KUA-KAM theater 2013
Short Description
Download KUA-KAM theater 2013...
Description
THEATER ANALYSE
A:
ALGEMENE GEGEVENS Omschrijving
vraag
antwoord-terminologie
Theatermaker
Wie heeft het werk gemaakt
Naam Kunstenaar
Datum
Wanneer is het werk gemaakt
xx-xx-xxxx
Lokatie
waar is het werk gemaakt
xxxx
Titel
Wat is de titel van het werk
“Plaatsnaam”
Aantal acteurs
Hoeveel personen in voorstelling
aantal
Duur
Wat is de de duur van het stuk
xxxx
B: FORMELE THEATER ASPECTEN (FTA) THEATRALE LAAG/ MIDDELEN ACTEURS begrip
vraag
antwoord-terminologie
Beweging/houding
wat kun je zeggen over de beweging/houding van de acteur/ actrice
natuurlijk/kunstmatig; groot-klein;etc
Mimiek
Welke rol speelt de gelaatsuitdrukking van de acteur/ actrice voor het personage dat wordt uitgebeeld
overdreven-klein; getempert-fel;
Stemgebruik
Wat voor rol speelt het stemgebruik van de acteur/actrice in het uitbeelden van het personage
hard-zacht, overdreven-bedeesd
Kostuum/ Grime/ Kapsel
Wat voor rol speelt kostuum kapsel grime van de acteur/actrice in het uitbeelden van het personage
beschrijving van kostuum grime kapsel
RUIMTE-ZAAL begrip
vraag
antwoord-terminologie
Locatie
Hoe gebruikt de dansers zijn/haar lichaam in de dans
gehele lichaam beweegt/delen van het lichaam bewegen
speelruimte / speelvlak,
Hoe is het speelvlak/ruimte ingedeeld
grootte, ruimte, coulisse, verborgen/ zichtbaar, gebruik van publieksruimte
podium
Wat voor soort podium wordt er gebruikt
proscenium, vlakke vloer, arena
plaats van het publiek
waar zit het publiek tijdens de voorstelling
tegenover, om het podium , op het podium & afstand van podium etc
THEATRALE LAAG/ MIDDELEN ACTEERSTIJLEN begrip
vraag
antwoord-terminologie
Naturalistisch
Hoe zet de acteur het personage neer
niet mooi maar echt; doorleefd met eigen emoties ; vanuit de psyche van het personage gespeeld; acteur en personage zijn a.h.w. één
Mechanisch
Hoe zet de acteur het personage neer
gebruik van uiterlijke effecten en cliché’s om algemene menselijke gevoelens uit te drukken ; het zijn theatrale en geen menselijke gevoelens
Melodramatisch
Hoe zet de acteur het personage neer
Gebruik van mechanisch acteren; overdreven mimiek, bewegings-motoriek en stemgebruik om emoties zichtbaar te maken; vooral frontale benadering = acteurs naar publiek gericht/voordracht.
Subtekst
Op andere welke manier dan de uitgesproken tekst wordt een emotie gespeeld
Onuitgesproken gedachten en gevoelens van het personage Je kunt subtekst horen of zien aan lichaams- taal, mimiek en de manier van spreken. Alleen van toepassing in naturalistisch acteren.
Tegenkleur
Op andere welke manier dan de uitgesproken tekst wordt een emotie gespeeld
Gebruik van tegenstrijdige emoties bij naturalistisch acteren. Voorbeeld: ja zeggen als je nee bedoelt, glimlachen terwijl je verdrietig bent, je mond stijf dicht houden terwijl je het uit wilt schreeuwen. Tegenkleuren maken een personage ‘levend’, natuurlijk, echt.
Innerlijke monoloog
Op andere welke manier dan de uitgesproken tekst wordt een emotie gespeeld
De acteur/actrice denkt hardop in zijn eentje. Je hoort een stroom van gedachten en gevoelens (stream of conciousness). In het modernisme vanaf 1900 werd de innerlijke monoloog een belangrijk expressiemiddel van een totaal nieuw soort personages in literatuur en toneel.
THEATRALE LAAG/ MIDDELEN begrip
vraag
antwoord-terminologie
Decor-soort
Hoe kun je het decor typeren
realistisch;decor perspectief decor ; minimalistisch decor
Decor/ Rekwisieten
Wat voor rol spelen de decors in het toneelbeeld
speelvlak indelend, speelruimte definiërend, verwarrend; sfeer definiërend
Licht
Wat voor rol spelen licht in het toneelbeeld
klein-groot/smal-breed/2-3 dimensionaal
THEATRALE LAAG/ MIDDELEN Geluid/ muziek
Wat voor rol spelen het geluid/ muziek in het toneelbeeld
vooruit/achteruit; opzij; diagonaal; boven/ beneden (ook wel niveau)
Visuele Media
Hoe gebruikt de danser het platte vlak in de dans
achter; voor(frontaal); zijvlak; coulissewerking
mise-en-scène
Hoe worden de acteurs op het toneel tijdens een bepaalde scène in scène gezet
in groepen; één acteur speelt personage in verschillende tijden ; solo; voor/achter; in publiek
Vervreemding
In hoeverre/ op welke manier wordt er gebruik gemaakt van vervreemding op in het stuk
Nadrukkelijk afstandelijke speelstijl van de acteurs (bijv. overdreven declameren of ineens zingen in plaats van spreken) Gebruik van een ceremoniemeester/ verteller Gebruik van grime/ maskers Vaak wisselen van tijd en plaats Decorwisselingen voor het oog van het publiek
TONEELSPEL begrip
vraag
antwoord-terminologie
Dynamiek
Op welke manier speelt dynamiek bij het spel van de acteurs
duur, tempo, herhaling, vergroting/ verkleining
Handelings-contrast
Wat voor veranderingen zijn er zichtbaar in het spel van de acteurs
zacht/hard(stemgebruik), groot/klein ( gebaar), toepassing mimiek
Personage-contrast
Wat voor verschillen zijn er zichtbaar tussen het spel van de diverse personages
zacht/hard(stemgebruik), groot/klein ( gebaar), toepassing mimiek
Interactie
Hoe reageren de acteurs op elkaar in hun toneelspel
zacht/hard(stemgebruik), groot/klein ( gebaar), toepassing mimiek, tempo
ruimte
Hoe wordt de speelruimte gebruikt tijdens het spel
groot/klein ( gebaar); doorbreking vierde muur; participatie publiek
THEATRALE SAMENHANG REGIE-CONCEPT begrip
vraag
antwoord-terminologie
Regie
Welke keuzes heeft de regisseur gemaakt m.b.t. zijn ideeën/ uitgangspunten in het stuk
Het samenbrengen van de theatrale middelen (acteurs, ruimte, muziek, theatrale middelen) tot een verloop/ ordening/structuur naar idee van de regisseur
Enscenering
Welke keuzes zijn er gemaakt m.b.t. vormgeving van het stuk
Samenhang van Decor, video, ICT Licht; Geluid Kostuums, Grime, Attributen/ Rekwisieten
REGIE-CONTRAST begrip
vraag
antwoord-terminologie
licht contrast
hoe speelt het licht een rol in de uitbeelding van de sfeer gedurende de voorstelling
donker/ licht; fel/ diffuus
Spel-contrast
Hoe verandert het spel gedurende de voorstelling?
inleving/afstand; / tectonisch atectonisch /versterkend-afzwakkend / vormsoort-contrast
Ruimte-contrast
Hoe verandert het ruimtegebruik gedurende de voorstelling?
diep- plat / open-gesloten /hoog-laag / voor-achter
Kleurcontrast
Hoe veranderen het kleuren gedurende de voorstelling?
warm-koud- / licht donker- / complementair- / fel/ gedimd/ diffuus
TIJD begrip
vraag
antwoord-terminologie
Tijdspanne
Hoe is het stuk onderverdeeld in speeltijd
aantal scènes; duur van scènes
Tijdservaring
Op welke manier speelt tijd een rol bij het ervaren van het beeld
statisch/ dynamisch/ versnellen/ vertragen/ continuïteit
C: INHOUDELIJKE BEELD ASPECTEN (IBA) NARRATIEVE LAAG VOORSTELLING begrip Thema
vraag Waar gaat het stuk over?
begrip
antwoord-terminologie Wat is het onderwerp/ voorstelling /verhaal
vraag
Thema-traditie
In wat voor traditie past dit thema/ toneelsoort?
Thema-ontwikkeling/ Verhaallijn/ Plot
Hoe ontwikkelt zich het verhaal / personages gedurende het spel
antwoord-terminologie verhalend/ abstract; komedie; tragedie; absurd; episch drama; naturalistisch drama 1.
2.
3.
4.
5.
Functie personages
Wat is de functie van de personages in het stuk
expositie: de uiteenzetting van wat voorafgegaan is om wat volgt te kunnen begrijpen; intrige: de verwikkeling, de ontwikkeling van een probleem wordt geschetst; climax: hoogtepunt van de spanning (door het toespitsen van het conflict); catastrofe/ontknoping: het begin van de ondergang van de held/ of de oplossing voor het probleem; peripetie: de beslissende wending en de afwikkeling.(point of no return)
Protagonist, antagonist, bijrol, figurant
SYMBOLISCHE LAAG begrip
vraag
antwoord-terminologie
BETEKENIS Betekenis van het stuk
Wat betekent het verhaal/ het plot?
symboliek, verhaal, verwijzing, attribuut, personages+ relatie FTA met thema
Betekenis van de enscenering
Welke betekenis kan worden gegeven aan het gebruik van de theatrale middelen?
rol van licht/ kostuums/ muziek/ geluid/ decors m.b.t. voorstelling / rol van ruimte m.b.t. voorstelling etc.
Doel regisseur/ dramaturg/ schrijver
Doel van de maker/opdrachtgever
doel m.b.t. intentie van de kunstenaar
Doel opdrachtgever
Doel van de maker/opdrachtgever
doel m.b.t. intentie van de opdrachtgever
Relatie Doel - tijd
Doel van de maker/opdrachtgever
doel m.b.t. tijd/cultuur waarin het stuk wordt uitgevoerd
DOEL
OPVATTING begrip
vraag
antwoord-terminologie
beschouwersperspectief
welke functie geeft de beschouwer aan het beeld
historisch / economisch/ nationalistisch/ status romantisch
kunstenaarsperpectief
Vanuit welke opvatting/intentie heeft de maker gewerkt?
Stijl/ tijd historisch perspectief
FUNCTIE begrip
vraag
antwoord-terminologie
levensbeschouwelijk
Wat kun je zeggen over de functie van het werk m.b.t. Levensbeschouwing
Religieus, ritueel, viering
Esthetisch
Wat kun je zeggen over de functie van het werk m.b.t. esthetiek?
(anti-)Schoonheid, inleving, herkenning, vervreemding, confrontatie
Politiek
Wat kun je zeggen over de functie van het werk m.b.t. politiek
Status, huldiging, protest, bewustwording
Economisch
Wat kun je zeggen over de functie van het werk m.b.t. economie
Werk, reclame
Educatief
Wat kun je zeggen over de functie van het werk m.b.t. educatie
Opvoeding, therapie, zelfreflectie, voorlichting, informatief
Recreatief
Wat kun je zeggen over de functie van het werk m.b.t. vermaak
Amusement, decoratie, verpozen,
View more...
Comments