.v. «Hij komt hier. » In het gesprek tussen bekenden is de situatie volmaakt: men. kent elkanders omstandigheden in het heden en het verleden, men ziet de gelaatsuitdrukking, de begeleidende gebaren, men hoort de intonatie van de zin. Anders wordt het reeds in een telefoongesprek, vooral met een onbekende. Dan moet de situatie voornamelijk door woorden geschapen worden, wat soms eerst na enig zoeken en tasten (1) ¥g1. zijn Principes de Ling. psych. § 664. (2) BIz. 79. Wanneer bier, en in bet vervolg, in de noot slechts de pagina aangeduid wordt verwijzen wij de lezer voor titel en jaartal van het geschrift naar de eerste Aantekening achterrn dit boekje. ~

mogelijk is. Nog groter wordt de afstand, wanneer een auteur in eenboek tot ons spreekt. Het is dan de plicht vande schrijver, te zorgen dathij contact houdt met zijn lezer, d.w.z, dat zijn zinnen in hun « context» volkomen duideIijk blijven, terwijlde lezer de samenhang van de zinnen steeds in het oog moet houden. Duidelijk komt de waarde van de situatie uit, als men de stijl van de roman vergelijkt met die van het drama. Een romanschrijver heeft behoefte aan een brede expositie ; de toneelschrijver kan met een minimum van beschrijving, met zeer korte gesprekken volstaan, wegens de rijkdom van gegevens die de situatie, d.w.z. toneeldecor, kostuum, gebarenspel enz., de toeschouwer verschaft. Treffend karakteriseert Breal de situatie als « cet ensemble de circonstances, lequel, comme la cle en musique, fixe la valeur des signes» (1). Het juiste begrip daarvan verklaart ons het anders onverklaarbare feit dat een woord velerlei betekenis kan hebben, en toch zelden of nooit aanleiding zal geven tot misverstand. Ieder kent b.v. tientallen betekenissen van het woord spell maar wie herinnert zich gevallen, waarin hij moest navragen welk soort « spel » bedoeld werd ? Om nogmaals Breal aan te halen: «On n'a meme pas la peine de supprimer les autres sens du mot: ces sens n'existent pas pour nous, ils ne franchissent pas Ie seuil de notre conscience» (2). Polysemie (
View more...

Comments

Copyright � 2017 NANOPDF Inc.
SUPPORT NANOPDF