Samenvatting normale ZS Ontstaan van de ZS De menstruele cyclus

January 17, 2018 | Author: Anonymous | Category: Wetenschap, Biologie, Voedingsleer
Share Embed Donate


Short Description

Download Samenvatting normale ZS Ontstaan van de ZS De menstruele cyclus...

Description

Samenvatting normale ZS Ontstaan van de ZS De menstruele cyclus: zie pp ZS symptomen 



 







Amenorroe =uitblijven v/d menstruatie  Oorzaak: HCG  Teken van Hartmann = innestelingsbloeding Nausea en braken  Morning sickness 50%  Begin 6-8W amenorroe  Einde: 14W, 16-20W  Oorzaak: HCG, emotioneel  Pathologie: hyperemesis gravidarum  Behandeling: dieet, rust na maaltijd, bepaalde geuren vermijden, frisse lucht, gember (4x250mg/dag), P6 acupressuur, in bed licht ontbijt en dan nog even blijven liggen Pica gravidarum= ‘veranderende goesting’ Pyrosis = zure oprispingen  80% in 3de trimester  Neemt toe met ZSduur  Oorzaak: stijgende intra-abdominale druk door verplaatsing maag, verminderde tonus maagmond door progesteron  Behandeling: frequent kleine maaltijden, reductie vetrijke voeding, reductie irriterende voeding vb cafeïne en koolzuurhoudende dranken, halfrechtzittende houding, niet volledig platliggen bij slapen, medisch voorschrift: antacida (cave resorptie ijzer) Mastodynie = spanningsgevoel aan borsten + stijgende gevoeligheid  Vnl 1e ZSweken  Oorzaak: volumetoename borsten Pollakisurie-nocturie = frequent plassen – ’s nachts moeten opstaan om te plassen  Oorzaak: meer urinevorming door nieren, oestrogenen en progesteron, groeiende uterus  Einde ZS: druk voorliggend deel  blaas omhoog duwen  makkelijker urine achterblijven in de blaas  Urgency= onmogelijkheid om mictie uit te stellen eens de drang er is  Stressincontinentie= ongewild urineverlies  Blaasontsteking!!! (= cystitis)  Fysiologisch: hydronefrose rechts (BM zet uit)  Behandeling: voldoende drinken overdag, cafeïne voor slapengaan beperken, ’s avonds drinken beperken, postnatale kiné: bekkenbodemspieroefeningen Obstipatie  Heel de ZS  Oorzaak: relaxerend effect van progesteron op maagdarmspieren, veranderende eetgewoonte, volumetoename BM, verminderde lichaamsbeweging  Gevolg: hemorroïden (30-40%, vnl 3e trimester)















 





 Behandeling: vezelrijke voeding, voldoende drinken, beweging, regelmaat, lauwe drank op nuchtere maag, voedingssupl. (eventueel), medisch voorschrift : laxantia Moeheid  Vnl 1e 3 maanden ZS, verbetering rond 14e W (2e trimester juist zeer energiek)  Oorzaak: stress  Behandeling: vroeg slapen, middagrust, hulp huishouden Syncopale neigingen  Oorzaak: vasomotorische instabiliteit ( BD-val), orthostatische hypotensie, hypoglycemie  Duizeligheid: vena cava syndroom ( zijligging!)  Behandeling: plots rechtkomen vermijden, frequent kleine maaltijden Kindsbewegingen  Primi: 20W, Multi: 16-18W  ‘vlinders/belletjes in de buik’ Basale temperatuur= temp. op laagste punt (’s ochtends)  Na ovulatie: stijging 0,3-0,5 °C  Stijging temp. duurt 14D: ZS zeer wrs Gewichtstoename  Tot 12W: 1kg  Tot 20W: 4 kg  Tot 30W: 12,5 kg Enkeloedeem= opstapeling extravasculair vocht thv de enkels  Oorzaak: renale retentie van natrium en vocht tgv productie geslachtshormonen, verhoogde veneuze druk thv onderste ledematen  Vnl ’s avonds  Behandeling: rusten met voeten omhoog Haarverandering  Oestrogenen: haren groeien sneller, androgenen: haarfollikel neemt in omvang toe  8-16W pp: haaruitval Verzwakking van de nagels  Vanaf 6W Vasculaire afwijkingen  Spider naevi (spinnenkop): algemeen voorkomende goedaardige afwijking van bloedvaatjes, verdwijnt spontaan na partus (bij niet zwangere: leverstoornis)  Palmair erytheem: vorm van jeuk veroorzaakt door talrijke pukkeltjes, laatste maanden ZS Spierkrampen onderste ledematen  Na 1ste ZStrimester  Vnl ’s avonds  Spontane vermindering laatste maanden  Oorzaak: mogelijks verhoogde concentratie fosfor en gedaalde concentratie calcium in plasma  Behandeling: calciumsupplementen, magnesiumsupplementen, onmiddellijke behandeling; spieren goed uitrekken, masseren en lokale warmte Rugpijn





 Oorzaak: verschillende factoren  Kan leiden tot bekkeninstabiliteit  Behandeling: houding, rust op harde onderlaag, lokale warmte, massage, aangepast schoeisel Kortademigheid  Lichte dyspnoe vanaf 2e trimester  Verergering einde ZS  Meer bij roken  Oorzaak: toename progesteron productie  stimulatie ademhalingscentrum  hyperventilatie; stijging intra-abdominale druk  afname ademhalingscapaciteit Sialorree (=ptyalisme) = overmatig speekselvloed (werkt nausea en braken in de hand)

Zwangerschapstekens 



 







Huidpigmentatie  Chloasma gravidarum (zwangerschapsmasker): ZShormonen sporen cellen in het gezicht aan pigment meer aan te maken, niet alle cellen kunnen dit evenveel aanmaken => vlekken; verdwijnen in PP; advies: niet al te veel in zon lopen  Bruine verkleuring tepel(hof)  Linea alba= vage witte lijn van navel naar schaambeen, vanaf 2e trimester wordt donkerder= linea nigra/fusca, verdwijnt paar maanden na bevalling  Oorzaak: hormoonverandering Striae gravidarum  Bij 90%  Oorzaak: groeiende uterus  snel rekken van de huid, cortisolproductie  scheurtjes in onderhuids weefsel  Geen behandeling  Preventie: massage of hydrateren (bodylotion) (voorkomt niet percé)  Ontkleuring na ZS, wel blijvend Tandvleeshypertrofie - Epulis = overdadige groei tandvlees – lokale zwelling van tandvlees  Behandeling uitgesteld tot na ZS, door overvloedig bloeden bij wegname Leucorree = vaginale, vooral slijmerige afscheiding met een witte of gelige kleur, zonder irritatie of jeuk  Oorzaak: toegenomen afschilfering van vaginale epitheelcellen en verhoogde productie van cervicaal slijm door verhoogde productie oestrogenen  Pathologisch: onaangename geur, pijn tijdens mictie Borstveranderingen  Volumetoename en bloedstuwing  Vorming secundaire areola, verdikking tuberkels van Montgomery  Behandeling: goed steunende BH, hygiëne Volumetoename abdomen  Vanaf 6W: vergroting BM merkbaar via abdomino-vaginaal onderzoek  Vanaf 12W: uterus uitwendig voelbaar boven symfyse  Na 14-16W: welving uterus zichtbaar Verandering thv geslachtsorganen

 Teken van Chadwick of Jacquemier= blauwe verkleuring cervix, vagina en vulva tgv veneuze stuwing  Verweking v/d cervix  Teken van Hegar= corpus uteri en cervix voelen aan als twee gescheiden organen  Teken van Piscacek= asymmetrie v/h corups uteri (weke uitbochting in de uterus op de plaats van nidatie) Zekerheidstekens 



Zwangerschapstesten  Innesteling : syncytiotrofoblast produceert HCG (in urine en bloed)  ZS test: direct na uitblijven menstruatie: HCG in urine (25IE/l, ochtendurine)  In bloed: 8D na bevruchting  10W: hoogste HCG-waarden, dalen tot 16W, blijven dan weinig veranderd, en verdwijnt totaal na 3-10D PP Klinische zekerheidstesten  Auscultatie v/d foetale harttonen: stetoscoop of hoorbuis van Pinard (vanaf 18-20W), Doptone of CTG (vanaf 10-12W)  Palpatie van de foetus (22-24W)  Palpatie foetale bewegingen (20-24W), abdomino-vaginaal onderzoek hoofd vaststellen (20W)  Echografie: transvaginaal (5-6W), transabdominaal (7W)

Bepaling van de zwangerschapsduur    

ZS duur= tijd die verlopen is vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie (EDLM) Normale ZSduur: 280 dagen, 40 weken, 10 maanmaanden (van 28dagen), 9kalendermaanden +7dagen A terme ZS: 37 W - 41W6D, 239D -293D 3 trimesters: 1e trimester (tot 14-16W), 2e trimester (tot 26-28W), 3e trimester (tot partus)

Methoden ter bep. v/d ZSduur 

 



DLM: bevraging cyclus (regelmaat, duur), aantal dagen bloedverlies, voorwaarden (EDLM juist gekend, geen onregelmatige cyclus)  Kalendermethode: EDLM + 40W = VBD  Regel van Naegele: EDLM + 9 maanden + 7dagen of EDLM +7dagen -3 maanden +1 jaar Zwangerschapsschijfje: toch onnauwkeurigheid (tot 5 dagen) Klinisch onderzoek  Evaluatie grootte v/d BM( 1ste trimester)  Meten v/d fundus (2-3 trimester): aantal W ZS= aantal cm + 4 Positieve discongruentie: vb. meerlingen, polyhydramnion, grote baby Negatieve discongruentie: kleine baby, IUGR Echografie  1ste trimester: transvaginaal, daarna vnl abdominaal  6-8W: kruinstuitlengte (CRL: crown rump length)  voor vaststelling ZSduur  BPD= bipariëtale diameter, dwarse afmeting van foetale schedel, tss 12-18W

 14W: BPD, hoofdomtrek (HC), fermurlengte (FL, bovenbeen), buikomtrek (AC)  Na 18-20W: 1malige meting =onvoldoende, interval van 2-3W = must! Fysiologische veranderingen Fysiologische aanpassing aan de ZS 









Huid  Versterkte pigmentatie: linea alba, areolae mammae, huid genitaliën, gelaat  Roodheid palmare: roodheid van de handpalmen, onschuldig, oestrogenen  Toename activiteit talg- en zweetklieren  warmte intolerantie Mammae  Begin ZS: gevoelige borsten  Na 2e maand: omvang neemt toe ( striae)  Voelen gespannen door hyperemie (bloedaandrang) + toename extracellulair vocht en ductuli  Hypertrofie tepel, doorbloeding & pigmentatie tepelhof nemen toe  Kliertjes Montgomery tekenen duidelijke af  Venentekening wordt duidelijker  toegenomen doorbloeding  Druk op areola: enkele druppels vocht te verkrijgen (≠melkproductie) (soms vanaf 16W colostrum) Genitaliën  Uterus: door ZS (oestrogenen) weker, groter, sterker doorbloed (50-80g  1000g)  Toename spiermassa van uterus: 2e helft ZS: foetus groeit sneller dan uterus  wand uterus wordt gerekt + dunner; na 20W: bovenste deel cervix opgenomen in corpus uteri (OUS); vroegere grens corpus en cervix: ring van Bandl; einde ZS: OUS wordt groter  cervix wordt korter  Vanaf 20W: Braxton Hicks contracties  Alle weefsels kliene bekken + vagina, vulva, bekkenbodem weker en vochtrijker  Bekkengewrichten beweeglijker  Symfyse: verwijdt iets  Teken van Chadwick: vagina en portio blauwe kleur tgv hyperemie  Meer vaginale afscheiding (risico infecties)  Spataders thv vagina en vulva Endocriene veranderingen  Hypofyse: FSH & LH heel ZS laag, minder TSH productie, meer productie prolactine  invloed ontwikkeling borstklieren  Pancreas: scheidt in toenemende mate insuline af, insulinegehalte in ZS verhoogd, gevoeligheid van cellen voor insuline neemt af  Bijnier: productie cortisol & cortisolbindend eiwit (CBG) nemen toe  striae, chloasma,…  Schildklier: neemt toe in grootte, P en HMV stijgen; 1ste trimester TBG stijgt  T3 en T4 ook, T4 binnen normale grenzen ; TSH daalt (1ste trimester) Hart- en vaatstelsel  ZS= belasting voor hart  Toename circulerend volume (37%)  Slagvolume en hartminuutvolume (30% =1500ml) nemen toe

    











RBC volume stijgt 17%  Hb en Hct dalen (fysiologische anemie) Algemene vasodilatatie  toename doorbloeding nieren, longen, borsten, huid Hartfrequentie stijgt 10-15 bpm Hart lichtjes vergroot: wordt naar voren geplaatst en gedraaid, hartgeruis = fysiologisch Bloeddruk: DBD daalt (20-22W) = mid pregnancy drop, DBD stijgt in laatste trimester weer, SBD wijzigt ook (weinig)  Vena cava inferior syncroom  Veneueze afvoer uit benen vertraagd  varices Longfunctie  Ademfrequentie blijft gelijk  Zuurstofconsumptie neemt toe (20%)  Ventilatie per minuut neemt toe (40%)  Ademcentrum gevoeliger voor CO2 (door progesteron)  Optimale gasuitwisseling  Fysiologische hyperventilatie Nieren en urinewegen  Sterke doorbloeding nier  omvangt neemt toe met 1,5 cm  Glomerulusfiltratie neemt toe met 50%  Vaker glucose in de urine  Eiwituitscheiding neemt iets toe  Totale hoeveelheid urine blijft gelijk  Hydronefrose rechts (fysiologisch)  Verhoogde gevoeligheid infecties  Pollakisurie  Stressincontinentie Samenstelling v/h bloed  Plasmavolume stijgt 40%  Erytrocytenvolume stijgt 15-20%  Hb en Ht dalen tot 3e trim daarna stijging tot partus, laagste Hb rond 26-34W, (6,5mmol/l = normale ondergrens), hoog maternaal Hb, Ht en erytrocytengetal: kan samenhangen met laag geboortegewicht  Aantal trombocyten daalt lichtjes (normaal: 150000-400000, milde trombocytopenie < 150000, stollingsstoornissen < 50000)  Aantal leucocyten stijgt (buiten ZS: 3500-11000/µl, ZS: 6000-16000/µl)  Totale eiwitgehalte daalt  Stollingsfactoren : afname V en XII, toename fibrinogeen, VII en X  Daling serumijzegehalte  risico ijzegebreksanemie (extra behoeft ijzer van ongeveer 850 mg) Water- en zouthuishouding  Hoeveelheid water neemt toe  Osmolaliteit van het bloed daalt  Toegediend water in ZS vertraagd uitgescheiden  Toegenomen huiddoorbloeding  meer transpiratie Tractus digestivus  Tandvlees vaak gezwollen + makkelijk bloeden  Zwelling = epulis

   

Maagontlediging is vertraagd Cardia sluit minder goed  regurgitatie Obstipatie Lever: cholesterolsynthese neemt toe, bilirubinegehalte blijft gelijk

Klachten: (zie ook H1) 





Varices  Benen, vulva  > 20% zwangere  Relaxerende werking progesteron, veneuze druk in benen neemt toe, druk uterus op bekkenvaten  Regelmatig rusten + benen in hoogstand+ steunkousen Hoofdpijn:  Vnl 1ste trimester  Geen duidelijke oorzaak  2e helft ZS: hoofdpijn in combinatie met verhoogde bloeddruk  cave PET (preeclamptische toxicose= ZS vergiftiging) Tandvleesbloedingen  Tandvlees extra doorbloed +zachter  Belang goede mond - en tandhygiëne

Adviezen en levenswijzen 





Lichamelijke inspanning  Sporten waarbij gewrichten niet te zwaar belast worden (vb zwemmen)  Geen: topsport, langdurige rugligging (vanaf 4e maand, vena cava), diepzeeduiken, risico op traumata Seksualiteit:  Coïtus kan/mag: geen risico  1e trimester: minder behoefte, meer behoeft intimiteit/knuffelen  2e helft ZS: vaak toegenomen behoefte vrijen, masturberen, coïtus  Coïtus vermijden bij: vruchtwater- /bloedverlies, sterk verhoogde kans op vroeggeboorte, vroegtijdig breken v/d vliezen, placenta praevia (2e -3e trim) Voeding  Gezond, gevarieerd, evenwichtig  Voldoende vochtopname  Zwanger ≠ eten voor 2  Marnutritie: IUGR; laag geboortegewicht; prematuriteit; sectio; perinatale dood; foetale afwijkingen tgv tekort foliumzuur, vitamine C/B2, infecties, ziektes moeder  Foliumzuur (vit B11): risico neuraalbuisdefecten, lip-/ gehemeltespleet, miskramen daalt; starten voor ZS (4-8W) tot 8-12W ZS; 0,4-0,5 mg / dag (risico: 4-5 mg/dag); groene groenten, citrusfruit, volkoren producten  Listeriose (infectieziekte): bacterie niet bestand tegen verhitting, vaak geen ziekteverschijnselen, eet geen voorverpakte gerookte vis, eet geen rauwe producten (zoals rauwe vis)

 Geen zuivelproducten obv rauwe melk 



















Salmonella (darmbacterie)  Zorgvuldig en hygiënische omgaan met voedsel  Eet geen rauwe eieren of bereiding waarin rauwe eieren verwerkt zijn  Belang VM voldoende verhitten Toxoplasmose (kattenziekte), geen antistoffen = volgende maatregelen:  Geen rauw of halfdoorbakken vlees  Handen grondig wassen na aanraking/bewerking rauw vlees  Was en spoel rauwe groenten en fruit zorgvuldig  ( niet in tuin werken zonder handschoenen, geen kattenbak verschonen ( uit te buurt blijven van kattenpoep)) Alcohol  2 eenheden/dag= negatief effect  Best niet drinken (max 1eenheid /dag) Sauna en zonnebank  Effect : discussie  Meer kans op congenitale afwijkingen  Eerste trimester ontraden Reizen en vaccinaties  In principe geen kwaad  Vliegtuig: na 32W afhankelijk van maatschappij (lange vluchten: risico trombose)  Hooggebergte: > 2150m  zuurstofarme lucht hypoxie foetus  Tropische gebieden: malaria (specifieke informatie consultatiebureau trop. ziekte) Beroepwerkzaamheden  Ongestoorde ZS: werken tot 34-36W  Sommige beroepen: risico  aanpassen werk noodzakelijk  Nachtdiensten: na 20 W niet meer Veiligheidsgordel en reizen met de wagen  Vermijd lange, vermoeiende ritten  Neem voldoende pauze  Klik gordel vast  Stand van stoel aanpassen  Lange autoritten: vermijden at knieën hoger geplaatst zijn dan bekken Zwangerschapscursus  Zeker nuttig bij eerste ZS  Vaak ruim aanbod  Onderzoek: volgen cursus  minder gebruik pijnstilling Familiale omstandigheden  Zwangerschapsbeleving aan bod laten komen  Stress tijdens ZS Medicatiegebruik  Veiligheid GM tijdens ZS: nooit garanderen  Compendium

Prenatale voorbereiding Prenatale lessen: minder gebruik analgesie, verhoging aantal spontane bevallingen, verhoogde kennis ZS arbeid en bevalling, betere perinatale gezondheid, betere omgang met de arbeid Doel prenatale lessen: actieve deelname aan partus, bewust beleving van de partus Empowerment: 

Vrouw betrekken bij zorg, eigen beslissingen kunnen maken, gesteund worden in keuzes en zichzelf competent beschouwen  empoweren

Geïnformeerde beslissingname: 

  

Verschillende benaderingen om info te verschaffen  Menu-benadering: enkel voor- en nadelen opsommen (zorgt voor verwarring)  Crusader-benadering: info vertekend weergegeven (men hoort wat men wilt horen)  Geïnformeerde beslissing: met koppel de waarden en normen uitklaren- info geven obv onderzoek (deze is te verkiezen, enkel bij deze kan gedragsverandering plaatsvinden) Vrouw moet centraal staan, duidelijk geïnformeerd zijn, voldoende tijd krijgen om na te denken of op te zoeken Definiëren van een probleem, bepalen van de gewenste info, voorstellen en verkennen van de verschillende wegen naar het doel, de eigenlijke beslissingname, (evaluatie) Hulpverleners beïnvloeden deze beslissing vaak: ze leggen nadruk op ‘juiste’ en ‘foute’ beslissing

Prenatale informatie:  

  

Aanbrengen van informatie Informatiebronnen  Borstvoeding: beslissing in vroege ZS meer een succesvolle BV dan beslissing in de late ZS  Voeding tijdens ZS: info vaak niet (voldoende) opgevolgd  Stoppen met roken: negatief effect op geboortegewicht en vroeggeboorte, stoppen = moeilijk, tabakoloog (terugbetaald)  Alcoholgebruik  Pijn:  verminderde uteriene bloedflow  verlengde arbeid Mening vrouwen: liefst face-to-face of counseling Mannen en prenatale cursussen: indien vrouw goed ondersteund  betere fys. /emot. Uitkomsten Het bereiken v/d doelgroep: uitdaging bereiken risicogroepen (tienermoeders, alleenstaanden,…)

Praktische voorbereiding: cirkel angst-spanning-pijn doorbreken via kennis en relaxatie  

Psychologische methoden: ademhalingstechnieken, sofrologie, hypnose, NLP, Alexander techniek, muziek en audio Fysieke therapieën: massage, beweging en houdingsveranderingen, haptonomie, yoga, kinesitherapie

   

Sensorische methoden: hydrotherapie, aromatherapie, lokale warmte en koude Aanvullend: acupunctuur, acupressuur (shiatsu), reflexologie, homeopathie, herbalisme Spirituele rituelen (lees uitbreiding in cursus een paar keer)

Prenatale screening en diagnostiek Verschillen tussen diagnostiek en screening:  

Screening: KANSBEREKENING; kans op bepaalde afwijking, geen enkel gevaar voor moeder/ ongeboren kind (vb. 1ste trimesterscreening, triple test) Daignostiek: duidelijk antwoord op concrete vragen; sluitend bewijs voor aantal genetische en morfologische afwijkingen (niet voor alle), risico voor de foetus (vb. VWpunctie, vlokkentest)

Prenatale screening= onderzoek tijdens ZS om te beoordelen of ongeboren kind verhoogde kans heeft op een aangeboren afwijking     

Geeft geen zekerheid, enkel of er een verhoogd risico aanwezig is Kan aanleiding geven tot diagnostiek Mogelijkheden: echografie met nekplooimeting (event. Neusbeen), 1ste trimesterscreening, combinatietest, triple test, standaard echografie Geen indicaties, op vraag van patiënt Geen lichamelijke gevolgen; nadenken over opties bij verhoogde kans of onzekere uitkomst; verminderde kans ≠ geen kans

Echografisch onderzoek (nekplooimeting en neusbeen):  

Tss 11-13W (CRL tss 45-86mm (crown-rump length (kruin romp lengte))) Dikte van nekplooi meten (hoeveelheid vocht thv de nek  Max dikte afhankelijk van grootte van foetus

 

 Hoe dikker, hoe groter kans op afwijkingen Aanwezigheid van neusbeen nagaan  Vroege aanwezigheid geeft verlaagde kans op trisomie 21 Beperkingen:  Foutieve metingen  Sterke correlatie tss dikte van nekplooi en voorkomen van chromosomale afwijkingen, maar geen uitsluitsel  Gevoeligheid stijgt wann neusbeen mee nagegaan wordt

Eerste trimesterscreening= combinatie nekplooimeting en maternele bloedtest     

Tss 11-13W Maternele serum: 2 merkers nagaan (PAPP-A en vrij β-HCG)  bekijken in functie van maternele leeftijd en ZSduur Redelijk accuraat voor trisomie 21, indicatief voor trisomie 18 Grote voordeel: vroeg in de ZS Slechts kansberekening, voorafgaand uitvoeren test: gesprek met ouders

Triple test (2de semesterscreening):  

 

Tss 15-18W Materneel serumstaal: AFP (alfafoetoproteïne) (verlaagd T21, verhoogd NBD), HCG, nietgeconjugeerd oestradiol, inhibine A  Correlatie met maternele leeftijd nagaan Geeft risico op T21 en neuraalbuisdefect (NBD) weer Beperkingen: hoog aantal vals-positieven, test reeds laat in ZS

Echografie:   





Standaard echografie vs geavanceerde echografie (ingedeeld volgend inhoud) Vaginale of abdominale echografie (ingedeeld volgens uitvoering) Vaginaal- abdominaal:  Vaginaal: 1ste 12W  Abdominaal: later in de ZS  Variaties zijn mogelijk (afh gewicht en ligging uterus) Routinematig/ standaard echo-onderzoek:  Berekenen ZSduur (enkel accuraat voor 12W  CRL)  Ligging van kind en placenta  Detectie ernstige malformaties  Monitoring v/d groei door biometrie (femurlengte, BPD en AC) Geavanceerd /uitgebreid echo-onderzoek:  Meer mogelijkheden  Door expert!  Gebeurt rond de 20steW

Prenatale diagnostiek (karyotypering: chromosomen worden in kaart gebracht)  zekerheid over gekende afwijkingen Wordt uitgevoerd bij: verhoogde kans op chromosomale afwijkingen (prenatale screening, > 38j), verhoogde kans op NBD (anamnese), verhoogde kans op erfelijke aandoeningen of aangeboren afwijkingen (eerdere vrucht met afwijkingen, erfelijkheid, dragerschap, echografische bevindingen) Vlokkentest:      

Tss 11-13W Biopsie van chorionvlokken (placenta, 20-50mg) Vaginaal (volle blaas nodig) of abdominaal Onder echocontrole Mogelijkheden: uitgebreid genetisch onderzoek, 1-2% kans dat afwijkingen enkel terug te vinden in placenta  iets lager bertrouwbaarheid VWP; volledig resultaat na 2-3W Beperkingen: miskraamrisico (gemiddeld 1%, meestal binnen 48u, soms late fetal loss), geen garantie op gezond kind (niet alle afwijkingen zijn gekend)

Vruchtwaterpunctie:     

Tss 15-17W Punctie van 15-20ml Echografische controle Mogelijkheden: idem vlokkentest, AFP-gehalte in VW kan bepaald worden  NBD Beperkingen: resultaten duren langer, risico foetaal overlijden (0,5%)

Navelstrengpunctie:    

Onder echo controle bloedvat in navelstreng aanprikken (enkel in gespecialiseerde centra, uitzonderlijke situatie) Vanaf 18W Resultaat gekend: afhankelijk van op te sporen aandoeningen, aantal dagen 1-2% miskraamrisico

Pre-implantatie diagnostiek:     

Onderzoek op embryo nog voor ZS is opgetreden (=embryobiopsie) Enkel mogelijk na IVF Bij embryo van 8 cellen, 1-2 cellen wegnemen voor OZ Opsporen van (beperkte) genetische aandoeningen Indien geen aantasting: embryo inplanten in BM

Taak van de vroedvrouw:  

Voorlichting geven  weloverwogen keuze Emotionele begeleiding

Risicoselectie Te verwachten problematiek Zelfstandige VR/ gynaecoloog? Best zo vroeg mogelijk (voor 12W) Niet verplicht, wel aangewezen volgens de wet  aansprakelijkheid!! (lees casussen op PP) Sociale kwesties Wettelijke bescherming v/h moederschap Bescherming tegen ontslag:    

Wet: beschermt vanaf werkgever op de hoogte is van ZS tot 1 maand postnataal Behalve: dringende redenen, redenen vreemd aan lichamelijke toestand (vb. diefstal)  werkgever moet redenen kunnen bewijzen Belangrijk WG snel in te lichten: medisch attest of aangetekend schrijven, of persoonlijke overhandiging  verplicht uiterlijk 8 weken voor VBD (formulier: ZSmap) Indien ontslag zonder reden: forfaitair loon gelijk aan 6M brutoloon, vergoedingen door verbreking arbeidscontract

Opschorting van opzegging:  

Betrekking opgezegd voor of tijdens ZSverlof: opzeggingstermijn opgeschort gedurende 15 W (=wettelijke arbeidsonderbreking) Betrekking zelf opzeggen: opzeggingstermijn loopt wel door gedurende 15W

Bescherming op het werk: 

     

Ongezonde werkzaamheden: verboden voor zwangere WN of WN die borstvoeding geeft: blootstelling lawaai, hoge temperaturen, scheikundige stoffen, mechanische trillingen, gevaar besmetting, dragen zware lasten laatste 3M ZS, arbeid gevaarlijk voor WN of kind Indien mogelijk ander werk in de onderneming Indien onmogelijk: recht op uitkering = profylactisch verlof (60% brutoloon) Algemene risico-evaluatie: bedrijfsarts en CPBW, resultaten evaluatie meedelen aan personeel Geen verplichting tot nachtarbeid (20u-6u): 8W voor VBD, uitbreiding periode mogelijk, voor Zw en BV vrouwen Geen overwerk presteren: niet meer dan 39u/week, 9u/dag Recht op afwezigheid voor ZS OZ (indien buiten werkuren onmogelijk): WG verwittigen + medisch attest binnenbrengen

Pre- en postnataal verlof of moederschapsrust voor WN 









 

Duur  Prenataal verlof (ZSverlof): 6 weken, 1 week VERPLICHT; 5 weken over te dragen naar postnataal verlof  Postnataal verlof (bevallingsverlof): 9 weken verplicht Meerlingen  8 weken prenataal verlof: 1 week verplicht, 7 weken over te dragen naar postnataal verlof  2 weken extra postnataal verlof ( 19 weken moederschapsrust) Vervroegde en late bevalling  Vroeger: verlies dagen verplichte week prenataal verlof  Later: 6 weken prenataal verlof genomen + verlof verlengd met extra dagen tot aan bevalling Opname kindje in ZH  Opname van > 7dagen: bevallingsrust kan verlengd worden met de duur gelijk aan opnamedagen baby, die eerste 7 d overschrijdt Ziekte in 6W (8W bij meerlingen) voor partus  Valt onder prenatale rust, niet over te dragen naar postnataal verlof  Uitzondering: personeel federale overheidsdiensten: ziektedagen Doodgeboorte of miskraam  Vanaf 180ste D + officiële geboorteaangifte: recht op pre- en postnataal verlof Vaderschapsverlof bij overlijden of ZHopname moeder  Vader kan resterende moederschapsverlof (MSV) opnemen, bescherming ontslag einde verlof  Overlijden moeder: duur verlof= gedeelte MSV nog niet opgenomen  ZHopname moeder: pas aanvang na 8D geboorte, baby moet ZH verlaten hebben, opname moeder moet langer dan 7D zijn

Vergoedingsregeling pre- en postnataal verlof voor WN   

MSuitkering: organisatie via ziekteverzekering Tijdig relevante info doorgeven aan ziekenfonds: uiterlijk 6W voor bevalling, zeker voor start ZSverlof WN: eerste 30D 82% loon, vanaf 31ste D 75% loon, volledig loon: overheidspersoneel

MSV voor zelfstandigen    

Maximaal 8W moederschapsrust (9W meerling) Voorwaarden: 6m aangesloten bij ziekenfonds, vrijgesteld van wachttijd Verplicht 3W nemen: 1W ervoor, 2W na bevalling Voor bevalling uitkering aanvragen bij ziekenfonds

MSV voor werklozen  

RVA op hoogte brengen 6W prenataal verlof, 9W postnataal verlof



Uitkering: eerste 30 D basisuitkering + 19,5% begrensd loon, vanaf 31ste D basisuitkering +15% begrensd loon, verlenging rust na 15W: basisuitkering +15% begrensd loon

Diverse tegemoetkomingen 





Verlening postnataal verlof vanwege BV:  Profylactisch BVverlof (medische redenen): uitkering= 60% begrensd loon  Individuele toestemming: onbezoldigd verlof, duur afhankelijk van CAO BV pauzes op het werk  1-2 X/dag werk onderbreken om BV te geven of af te kolven  Aantal pauzes afhankelijk van gewerkte uren: 2x30min of 1x1uur bij een werkdag van min 7u30, 1x 30min bij een werkdag van 4u-7u30  Werkgever: goed verwarmd en goed verluchte ruimte  Recht tot 7M na geboorte Reizen met de trein  Vanaf 6M ZS: ticket tweede klasse te gebruiken in eerste klasse zonder kosten

Kennisgeving en aangifte van de geboorte Kennisgeving:  



Bij ambtenaar burgerlijke stand Wie?  Bevalling kraamkliniek: persoon die leiding heeft of afgevaardigde  Andere gevallen: arts, VRVR of persoon aanwezig bij partus Wanneer: uiterlijk eerste werkdag volgend op bevalling (schriftelijk/mondeling)

Aangifte: 

  

Binnen 15D bij ambtenaar burgerlijke stand v/d geboorteplaats  Vader, moeder, beiden  Laatste dag termijn: zat-, zon- of feestdag: termijn verlengd naar eerstvolgende werkdag Nodig: identiteitskaart, geboorteattest, trouwboekje of akte erkenning Uittreksels geboorteakte: ziekenfonds, kinderbijslagfonds, ambassade/consulaat (indien vader geen B nationaliteit) Miskraam (180D)/ doodgeboorte: aangifteplicht, vanaf 180D: naamgeving bij doodgeboorte kan (niet verplicht)

Afstamming:  

Moederszijde: vermelding naam moeder in geboorteakte (is verplicht in belgië) Vaderszijde:  Gehuwd: vaderschapsregel: kind geboren binnen huwelijk of binnen 300 dagen na ontbinding ervan  echtgenoot = vader Kind geboren 300 dagen na ontbinding + nieuw huwelijk  nieuwe echtgenoot = vader  Ouders niet gehuwd: vader kan kind erkennen (mits toestemming moeder), samen naar gemeentehuis (identiteitskaart + attest VBD meenemen), erkenning kan vanaf 6e M ZS

Geldelijke voordelen Gezinsbijlagen: 

 



Kraamgeld  = voor WN privé, openbare sector, zelfstandigen  Vader doet aanvraag, moeder krijgt kraamgeld: vanaf 6M ZS, uitbetaling ten vroegste 2M voor VBD  1e kind: 1129,95 euro – vanaf 2de kind: 850,15 euro (meerlingen: x meer kraamgeld, ook bij doodgeboorte of miskraam na 180D) Adoptiepremie: 1129,95 euro (bedragen voor volgende kinderen) Kinderbijslag:  = maandelijkse bijdrage in kosten opvoeding kind  Loopt trapsgewijs op van 1ste-3e kind  Meerlingen (loopt op als 1ste, 2de, 3e kind)  Kinderbijslagfonds  Tot 18j: zonder voorwaarden  18-25j: indien verder zetten studies Gewaarborgde gezinsbijslag: bep. Kinderen die niet automatisch recht hebben op kinderbijslag en waarvoor geen voldoende bestaansmiddelen voorhanden zijn

BVpremie: sommige ziekenfondsen  tijdig informeren ziekenfonds Ziekenhuis en bevallingskosten: 



WN privé, overheidsdienst, werklozen:  In orde betalen bijdragen ziekenfonds, bevallen in ZH met overeenkomst RIZIV: ligdagprijs gemeenschap. Kamer terug betaald, 1- of2- persoonskamer: vooraf besprekenn met ZS ivm prijs Zelfstandigen: verplicht aansluiten verzekeringsfonds: betaalt medische en verloskundige verzorgingskosten terug

Bescherming van het gezin: Privé-sector 





Vaderschapsverlof:  Nieuwe term= geboorteverlof  10 dagen  Op te nemen binnen 4m volgend op dag geboorte (hoeft niet aaneensluitend)  Eerste 3dagen behoud loon, volgende 7 dagen : uitkering 82% brutoloon  Aanvraag via werkgever en ziekenfonds Wie mag geboorteverlof nemen? Vader (indien gekend), persoon die gehuwd is of wettelijk samenwoont met moeder als vader niet gekend is, persoon die minstens 3j voor geboorte samenwoont met moeder (indien vorige niet van toep zijn) Aanvraag en procedure:  Aanvraag bij werkgever

 

 Vader doet aanvraag: kopie uitreksel geboorteakte  Verklaring op erewoord (ondertekend moeder)  Tevens bevestigen geen bloedverwantschap die leidt tot verbod huwelijk Familiaal verlof of verlof om dwingende redenen: onbezoldigd, per jaar max 10 dagen Ouderschapsverlof: moeder/vader gedurende bepaalde periode loopbaan onderbreken om voor opvoeding kind te zorgen, tot kind 12j is (idem voor adoptie)

Openbare sector: verschillend naargelang statuut werknemer, best wenden tot personeelsdienst voor correcte info Werklozen: vaderschapsverlof (3dagen binnen 12dagen na geboorte) Zelfstandigen: recht op moederschapshulp (105 gratis dienstencheques, 8 maanden geldig) Anamnese en intakegesprek: lezen in curcus Prenatale controles Frequentie:      

Primipara zonder complicaties: 10 raadplegingen Multipara zonder complicaties: 7 raadplegingen Tot 32 weken: maandelijks Vanaf 32 weken: om de 2 weken Laatste 2-4W: wekelijks Bij grotere risico’s of pathologie frequenter

Het algemeen lichamelijk onderzoek 

De inspectie: voorkomen, gelaat (oedemen, chlaosma), handen (oedemen), rug (scoliose, lordose,kyfose), onderste ledematen (varices, oedeem)



Metingen:  Lengte:
View more...

Comments

Copyright � 2017 NANOPDF Inc.
SUPPORT NANOPDF