Les 2. Roeping als radicale keuze voor God

January 13, 2018 | Author: Anonymous | Category: Geschiedenis, Oudheid, Oude Egypte
Share Embed Donate


Short Description

Download Les 2. Roeping als radicale keuze voor God...

Description

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

Geroepen ? Geroepen !

Leerkrachtenhandleiding Philippe Franken Geroepen? Geroepen! Over (kerkelijke) engagementen en maatschappelijke waarde Over roepingen Over geroepen worden door God Over geroepen worden door je naaste

In dit lesproject staan we stil bij onze eigen engagementen, het verband tussen levensbeschouwing en engagement en maatschappelijke waarde van enkele (kerkelijke) engagementen.

Pagina 1 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

We werken rond een aantal hermeneutische knooppunten: -

Is roeping een keuze of is roeping een opdracht. Zijn roepingen exclusief religieus of zijn er ook seculiere roepingen. Is een roeping iets van binnenuit of van buitenaf Is het enkel God die roept of kunnen we ook geroepen worden door onze naaste

Terrein: Beginnend maatschappelijke engagement. Vragen en problematiek van het maatschappelijk functioneren. Spoor 1. Het persoonlijk uitgedaagd worden door de maatschappij van mensen, van mij? Doel 4. Enkele engagementen in de kerk of een andere levensbeschouwelijke gemeenschap duiden naar maatschappelijke relevantie. Vanuit eigen engagementen stilstaan bij roeping in ons leven en samenleving . Vanuit deze positie in dialoog gaan , ons laten confronteren met het engagement van een kerkelijke roeping en het engagement roeping om in de Ark gemeenschap van Jean Vanier te gaan wonen.

Lesimpulsen: Trefwoorden:  Engagement  Roeping  Geroepen worden  Geroepen zijn  God  De naaste Ingrediënten  Getuigenissen van maatschappelijke roepingen  Getuigenis van een kerkelijke roeping Pagina 2 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

 Getuigenis vaneen roeping door de naaste  Bijbelse roepingsverhalen

Bijbelfragmenten:    

Exodus 2,23 – 3,17 Johannes 15,12-16 Mattheüs 4,12-23 Handelingen 9,1-22

Teksten:  Marie Boelaerts: psychologe met een passie voor dans  Fraternite de Tiberiade  Vele wegen van het leven uit: Uit: Tot overblijft wat echt is: jij Naar Dag Hammerskjöld

Multimedia  Videoclip van www.roepingen.be op muziek van BABA YETU (Onze Vader)-Swahili adaptation of ‘the Lord’s Prayer’ by Chris Kiangiri  Getuigenis van Pater/Priester Kris van d Fraternité deTiberiade uit de reeks 4 –kant voor God  De Ark van Pieter: getuigenis van een jonge man die een jaar in de arkgemeenschap gaat wonen als assistent

Pagina 3 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

Lesdoelen: 1. De leerlingen kunnen hun eigen engagementen zien en beschrijven 2. De leerlingen kunnen hun eigen engagementen beschrijven 3.. De leerlingen kunnen hun eigen engagementen aan de klasgroep vertellen. 4. De leerlingen kunnen uitleggen dat hun engagementen een waarde hebben voor de samenleving. 5.De leerlingen kunnen zichzelf positioneren op levensbeschouwelijk vlak. 6.. De leerlingen kunnen in eigen woorden de relatie tussen levensbeschouwing en maatschappelijk engagement uitleggen 7.De leerlingen kunnen in eigen woorden omschrijven wat een roeping is 8. De leerlingen kunnen enkele voorbeelden geven van maatschappelijke taken die ze als roeping zien. 9. De leerlingen kunnen enkele kerkelijke roepingen benoemen. 10 De leerlingen kunnen kort en in eigen woorden de omschrijving geven van enkele kerkelijke roepingen. 11. De leerlingen kunnen hun eigen visie weergeven op priesterroeping 12. De leerlingen kunnen hun eigen menig kritisch toetsen aan de getuigenis van een priester. 13. De leerlingen kunnen benoemen welke geloften religieus geroepenen moeten nakomen. 14. De leerlingen kunnen aan de hand van een getuigenis de waarde voor de samenleving benoemen van dit kerkelijk engagement. 15. De leerlingen kunnen in een bijbel verhaal de woorden aanduiden die duiden op het element roeping in het verhaal. 16 De leerlingen kunnen de gelijkenissen benoemen tussen een bijbels roeping verhaal en een actuele getuigenis over roeping. 17.. De leerlingen kunnen de verschillen tussen een bijbels roeping verhaal en een actuele getuigenis over roeping benoemen Pagina 4 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

18. De leerlingen kunnen in een bijbeltekst duiden welke personen er geroepen wordt door een naaste. 19. De leerlingen kunnen voorbeelden geven van Christelijke organisaties waar men werkt van uit het geroepen worden door de (lijdende) naaste. 20. De leerlingen kunnen in eigen woorden beschrijven wat een Ark gemeenschap van Jean Vanier . 21. De leerlingen kunnen in eigen woorden de spiritualiteit van de Ark beschrijven. 22. De leerlingen kunnen een geargumenteerde uitleg geven of ze het engagement in de Ark waardevol vinden voor de samenleving.

Pagina 5 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

Les 1. Geroepen?! Lesdoelen: 1. De leerlingen kunnen hun eigen engagementen zien. 2. De leerlingen kunnen hun eigen engagementen beschrijven 3.. De leerlingen kunnen hun eigen engagementen aan de klasgroep vertellen. 4. De leerlingen kunnen motiveren dat hun engagementen een waarde hebben voor de samenleving. 5.De leerlingen kunnen zichzelf positioneren op levensbeschouwelijk vlak. 6.. De leerlingen kunnen in eigen woorden de relatie tussen levensbeschouwing en maatschappelijk engagement uitleggen 7.De leerlingen kunnen in eigen woorden omschrijven wat een roeping is 8. De leerlingen kunnen enkele voorbeelden geven van maatschappelijke taken die ze als roeping zien. 9. De leerlingen kunnen enkele kerkelijke roepingen benoemen. 10 De leerlingen kunnen kort en in eigen woorden de omschrijving geven van enkele kerkelijke roepingen.

1.1 Lesfase 1: 1.1.1 Lesinhoud: Enquête: Naam: ………………………………. Welke studiekeuze heb je gemaakt? Wat waren jouw beweegredenen hiervoor? Waarmee ben je bezig in je vrije tijd? Denk aan sportclub, parochie, jeugdbeweging…  Wie is jouw grote voorbeeld?  Wat is jouw levensovertuiging?  Wat doe jij of wat ga jij doen dat iets bijdraagt aan de samenleving?    

Pagina 6 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

1.1.2 Werkvorm: Onderwijsgesprek Intro: Bij de aanvang van de les beperk je de les tot het wederzijds uitwisselen van namen. Je legt uit dat we straks elkaar beter gaan leren kennen en dat je als voorbereiding een enquête wil laten invullen. Bij de klassikale bespreking is het de bedoeling dat de leerlingen komen tot inzicht in hun eigen keuzen naar maatschappelijk engagement toe, het verband tussen eigen engagementen en levensovertuiging. Komen tot het herkennen van roeping in hun eigen leven.

1.1.3 Toelichting Door ze individueel een enquête te laten invullen kunnen de leerlingen in alle rust zich voorbereiden op de kennismaking en op het onderwijsgesprek. Hierdoor vermijd je impulsieve antwoorden en is er meer individuele inbreng van elke leerling. Via het klasgesprek kan je komen tot inzicht wat maatschappelijk waardevol is. Doordat ze gaan nadenken over hun eigen engagementen en de waarde voor de samenleving , kunnen ze de maatschappelijke relevantie van hun eigen engagement spiegelen aan de maatschappelijke relevantie van de priester en het engagement van Pieter om in de Ark te gaan werken in les 2 en les 3. Vanuit hun eigen leefwereld de confrontatie aangaan met de wereld van religieus geroepenen en het engagement van Pieter om in de Ark te gaan wonen. 1.1.4 Mogelijk alternatief: Voor klassen waarmee je vertrouwd bent kan gebruik gemaakt worden van een actieve vorm van stellingenspel. Je zorgt voor voldoende ruimte in de klas en zorgt ervoor dat de leerlingen zich kunnen verplaatsen. Er wordt een symbolisch lijn gemaakt. Bij het voorlezen van de stelling kunnen de leerlingen dan letterlijk een kant kiezen. Je vraagt dan naar argumentatie en geeft leerlingen de kans wanneer de argumenten hun keuze verandert van kant te veranderen. . Enkele stellingen 1. De keuze voor een beroep is geen roeping Pagina 7 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

2. Van profvoetballers zegt men dat ze hun roeping hebben gevonden 3. Geroepen worden is eigenlijk iets individueels, je wordt niet geroepen door iets anders of een ander 4. Roeping is voornamelijk een religieuze kwestie, er bestaat geen roeping zonder een godsdienstig netwerk waarin deze roeping kan worden geïnterpreteerd 5. Ook niet gelovige mensen kunnen geroepen zijn 6. Bij roeping heb je geen vrijheid om te doen wat je zelf wil 7. Als je je ergens enthousiast voor inzet, is dat ook een roeping Welke stelling geeft voor jou het best aan wat een roeping is? …… Motiveer: ……….. 1.1.5 Achtergrondinformatie: Het is belangrijk te kiezen voor een lesstart die aansluit bij hun eigen leefwereld. Dit maakt dat de les niet wordt gestart met een te grote afstand tussen de leerlingen en het onderwerp van de les. Religieuze roepingen staan bij de meeste leerlingen heel ver van hun eigen leefwereld.

1.2 Lesfase 2: 1.2.1 Lesinhoud: Keuze of Roeping? Marie Boelaerts: psychologe met een passie voor dans

Vooraleer ik kon lopen, danste ik al!! Ik kan er niet genoeg van krijgen, dat mijn ouders steeds weer het verhaal vertellen van toen ik veertien maanden oud was: ze zetten me op de grond en ik danste en danste maar, en zag blijkbaar totaal niet in waarom ik moest stappen! Sindsdien ben ik blijven doorgaan met dansen, zij het nooit beroepsmatig. Van kindsbeen af kreeg ik te horen dat ik niet de ‘juiste fysiek’ had om een ‘prima ballerina’ te worden. Toch voel ik me pas echt mezelf wanneer ik dans. Na mijn studies in de psychologie werd me snel duidelijk dat ik zelf op zoek moest gaan naar een manier om mijn grote passie, de dans, te verzoenen met mijn opleiding als psychologe en mijn behoefte om mensen te helpen. Ik wilde een ruimte creëren waar iedereen zonder uitzondering Pagina 8 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

kan dansen en zichzelf ontplooien. Daarom heb ik vzw Danser Bouger Oser opgericht en ben ik een driejarige opleiding tot psychotherapeut gaan volgen, met een specialisatie in diep lichaamswerk. Ik droom ervan om die achtergrond in mijn vzw tot zijn recht te laten komen. (www.fondationvocation.be)

Vragen:  Marie Boelaerts was veertien maanden oud toen ze ontdekte dat ze graag danste. Is het mogelijk om op zo’n jonge leeftijd al te weten wat je roeping is?  Marie spreekt over haar ‘grote passie’ (de dans). Is er een verschil tussen een passie en een roeping?  Heb jij in je leven ook een grote passie?  Zie jij je passie als een roeping.

Roeping: waar het hart van vol is... We kennen allemaal het woord 'roepen'. Dit woord kan op verschillende manieren ingevuld worden: we kunnen anderen roepen, hen vragen om hulp; we kunnen anderen roepen, omdat ze ons niet gezien hebben, en we graag een praatje zouden maken; we kunnen ook zelf geroepen worden, omdat we aan een ander zijn voorbij gegaan of omdat we gevraagd worden iemand te helpen. Iedereen weet zich op een gegeven moment wel eens 'geroepen', maar dit kan op diverse manieren gebeuren en ook op verschillende manieren begrepen worden. Tot wat word je geroepen? Door wie of wie word je geroepen? En als je geroepen wordt, wat doe je daarmee? Je kan de roep negeren of je kan er gestalte aan geven, op vele manieren. Of roeping nu een menselijk of religieus gebeuren is, of een combinatie van beide, steeds is één element duidelijk aanwezig: in de roep ervaart men dat de ander aandringt. Hij of zij 'zegt' niet enkel, stelt niet louter voor, biedt niet vrijblijvend aan... Hij roept. 'Roepen' draagt een appèl in zich. Wie roept dringt aan... op antwoord. Hiermee onderscheidt het roepen zich

Pagina 9 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

van het schreeuwen dat nog weinig ruimte laat voor een echt antwoord van diegene die toegeschreeuwd wordt. 1.2.2 Werkvorm: Lezen van het artikel en individueel voorbereiden van de vragen. Klassikaal bespreken van het artikel met als doel stil te staan bij het verschil tussen passie en roeping en keuze en roeping. 1.2.3 Toelichting: Dit artikel heeft als doel een brug te slaan tussen de leefwereld van de leerlingen en de leefwereld van mensen die “religieus geroepen” zijn. De impuls van Marie Boelaerts word hier tussen geplaatst alhoewel we het ook als start van de les kunnen gebruiken. Het is vooral belangrijk te vertrekken vanuit hun leefwereld en dingen die voor hen vertrouwd zijn om te komen tot meer religieuze vormen van roeping.

1.2.4 Mogelijk alternatief: ‘Jutta de Nul’: Aidspreventie inTanzania: Educatief sensibiliseringsproject.

Tijdens mijn studies in de afrikanistiek aan de UG kreeg ik steeds meer oog voor de aidsproblematiek in Afrika. In het kader van mijn eindverhandeling reisde ik naar Tanzania om er onderzoek te doen naar hoe HIV-positieve vrouwen met hun seropositiviteit omgaan. De gesprekken met seropositieve vrouwen hebben me sterk aangegrepen en deden bij mij de drang ontstaan om actief aan de strijd tegen aids deel te nemen. In Tanzania raken veel mensen al op jonge leeftijd met het HIV-virus besmet. Aangezien de jongeren van vandaag de toekomst van morgen zijn, is het ontzettend belangrijk de jongere generatie bewust te maken van de gevaren van aids. Dat is in Afrika niet vanzelfsprekend: omwille van culturele taboes durven ouders er niet met hun kinderen over spreken en bij gebrek aan financiële middelen krijgen ook de leerlingen op school vaak niet de nodige voorlichting. De organisatie Students Partnership Worldwide (SPW) tracht jongeren te bereiken via het Tanzania School Health Education Program. (...) De beurs van de Stichting Roeping geeft me de kans een cursus Swahili te volgen aan de ELCT Language School van Morogoro (Tanzania), om vervolgens deel te nemen aan het School Health Education Program van SPW in Tanzania. Ik dank de Stichting van harte voor het vertrouwen dat ze in mij stelt.

Pagina 10 van 39

Philippe Franken  

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

Wat is de roeping van Jutta? Hoe wordt Jutta geroepen en hoe ervaart ze deze roeping?

1.3 Lesfase 3:

1.3.1 Lesinhoud:

Filmpje: roepingen op muziek BABA YETU (Onze Vader)-Swahili adaptation of ‘the Lord’s Prayer’ by Chris Kiangiri http://www.youtube.com/watch?v=GW789ZKukwg

Vragen bij het filmpje:      

Welke (kerkelijke) roepingen herken je? Wie roept er? Wie wordt er geroepen? Waar wordt er geroepen? Wie wordt er vergeten? Is het zorgen voor wie vergeten is een roeping?

1.3.2 Werkvorm: Filmpje en klasgesprek We bekijken het volgende filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=GW789ZKukwg

Pagina 11 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

1.3.3 Toelichting We laten dit filmpje zien en bespreken het aan de hand van volgende vragen. Het kan goed zijn om het filmpje twee keer te laten zien. Deze impuls gaat zeer snel en geeft veel informatie op visuele manier waardoor twee keer kijken aangeraden kan zijn. Hier breng je het thema religieuze roeping binnen op een manier die aansluit bij hun manier van communiceren. Het sluit ook aan bij hun leefwereld die bestaat uit snelle beelden. In een richting 7e winkelbeheer en etalage heb je ook nog eens het verband met marketing en reclame. Het filmpje kan je bekijken als onderdeel van de marketing van roepingen.

1.3.4 Mogelijk alternatief: Coöperatieve werkvorm waarbij de leerlingen aan elkaar gaan uitleggen wat ze gezien hebben over roepingen vanuit gekregen bronnen. Bronnen: 

Priester Filip

http://www.youtube.com/watch?v=s0cGwv-em3k 

de keuze van Clara

http://www.youtube.com/watch?v=k_zayQ27LAo 

passage uit De abdij van Tongerlo

http://www.youtube.com/watch?v=Fr8b8Re8ljk 

roeping Pater Damiaan

http://www.youtube.com/watch?v=Bwd57hX9pHo

Nadat ze dit voorbereid hebben gaat iedereen terug in zijn/haar basisgroep zitten en daar moeten de groepsleden aan elkaar uitleggen wat ze gezien hebben i.v.m. roeping en de antwoorden op de vragen toelichten. Ondertussen nemen de andere groepsleden notities. Op die manier hebben de leerlingen aan elkaar alles uitgelegd. Dit zou een alternatieve manier van werken kunnen zijn die zeer goed aansluit bij leerlingen van het BSO. Hiervoor is het echt wel nodig dat je de klasgroep goed kent. Pagina 12 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

1.3.5 Achtergrondinformatie: Deze beelden worden vertoond op het lied ‘Baba Yetu’. Dit is ‘het Onze Vader’ in Swahili. Hierbij de tekst met de uitspraak. Zie bijlage 1 (achteraan deze bundel)

vraag niet wat uw land voor u kan doen, maar vraag wat u voor uw land kunt doen

ask not what your country can do for you - ask what you can do for your country citaat J.F. Kennedy Amerikaans politicus en president (35e) 1917-1963

Les 2. Roeping als radicale keuze voor God

Lesdoelen 11. De leerlingen kunnen hun eigen visie weergeven op priesterroeping 12. De leerlingen kunnen hun eigen menig kritisch toetsen aan de getuigenis van een priester. 13. De leerlingen kunnen benoemen welke geloften religieus geroepenen moeten nakomen. 14. De leerlingen kunnen aan hand van een getuigenis de waarde voor de samenleving benoemen van dit kerkelijk engagement. 15. De leerlingen kunnen in een bijbel verhaal de elementen de woorden aanduiden die duiden op het element roeping in het verhaal 16 De leerlingen kunnen de gelijkenissen benoemen tussen een bijbels roeping verhaal en een actuele getuigenis over roeping.

Pagina 13 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

17. De leerlingen kunnen de verschillen tussen een bijbels roeping verhaal en een actuele getuigenis over roeping benoemen

Lesfase 1, 2 en 3 maken deel uit van het Bijbelvierkant waarbij we het filmpje van broeder/priester Kris naast de Bijbeltekst leggen om zo vanuit een andere invalshoek de tekst te kunnen begrijpen. 2.1 Lesfase 1: 2.1.1 Lesinhoud: Filmpje: Verhaal van broeder/priester Kris, 31 jaar (Fraternité de Tibériade) http://www.youtube.com/watch?v=FNV0mtiDbZg

1. Wat leert het filmpje jou over roeping? 2. Hoe is jouw visie op roeping veranderd bij het bekijken van het fragment? 3. Welke geloften moet een priester/pater/zuster nakomen? 4. Wat houdt ‘De gelofte van gehoorzaamheid' volgens jou in? 5. Kun je zeggen dat God zelf roept, of zijn er eerder andere factoren die ervoor zorgen dat je je bewust wordt van je roeping? Zo ja, welke factoren? 2.1.2 Werkvorm: Bijbelvierkant stap 1: Bekijken van het filmfragment en bespreken aan de hand van vragen. 2.1.3 Toelichting: De leerlingen krijgen de vragen vooraf zodat ze gericht kunnen kijken naar het filmpje. 2.1.4 Mogelijk alternatief: Getuigenis van priester Filip http://www.youtube.com/watch?v=s0cGwv-em3k

2.1.5 Achtergrondinformatie: Pagina 14 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

GOED OM WETEN: De Fraternité de Tibériade is een katholieke religieuze gemeenschap geïnspireerd door Franciscus. Deze gemeenschap bevindt zicht in Lavaux-Sainte-Anne in België. Deze gemeenschap is erkend door het Bisdom van Namen. De gemeenschap telt ongeveer 25 broeders en 6 zusters. Geschiedenis Het is ondertussen al 30 jaar geleden, dat een dertigjarige jongeman een brandend idee had om zijn leven te geven aan een kleine gemeenschap van broeders levend in eenheid en nederigheid. Deze jongeman is de bezieler van deze gemeenschap en wordt broeder Marc genoemd. Sinds zijn engagement hebben (zoals hij het zelf zo mooi zegt) 25 mussen en 6 mezen zijn nest vervuld. Zij worden aldus "moineau" genoemd omdat ze vaak wegvliegen om te gaan evangeliseren. Ze leiden dus een leven dat een zeer sterke broederlijke dimensie heeft en een missionaire dimensie. Ze zijn volledig afhankelijk van handenarbeid (zelf de gebouwen zijn gebouwd door de broeders en zusters zelf.) De nieuwe mussen en mezen krijgen een grondige studie en leren alle handvaardigheden die nodig zijn in de gemeenschap.

2.2 Lesfase 2:

2.2.1 Lesinhoud: Exodus 2,23-3,17 Mozes geroepen [23] Jaren gingen voorbij, en de koning van Egypte stierf. Maar de Israëlieten gingen nog altijd onder dwangarbeid gebukt. Ze klaagden luid en hun hulpgeroep steeg op naar God. [24] God hoorde hun jammerkreten en dacht aan het verbond dat hij met Abraham, Isaak en Jakob had gesloten. [25] Hij zag hoe de Israëlieten leden en trok zich hun lot aan. Hoofdstuk 3 [1] Mozes was gewoon de schapen en geiten van zijn schoonvader Jetro, de Midjanitische priester, te weiden. Eens dreef hij de kudde tot voorbij het steppeland, en zo kwam hij bij de Horeb, de berg van God. [2] Daar verscheen de engel van de HEER aan hem in een vuur dat uit een Pagina 15 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

doornstruik opvlamde. Mozes zag dat de struik in brand stond en toch niet door het vuur werd verteerd. [3] Hoe kan het dat die struik niet verbrandt? dacht hij. Ik ga dat wonderlijke verschijnsel eens van dichtbij bekijken. [4] Maar toen de HEER zag dat Mozes dat ging doen, riep hij hem vanuit de struik: ‘Mozes! Mozes!’ ‘Ik luister,’ antwoordde Mozes. [5] ‘Kom niet dichterbij,’ waarschuwde de HEER, ‘en trek je sandalen uit, want de grond waarop je staat, is heilig. [6] Ik ben de God van je vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.’ Mozes bedekte zijn gezicht, want hij durfde niet naar God te kijken. [7] De HEER zei: ‘Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk er in Egypte aan toe is, ik heb hun jammerklachten over hun onderdrukkers gehoord, ik weet hoe ze lijden. [8] Daarom ben ik afgedaald om hen uit de macht van de Egyptenaren te bevrijden, en om hen uit Egypte naar een mooi en uitgestrekt land te brengen, een land dat overvloeit van melk en honing, het gebied van de Kanaänieten, de Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten. [9] De jammerklacht van de Israëlieten is tot mij doorgedrongen en ik heb gezien hoe wreed de Egyptenaren hen onderdrukken. [10] Daarom stuur ik jou nu naar de farao: jij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte wegleiden.’ [11] Mozes zei: ‘Maar wie ben ik dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden?’ [12] God antwoordde: ‘Ik zal bij je zijn. En dit zal voor jou het teken zijn dat ik je heb gestuurd: als je het volk uit Egypte hebt weggeleid, zullen jullie God bij deze berg vereren.’ [13] Maar Mozes zei: ‘Stel dat ik naar de Israëlieten ga en tegen hen zeg dat de God van hun voorouders mij gestuurd heeft, en ze vragen: “Wat is de naam van die God?” Wat moet ik dan zeggen?’ [14] Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “IK ZAL ER ZIJN* heeft mij naar u toe gestuurd.”’ [15] Ook zei hij tegen Mozes: ‘Zeg tegen hen: “De HEER heeft mij gestuurd, de God van uw voorouders, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. En hij heeft gezegd: ‘Zo wil ik voor altijd heten, met die naam wil ik worden aangeroepen door alle komende generaties.’” [16] Laat de oudsten van Israël bij elkaar komen en zeg tegen hen: “DeHEER, de God van uw voorouders, is aan mij verschenen, de God van Abraham, Isaak en Jakob, en hij heeft gezegd: ‘Ik heb gezien wat jullie in Egypte wordt aangedaan en ik heb mij jullie lot aangetrokken. [17] Ik heb besloten om jullie uit de ellende in Egypte weg te halen en je naar een land te brengen dat overvloeit van melk en honing, het gebied van de Kanaänieten, de Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten.’”

Pagina 16 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

Vragen bij de Bijbeltekst: 1. Wat leert de Bijbeltekst jou over roeping? 2. Hoe is jouw visie op roeping veranderd bij het lezen van deze passage uit de bijbel? 3. Kun je zeggen dat God zelf roept, of zijn er eerder andere factoren die ervoor zorgen dat je je bewust wordt van je roeping? Zo ja, welke factoren? 2.2.2 Werkvorm: Bijbelvierkant stap 2: Lezen en analyseren van de Bijbeltekst aan de hand van de vragen. 2.2.3 Toelichting: Het is belangrijk een goede tekstanalyse te maken op voorhand. Zie bijlage 2. 2.2.4 Mogelijk alternatief: Nodig een priester of religieus/ze uit in uw school of in uw klas voor een getuigenis! http://www.kuleuven.be/thomas/page/4-kant-voor-godgetuigenis/ Wanneer een priester of andere religieuze wordt geïnterviewd is het belangrijk om de vragen samen met de leerlingen goed voor te bereiden. OF Alternatieve werkvorm: Coöperatieve werkvorm te waarbij de leerlingen aan elkaar gaan uitleggen wat ze gezien en/of gelezen hebben over roepingen vanuit gekregen bronnen? Zorg voor vier filmpjes of teksten over roeping b.v. filmpje over zorgkundige, filmfragment Prince of Egypt (Mozesverhaal Disney), filmpje over Pieter en de Arkgemeenschap, filmpje over een jongere die deelneemt aan de jongerendagen in Madrid). Bij elk filmpje geef je een inhoudelijke opdracht geeftwaarbij de leerlingen een aantal vragen rond de betekenis van roeping, de drijfveren van een roeping, … moeten oplossen aan de hand van de inhouden die in het filmpje aangereikt worden. Je kan hiervoor werken met de werkvorm basis- en experten groepen. Je maakt vier groepjes van telkens vier leerlingen. Dit Pagina 17 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

zijn de vier basisgroepen. Binnen elke basisgroep krijgt iedere lln een nummer van 1 tot en met 4. Daarna gaan alle nummers 1, 2, 3 en 4 samen gaan zitten. De nummers 1 krijgen het filmpje van de zorgkundige te zien, de nummers 2 het filmpje van The Prince of Egypt, de nummers 3 het filmpje over Pieter en de Arkgemeenschap en de nummers 4 de getuigenis van een jongere over de wereld jongerendagen in Madrid. Ze bekijken in hun respectievelijke groepjes de filmpjes en lossen samen de vragen op ermee rekening houdend dat ze straks elk afzonderlijk in hun eigen basisgroep wat ze gezien hebben moeten uitleggen en de antwoorden moeten toelichten. Nadat ze dit voorbereid hebben gaat iedereen terug in zijn/haar basisgroep zitten en daar moeten de vier groepsleden aan elkaar uitleggen wat ze gezien hebben i.v.m. roeping en de antwoorden op de vragen toelichten. Ondertussen nemen de andere groepsleden notities. Op die manier hebben de leerlingen aan elkaar alles uitgelegd. Tijdens een klasgesprek nadien kan je via gerichte vraagstelling de linken proberen te leggen tussen het bijbels verhaal over Mozes en de hedendaagse getuigenissen van de zorgkundige, Pieter, Jongere Madrid. Dit zou een alternatieve manier van werken kunnen zijn die zeer goed aansluit bij leerlingen van het BSO. Hiervoor is het echt wel nodig dat je de klasgroep goed kent.

2.2.5 Achtergrondinformatie: Zie bijlage 3: ‘roepingsverhaal van Mozes, eigen hertaling’ zie ook www.zuidactie.be

2.3 Lesfase 3: 2.3.1 Lesinhoud: Vergelijken van de Bijbeltekst met de getuigenis:   

Wat zijn verschillen tussen Bijbelverhaal en getuigenis van Pater Kris? Wat zijn gelijkenissen tussen Bijbelverhaal en getuigenis van Pater Kris? Wat leren we door deze getuigenis en Bijbeltekst over roepingen?

Pagina 18 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

2.3.2 Werkvorm: Consolideren Bijbelvierkant aan de hand van de vraagjes. Eerst de vragen individueel laten oplossen en daarna klassikaal bespreken.

Les 3. Geroepen door je naaste

Lesdoelen 18. De leerlingen kunnen in een bijbeltekst duiden welke personen er geroepen wordt door een naaste. 19. De leerlingen kunnen voorbeelden geven van Christelijke organisaties waar men werkt van uit het geroepen worden door de (lijdende) naaste. 20. De leerlingen kunnen in eigen woorden beschrijven wat een Ark gemeenschap van Jean Vanier . 21. De leerlingen kunnen in eigen woorden de spiritualiteit van de ark beschrijven. 22. De leerlingen kunnen een geargumenteerde uitleg geven of ze het engagement in de Ark waardevol vinden voor de samenleving.

3.1 Lesfase 1: 3.1.1 Lesinhoud:

Leerkracht toont het filmfragment ‘De Ark van Pieter’ http://www.youtube.com/watch?v=qCGh_HyexpA

   

Wat is de Ark? Wat studeert Pieter? Wanneer en hoe heeft hij de ark leren kennen? Is hij onmiddellijk ingetrokken of gingen er stappen aan vooraf? Pagina 19 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

 Hoe worden de mensen met een handicap genoemd? Hoe die zonder handicap?  Wat was een bijzondere ervaring net een van de gasten die hem het gevoel gaf dat het oké was?  Wat is het verschil tussen de Arkgemeenschap en een gewone voorziening voor mensen met een beperking?  Zou je assistent worden in de Ark kunnen beschouwen als een roeping?  Zo ja, wie kan je hier als de roepende beschouwen?  Zou jij je geroepen kunnen voelen tot engagement in deze gemeenschap? Waarom wel/niet?  Is er een sterke grens tussen assistenten en gasten?  Wie zorgt voor wie in de ark?  Geef een voorbeeld van wederkerigheid in het filmpje.  Op welke manier ziet Pieter iets van God in de gasten?  Wat zou de maatschappij kunnen leren van deze gemeenschap?

3.1.2 Werkvorm:

Onderwijsleergesprek aan de hand van het filmfragment ‘De Ark van Pieter’ http://www.youtube.com/watch?v=qCGh_HyexpA Hierna moeten leerlingen de vragen beantwoorden.

3.1.3 Toelichting: De leerlingen krijgen de vragen op voorhand zodat ze gericht kunnen kijken. Je leest best eerst de vragen samen door. 3.1.4 Mogelijk alternatief: Getuigenis van Jean Vanier om de relatie tussen het lijden van de andere te zien als roeping tot dienstbaarheid, verteld door de leerkracht.

3.1.5 Achtergrondinformatie: Spirituele leiders: Jean Vanier en de Ark gemeenschap http://www.youtube.com/watch?v=5VtQpE8VGyk

Pagina 20 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

Filmpje op voorhand bekijken. Tekst uit het tijdschrift “Het Teken”, zie bijlage 4.

3.2 Lesfase 2: 3.2.1 Lesinhoud:

Johannes 15,12-16 12 Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad. 13 Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. 14 Jullie zijn mijn vrienden wanneer je doet wat ik zeg. 15 Ik noem jullie geen slaven meer, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet; vrienden noem ik jullie, omdat ik alles wat ik van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb. 16 Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar ik jullie, en ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht. Wat je de Vader in mijn naam vraagt, zal hij je geven.

Matteüs 4,12-23 12 Toen Jezus hoorde dat Johannes gevangengenomen was, week hij uit naar Galilea. 13 Hij liet Nazaret achter zich en ging wonen in Kafarnaüm, aan het Meer van Galilea, in het gebied van Zebulon en Naftali. 14 Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jesaja: 15 ‘Land van Zebulon en Naftali, gebied aan de weg naar zee en aan de overkant van de Jordaan, Galilea van de heidenen, luister: 16 Het volk dat in duisternis leefde, zag een schitterend licht, en zij die woonden in de schaduw van de dood werden door het licht beschenen.’ 17 Vanaf dat moment begon Jezus zijn verkondiging. ‘Kom tot inkeer,’ zei hij, ‘want het koninkrijk van de hemel is nabij!’ 18 Toen hij langs het meer liep, zag hij twee broers, Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas. Ze wierpen hun net uit in het meer, het waren vissers. 19 Hij zei tegen hen: ‘Kom, volg mij, ik zal van jullie vissers van mensen maken.’20 Ze lieten meteen hun netten achter en volgden hem. 21 Even verderop zag hij twee andere broers, Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes. Ze waren met hun vader in hun boot bezig met het herstellen van de netten. Hij riep hen22 en meteen lieten ze de boot en hun vader Zebedeüs achter en volgden hem.

Pagina 21 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

23 Hij trok rond in heel Galilea; hij gaf er onderricht in de synagogen, verkondigde het goede nieuws van het koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal onder het volk.

Marcus 10,17-25 17 Toen hij zijn weg vervolgde, kwam er iemand naar hem toe die voor hem op zijn knieën viel en vroeg: ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ 18 Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed, behalve God. 19 U kent de geboden: pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af, bedrieg niemand, toon eerbied voor uw vader en uw moeder.’ 20 Toen zei de man: ‘Meester, sinds mijn jeugd heb ik me daaraan gehouden.’ 21 Jezus keek hem liefdevol aan en zei tegen hem: ‘Eén ding ontbreekt u: ga naar huis, verkoop alles wat u hebt en geef het geld aan de armen, dan zult u een schat in de hemel bezitten; kom dan terug en volg mij.’ 22 Maar de man werd somber toen hij dit hoorde en ging terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen. 23 Jezus keek de kring rond en zei tegen zijn leerlingen: ‘Wat is het moeilijk voor rijken om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ 24 De leerlingen schrokken van zijn woorden. Maar Jezus zei nog eens uitdrukkelijk: ‘Kinderen, wat is het moeilijk om het koninkrijk van God binnen te gaan: 25 het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’

Handelingen 9,1-22 1 Intussen bedreigde Saulus de leerlingen van de Heer nog steeds met de dood. Hij ging naar de hogepriester 2 met het verzoek hem aanbevelingsbrieven mee te geven voor de synagogen in Damascus, opdat hij de aanhangers van de Weg die hij daar zou aantreffen, mannen zowel als vrouwen, gevangen kon nemen en kon meevoeren naar Jeruzalem. 3 Toen hij onderweg was en Damascus naderde, werd hij plotseling omstraald door een licht uit de hemel. 4 Hij viel op de grond en hoorde een stem tegen hem zeggen: ‘Saul, Saul, waarom vervolg je mij?’ 5 Hij vroeg: ‘Wie bent u, Heer?’ Het antwoord was: ‘Ik ben Jezus, die jij vervolgt. 6 Maar sta nu op en ga de stad in, daar zal je gezegd worden wat je moet doen.’ 7 De mannen die met Saulus meereisden, stonden sprakeloos; ze hoorden de stem wel, maar zagen niemand. 8 Saulus kwam overeind, en hoewel hij zijn ogen open had, kon hij niets zien. Zijn

Pagina 22 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

metgezellen pakten hem bij de hand en brachten hem naar Damascus.9 Drie dagen lang bleef hij blind en at en dronk hij niet. 10 In Damascus woonde een leerling die Ananias heette. In een visioen zei de Heer tegen hem: ‘Ananias!’ Hij antwoordde: ‘Ik luister, Heer.’ 11 Daarop zei de Heer: ‘Ga naar de Rechte Straat en vraag daar in het huis van Judas naar iemand uit Tarsus die Saulus heet. Hij is aan het bidden, 12 en hij heeft in een visioen gezien hoe een man die Ananias heet, binnenkomt en hem de handen oplegt om hem weer te laten zien.’ 13 Ananias antwoordde: ‘Heer, van veel kanten heb ik gehoord over deze man en over al het kwaad dat hij uw heiligen in Jeruzalem heeft aangedaan. 14 Bovendien heeft hij toestemming van de hogepriesters om hier iedereen die uw naam aanroept in de boeien te slaan.’ 15 Maar de Heer zei: ‘Ga, want hij is het instrument dat ik gekozen heb om mijn naam uit te dragen onder alle volken en heersers en onder al de Israëlieten. 16 Ik zal hem tonen hoezeer hij moet lijden omwille van mijn naam.’ 17 Ananias vertrok en ging naar het huis, waar hij Saulus de handen oplegde, terwijl hij zei: ‘Saul, broeder, ik ben gezonden door de Heer, door Jezus, die aan u verschenen is op de weg hierheen, om ervoor te zorgen dat u weer kunt zien en vervuld wordt van de heilige Geest.’18 Meteen was het alsof er schellen van Saulus’ ogen vielen; hij kon weer zien, stond op en liet zich dopen, 19 en nadat hij gegeten had, kwam hij weer op krachten. Hij bleef enkele dagen bij de leerlingen in Damascus 20 en ging onmiddellijk in de synagogen verkondigen dat Jezus de Zoon van God is. 21 Allen die hem hoorden waren stomverbaasd en vroegen: ‘Dat is toch de man die in Jeruzalem de volgelingen van die Jezus naar het leven stond, en hij is toch hierheen gekomen om hen gevangen te nemen en uit te leveren aan de hogepriesters?’ 22 Saulus’ optreden werd echter steeds krachtiger, en hij bracht de in Damascus wonende Joden in verwarring door aan te tonen dat Jezus de Messias is.

3.2.2 Werkvorm: Bijbelperikopen een titel geven Bij de verschillende perikopen kiezen ze welke titel er past. Ik zou hier kiezen om hen twee mogelijke titels te geven zodat ze komen tot consolidatie van:  

Roeping als keuze: Geroepen? Roeping als opdracht: Geroepen!

Het antwoord moeten ze motiveren.

Pagina 23 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

3.2.3 Toelichting: Voor de leerlingen de teksten lezen hen goed uitleggen dat ze zullen moeten kiezen tussen de twee opgegeven titels. 3.2.4 Mogelijk alternatief: Hieronder een alternatieve Bijbelse werkvorm: http://www.bijbelin1000seconden.be/menu/tikiindex.php?page=ROEPINGSVERHALEN&pagenum=2#Roepingsver halen_in_het_Nieuwe_Testament

God roept (naar: Kerk en Leven, Huppelhoek) God roept Sam in de nacht. 'Ik droom!' zegt Sam. God zegt tegen Jonas: 'In Ninive deugen de mensen niet. Ga naar hen toe.' Jonas vlucht. God zegt tegen Jeremy: 'Ik kies je uit om over Mij te vertellen.' Jeremy zegt: 'Ik ben veel te jong. God zegt zegen Mosje: 'De mensen lijden. Ik wil hen helpen. En jij moet Mij helpen.' Mosje zegt: 'Ikke? Maar... maar ik kan dat niet!'

Je hebt het al geraden. Dit zijn de verhalen van Samuel, Jona, Jeremia en Mozes uit de Bijbel. Weet je hoe ze aflopen? Zoek het op! Dan kun je zeker de juiste naam verbinden met de afloop van zijn roepingsverhaal. Mozes: Exodus 3, 1-8a.13-15 Samuel: 1 Samuel 3, 3b-10,19 Jeremia: Jeremia 1, 4-10 Jona: boek Jona Jona

O O Na drie keer horen roepen, beseft hij dat God roept. En... hij luistert.

Samuel O O God zegt hem: 'Ik zal bij je zijn zoals Ik ook bij Abraham, Isaak en Jacob was.' Pagina 24 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

Jeremia O O Een walvis slokt hem op en spuwt hem uit. Dan doet hij wat God van hem vraagt. Mozes

O O God raakt zijn mond aan en maakt hem sterk, zodat hij erop vertrouwt dat het zal lukken.

Correctiesleutel Samuel: Na drie keer horen roepen, beseft hij dat God roept. En... hij luistert. Mozes: God zegt hem: 'Ik zal bij je zijn zoals Ik ook bij Abraham, Isaak en Jacob was.' Jona: Een walvis slokt hem op en spuwt hem uit. Dan doet hij wat God van hem vraagt. Jeremia: God raakt zijn mond aan en maakt hem sterk, zodat hij erop vertrouwt dat het zal lukken.

3.3 Lesfase 3: 3.3.1 Lesinhoud: “Vele wegen kent het leven, maar van al die wegen is er een die jij te gaan hebt. Die ene is voor jou, die ene slechts. En of je wilt of niet, die weg heb je te gaan. De keuze is dus niet de weg, want die koos jou. De keuze is de wijze, hoe die weg te gaan. Met onwil om de kuilen en de stenen, met verzet omdat de zon een weg die door ravijnen gaat, haast niet bereiken kan. Of met de wil om aan het einde van die weg milder te zijn en wijzer, dan aan het begin. De weg koos jou, kies jij ook hem?” Uit: Tot overblijft wat echt is: Jij Naar Dag Hammarskjöld 

Op welke manier interpreteer jij dit gedicht? Hoe kan je het in verband brengen met jouw roeping?

3.3.2 Werkvorm: Reflectie Pagina 25 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

Als afsluiting van deze reeks kijken we terug en gaan voor onszelf afvragen of we onze eigen roeping zien als keuze of als opdracht. De leerlingen lezen eerst de tekst van Uit: Tot overblijft wat echt is: Jij Naar Dag Hammarskjöld.

Geraadpleegde bronnen: Bijbelfragmenten uit: 



NBV Studiebijbel, de Nieuwe Bijbelvertaling met uitleg, achtergronden en illustraties; Uitgeverij Jongbloed - Heerenveen (Nederland), 2008 http://www.biblija.net/biblija.cgi

Cursus ‘Bijbel, leren lezen in het Oude Testament; uitgegeven door HDGI – Gent, 2012-2013

www.fondationvocation.be www.roepingen.be http://www.youtube.com/watch?v=GW789ZKukwg http://www.youtube.com/watch?v=FNV0mtiDbZg http://www.arkgemeenschap.be/Paula-Winters-in-Kerk-en-Leven http://www.youtube.com/watch?v=5VtQpE8VGyk http://www.kuleuven.be/thomas/page/tijdschriften/viewarticle/62304/ http://www.kuleuven.be/thomas/page/4-kant-voor-god/ http://www.kuleuven.be/thomas/page/niet-jij-koos-de-weg-de-weg-koosjou/

Pagina 26 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

Bijlagen: Bijlage 1:

Pagina 27 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

Bijlage 2: Mozes geroepen [23] Jaren gingen voorbij, en de koning van Egypte stierf. Maar de Israëlieten gingen nog altijd onder dwangarbeid gebukt. Ze klaagden luid Pagina 28 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

en hun hulpgeroep steeg op naar God. [24] God hoorde hun jammerkreten en dacht aan het verbond dat hij met Abraham, Isaak en Jakob had gesloten. [25] Hij zag hoe de Israëlieten leden en trok zich hun lot aan. Hoofdstuk 3 [1] Mozes was gewoon de schapen en geiten van zijn schoonvader Jetro, de Midjanitische priester, te weiden. Eens dreef hij de kudde tot voorbij het steppeland, en zo kwam hij bij de Horeb, de berg van God. [2] Daar verscheen de engel van de HEER aan hem in een vuur dat uit een doornstruik opvlamde. Mozes zag dat de struik in brand stond en toch niet door het vuur werd verteerd. [3] Hoe kan het dat die struik niet verbrandt? dacht hij. Ik ga dat wonderlijke verschijnsel eens van dichtbij bekijken. [4] Maar toen de HEER zag dat Mozes dat ging doen, riep hij hem vanuit de struik: ‘Mozes! Mozes!’ ‘Ik luister,’ antwoordde Mozes. [5] ‘Kom niet dichterbij,’ waarschuwde de HEER, ‘en trek je sandalen uit, want de grond waarop je staat, is heilig. [6] Ik ben de God van je vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.’ Mozes bedekte zijn gezicht, want hij durfde niet naar God te kijken. [7] De HEER zei: ‘Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk er in Egypte aan toe is, ik heb hun jammerklachten over hun onderdrukkers gehoord, ik weet hoe ze lijden. [8] Daarom ben ik afgedaald om hen uit de macht van de Egyptenaren te bevrijden, en om hen uit Egypte naar een mooi en uitgestrekt land te brengen, een land dat overvloeit van melk en honing, het gebied van de Kanaänieten, de Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten. [9] De jammerklacht van de Israëlieten is tot mij doorgedrongen en ik heb gezien hoe wreed de Egyptenaren hen onderdrukken. [10] Daarom stuur ik jou nu naar de farao: jij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte wegleiden.’ [11] Mozes zei: ‘Maar wie ben ik dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden?’ [12] God antwoordde: ‘Ik zal bij je zijn. En dit zal voor jou het teken zijn dat ik je heb gestuurd: als je het volk uit Egypte hebt weggeleid, zullen jullie God bij deze berg vereren.’ [13] Maar Mozes zei: ‘Stel dat ik naar de Israëlieten ga en tegen hen zeg dat de God van hun voorouders mij gestuurd heeft, en ze vragen: “Wat is de naam van die God?” Wat moet ik dan zeggen?’ [14] Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “IK ZAL ER ZIJN* heeft mij naar u toe gestuurd.”’ [15] Ook zei hij tegen Mozes: ‘Zeg tegen hen: “De HEER heeft mij gestuurd, de God van uw voorouders, de God van Abraham, de God van Isaak en de Pagina 29 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

God van Jakob. En hij heeft gezegd: ‘Zo wil ik voor altijd heten, met die naam wil ik worden aangeroepen door alle komende generaties.’” [16] Laat de oudsten van Israël bij elkaar komen en zeg tegen hen: “DeHEER, de God van uw voorouders, is aan mij verschenen, de God van Abraham, Isaak en Jakob, en hij heeft gezegd: ‘Ik heb gezien wat jullie in Egypte wordt aangedaan en ik heb mij jullie lot aangetrokken. [17] Ik heb besloten om jullie uit de ellende in Egypte weg te halen en je naar een land te brengen dat overvloeit van melk en honing, het gebied van de Kanaänieten, de Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten.’”

Pagina 30 van 39

Philippe Franken Vers

Mozes

23

Leerkrachtenhandleiding Koning van Egypte (farao) -Stierf

Het volk (Israëlieten)

Egyptenaren

-Hoorde hen -dacht aan verbond -zag het lijden -trok zich hun lot aan

25

2

3

4

-weidde de schapen -dreef de kudde -kwam bij de berg van God -zag struik die in brand stond en niet door het vuur werd verteerd -dacht na waarom struik niet verbrand -ging dichtbij kijken -antwoordt dat hij luistert

-zijn engel verscheen

-zag wat Mozes ging doen -riep Mozes -waarschuwt niet dichterbij te komen en sandalen uit te trekken -zegt wie hij is

5

6

-bedekt zijn gezicht -durft niet naar God te kijken

7

-is er ellendig aan toe -uit jammerklachten -lijdt -wordt bevrijd

8 9

10

11

God

-Gingen gebukt onder dwangarbeid -klaagden luid -hun hulpgeroep steeg op

24

1

Geroepen ? Geroepen !

-uit jammerklachten -wordt gestuurd naar de Farao -moet het volk wegleiden -vraagt: wie ben ik

-onderdrukken wreed

-heeft ellende van het volk gezien -heeft hun jammerklachten gehoord -daalt af -bevrijdt het volk -hoort jammerklacht -ziet wrede onderdrukking -stuurt Mozes naar de Farao -geeft opdracht het volk weg te leiden

Pagina 31 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

dat ik naar de farao zou gaan en het volk zou leiden? 12

13

14

15

16

17

-antwoordt dat hij bij Mozes zal zijn -zal worden vereerd = teken dat Hij Mozes getuurd heeft -vraagt zich af wat hij moet zeggen als het volk hem vraagt wat de naam van God is -moet tegen het volk zeggen: “Ik zal er zijn” heeft me gestuurd -moet aan het volk zeggen dat de Heer hem gestuurd heeft -moet aan het volk vertellen dat God gezien heeft wat hen is aangedaan

-antwoordt: ik ben die er zijn zal

-zegt aan Mozes wat hij aan het volk moet zeggen -heeft gezien wat het volk is aangedaan

-zullen uit de ellende van Egypte weggehaald worden

-heeft besloten om het volk uit Egypte weg te halen en te brengen naar een land dat overvloeit van melk en honing

Pagina 32 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

Bijlage 3: Roepingsverhaal van Mozes “Ik heb het lijden van mijn volk gezien” - “Leidt hen weg uit hun ellende” “Ik durf niet” - “Ik zal er zijn” Mozes was gewoon de schapen en geiten van zijn schoonvader te weiden. Eens dreef hij de kudde tot voorbij het steppeland en zo kwam hij bij de Horeb. Daar verscheen de engel van de Heer aan hem in een vuur dat uit een doornstruik opvlamde. De Heer riep hem vanuit de struik: ‘Mozes! Mozes!’ ‘Ik luister,’ antwoordde Mozes. ‘Kom niet dichterbij,’ waarschuwde de Heer, ‘en trek je sandalen uit, want de grond waarop je staat, is heilig. Ik ben de God van je vader en van je voorvaderen.’ De Heer zei: ‘Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk er in Egypte aan toe is, ik heb hun jammerklachten gehoord, ik weet hoe ze lijden. Daarom ben ik afgedaald om hen uit de macht van de onderdrukkers te bevrijden, en om hen uit Egypte naar een mooi en uitgestrekt land te brengen, een land dat overvloeit van melk en honing, een land van toekomst. Ja, de jammerklacht van mijn volk is tot mij doorgedrongen en ik heb gezien hoe wreed ze worden onderdrukt. Daarom stuur ik jou nu naar hen: jij moet mijn volk, uit de ellende wegleiden.’ Mozes zei: ‘Maar wie ben ik dat ik naar hun onderdrukkers zou gaan en uw volk uit haar ellende zou leiden?’ God antwoordde: ‘Ik zal bij je zijn.’ Maar Mozes zei: ‘Stel dat ik naar uw volk ga en tegen hen zeg dat God mij gestuurd heeft, en ze vragen: “Wat is de naam van die God?” Wat moet ik dan zeggen?’ Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “Ik zal er zijn” heeft mij naar u toe gestuurd. En hij heeft gezegd: “Zo wil ik voor altijd heten, met die naam wil ik worden aangeroepen.’” Laat het volk bij elkaar komen en zeg tegen hen: “De Heer, de God van uw voorouders, is aan mij verschenen, en hij heeft gezegd: ‘Ik heb gezien wat jullie in Egypte wordt aangedaan en ik heb mij jullie lot aangetrokken. Ik heb besloten om jullie uit de ellende weg te halen en je naar een land te brengen dat overvloeit van melk en honing, een land van toekomst.’” Je zult bij het volk gehoor vinden, en dan moet je samen met hen naar de koning van Egypte gaan. Zeg hem dat de Heer, jullie God, naar jullie toe gekomen is, en vraag hem toestemming om weg te trekken uit de onderdrukking. Als hij niet instemt, doe het dan toch. Ik ben aan jullie zijde.’ Weer maakte Mozes bezwaar. ‘Ze zullen me vast niet geloven en niet naar me luisteren. Ze zullen zeggen: “De Heer is helemaal niet aan jou verschenen.” Neen, ik durf het niet’ De Heer vroeg: ‘Wat heb je daar in je hand?’ ‘Een staf,’ antwoordde Mozes. ‘Gooi hem op de grond,’ beval de Heer, en toen Mozes dat deed, veranderde de staf in een slang. Mozes deinsde achteruit, maar de Heer zei tegen hem: ‘Grijp de slang bij zijn staart.’ Toen Mozes dat deed, veranderde in zijn hand de slang weer in een staf. De Heer zei: ‘Zie je wel, je durft. Hou deze staf en laat hem een teken zijn dat ik steeds aan jouw zijde sta.’ Maar Mozes antwoordde: ‘Neemt u mij niet kwalijk, Heer, maar ik ben geen goede spreker. Dat is altijd al zo geweest, en daar is geen verandering in gekomen nu u tegen mij, uw dienaar, gesproken hebt. Ik kan nooit de juiste woorden vinden. Laat mij het toch niet doen’. De Heer zei: ‘Wie heeft de mens een mond gegeven? Wie maakt iemand stom of doof, ziende

Pagina 33 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

of blind? Wie anders dan ik, de Heer? Ga nu, ik zal bij je zijn als je moet spreken, ik zal je steunen en je de woorden in de mond leggen.’ Maar Mozes hield vol: ‘Neemt u mij niet kwalijk, Heer, stuur toch iemand anders, wie u maar wilt.’ Nu werd de Heer kwaad op Mozes. ‘Je bent toch niet alleen. Je hebt een broer!’ zei hij. ‘Ik weet dat hij welbespraakt is. Vertel jij hem wat hij moet zeggen. Ik zal bij jullie zijn als je moet spreken en jullie ingeven wat je moet doen. En neem je staf in de hand, want het is voor jou een teken dat ik aan je zijde sta.’

Pagina 34 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

Bijlage 4: Het Teken

80e jaargang, nr. 8, Maart 2008 Artikel: Jean Vanier. Pleitbezorger van mensen met mentale handicap Bladzijde: 241 Jean Vanier pleitbezorger van mensen met mentale handicap In 1964 startte een buitengewone man een buitengewoon project. Jean Vanier (° 1928) huurde een klein huis in Trosly-Breuil, een dorp ten noorden van Parijs in de omgeving van Compiègne. Twee mentaal gehandicapte mannen, Raphaël en Philippe, nodigde hij uit om bij hem te wonen. Dat was het begin van “L’Arche” (de Ark), die nu zo’n 125 gemeenschapshuizen telt over heel de wereld verspreid. Zo pas is een lezenswaardig boek verschenen van Kathryn Spink (*), een auteur die vroeger reeds het levensverhaal schreef van Mother Theresa en Broeder Roger van Taizé. Gedurende een periode van bijna twintig jaar heeft zij gesprekken gevoerd met Jean Vanier en vertoefde zij heel wat tijd in verschillende huizen van de Ark. Uitvoerig beschrijft zij de groei van de Arkgemeenschap gedurende veertig jaar en het leven en denken van stichter Jean Vanier: zijn kindertijd in een devote christelijke familie, zijn Engelse opvoeding, zijn ontmoeting met Père Thomas Philippe o.p., de priester die hem hielp om zijn ware roeping te vinden. Wat Jean Vanier in 1964 aandurfde, was een echt avontuur. Enkele jaren geleden bekende hij: “Stichters weten doorgaans van meet af aan wat ze Pagina 35 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

willen. Ik niet. Ik wist alleen dat ik het evangelie wilde beleven, dat ik mijn leven wilde delen met de armen en in dit gedeelde leven wilde ik een teken van liefde zijn. Ik bruiste van energie. Ik was open en bereid om risico’s te nemen. Maar bovenal wilde ik de ‘wind’ of de ‘adem’ van de Heilige Geest volgen. Ik besef nu hoe alles was voorbereid in het hart van God. Hij maakte gebruik van de diepe eenheid, de ‘communio’ tussen Pater Thomas en mezelf, van onze armoede en onze openheid om iets nieuws en moois te scheppen”. Een schreeuw om liefde Zijn doel bij de opzet van De Ark was een familie te stichten, een gemeenschap met en voor degenen die zwak en arm zijn wegens een mentale handicap, medemensen die zich alleen en verlaten voelen. De schreeuw van Raphaël en Philippe vroeg om liefde, om respect, om vriendschap en een echte gemeenschap. “Ze verlangden natuurlijk dat ik bepaalde dingen voor hen zou doen, maar diep in hun hart verlangden ze ernaar echt bemind te worden met een liefde die het mooie in hen herkent en het licht dat in hen straalt, een liefde die hen hun eigen waarde en hun belangrijkheid in deze wereld laat zien. Hun schreeuw om gemeenschap heeft in mijn hart mijn schreeuw om gemeenschap tot leven gewekt. Ze hebben me laten ontdekken dat er binnen in mij een put is, een fontein van leven, een bron van levend water.” Kaphaël Simmi en Philippe Seux hadden zowel een lichamelijke als een mentale handicap. Raphaël was op zeer jonge leeftijd het slachtoffer geworden van hersenvliesontsteking. Zijn woordenschat bestond uit maar twintig woorden, zijn begripsvermogen was erg beperkt en hij had last van evenwichtsstoornissen waardoor hij makkelijk viel. Hij communiceerde met geknor en had de uiterlijke kenmerken van iemand met een mentale handicap. Philippe had duidelijk een lichamelijke handicap. Hij kon niet zonder krukken lopen. Als gevolg van hersenontsteking waren een arm en een been verlamd. Hij praatte de hele tijd, maar had het voortdurende over dezelfde dingen en leefde in grote mate in zijn eigen droomwereld. Het was met die twee mensen dat Jean Vanier zijn avontuur begon, een uiterst sober en armoedig bestaan in het kleine huisje met slechts een kraan en een houtkachel. Ze gingen samen naar de winkel, kookten samen, maakten het huis schoon en deden de vaat. Raphaël en Philippe hielpen zo goed en zo kwaad als ze konden in de tuin en bij een aantal huishoudelijke taken. Ze begonnen elkaar te leren kennen, elkaar steun te geven, samen lol te hebben en samen te bidden. In zeker opzicht een Pagina 36 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

'profetisch' leven, maar dan samengesteld uit al die povere elementen van de grijze, dagelijkse dag. Het leven van iedere dag In een overdenking over het gemeenschapsleven noteert Jean Vanier: “Een van de tekenen dat een gemeenschap leeft, ontdek je in de materiële omgeving: de netheid, de ordening, de manier waarop ergens bloemen zijn gezet, de maaltijden en vele andere dingen die een weerspiegeling zijn van het hart van de mensen. Voor sommigen lijkt dit materiële werk iets vervelends. Ze hebben liever meer tijd om te praten en om relaties te onderhouden. Het is nog niet tot hen doorgedrongen dat de duizend kleine dingen die iedere dag gedaan moeten worden, die cyclus van vuil maken en schoon maken, door God is gegeven opdat mensen door middel van concrete dingen contact met elkaar zouden hebben. In de keuken werken, vloeren schrobben of dweilen kunnen een manier worden om aan de anderen onze liefde te tonen. Als we de nederigste werkjes op deze manier zien, wordt alles een geschenk en een middel om met elkaar de delen. Alles wordt dan vreugde, want het is een vreugde als we iets kunnen geven. Het is belangrijk om die nederige en materiële gaven van de anderen te erkennen en hen ervoor te bedanken. De dankbare erkenning van wat een ander doet, is een essentieel element in het gemeenschapsleven en komt tot uitdrukking in een glimlach en het kleine woordje "bedankt!" Ons leven in De Ark is ontwapenend eenvoudig. We zeggen dikwijls dat we de helft van de tijd bezig zijn met dingen vuil te maken en de andere helft met schoonmaken! Dat is niet helemaal waar, want er is ook het werk, er zijn de vieringen, de maaltijden en het gebed. Maar dat zegt wel iets over de kleinheid en de eenvoud van ons leven. Dat wordt helemaal duidelijk en vanzelfsprekend met mensen die een zware handicap hebben. Ze hebben veel aanwezigheid en liefde nodig in de noodzakelijke lichaamsverzorging, bad, toilet, aankleden, eten, enz. Bepaalde mensen kan men overdag niet alleen laten, zelfs niet voor een klein poosje, omdat ze te angstig zijn. Ons leven speelt zich dan af op het terrein van de aanraking: hen in onze armen dragen, hen in bad helpen, met hen spelen. Er is maar weinig plaats voor interessante gesprekken! De communicatie verloopt alleen langs tederheid, spel en een lach. Wij beleven de onderlinge gemeenschap met hen door de heel kleine dingen die we dagelijks voor hen moeten doen.” Een gemeenschap is pas dan op weg een echte gemeenschap te worden als de leden niet per se grote dingen willen doen of helden willen zijn, Pagina 37 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

maar als zij iedere dag willen beleven met nieuwe hoop, zoals kinderen met verwondering naar de zonsopgang kijken en dankbaar zijn bij zonsondergang. Ze is pas dan op weg een echte gemeenschap te zijn wanneer men erkend heeft dat de grootheid van de mens bestaat in het aanvaarden van zijn geringheid, van zijn situatie als mens, van zijn concrete wereld, en wanneer men God dankt dat Hij in beperkte schepselen zaden van eeuwigheid heeft uitgezaaid die dagelijks zichtbaar worden in kleine attenties van liefde en vergeving. “In De Ark hebben wij tijd nodig gehad om ons goed te realiseren dat ons charisma bestaat in het leven met mensen met een geestelijke handicap en niet met andere vormen van gehandicapt zijn of andere vormen van armoede.”

Groeistadia in het engagement “Voor assistenten die nog maar pas deel uitmaken van een gemeenschap is de eerste tijd bijna altijd idyllisch: alles is volmaakt. Ze lijken niet in staat te zijn om de gebreken te zien; ze zien alleen de goede eigenschappen. Alles is prachtig, alles is mooi; ze hebben het gevoel door heiligen omringd te zijn, door helden of uitzonderlijke mensen, die alles zijn wat ze zelf zouden willen zijn. Daarna komt de tijd van de teleurstelling, die gewoonlijk samengaat met een periode van vermoeidheid, met een gevoel van eenzaamheid, met de een of andere mislukking, met een teleurstelling over de leiding. Gedurende zo'n tijd van inzinking wordt alles donker; ze zien alleen maar de gebreken van anderen en van de gemeenschap; alles hindert hen. Ze hebben de indruk door schijnheiligen omringd te zijn, die alleen maar denken aan de wet, aan regels, aan de organisatie, of die volkomen ongeorganiseerd en onbekwaam zijn. Het leven wordt dan ondraaglijk. Hoe meer ze in de aanvangstijd de gemeenschap geïdealiseerd hebben en de verantwoordelijken op een voetstuk geplaatst, des te groter wordt de teleurstelling. Van de hoogte valt men in de afgrond. Wanneer ze deze tweede periode te boven zijn gekomen, komen ze in een derde periode. Dat is de tijd van het realisme en het echte engagement, de tijd van de verbintenis. De leden van de gemeenschap zijn geen heiligen, geen duivels, maar gewone mensen; ieder is een mengsel van goed en kwaad, van duisternis en licht. Maar ieder is ook op weg om te groeien, in ieder leeft er hoop. Dit is het moment dat ze wortel schieten. De gemeenschap staat niet op een voetstuk, ze is ook geen afgrond, ze heeft haar plaats op aarde, en de nieuwe leden zijn bereid daar deel van uit te maken en eraan mee te werken. Ze aanvaarden de anderen en de hele gemeenschap zoals ze zijn; ze hebben het vertrouwen dat ze allen gezamenlijk naar iets Pagina 38 van 39

Philippe Franken

Leerkrachtenhandleiding

Geroepen ? Geroepen !

mooiers kunnen toegroeien.” (Jean Vanier, In broosheid dragen, Averbode, 1994). Wederkerig Een wezenlijk element in het Ark-project is het bewustzijn en de ervaring dat mentaal gehandicapten niet louter passieve ontvangers zijn van zorg, maar ook op onvoorziene wijze wekkers en gevers zijn van leven, juist vanuit ervaren machteloosheid. Jean Vanier’s zuster Thérèse, die als arts heeft meegewerkt in de palliatieve dienst van het Londense Christopher Hospice, geeft een verhelderende beschrijving van het wonder van wederkerigheid dat bewerkt wordt door contact met zwakke, machteloze mensen als stervenden en mensen met mentale handicap. Voor Thérèse Vanier met al haar professionaliteit en deskundigheid was het mooiste dat een stervende of iemand met een handicap kon geven, de manier waarop hij of zij haar confronteerde met haar eigen onvermogen: “Zoals de persoon met een handicap veel gekunsteldheid, maskers en geheimhouding achterwege laat, geldt hetzelfde voor iemand die ernstig ziek is en zijn familie. Ook aangaande de betekenis van deze mensen in de hedendaagse samenleving of in de kerk van vandaag, bestaan er veel gemeenschappelijke factoren. Onze ervaring in de Ark en in het palliatief centrum leert ons dat net als erg behoeftige, machteloze mensen een enorme bron van pijn kunnen zijn voor hun omgeving, ze ook een ongelooflijk kernpunt van eenheid kunnen vormen wanneer je je echt bekommert om hun noden en wanneer je begint te beseffen welke waarde erachter schuilgaat. Voorzien in hun noden en inzien welke waarde ze hebben, gaan nauw samen. Het vraagt immers heel wat om de waarde te zien van iets dat vreemd is, zoals de dood of iemand met een mentale handicap, tot je mensen de mogelijkheid biedt om er werkelijk mee om te gaan. We moeten allemaal kunnen geven als we willen krijgen.” Harry Gilen

Portret van de stichter van de Ark-gemeenschappen n.a.v. het boek van Kathryn Spink "Groeien in verwondering. Jean Vanier en de Ark" (uitg. Averbode, 2007)

Pagina 39 van 39

View more...

Comments

Copyright � 2017 NANOPDF Inc.
SUPPORT NANOPDF