Leerplan vmbo 4 - Welkom op Geschiedenisdocent.nl

January 9, 2018 | Author: Anonymous | Category: Sociale wetenschappen, Recht, Staatsrecht
Share Embed Donate


Short Description

Download Leerplan vmbo 4 - Welkom op Geschiedenisdocent.nl...

Description

Leerplan Periode 1 thema 1 vak Geschiedenis PTA en

leerroute vmbo-gt

leerjaar 4

Periode 1

studieplanner

3a

Sfinx Domein 1:Staatsinrichting Paragraaf 1t/m 3

GS/K/5

Schriftelijk 30 min

Periode 1

3b

Sfinx Domein 1: Staatsinrichting

GS/K/5

Schriftelijk 50 min

Periode 1

1

1

nee

2

nee

VMBO-T4 Studieplanner voor Geschiedenis Periode 1 WEEK 34 - 44 cursus 2011-2012 Week

Les

Stofomschrijving

34

Geen les

35

Opstarten schooljaar beginnen met hoofdstuk: Staatsinrichting

buitenlandse reis T4

36

Paragraaf 1.1 Paragraaf 1.2

37

Paragraaf 1.3

38

1e les: Afronding paragraag 1t/m3 2e les: VGT paragraaf 1t/m3 Paragraaf 1.4

39 40

Paragraaf 1.5 Starten met Werkstuk: hoofd en deelvragen en keuze van onderwerp.

41 woe

Paragraaf 1.6

42

Herfstvakantie

Sportdag DT3

43 44 SETWeek

Starten met Werkstuk: hoofd en deelvragen en keuze van onderwerp.

Starten met Werkstuk: hoofd en deelvragen en keuze van onderwerp. Staatsinrichting hst. 1

Studieaanwijzingen Opmerkingen

Einde van de week, de 4e les de door de docent aangewezen opdracht af. Einde van de week, de 2e les de door de docent aangewezen opdracht af. Einde van de week, de 2e les de door de docent aangewezen opdracht af

Einde van de week, de 2e les de door de docent aangewezen opdracht af -Einde van de week, de 2e les de door de docent aangewezen opdracht af -Bespreken VGT

Toetsdata en toetsinhoud: Week 38: VGT 1t/m 3 Week 44: SET 1t/m 6 SET Week Afspraken: *VGT’ s worden ingehaald voor de betreffende SET

onderwerp Thema Staatsinrichting van Nederland Hoofdvraag in de kernparagrafen 1 t/m 4 en de verrijkingsparagrafen 5 en 6 Hoe ontwikkelde het Nederlandse bestuur zich vanaf 1848? Centrale begrippen in de kernparagrafen algemeen kiesrecht, conservatieven, grondwet, liberalen, Tweede Kamer, orthodox-protestanten, confessionele partij, schoolstrijd, verzuiling, Aletta Jacobs, Sociaal Democratische Arbeiderspartij (SDAP), socialisme, vakbonden, Vereniging voor Vrouwenkiesrecht, Sociaal Democratische Bond (SDB), sociaal democraten, Domela Nieuwenhuis, grondrechten, klassieke grondrechten, sociale grondrechten, Verenigde Naties Centrale begrippen in verrijkingsparagrafen Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), Europese Economische Gemeenschap (EEG), Europese Unie, Europese Commissie, Europees Parlement, Raad van Ministers Centrale vaardigheden/historische benaderingswijze Eigen mening vormen, continuïteit/verandering, oorzaak/gevolg Nederland is in de negentiende en twintigste eeuw een democratische samenleving geworden. Allerlei groepen mensen emancipeerden tot volwaardige burgers: liberalen, katholieken, strenge protestanten, arbeiders en vrouwen. In 1917 kreeg Nederland algemeen kiesrecht, gevolgd door het kiesrecht voor vrouwen in 1919. In dit hoofdstuk wordt de staatsinrichting van Nederland behandeld. Ook kijken we naar Europa. Na 1945 is Europa steeds meer gaan samenwerken. Dat moest wel, want een nieuwe wereldoorlog moest ten koste van alles voorkomen worden! Nederland neemt vanaf het begin deel aan de Europese samenwerking.

kennen / kunnen Kennen en kunnen verklaren: - de veranderingen in de grondwet in 1848 - de politieke groeperingen: liberalen, socialisten, confessionelen, feministen; hun leiders en hun bijdrage aan de democratisering van Nederland - het ontstaan van deze groeperingen; het ontstaan van verzuiling; het streven naar kiesrecht en naar gelijkstelling binnen het onderwijs - de kenmerken van de Nederlandse rechtsstaat: gelijkheid van burgers voor de wet, onafhankelijke rechtspraak, gebondenheid van rechters en bestuurders aan de wet, bescherming van burgers tegen de overheid - verschillende grondrechten en het onderscheid tussen klassieke en sociale grondrechten: recht op gelijke behandeling, kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst, vrijheid van vereniging, vergadering en protest, recht op bestaanszekerheid, recht op onderwijs, recht op gezondheidszorg, recht op woongelegenheid, recht op bewoonbaarheid van het land Kunnen: - je mening geven over de grondrechten Kennen: - de bevoegdheden van het Europees Parlement, de Raad van Ministers, de Europese Commissie - voorbeelden van Europese samenwerking en de redenen voor die samenwerking: EGKS, EEG, EU - discussiepunten in Nederland over de Europese integratie Kunnen: je mening geven over de Europese samenwerking: op welke terreinen, onder welke voorwaarden Wat moet je kennen voor het examen Examenonderwerp 1 veranderingen herkennen/ beschrijven die in 1848 werden doorgevoerd in het kiesrecht door de liberalen o.l.v. Thorbecke: - rechtsstaat / scheiding tussen de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht 6 - in enkele grondrechten: - recht van vereniging en vergadering/ vrijheid van onderwijs - in de bevoegdheden van staatshoofd, regering: - grondwet/ constitutie - monarchie versus republiek - beperking macht koning/ uitbreiding macht volk (burgerij) - ministeriële verantwoordelijkheid / onschendbaarheid van de koning - in de bevoegdheden van parlement/ volksvertegenwoordiging/ Staten Generaal/ Eerste en Tweede Kamer: - democratie - rechtstreekse verkiezing Tweede Kamer/ censuskiesrecht verkiezing Eerste Kamer door de Provinciale Staten - controlerende en wetgevende bevoegdheden parlement / recht van amendement, budget, enquête, initiatief en interpellatie/ verschil Eerste en Tweede Kamer - parlementaire democratie formatie / coalitie/ regeerakkoord - de belangrijkste stappen herkennen/ beschrijven van wetsvoorstel tot wet: - minister, voorstel, Tweede Kamer met rechten, Eerste Kamer met rechten, handtekeningen - die veranderingen verklaren met verwijzing naar de opvattingen van de liberalen in Nederland en naar de internationale situatie: - revoluties in andere Europese landen

Examenonderwerp 2 politieke organisaties van liberalen, socialisten, confessionelen en feministen aan het eind van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw en enkele van hun voormannen/ -vrouwen herkennen en herkennen/ uitleggen wat deze hebben bijgedragen aan de democratisering van het politieke bestel in Nederland: - liberalen/ Liberale Unie/ hogere burgerij/ rol in grondwetsherziening 1848/ liberale grondrechten - protestanten/ Anti-Revolutionaire Partij/ ARP/ A. Kuyper/ kleine luyden/ christelijk denken in wetgeving - socialisten/ sociaal-democraten/ Sociaal Democratische Arbeiders Partij/ SDAP/ P.J. Troelstra/ arbeiders/ socialistische maatschappij/ verbetering sociaal-economische positie arbeiders - rooms-katholieken/ Rooms-Katholieke Staatspartij/ RKSP/ H. Schaepman/ emancipatie - feministen/ Vereniging voor Vrouwenkiesrecht/ Aletta Jacobs/ Wilhelmina Drucker/ Vrije Vrouwenvereeniging/ Eerste Feministische Golf 3 uitleggen waarom bepaalde groepen in de samenleving aan het eind van de 19e eeuw zich tot liberalisme, socialisme, christelijk politiek denken dan wel feminisme aangetrokken voelden 4 beschrijven hoe de toenemende politieke en maatschappelijke participatie van burgerij, protestanten, rooms-katholieken, arbeiders en vrouwen in de tweede helft van de 19e eeuw leidde tot bewustwording van eigen identiteit en tot (verdere) emancipatie van deze groepen: - streven naar uitbreiding van kiesrecht/ algemeen kiesrecht/ actief en passief kiesrecht/ van districtenstelsel naar evenredige vertegenwoordiging/ kiesdeler - financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs/ schoolstrijd/ Pacificatie van 1917 - ontstaan verzuiling in partijen/ media/ onderwijs/ verenigingsleven/ vakbonden 5 - gelijkstelling van burgers voor de wet, onafhankelijke rechtspraak: - Wetboek van Strafrecht/ rechtsgang strafzaak - gebondenheid van rechters en bestuurders aan de wet en bescherming van de burger tegen onrechtmatig handelen van de overheid herkennen als kenmerken van de Nederlandse rechtsstaat: - rechtsbijstand/ Nationale Ombudsman 6 enkele grondrechten noemen, die in de loop van de 19e en 20e eeuw in de grondwet zijn opgenomen en daarbij onderscheid maken tussen klassieke en sociale grondrechten. Daarbij kunnen aangeven dat bepaalde grondrechten met elkaar op gespannen voet kunnen staan: - klassieke grondrechten (bescherming tegen de overheid): - recht op gelijke behandeling/ kiesrecht/ vrijheid van meningsuiting/ vrijheid van godsdienst/ vrijheid van vereniging, vergadering en betoging/ vrijheid van onderwijs/ vrijheid van drukpers/ recht van petitie - sociale grondrechten (bescherming door de overheid): - recht op bestaanszekerheid/ recht op onderwijs/ recht op gezondheidszorg/ recht op woongelegenheid/ recht op bewoonbaarheid van het land/ recht op werk/ recht op rechtsbijstand - nieuw recht: - referendum

voorkennis Je moet enige algemene kennis hebben van de geschiedenis van Nederland in de negentiende en twintigste eeuw. In leerjaar 2 en 3 is vast en zeker aandacht besteed aan de industriële revolutie, de positie van de arbeiders in de negentiende eeuw en de emancipatie van vrouwen.

aanwijzingen Let bij het bestuderen van het thema Staatsinrichting bij elke les op de hoofdvraag: Hoe ontwikkelde het Nederlandse bestuur zich vanaf 1848? Volg bij het studeren onderstaande tips: - Maak alle opdrachten die in de studiewijzer worden vermeld, of door de docent worden genoemd. Je krijgt een antwoordmodel om het na te kijken - Maak van elke behandelde paragraaf zelf een samenvatting. Lever je de samenvatting digitaal 2 dagen voor een toets (VGT of SET) in kun je 0,5 punt extra krijgen. - Bekijk alle illustraties. Je kunt er zeker van zijn dat op het eindexamen enkele opdrachten voorkomen bij spotprenten. - Begin op tijd met leren, dan heb je tijd om de stof te herhalen: gebruik hiervoor het onderstaande stappenplan: o Stap 1: Oriënteren op de tekst o Stap 2: Maken van een samenvatting o Stap3: Lezen en leren van je samenvatting o Stap4: Jezelf overhoren of laten overhoren.

materiaal Op www.koninklijkhuis.nl kom je bij de site over het Huis van Oranje. Het is aardig om de werkagenda van onze koningin eens te bekijken. Ook de historische informatie over het Huis van Oranje is de moeite waard. - Via www.republiek.myweb.nl kom je bij een site die republikeinse idealen wil uitdragen. Leuk zijn de spotprenten van bekende tekenaars over het koningshuis. - De startpagina over de Nederlandse politiek vind je op http://politiek.pagina.nl . - Op http://www.geschiedenis.com/politiek/index1.html vind je een site met info over de samenstelling van het parlement en regering sinds 1922. Daarnaast een overzicht van de politieke stromingen. - De site van de Nationale Ombudsman vind je op http://www.ombudsman.nl/. - Op www.verkiezingsaffiches.nl vind je een aardige site met verkiezingsaffiches uit de Nederlandse politiek 1918-2002. Op www.digischool.nl vind je een site met tips over het maken van verslagen en het uitvoeren van een onderzoek. -

Opdrachten 1 Bij de onderstaande opdrachten wordt door de docent aangegeven af deze gemaakt moeten worden. De bepaling van het VGT cijfer is dan als volgt: Opdracht 1

2 uur

individueel

Portfolio + opdrachten / 5 = Cijfer VGT

Voorbereiden. 1A1 Lees de tekst van paragraaf 1.1 uit het leesboek. 1A2 Bekijk de volgende site: http://www.denederlandsegrondwet.nl/9353000/1/j9vvihlf299q0sr/vih9dp4hyqv1 1A3 Probeer te ontdekken welke grondwetten er zijn geweest. 1A4 Maak een word document aan om in te werken Inleveren (door leerling) 1B1 Ga naar http://www.denederlandsegrondwet.nl/9353000/1/j9vvihlf299q0sr/vi6jf2z756vp Bekijk artikel 1 Provinciën van de grondwet van 1815. Beantwoord de volgende vraag: Wat valt je op als naar de verschillende provinciën kijkt? Leg je antwoord uit. 1B2 Zoek op internet een kaart van Nederland in 1815, en plak deze in je word-document. 1B3 Ga naar http://www.denederlandsegrondwet.nl/9353000/1/j9vvihlf299q0sr/vi7aaw4qdvzi Welk artikel van de grondwet van 1848 gaat over de macht van de koning? 1B4 Ga naar http://www.denederlandsegrondwet.nl/9353000/1/j9vvihlf299q0sr/vgrnbac43qvy Bekijk artikel 1 t/m 15 van onze huidige grondwet. Kies een grondrecht uit en leg uit in minimiaal 50 maximaal 100 woorden waarom: a. Je dit een belangrijk grondrecht vind b. Je deze net iets belangrijker dan andere grondrechten vind. c. Noem minimaal 2 en maximaal 5, voorbeelden bij dit grondrecht word overtreden. 1B5 Schrijf op wat je van deze opdracht hebt geleerd gebruik hiervoor de volgende vragen; 1. Kennis: Ik weet nu meer over…(leerling)…. en kan deze noemen. (min 10 max 20) 2. Inzicht: ik kan nu de volgende onderwerpen uitleggen…(leerling).. en herkennen in een bron.(min 10 max 20) 3. Vaardigheden: ik kan nu het volgende uitvoeren ….. (leerling). Beoordelen (door docent) 1C - Opdracht 1B1 3 pnt - Opdracht 1B2 3 pnt - Uitzoeken artikel 1 pnt - Grondrecht uitzoeken en beargumenteren. - Wat heb je geleerd 1 pnt - Op tijd inleveren + 1 pnt

9 pnt

Opdrachten 2 Bij de onderstaande opdrachten wordt door de docent aangegeven af deze gemaakt moeten worden. Opdracht 2

Portfolio + opdrachten / 5 = Cijfer VGT

Opdrachten 3 Bij de onderstaande opdrachten wordt door de docent aangegeven af deze gemaakt moeten worden. Opdracht 3

Portfolio + opdrachten / 5 = Cijfer VGT

Opdrachten 4 Bij de onderstaande opdrachten wordt door de docent aangegeven af deze gemaakt moeten worden. Opdracht 3

Portfolio + opdrachten / 5 = Cijfer VGT

Opdrachten 5 portfolio Bij de onderstaande opdrachten wordt door de docent aangegeven af deze gemaakt moeten worden. Opdracht 4

1 uur

individueel

Portfolio + opdrachten / 5 = Cijfer VGT

View more...

Comments

Copyright � 2017 NANOPDF Inc.
SUPPORT NANOPDF