- Scholieren.com

January 14, 2018 | Author: Anonymous | Category: Geschiedenis, Wereldgeschiedenis
Share Embed Donate


Short Description

Download - Scholieren.com...

Description

College 3 Hoofdstuk 3 boek overzicht: Vlaanderen Floris V, graaf van Holland, werd gevangengenomen door de graaf van Vlaanderen: Gwijde van Dampierre in 1290. Hij probeerde namelijk de scheldemonde te veroveren. De Engelse koning gaf de opdracht om Floris V te vermoorden. Dit gebeurde bij muiderberg. Filips de Schone onderwerpt van Dampierre aan zijn gezag > deze moet banden met Engeland doorbreken (dit was schadelijk voor de handel). Van Dampierre is hier zat van, zoekt steun bij ambachtslieden en verbreekt het leenverdrag met Frankrijk > Frankrijk valt in 1300 Vlaanderen binnen en veroverd de meeste gebieden. 1302: de schone stelt ‘verbruiksbelasting’ in Vlaanderen weer in > veel weerstand in Steden: Klauwaards (Willem van Gulik en vlamingen) tegen Leliaerts (Fransen en Patriciërs). Tijdens de Slag der Gulden Sporen komt er een einde aan de 5 jaar lange Franse overheersing. Tijd van onrust: 1304: mislukte aanval van Frankrijk resulteerde in de Vrede van Athis. Hierin werd Vlaanderen weer door Frankrijk erkent als vorstendom, maar Vlaanderen moest wel herstelbetalingen aan Frankrijk betalen 1323-1328: opstand van ambachtslieden in Vlaanderen door de ‘onterechte’ herstelbetalingen > opstand werd door Frankrijk uitgeschakeld. 1337: begin honderdjarige oorlog Frankrijk – Engeland. Vlaanderen politiek afhankelijk van de Fransen, maar goede handelsrelaties met Engeland. Handel Door de waterschappen ontstond er collectieve bescherming en inspraak. Iedereen betaalde gelang de grote van zijn land. De basis voor het handelsysteem van de gouden eeuw in de Nederlanden bestond uit de volgende zaken: 1. Scheepsbouw 2. Scheepsvaart 3. Structureel tekort aan broodgranen. Bourgondische machtsontwikkeling 1428: Zoen van Delft. Jacoba van Beieren tekende de vrede met Filips de goede. Jacoba mocht zichzelf Gravin van Holland blijven noemen maar Filips de goede kreeg de eigenlijke macht in Holland. Verder mocht Jacoba niet huwen zonder de toestemming van Filips. 1433: Jacoba trouwt toch en Filips dwingt haar vervolgens tot aftreden. 1435: Verdrag van Atrecht. Dit verdrag zorgde voor meer gebiedsuitbreiding van Filips de goede. Bourgondië liet hierdoor zijn verdrag met Engeland varen en stelde zich in het vervolg onafhankelijk op. 1477: ontstaan staten generaal door Filips de goede Centralisatie van Filips was erop gericht om meer overkoepelende organen op te stellen die meer eenvormigheid in de bestuursapparaten moesten vormen en de persoonlijke voordele aan lokale machtshebbers moeten afdwingen. Verschillende instellingen waren: Drie rekenkamers voor belasting: verschillende gewesten moesten meer betalen dan de andere gewesten. Radovan edelen opgericht tegen partijstrijd Grote raad werd opgericht als centraal gerechtshof Eenheidsmunt de vierlander Aan het hoofd van het ambtenarenapparaat (ambtenaren kregen een speciale elite status die een kloof sloegen tussen de burgerij en de ambtenaren) stond de Kanselier van Bourgondië. 1422-1457was dat Nicolas Rolin hij kreeg echter nooit meer macht dan de hertog zelf. Karel de Stoute deed in 1467 zijn ‘blijde inkomst’ in de gewesten die gepaard ging met veel onrust: sanctie was dat de mensen nog minder rechten kregen. Troepen werden onder hem geprofessionaliseerd en de monarchale staat bracht economische vooruitgang. Karel de stoute was erg militair actief. Hiedoor was er meer druk op de staatskas, vervreemding van het volk en meer inmening van buitenlandse leiders. Mara de Rijke, was niet zijn troonopvolger want die had hij niet, nam uiteindelijk met haar man de troon over. 1441: belangrijk contract Denemarken over de sont

1

1473: Vrede van Utrecht betekende het einde van het protectionistische systeem tussen de Hanze en Vlaanderen. Dit verdrag maakte een einde aan de oorlog tussen de Handelssteden die verbonden waren aan de Hanze en het koninkrijk Engeland. College aantekeningen Begin schriftelijke vastlegging van afspraken tussen vorst en vertegenwoordigers van Adel en steden: 1253: Luik 1312: Brabatn het Charter van Kortenberg waarin elke nieuwe vorst zich in moet vastleggen 1375: Utrecht de stichtse landbrief van 1375 1418: Gelderse verbondactie Als het landsheerlijke gezag zwak is of geheel ontbreekt komen er adellijke partijtwisten op. De steden zijn nog niet sterk gegroeid, behalve de steden in het Vlaamse gebied zoals Gent en Brugge > ontwikkeling naar quasi-stadstaten. De Hollandse handel ontwikkeld zich pas later dan de Vlaamse handel. De Hanze steden zijn op zijn retour en Brugge is het centrum van de wereldmarkt. College 4 Samenvatting van het boek > samenvatting daarvan xD Verwereldlijking van de kerk stopte met het vierde concilie van lateranen uit 1215. Mensen reageerden op deze harde verandering in tegengestelde richting: Emotionele (mariadevotie), formalistische (vroomheid ruilen voor zonder, aflaathandel) en moderne (gericht op eenvoud) defotie. Na het bewind van Karel de stoute werden veel centralistische tendensen teruggedraaid. De Staten generaal wilde echter een unie blijven. 1477: Groot privilege. Eerste constitutionele tekst van Maria van Bourgondië die steun moest vragen aan de gewesten omdat ze een zwakke positie had. In deze tekst werden de verschilleden gewesten enkele rechten toegespeeld. Hoe kwam Gelre bij de Nederlanden? Karel van Gelre (graaf van Zutphen) kon profiteren van de geringe consolidatie tussen groepen/steden. Veroveringen (1522: Friesland). Hij was de laatste zelfstandige feodale graaf van de Nederlanden. Hij had de gebieden Gelderland en dus Friesland uit 1522. Zijn opvolger Willem van Gulik wist de gebieden niet te behouden omdat Karel van Gelre Karel V als opvolger had benoemd. Karel V vocht van 1542-1543 tegen Willem van Gulik die een alliantie had met Frankrijk en Denemarken, maar tevergeefts 1543: Gelre bij het rijk van Karel V

Karel V werd in 1515 landsheer van de Nederlandse vorstendommen, 1516 koning van spanje en 1519 Karel V van het Romeinse rijk. Hij streefde naar meer centralisatie. 1531: 3 collaterale raden ingesteld. De Raad van State (juridisch geschoolde burgers), de Financiële raad ( en de Geheime raad (wetgeving, bestuurszaken, hooggerechtshof). Verder stelde hij later de hoge raad in. 1570: Hertog van Alva bundeld de Criminele Ordonnantiën De steden floreerden > door economische groei nieuwe ontdekkingen als de financiële rechtsbescherming. In steden waren schilderskunst en architectuur belangrijk ook de drukkersactiviteiten. Christoffel Plantijn zette een belangrijke uitgever op. Wat waren de zwakke punten van het beleid van Karel V? Het grote rijk moest beschermd worden dus er moest veel belasting geïnd worden. Ook onderdrukte Karel V het geloof heel erg en werden ketters heel streng vervolgt en de koopkracht daalde. De mensen in de steden wilden meer vrijheden en waren bang om door Karel V hun autonomie te verliezen (door de centralisatie en de hoge belastingen). Filips II die in 1556 de troon van Karel V overnam hield geen rekening met de afstand tussen de Nederlanden en het Spaanse rijk, waardoor er misverstanden ontstonden die tot nog meer spanning leidde. Wat was het religieuze aspect van de Nederlandse opstand?

2

Er waren steeds meer mensen die zich bekeerde tot het protestantisme omdat er ten tijde van de opstand gestreeft werd naar vernieuwing en hoop. De nieuwe religie gaf hoop. Verder was het regime van Filips II erg verweven tussen kerk en staat. Als je in opstand kwam tegen de staat van Filips II moest je ook tegen de kerk in opstand komen. Willem van Oranje voerde van 1564-1566 legale oppositie. Filips gaf uiteindelijk geen gehoor aan de verzachting van de kettervervolging. Willem pleitte namelijk voor geloofstolerenatie. Hierdoor brak dat Nederlandse opstand ook uit. Wat was het economische aspect van de Nederlandse opstand Het beleid van Filips II leidde tot enkele economische problemen. Spanje ging failliet door de groeiende staatsschuld omdat ze veel rente moesten betalen. Er was een zware misoogst door de barre winter. Ook moest de Spanjaarden zich terugtrekken uit Antwerpen. College 4

Bourgondische cultuur Eerste Universiteit van Leuven gesticht in 1425. 14e eeuw is een bloei van vertalingen van het Latijns of Frans naar het Nederlands. Opbloei van burgerlijke cultuur wat ten uiting komt in rederijkamers. Deze zijn in verschillende opzichten te vergelijken met de Franse salons. Ook veel burgerlijke literatuur zoals de Brabantse schrijver Jan van boendaledie leefde van 1280-1351 en die schreef onder meer de: Der leken spieghel: alomvattend werk over religieuze en etnische zaken Brabantse Yeesten: geschiedenis van Brabant uit burgerlijk perspectief Ook veel lekenkritiek op de kerk: Geert Grote schreef de moderne devotie met de broeders en zusters van het gemene leven. > leidde tot hervormingsbewegingen in de kerk. ze leverden een ontwikkeling aan de boekdrukkunst en aan de ontwikkeling van de volkstaal. Verder schreef hij een traktaat tegen de bouw van de Dom en een getijden boek voor leken in de volkstaal Thomas à kempis schreef over de navolging van Christus Susan Berkten woonde in Utrecht. Ze was een stedelijke kluizenaar en vervulde een adviserende rol en schreef ook volk talige werken. 1477: vele religieuze werken verschijnen nu vertaald naar de volkstaal. Dit steunde de lekenvroommheid > vraag rees op of dit tot optelvroomheid (sparen van aflaten) leidde. De meeste bourgondische cultuur was voor de adel, maar ook enkele hoge burgers profiteerden mee van deze kunst. In 1430 werd de orde van het gulden vlies door Filips de goede opgericht. Dit was een ridderorde die veel schilderijen en decoratie liet maken. Verder in deze tijd veel schilders zoals de gebroers van Eck. Toernooien werden gehouden als sociaal bindmiddel.

1363-1404

Filips de stoute

1404-1419

Jan zonder Vrees

1419-1467

Filips de Goede

Hertog van Bourgondië, Slag bij portiers (1356) hiervoor als dank Hertog van Bourgondië in 1363. Veroverde Vlaanderen en het France comite Maakt zij broer hertog van Brabant en Limburg. Verder een kruistocht tegen de osmanen 1429: Graaf van Namen 1430: Hertog Brabant en Limburg (overgenomen van zijn oom) 1433: Graaf henegouwen, Holland en Zeeland 1451: Luxenburg als pand veroverd 1456: maakt zijn bastaardzoon Davd bisschop van Utrecht

3

1467-1477

Karel de stoute

1477-1482

Maria van Bourgondië/ De Rijke Maximilaan I Filips de Schone Maximiaal II Karel V

1482-1491 1494-1506 1506-1515 1506-1555

Voerde een unificatiepolitiek. Hij specialiseerde het recht, richtte de staten genraal op, Wilde de Nederlanden verenigen en koning worden (mislukte beide). 1473: hertog van Gelre 1475: neemt lotharingn in bezt om Over en Nederlanden aaneen te sluiten en Nancy nieuwe hoofdstad te maken 1477: Sneuvelt tijdens beleg van Nancy 1477: het Groot privilege. Hierdoor werd de centralisatie van de overheid teruggedrongen.

Probeerde een terretoriale eenheid te maken van de Nederlanden. Gebiedsuitbreiding: 1521 Doornik (Tournai) 1524 Friesland: Karel koopt Friesland maar moet hier zelf nog rust creëren dat doet hij in overleg met de Friese leider Grutte pier 1528 Utrecht /Overijssel 1529 Artesië (Artois) 1536 Groningen /Drenthe: kiezen er zelf voor om bij Karel V ondergebracht te worden i.v.m. veiligheid en rust. 1543 Gelre /Zutphen: terretoriale afronding van Nederland. Hij wint Gelre van Karel van Gelre. Probeerde te centraliseren: 1531: collaterale raden 1548: Nederlanden werd losgekoppeld van het keizerrijk en erfelijk gemaakt door het Bourgondische Kreits. 1549: Pragmatische sanctie ‘de nederlanden mogen na mijn dood niet verdeeld worden.

De wederdopers ontstaan. Men kon pas volwassen worden als ze gedoopt waren. Pacifistische tak met als leider menno Simons. Gewelddadige tak met als voorman Melchiof Hofman, Jan Mathijsz en Jan van Leyden. De hielpen god door een rijk te creëren en op te roepen om naar Münster te trekken. Hier werden ze in 1534 verslagen door de bisschop. Calvinisme werd populair in de Nederlanden. Enkele belangrijke documenten zijn 1561 Nederlandse geloofsbelijdenis 1563 Heidelbergse Carrechismus 1618 Dordtse leerregels Dirck Volkertsz Coornhert (1522-1590): voorstander van tolerantie. Hij hervormde het NEderlandse recht Verloop Nederlandse opstand 1559 Margaretha van Parma landvoogdes 1566 Smeekschrift door Eedverbond van Edelen Begin beeldenstorm 1567 Alva stelt raad van beroerten in 1568 Egmond en Horne onthoofd Inval Van Oranje mislutk 1569 Verhoogde belastingen door Alva 1572 Watergeuzen nemen den Briel in 1573 Spaanse troepen nemen Haarlem in 1574 Onzet van Leiden

4

1576 1577 1579 1580 1581

Pacificatie van Gent : alle gewesten weren de Spanjaarden en geloofskwestie wordt vooruit geschoven Don Juan als landvoogd geopperd Unie van Atrecht Unie van Utrecht Filips verklaart Willem vogelvrij Acte van Verlathinge > zoeken naar een opvolger

College 5 Samenvatting van het boek De Nederlanden waren nog steeds in oorlog met Spanje en zochten naar een nieuwe opvolger. Dit hoorde zo en er was steun nodig voor de opstand. Opvolgers die gezocht waren zijn: 1581-1583: Frans van Anjou, de broer van de Franse koning. De republiek wilde hiermee steun van Frankrijk krijgen. Hij luistert echter niet naar de Staten-generaal en is Rooms-katholiek 1585-1587: Robert Dudley graag van Leichester. Elizabeth, de koningin van Engeland, wilde zelf geen koning worden en stuurde deze gast. Utrecht werd het centrum (hierdoor werd holland boos), hij verbied handel met Spanjaarden (daarmee werd de oorlog bekostigd dus ook boosheid) en hij was militair niet succesvol. 1587: ontstaan republiek der zeven verenigde Nederlanden

5

De republiek ging verder zonder koning. Willem van Oranje werd in 1584 vermoord en zijn opvolger was Marits van Nassau als stadhouder. Hij was de aanvoerder van het leger. Tegenover hem stond de Raadspensionaris Jan van Oldenbarnevelt die enkel verantwoordelijk was voor holland en minder macht ontleende aan zijn naam dan de stadhouder. Hoe verliep de rest van de 80-jarige oorlog? 1585: val van antwerpen > meer inkomsten voor de republiek dus een sterkere oorlogspositie en onderhandelingspositie met Engeland en Frankrijk. Dit heeft ervoor gezorgd dat er veel handelaren naar Amsterdam trokken. Er waren twee stadhouders in Nederland, waaronder Maruits en Willem Lodewijk, die allebei doorgingen met veroveringen. Simon Stevin hielp Maurits op technisch gebied met scheepsbouw en navigatie. In 1590 werd brede weer opnieuw veroverd, in 1594 vond de reductie van Groningen plaats. 1600: slag bij nieuwpoort. Maurits wou deze slag niet voeren, maar er waren Spaanse kapers die de Nederlandse handelsschapen in gevaar brachten dus de staten wilden wel dat deze slag gevoerd werd. De Nederlanders willen de slag echter nipt omdat het erg slecht weer was en het te ver in vijandelijk grondgebied was. door de harde wind kregen de tegenstanders zand in hun ogen en wint Maurits. De spaanse koning Filips III ziet dat het oorlog voeren teveel geld kost en met hulp van Frankrijk en Engeland ontstaat het twaalfjarig bestand in 1609-1621. Aan de vrede stelde Filips III te hoge eisen (nederland uit indië en meer vrijheid katholieke kerk). Maurits was het niet eens met het twaalfjarig bestand, omdat hij vond dat de oorlog toch een keer uitgevochten moest worden. Maurits trok meer naar Engeland en Van Oldebarnevelt naar Frankrijk (die waren katholiek en vonden dat er vrede moest komen_/ Interne geloofsstrijd in de republiek Armenius verwierp de calvinistische predestinatieleer. Van Barnevelt was het hier mee eens. Dit waren de Remonstranten ook. ook de regenten waren dit. Hij vond dat de overheid zeggenschap moest hebben in geloofspraktijken. Maurits was een contraremonstrant net zoals veel calvinisten.de overheid moest geen rol in het geloof spelen. Daarnaast was hij een precieze hij wilde dat alles precies volgens de regels van de kerk ging. 1617: Scherpe resolutie. Er was een strijd aan de gang tussen de bovengenoemde partijen en Olde Barnevelt stuurt waardgelders om mensen rustig te krijgen. Dit ziet Maurits als een inbreuk op zijn gezag als leider van het leger. Hij laat Olde barnevelt opsluiten 1618: synode van dordrecht. De Gomaristen (Maurits) krijgen gelijk. Hierdoor kwam er een nieuwe vertaling van de bijbel in 1637 de ‘statenvertaling’ 1619; executie van olde barnevelt College 6 Samenvatting van het boek 1621: oprichting WIC wa veel meer gericht op kolonialisme 1628: Piet Heyn en de zilvervloot cultuur In de literatuur en kunsten was de ‘algemene waarheid’ van belang. Veel kunst ging nog via de kerk. Jacobs kats maakte Sinne en minnebeelden dit waren prentjes met een bijzin waar mensen een les uit konden trekken in 1618. Daniël Heinsius mengde de klassieke teksten met het christendom. In de schilderkunsten werden kunstwerken meer een massaproduct. Veel stillevens. Hugo de groot: groot jurist en geleerde. Schreef Mare liberium over de vrijheid op zee. > vrijheid van drukpers leek samen te hangen met de duidelijkheid van de politieke koers. Hendrik de Keyser: architect ontwierp Westerkerk, Noorderker, Munt in Amsterdam Jacob van Kampen: architect ontwierp Stadhuis en schouwburg Amsterdam Jan Pietersz Sweelinck: componeerde orgelmuziek. De orgelmuziek trok weg omdat de mensen het teveel praal en pracht vonden. Het kwam echter aan het einde van de 12 e eeuw weer terug omdat de mensen te vals zongen.

6

De cultuur verschilde in de Nederland van andere landen omdat er in Nederland geen hof was. de kunst was in Nederland dus minder realistisch maar eerder symbolisch. Door de opstand wilden de Nederlanden haar eigen universiteiten. De eerste in 1575 in Leiden. Enkele universiteiten zijn enkele jaren daarna weer opgeheven door Napoleon. Alle belangrijke gewesten kregen een universiteit. Einde van oorlog Door het bondgenootschap met Frankrijk en de dreiging die weg was uit Duitsland van de katholieken zorgden ervoor dat er vrede kwam 1648: Vrede van Münster. Uitkomsten: Spanje erkende de republiek; Republiek kreeg vrije vaart op Indië; Geen voordeel voor de katholieken in de Noordelijke Nederlanden 1659: Vrede van de Pyreneeën: Frankrijk werd de grote macht ten opzichte van de Habsburgers. 1625: Maurits overleid. Frederik Hendrik is zijn opvolger 1647: Frederik Hendrik dood opgevolgd door Willem II (was maar drie jaar stadhouder) Willem wil de oorlog met Spanje hervatten. Regenten draaide geldkraan dicht > Willem trok naar Amsterdam en gijzelde 7 regenten. Zijn plannen werden niet uitgevoerd want 1650: Willem II overlijdt 1650-1672: eerste stadhouzerloze tijdperk. Twee kenmerken: Ware vrijheid (heerschappij van regenten werd niet meer ingeperkt door de stadhouder; Periode van handelsoorlog). 1653: Johan de Wit raadpensionaris en hij had de meeste mach. Regenten moesten aan drie eisen voldoen: Aanzienlijke geboorte, bezig van enig vermogen, tolerante levenshouding en namen deel aan cultuur. Regenten wilden ook religieuze tolerantie: Kerk mocht geen nieuwe uitspraken doen over de leer + politieke verdeeldheid niet bevorderen. Engels-Nederlandse handelsoorlogen 1651: Acte van Navigatie 1652-1654: Eerste Engelse oorlog 1654: Vrede van West-Minnester in het voordeel van Engeland, acte uit 1651 bleef in tact. Acte van seclusie was een geheime clausule van dit verdrag: Nakomelingen van Willem III zouden in Holland geen stadhouder meer mogen worden. 1665-1667: Tweede Engelse oorlog 1667: Vrede van Breda. Nieuw-Nederland naar Engeland, Suriname naar Nederland. Vrede door het drievoudig verbond 1672: Rampjaar: De republiek aangevallen door Engeland en Frankrijk. De wit moest deze twee landen uit elkaar spelen maar dit lukte niet. Frankrijk wilde dat Nederland een kleinere handelsmacht werd en Engeland wilde dat Nederland ook minder handel had (vandaar de handelsoorlogen). Verder werden de gebroeders Wit gelyncht omdat men zocht naar een zondebok en deze vond in de gebroeders de wit. Willem III werd stadhouder

Demografie en Economie Veel migratie in de 17e eeuw van Duitsers en Zweden, Zuid-Nederlandse calvinisten, Joden die vluchtte voor vervolgingen, hugenoten die vluchten door aan de macht komen van Lodewijk XIV Veel handelsposten gesticht: Java 1602; Nieuw-Amsterdam 1625; Brazilië 1635 College 7: 1672-1678: Oorlog met Frankrijk. Frankrijk trok zich terug uit voorzichtigheid en door het goede beleid van De Ruyter. Willem III oefende meer politieke controle uit. Veroverde steden konden weer zitting nemen in de Staten generaal, verloren hun stem omdat men vond dat ze te weinig politieke stuff deden. Willem III zorgde dat ze hun stem terugkregen, maar daardoor kreeg hij wel invloed op deze stemmen 1678: Vrede van Nijmegen

7

1672-1720: eerste stadhouderloze tijdperk met de Wit als raadpensionaris. Daarna: Gasper Fagel (1672-1688) en Athone Henisus (1689-1720) als raadpensionarissen. 1685 als keerpunt: Herroeping Edict van Nantes (Frankrijk werd weer katholiek) Jacobus II wordt koning van Engeland > hierdoor wilde Willem III koning van Engeland worden omdat hij anders weer moest vechten tegen Frankrijk en Engeland (beide katholiek) 1688; Glorious revolution dus Willem III koning van Engeland met zijn vrouw/ 1702-1714: Spaanse successieoorlog waardoor de Republiek Venlo ‘won’. 1714-1747: periode van vrede > gunstig voor de Republiek die hiermee wel een tweederangs positie innam. 1702-1747: tweede stadhouderloze tijdperk. Willem IV werd in 1722 stadhouder van de republiek, maar niet van Holland. 1747: Frankrijk valt opnieuw de Republiek binnen ten tijde van de oostenrijkse successieoorlogen > Willem IV wordt stadhouder. Stadhouderschap wordt erfelijk (begin van de monarchie). Willen IV bleek niet in staat om de belastingen laag te houden en oorlog goed te voeren. Dit leidde tot stakingen door de zogenoemde doelisten/pachters in 1748 met als centraal punt amsterdam (doel: afschaffing belastingpacht, verbreding basis van het bestuur). Hoe ontstond de crisis aan het eind van de 18 e eeuw Er was economische achteruitgang en door de zevenjarige oorlog moest Nederland kiezen tussen Frankrijk en Engeland, Tussen vloot en landleger en tussen landgewesten en zeegewesten. Willem V werd in 1776 meerderjarig. Ernst Ludwig van Brunswijk sloot met hem de Akte van Consulentschap toen hij minderjarig was. Willem V bleef teveel op hem vertrouwen. Aan het begin van de 17e eeuw was er sprake van problemen in de vorm van bedreiging van Paalwormen voor dijken en veepestepidimiën Politieke vernieuwing ten tijde van de 18e eeuw Simon van Slingelandt (raadpensionaris van 1727-1736) ten tijde van het stadhouzerloze tijdperk de tweede wilde hij iets aan de zelfverijking van regenten doen door de stadhouder meer macht te geven. De stadhouder was er echter niet. Er was sprake van monopolisering van de macht van regenten door contracten. Ten tijde van de grote vergadering van 1717 was echter besloten dat er niks aan het staatsbestel mocht veranderen Pieter Langendijk had kritiek op de regentencultuur Campo ging in op de problemen van zijn tijd en maatschappij. Hij steunde de overheid echter wel tegen ongewenste groepen als homo’s. Justus van Effen was een Hollandse spectator Pro Engeland of Pro franrijk aan het eind van de 18 e eeuw?

-

College 8 1780-1848 Republiek der Zeven verenigde Nederlanden 1795: Bataafse Republiek 1806-1810: Koninkrijk Holland 1815: Verenigd Koninkrijk 1830: Belgische afscheiding Kleine constitutioneel-monarchale eenheidsstaat Verschillende grondwetten: 1798, 1815, 1848

De republiek was een federatie. Er waren verder generaliteitslanden die de kerngewesten bestuurden. 1579: Unie van Utrecht startte de samenwerking. Veel zaken waren echter provinciaal geregeld. De stadhoudertroon werd in 1747 erfelijk en hierdoor kreeg het een vorstelijk karakter het bleef burgerlijk omdat het niet vertegenwoordigd werd door een vortst of adel. patriottenstrijd Nederlandse verlichting was echt tolerant gematigd en had een christelijk karakter. Nationale moest hersteld worden en er hoefde niet gevochten te worden (tolerant klimaat). Ze gingen opzoek naar een verlicht christendom. Spectoriale geschriften werden in 1711 door Justus van Effen geïntroduceerd. Hollandse spectator (nederlands

8

tijdschrift) ontstond van 1731-1735 in Nederland. 1777: Hollandsche maatschappij der wetenschappen met de oekonomische raad wilde verantwoordelijkheid nemen naast de overheid voor bepaalde zaken. 1757: pamflettenoorlog. Ook wel de ‘wittenoorlog’ genoemd. Deze oorlog begon met discussie op het functioneren van de Wit. Twee bewegingen: patriottische (Jan Wagenaar) en oranjegezinde (elie Luzac). 1780-1784: vierde Engelse zeeoorlog doordat de Republiek Amerika wapens wil verkopen, terwijl Engeland hiermee in oorlog is. Men ging op zoek naar een zondebok: twisten tussen patriotten en prinsgezinden. 1781: Joan Derk van der Capellen tot der Pol met het pamphlet Aan het volk van Nederland. Wakkert hiermee de patriottische revolutie aan die uitmond in de burgeroorlog Willem V raakt zijn militaire bevoegdheden kwijt en trekt naar Nijmegen. De eisen van de opstandelingen werden in twee documenten vastgelegd: Grondwettige herstelling an Nederlands staatswezen en het leids ontwerp 1787: burgeroorlog en Willem V blijkt niet voldoende macht te hebben om dit te herstellen. Zijn vrouw wil de opstandelingen stoppen maar ze wordt tegen gehouden bij Goedjanverwellenssluis. Ze roept de hulp in van haar broer die de Pruisische koning is. 1787: aankomst pruisische troepen en macht Willem V wordt herstelt en er komt niks terecht van democratisering, wel worden het land gezuiverd van de patriotten die naar Frankrijk vluchten. Deze leren door de Franse revolutie van alles over het starten van een revolutie en het Nederlandse volk vraagt steeds meer om een bataafse republiek. Deze wordt gevestigd in 1795. Daardoor moesten de Oranjegezinden vluchten. Naar de Bataafse republiek (1795-1806) 1792: Bataafs revolutionair Comité: opgericht door Van Hooff en de Kock die als regering moesten optreden bij een omwenteling naar republikanis.e Vreemdelingen vrijwilligers legioen trekt op naar het noorden met Franse hulp (die wilde een zusterrepubliek). Door vorst konden ze de rivier oversteken. Willem V trok naar Engeland en bood weinig verzet 1795: Fluwelen revolutie > uitroep Bataafse republiek 16 mei 1795: Haags verdrag waardoor de Republiek een satellietstaat werd, Frankrijk 100 miljoen gulden moest betalen en Venlo maastricht en staats-vlaanderen afstond. Ontwikkelingen van de Bataafse republiek 1795-1806: ondeuidelijke machtsverhoudingen. Patriotten bepaalde politiek. Gematigde hervormers hadden de overhand. Souvereinteit en rechten van de mens belangrijk. Tot uiting in : particularisme, beperkte democratie 1796: eerste democratisch gekozen parlement dat een grondwet moest samenstellen. Moeite door verschillende richtingen (unitaristen wilden staatseenheid, federalisten wilde het oude bestel van de patriotten, republikijnen en de moderaten zochten compromissen. Verder: staatsvorm? Staatsschuld verdelen? 1797: oppering voor grondwet > afgewezet 1798: nationale vergadering gezuiverd door democraten en unitarissen gezuiverd. Federalisten en moderaten werden eruit gegooid/ 1798: eerste Nederlandse grondwet: ontstaan eenheidsstaat, einde protestants karakter, iedereen was gelijk voor de wet, scheiding der machten, een staatsschuld, nationalisatie van de VOC. 1799: staatsgreep van de Fransen door Napoleon. 1801-1805: staatsbewind door twaalf mensen. Persvrijheid werd beperkt. R.J. Schimmelpenninck werd raadpesnioaris van het bataafsch gemenebestb. Koninkrijk Holland 1806-1810 1806: Louis Napoleon wordt koning van het Koninkrijk Nederland. Schimmelpennik werd aan de kant geschoven. Mensen in het land waren revolutiemoe en wilden wel weer een monarchie. Veranderingen onder zijn bewind: elf departementen, nationaal muntstelsel, wetboeken, maatschappelijke religieuze gelijkstelling, onderwijsverbetering, culturele instellingen. Strijd met zijn broer over: continentaal stelsel (Engeland niet bij handel betrekken), meebetalen aan militaire handelingen n militaire bijdragen aan de oorlog). Teveel strijd tussen de twee, Napoleon roept zijn broertje terug: 09-07-1810: koninkrijk Holland opgeheven Periode 1810-1813; deel Napoleontisch keizerrijk Er is geen massaal anti-frans verzet. Nationale eenwording bevorderd door: uniformering, centralisatie, standaardisering. En onvrede over tiërcing (ingesteld in 1810 een rente opde Nederlandse staatsschuld).

9

Periode 1815-1830: Koninkrijk Nederland Napoleon begon met rekruteren van soldaten uit de Nederlandse bevolking > teveel verzet vanuit de Nederlandse seamenleving. Dit kwam omdat hij een nederlaag opliep. Job May riep op tot revolutie 1813: Graaf van Limburg Stiru, verspreidde het pamflet dan arel van Hogendorp had gemaakt met de toekomstvisie ‘Oranje boven’ Willem Frederik, oranjeopvolger, wordt in Londen gevraagd om naar Nederland te komen. Hij wordt Koning willem I onder de voorwaarde dat iedereen staatsburger was en hij de constitutie zou accepteren. 1814 bij de vrede van Parijs werden Noord en Zuid Nederland als Unie gezien met Willen I aan het roer 1814 grondwet: nieuwe hervormingen door 500 notabelen bekrachtigd. Vorst souvereine macht van de eenheidsstaat geholpen door elite notabelen. 1815 grondwet: Samenvoeging met België. Eenkamerstelsel werd tweekamerstelsel. Vrijheid van petitie en drukpers en gelijkheid van religie. 1815: Congres van Wenen. Het koninkrijk der Nederlanden werd internationaal erkent. De Nederlanden zouden een goede bufferstaat tegen Frankrijk vormen. Willem I was erg voor hervormingen. Hij wilde handel en nijverheid bevorderen door nationaliseren van de koloniale handel. Hij stelde in 1814 nEderlands in als voertaal. In 1823 moest vlaanderen en Limburg ook Nederlands praten. Hij wilde geen seperatisme in het geloof maar een ‘civil religion’. 1830: Belgische afscheiding Er ontstonden in 1828 politieke problemen. Dit leidde in 1830 tot een breuk. Problemen: taalpolitiek van Willem I, sluiten van katholieke scholen in het zuiden, schulden en Willem I zou meer aan het noorden uitgeven, 1830: oproer zuideljke liberalen door middel van petities> tweede kamer wist niet hoe ze moest reageren. Willem I stuurde zoons, lukte niet, september ’30: algemeen bestuur opgericht in Brussel dat de taken over moest nemen. 4 oktober: onafhankelijkheid uitgeroepen door België. 16 oktober: instemming met de afschieding 1831: tiendaagse veldtocht. Zoon van Willem I trok naar België om de opstand te onderdrukken > door dreiging Franse militairen werd België onahanklijk/ 1840: Willem II wordt koning. Er moest een nieuwe grondwet komen omdat de koning verantwoording moest afleggen aan iemand 1844: negenmannenvoorstel van Thorbecke. Thorbecke was de eerste de met de kritiek op de koning/parlement kwam in deze tijd door zijn voorstel. Het heette het negenmannenvoorstel omdat hij de steun van 9 mannen had. Afgewezen omdat de koning zoiets alleen mocht voorstellen. Dus afgewezen door de tweede kamer. Het drieprocentsvoorstel van F.A. van Hall (minister van economie) moest voor meer evenwichtheid zorgen In 1848 gaf Willem II eindelijk ruimte voor een grondwetswijziging. Deze grond wet is nog steeds de basis van ons publieke bestel. Belangrijkste bepalingen: vrijheid drukpers vereniging en vergadering, scheiding kerk en staat, kiesrecht, ministeriële verantwoording, onschendbaarheid koning Einde aan onduidelijkheid politieke bestel/ Nederland een kleine constitutionele staat/ Frankrijk krijgt de komende periode minder invloed net als de rest van het buitenland. College 9 Grondwet 1848 Thorbecke studeerde in leiden, was in 1831 hoogleraar geworden, hij had geen duideljke doctrine. Koning Willem II wilde de onrust niet afwachten met alle onrust in Europa en stelde Thorbecke en een commissie aan die de grondwet ontwikkelden. 1848-1870: interpetatie grondwet liberalen vs. Conservatieven Kabinet: Thorbecke 1853: Door de scheiding van kerk en staat werd de macht van de Nederlandse hervormde kerk ingeperkt. Dit leidt tot heftig verzet van de protestante elite die zich vereigen in de Aprilbeweging (1853).ze verzamelen petities en de elite keert zich tegen Thorbecke. Willem III (1849 aangesteld) verzet zich ook tegen thorbecke > kabinet Thorbecke valt Kabinet: conservatief, van hall en kabinet Brugge

10

Armenwet werd geregeld. 1857: wet van lager onderwijs > begin van de schoolstrijd. Godsdienstonderwijs werd aan verschillende godsdienst verenigingen overgelaten 1862-1866: tweede kabinet thorbecke 1863: wt middelbaar onderwijs. Dit werd ook niet meer staatsgeboden 1865: geneeskundige wetten. Nog maar één soort geneeskunde opleiding. Aletta Jacobs ging naar de uni 1866-1868 kabinet van Zuylen-Heemskerk Strijd tussen conservatieven en liberalen over koloniale begroting, bevoegheid kamer, buitenlandse politiek. Overwinning van de liberalen. 1870-1917: schoolstrijd, kiesrechtkwestie, sociale wetgeving Links liberalisme ontstaat.uitvinding van de sociale kwestie. Van houten had kritiek op thorbecke het moest socialer. Voorstanders van het malthusianisme. Paus keert zich van het liberalisme af met Quanta cura en Syllabus Errorum 1869: belasting op kranten afgeschaft > meer openheid 1872: de standaard opgericht door Kuyper. Een blad dat anders was dan de liberale pers. De antirevolutionairen komen op. Ze kwamen op tegen de onderwijswet van Capijnen van de Capello door een volkspetitie in 1878. Ze organiseren zich in de eerste politieke partij in 1879. 1880-1900: nieuwe politieke openbaarheid en massaleveraderingen 1883-188Kabinet heemskerk Grondwetswijziging 1870: cultuurstelsel afgeschaft = > liberalisering economie van Ned-Indie. 1871: Thorbecke treedt voor het laatst aan als kabinetsleider (overlijdt hetzelfde jaar). 1871: oprichting van het liberale Algemeen Nederlandsch Werklieden Verbond (ANWV) 1871: Aletta Jacobs is de eerste vrouwelijke student aan een Nederlandse universiteit (niet helemaal waar, maar ze promoveert wel als eerste vrouw) 1877-1879: kabinet Kappeyne (links-liberaal) kwam in 1878 met een lager-onderwijswet die kwaliteitseisen stelde aan het onderwijs en stimuleerde het openbaar onderwijs dat door de overheid gesubsidieerd werd > bijzonder onderwijs in de verdrukking. 1878: S. van Houten brengt zijn Bijdragen tot den strijd over God, eigendom en familie uit als aanklacht tegen de heilige huisjes van de burgercultuur en pleitte voor meer individualistische kijk > meer maatschappelijke groepen zouden door de ‘besten’ vertegenwoordigd moeten worden. 1879: oprichting ARP door dr. Abraham Kuyper > eerste moderne politieke partij in NL, had een duidelijk politiek program en een nationale organisatie. 1880: Kuyper sticht de VU in Amsterdam onder het motto ‘soevereiniteit in eigen kring’ Jaren 1880: economische malaise > vooral crisis in de agrarische sector en de industrie, maar geen grote belemmering voor de economische beweging. 1881: oprichting Sociaaldemocratische Bond (SDB) > eerste socialistische organisatie in NL. 883: koloniale tentoonstelling in Amsterdam. 1885: oprichting Liberale Unie > moeizaam begin van een nationale organisatie van de liberalen. 1886: Palingoproer in de Jordaan en de Abraham Kupyer en zijn medestanders kraakten de Nieuwe Kerk aan de Dam in een poging om de Hervormde kerk naar zijn hand te zetten. 1887: zeteltal van de 2e kamer op 100 gesteld (t/m 1950) > vrouwen officieel in de grondwet uigesloten van kiesrecht. 1888-1891: eerste confessionele kabinet o.l.v. Mackay (bestond uit zowel katholieken als antirevolutionairen) > instabiele coalitie: katholieken en antirevolutionairen hielden het slechts met elkaar uit, omdat er een sfeer van conservatisme domineerde in het kabinet. 1889: onder kabinet Mackay een nieuwe lager-onderwijswet (belangrijk moment in de schoolstrijd) waarmee de staat nu ook DEELS het bijzonder onderwijs ging financieren (de Sarvonin-Lohman bracht in hetzelfde jaar De Pacificatie uit, een soort vredesluiting tussen de liberalen en confessionelen) 889: Arbeidswet ingevoerd, waarbij arbeidsduur werd beperkt.

11

1890: Willem III overlijdt > Emma wordt regentes van Wilhelmina. 1891-1894: kabinet van Tienhoven > Tak van Poortevliet wilde het kiesrecht uitbreidden > leidde tot een kiesrechtstrijd waarbij de progressieve en conservatieve kanten van zowel antirevolutionairen als liberalen tegenover elkaar kwamen te staan (voorstanders van kiesrechtuitbreiding = Takkianen) 1892: Doleantie: afsplitsing van de gereformeerde van de hervormde kerk > vorming [ Gereformeerde Kerken in Nederland. 1894: slachting bij Lombok > als wraak voor de hinderlaag worden militairen naar Ned-Indie gestuurd om de opstand te sussen, dat lukt ook. 1894: afscheiding SDAP van de SDB. 1894: Oprichting Vereniging voor Vrouwenkiesrecht 1894-1897: ministerie van Röell > geen algemeen kiesrecht > wel kiesrechtuitbreiding naar 600,000 mannen door inzet S. van Houten. Na 1895: grote technische veranderingen > schaalvergroting en veranderende arbeidsverhoudingen (na 1880 meer aandacht voor arbeidsomstandigheden in de industrie gekomen) 1897-1901: kabinet Pierson/ Goeman Borgesius (links-liberaal) was zeer actief op sociaal gebied, zeker door de inmenging van Goeman Borgesius die zich hard maakte voor het kijken naar sociale problematiek > invoering v/d woningwet en meer aandacht voor staatsregelingen op gebied van volksgezondheid. 1898: Wilhelmina wordt ingehuldigd als koningin der Nederlanden. 1899-1902: Tweede Boerenoorlog > grote steun Nederlanders aan de Boeren (soort zielsverwanten qua taal, religie en cultuur) > anti-Britse stemming in NL. 1900: gen. J.B. Heutsz weet Atjeh grotendeels te bedwingen en wordt in 1904 samen met zijn adjudant Colijn als een held ontvangen in NL > na 1900 komt in NL steeds meer het idee op dat er een ethische politiek moest komen in Ned-Indie. 901: oprichting vrijzinnig-democratische bond (NVB) als verzamelpunt voor linkse liberalen. 901-1905: kabinet Kuyper > wist met de worgwetten de spoorwegstakingen van 1903 te beteugelen en werd daarom vaak door socialisten bespot en gekarikaturiseerd (Albert Hahn) > maakte zich echter wel sterk voor een meer paternalistisch en beschavingsbeleid in Ned-Indie. 1906: oprichting Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV) de eerste moderne vakbeweging van NL met duidelijke bestuurders en vaste stakingskas. 1909: Enige radicale marxisten worden geroyeerd uit de SDAP en gingen een aparte partij oprichten (voorloper CPN) 1911: invoering van de zedelijkheidswet door de confessionelen, waarmee getracht werd een einde te maken aan prostitutie, pornografie, abortus, homoseksualiteit en anticonceptie. 1913: P.J. Troelstra wordt door de koningin gevraagd om betrokken te worden bij het formatieoverleg. 914-1918: WOI > NL neutraal. 1914: Koninklijk Nationaal Steuncomite opgericht (KNS) waarin alle vertegenwoordigers van verenigingen, vakbonden en liefdadigheidsinstellingen warem opgenomen > begin invoering nieuw papiergeld (zilverbonnen) en rantsoenering. 1915: Nederlandse Overzee Trustmaatschappij opgericht (NOT) moest Engeland garantie geven dat allerlei goederen die in NL werden ingevoerd, niet naar Duitsland gingen > gold later voor alle in Nederland ingevoerde goederen (wel een smokkelhandel met Duitsland) 1917: Tijdens het kabinet van P.W.A. Cort van der Linden werd de schoolstrijd en de kiesrechtstrijd beslecht en werd het districtenstelsel vervangen door een stelsel van evenredige vertegenwoordiging (voordeel katholieken > groei RKSP) ‘Pacificatie van 1917’ vrouwen kregen slechts passief kiesrecht > grondwetswijzigingen! 1901-1905 EERSTE CONFESSIONELE KABINET DAT BELANGRIJK IS GEWEEST Kabinet Kuyper - Spoorwegstaking, Kuyper reageert rigide daarop, voert wetgeving in, waar straffen komen op het staken: worgwetten. - Uiteindelijk roept Kuyper zoveel weerstand op, dat bij verkiezingen 1905 komt links liberaal kabinet, kabinet van porselein, kleine meerderheid. Beginnen met in gang zetten van grondwetswijziging, staan in teken van kiesrecht etc. - Kabinet valt voor het einde, in 1908. Dan komt er een confessioneel kabinet, met Theo van Heemskerk, zoon van oude Heemskerk. Wordt vrolijke protestant genoemd.

12

-

Troef: Talma, heeft veel sociale wetten doorgevoerd, voor vrijheid van onderwijs en tegen openbaar onderwijs. - Kabinet wil niks doen aan uitbreiding kiesrecht, demonstraties worden groter etc. Verzet: volkspetitionnement, rode dinsdagen en concentratie Als reactie daarop: grote overwinning voor liberalen en socialisten. Er kwam een zakenkabinet Cort van der Linden. Wat betekende de uitbreiding van het kiesrecht? Wat gebeurde er, wat waren belangrijke aspecten 1850 - kieswet Kiesrecht: - Nederlander - Ingezetene - DIA Het aantal mannen dat mocht stemmen was heel onevenredig verdeeld. J. Heemskerk Azn (1881) - vader grondwet Betoogde in zijn handboek laconiek dat bij de huidige formulering in de grondwet, toekennen van kiesrecht aan vrouwen niet was uitgesloten. Aletta Jacobs 1883 - Wil zichzelf op de kieslijst plaatsen - Wint advies in bij S. Van Houten. Dat is wel grappig, want hij had geschreven in 1877 om vrouwen uit te sluiten van kiesrecht. Hij raad haar aan een advocaat in de arm te nemen. Die haar kan helpen bij een brief aan de gemeenteraad van Amsterdam. Adres aan de gemeenteraad - Samen met geboortebewijs - Bewijs van inschrijving in Gemeente - Bewijs van belastingaanslag - Verklaring in het volle genot van burgerrechten te zijn. Maar burgemeester van Tienhoven stelt direct voor om het verzoek af te handelen omdat de geest van de wet zegt dat vrouwen niet voor in aanmerking komen. Bovendien vond hij dat vrouwen niet in het volle genot van burgerrechten waren. Op aanraadden van van Houten gaat ze naar de arrondissementrechtbank, die ook zegt: het kan niet de bedoeling kan zijn geweest om vrouwen kiesrecht te geven. Ze moet de kosten voor al deze administratie ook betalen. Aletta brengt haar zaak voor de hoge Raad, die zegt dat zij niet volle burgerrechten heeft omdat zij geen kiezer is. Oftewel, het was een vicieuze cirkel. Dat Aletta dit deed, was niet iets wat zij helemaal zelf verzonnen heeft. Had in GB kennis gemaakt met radicalen die ook hadden gepoogd om kiesrecht te krijgen en op kieslijsten geplaatst te worden. In Manchester was een weduwe op de lijst gekomen en toen ging het balletje daar rollen. In VS hetzelfde verhaal. 1883: letter van de grondwet proberen te toetsen (Aletta) de grondwet van 1887 had in haar nieuwe kiesrecht inderdaad het woordje 'man' ingevoerd. Het artikel werd het chaouthouc (nakijken) artikel genoemd. Dat is rubber. Dit is zo genoemd omdat het artikel alle ruimte bood om door de wetgever in een kieswet zo ruim mogelijk vast te leggen wie er allemaal kiesrecht kregen. Het was niet meer alleen welstand, of census gebaseerd, er kwamen ook andere kentekenen van geschiktheid (kunnen lezen en schrijven). Dat moest nog vast worden gelegd in een latere kieswet. Door het invoegen van het woord man, werden vrouwen categorisch uitgesloten. Vrouwen mochten geen kiesrecht krijgen. Voor vrouwen dus geen rubber artikel. Je kunt je afvragen of dit de schuld van Aletta was geweest. Er moet dus een kieswet worden gemaakt Wetsvoorstel Tak van Poortvliet, 1893 - Kenteken van geschiktheid: door met een eigenhandig geschreven verzoek om op de kieslijst te worden geplaatst te laten zien dat hij kon lezen en schrijven - Kenteken van maatschappelijke welstand: het kunnen voorzien in eigen onderhoud en dat van vrouw en kinderen.

13

Er wordt ook op vrouwen een beroep gedaan om mee te strijden. Agitatie voor de kieswet Als het voorstel er ligt, dan zijn de voormannen er zo enthousiast over dat er een zomervergadering wordt georganiseerd. Vrouwen zijn teleurgesteld, er wordt niks gezegd over vrouwen kiesrecht. Mannen stellen voor om de Unie op te heffen. Vrouwen besluiten om zelf een vereniging voor vrouwenkiesrecht op te richten (1894) Aletta is niet in het bestuur, wel betrokken. Maar de mannen hebben te vroeg gejuicht, wet van Tak van Poortvliet red het niet in de kamer, regering moet aftreden, komt nieuwe regering, met Sam van Houten, die nieuwe kieswet moet formuleren in 1876, hij weet een enorme groei van het aantal mannen met kiesrecht te verhogen. Door welvaartsgroei steeg het nog meer tot 71 procent in 1917. Vrouwen bleven categorisch uitgesloten. Toch is de wet van van Houten voor socialisten niet voldoende. De meeste arbeiders bleven uitgesloten, dus Troelstra is de eerste die na de vereniging voor vrouwenkiesrecht … Andere partij die vrouwen gelijk wil hebben is de Radicale bond: wel gelijkheid vrouwen, geen grondwetswijziging Liberale Unie: geen uitspraak over grondwetswijziging. 1901: Vrijzinnig-democratische Bond - Samengaan van linkervleugel in Liberale Unie en radicale Bond - 1903: grondwetsherziening is goed - Liberale unie: Blanco artikel. Alles overlaten aan wetgever. Kabinet Kuyper 1901-1905: géén grondwetsherziening Liberale kabinet de Meester 1905-1908 - Kabinet van kraakporselein - Voorstel tot grondwetsherziening in 1908 met blanco artikel - maar kabinet valt. Kabinetten Heemskerk - Geen grondwetsherziening - Protesten worden groter, massaler en feller SDAP: 1910: opening Staten Generaal, rode Dinsdag te organiseren. In de jaren 80 hadden ze ook al wel eens op Prinsjesdag grote demonstraties gevoerd. Er deden in 1910 ruim 20.000 man mee, dat is voor die tijd een behoorlijk grote groep. Er werd ook besloten om volkspetitionnement te komen namens de SDAP om aan de regering te geven. De koningin was zo geïntimideerd, heeft dat jaar de troonrede niet uitgesproken. In het jaar daarna was de opkomst nog massaler en druk nog groter, en de regering zei: we moeten nu toch een grondwetsvoorstel doen. In voorjaar 1912 komt het kabinet Heemskerk met kiesrechtartikel dat ziet in gezinshoofdig kiesrecht. Ook het principe is veranderd, het is geen individueel recht dan wordt het een vertegenwoordigend, soort functie die je krijgt om te stemmen. Organische opvatting van de samenleving. Dit alles riep weer op tot protest van vrouwenvereniging 1912: grondwetsherziening: hoofden van huishoudens etc. 1913: samenwerking bij verkiezingen: zakenkabinet Cort van der Linden. Troelstra wilde niet regeren. In de troonrede van 1913 koningin spreekt voor het eerst over grondwetsvoorziening die in het vooruit wordt gesteld. Vrouwen kunnen het op termijn dus ook krijgen. De vrijzinnige concentratie had ook al een petitionnement georganiseerd, vrouwen gaan dit nu ook doen; echter die strand op WOI. Augustus 1914: WOI, politiek: godsvrede. Er worden even geen politieke hangijzers behandeld, dat gaat even opzij. Alleen business as usual. Troonrede 1915: opnieuw grondwetherziening aangekondigd en op 31 oktober gepubliceerd. Hier wordt niks over vrouwen gemeld. Demonstratie juni 1916: vrouwenbeweging organiseert in deze soort geschiedenis. Op de brug voor het rijksmuseum. Hete herfst: vrouwenwacht. Geen actief, wel passief kiesrecht. Betekent dat ze wel gekozen konden worden, mochten zelf nog niet kiezen De nieuwe grondwet

14

1918: AHJ meeste stemmen van alle vrouwen die op een lisjt stonden, maar niet gekozen op verlichte democratische bond Wel Suze Groeneweg, SDAP. Revolutiepoging Troelstra, november 1918, dan wordt de kamers bij elkaar geroepen, concessies gedaan, nu ook actief kiesrecht voor vrouwen (1919) College 10 Hoorcollege nederlandse geschiedenis College vorige week: Vormen doordringing staat en maatschappij Vrouen-kiesrecht: 1883 wil Alleta Jocobs in de kieslijst op Amsterdam zijn. Er was nog geen algemeen vrouwenkiesrecht. Ze zei dat ze voldeed aan de inkomensnorm. Haar verzoek werd 3x afgewezen > alleen mannen konden zich op de kieslijst laten plaatsen. Aanpassing grondwet 1887: niet alleen maar ‘ingezetenen’ maar ‘mannelijke ingezetenen’> Strijd vrouwenkiesrecht barst los > 1903: Aletta Jacobs voorzitster vereniging voor vrouwen kiesrecht Wederzijdse doordringing van staat en maatschappij: sociale wetgeving. Bekendste wet 1874: kinderwetje van houten. Er kwam een strijd in gang om de kinderarbeid af te schaffen. Deze wet verbood kinderen te verbieden te werken tot 4 jaar. Pas rond 1900 (na de leerplicht) kon er echt iets aan kinderwet gedaan worden. er was in 1874 helemaal geen controlestelsel. Kabinetten:  Kabinet Pierson/Goeman Borgesius: Woningwet, ongevallenwet, leerplichtwet. Dit was het laatste krachtige kabinet.  1901-1905: KKabinet Kuyper. Sociale bestel wordt niet uitvergroot, maar juist verkleint. Na treinstakingen werden er nieuwe wetten ingevoerd die het sociale streven terugdrongen.  1908-1913: Kabinet heemskerk. Conservatief kabinet die de sociale wetgeving uitbreid. Er komt ook een zedelijkheidswet. Deze wet was gericht op alles wat onzedelijk werd geacht (prostitutie, abortus, homo’s, gokken, alcoholisme). Pacificatie onder het zakenkabinet Cort van der Linden (niet eens een meerderheid kabinet). Hij bracht samen wat er in de tientallen jaren hiervoor een strijd was geweest. Strijd: Convessionelen: bekostiging bijzonder onderwijs Liberalen + socialisme: algemeen kiesrecht. 1917: Passief kiesrecht vrouwen 1919: Actief kiesrecht vrouwen 1921: vastgelegd in de grondwet. De liberalen profiteerden niet, maar de confessionelen profiteerden wel. Pas een eeuw later kwam er een nieuwe liberaal parlement. De grote winnaar van de pacificatie waren de confessionelen. Het censuskiesrecht wordt in 1917 afgeschafd. In 1918 volgt de eerste katholieke premier. 1848-1870: interpretatie grondwet: verhouding koning/kabinet/kamer/kiezers 1880-1917: politieke mobilisatie van maatschappelijke groepen m.b.v. moderne middelen. College deze week: nederland als koloniale mogendheid in de 19 e en 20ste eeuw Behandeld de periode van 1815 tot 1842 Nederlands-indië 1815-1830: bestuursstrcutuur Naam nederlands indië komen we al tegen bij de VOC. Naam werd officieel ingevoerd in 1816. Na 1814 wordt een deel van de bezittingen van de VOC omgezet worden tot een kolonie. Groot-britannië wilde een bufferstaat tegen Frankrijk. Ook overzees. Hierdoor kon Nederland een koloniaal bezig hebben, als bufferstaat tegen de Fransen. Een koloniale staat waar Nederland zijn macht over uitoefende. Bestuur: twee soorten bestuurslagen

15

-

-

Binnenlands bestuur dat alleen uit Nederlanders bestond. Gouverneurgeneraal, resident, assistent resident, controleur. Nederlandse ambtelijke apparaat was helemaal niet zo groot. Werkte samen met het inlandse bestuur (werden beschouwd als jongere broers) Inlands bestuur: inheemse elite. Deze hadden toezicht en bestuur op de lokale bevolking.

Ging dat bestuur zonder slag of stoot? Nee. Enkele conflicten tussen inheemse bevolking en Nederlanders. Onder Willem I is de financiële huishouding een ramp. De kolonie kon niet winstgevend worden > lening van Engelsen. Verarmd nederland. Grote opstanden waarvan de grootste de Java oorlog was. Java was het grootste/machtigste deel. Deze oorlog werd aangevoerd door Diponogoro. Een heel islamitisch en conservatief programma. Nederland wint door boeren bevolking > voortzetting beleid van boeren aan zich binden. Samenleving word gedemilitariseerd (1830). Nederlands-Indië: 1830-1870: Cultuurstelsel Kolonie moet winstgevend worden >cultuurstelsel wordt ingevoerd. Johannes van den Bosch sticht enkele landbouwkolonies (?). hij had het idee dat armoedzaaiers modelboeren konden zijn. hij liet zich overhalen om bedelaarsgestichten te plaatsen (bijv in Veenhuizen). Hij schreef in 1831: “Indië is een Nederlands wingewest” > Indië moest wingevent worden, maar het moest wel winstgevend worden. Indië was er voor Nederland. Belangen van Indië was minder belangrijk dan de belangen van ’t moederland. Cultuurstelsel: Koloniaal gouverneur was eigenaar van alle grond op Java. Javaanse boeren werden verplicht om op 1/5 van hun grond exportproducten te verbouwen. Boeren kriegen een plantloon voor arbeid > het was dus ook gunstig voor de boeren. Cruciaal voor dit systeem: medewerking vn inheemse hoofden > ambten werden weer erfelijk gemaakt (refeodalisering). Zo werkte de inheemse hoofden mee. Het cultuurstelsel werd gezien als ‘de kurk waarop Nederland drijft’ > . Het cultuurstelsel werkte in de ogen van de hoge bestuurslagen en het buitenland goed. Andere landen hadden te maken met veel opstanden. Bovendien gebruikte Leopold II het cultuurstelsel als inspiratie voor zijn kolonie Congo. Wie had voordeel van het cultuurstelsel? - Nederlandse handel Maatschappij had veel voordeel bij het cultuurstelsel, omdat ze hierdoor een monopolie kregen. Ze mochten al deze prodcuten die voor de wereldmarkt waren, vervoeren naar Amsterdam. Hier organiseerden ze veilingen. Deze had er heel veel baat bij. - Verder had de Nederlandse staatskas er belang bij. Het leverde rond 1850 1/3 van de gehele staatsinkomsten. Wat deden ze met dit geld > belanstingen in Nederland relatief laag, Indonesische staatschuld afbetalen en afschaffing slavernij betaal met het ‘batig slot’ (opbrengsten uit Indië. In eerste instantie was het cultuurstelsel alleen nuttig voor Java. Toch vloeide er ook wel geld terug naar Java: er werd een infrastructuur aangelegd. Wel hadden ze honger in Indië. Dit omdat de grond minder vruchtbaar werd. Kritiek op het cultuurstelsel: Max Havelaar geschreven om kritiek te uiten op de samenleving in Indië. Hij droeg dit boek op aan Willem III. Verschillende historici hebben erop gewezen dat dit boek niet anti-koloniaal is. Hij stelt vooral de tussenlaag (lokala elite) van iets. Hij wil het cultuurstelsel niet afschaffen maar dat de inheemse hoofden minder macht krijgen. Hij wil een sterker Nederlands koloniaal bestuur. Volgens multatuli waren hiervoor 3 dingen noodzakelijk: modernisering van bestuur, verzwakking inheemse hoofden en meer Nederlandse ambtenaren. Liberaal kabinet veranderde het beleid enigszins. Vanaf 1870 verdwijnd het cultuurstelsel. De west (Suriname e.t.c.): 1863 afschaffing slavernij 1814: slavenhandel afgeschaft 1843: slavernij in grote delen van Engeland afgeschaft In Nederland lang stil: 1842 discussie. Minister van Koloniën Baud: slaven eerst opvoeden > brede publiek raakt betrokken door literatuur. (Harriet Beecher, de Negerhut van oom Tom in 1853; van Hoëvell, slaven en vrijen onder de Nederlansche wet in 1855). 1 juli 1863 afschaffing slavernij in de Republiek > jaarlijkse feestdag in Amsterdam en Suriname. ‘keti koti’

16

Emancipatie voorstel bestond uit vrijmaking van slaven, toekenning van een vergoeding aan slaveneigenaren betaald met het ‘batig slot’ van 300 gulden per slaaf, en staatstoezicht van 10 jaar en de immigratie van nieuwe arbeidskrachten onder leiding en toezicht van de regering. Nederlands-indië: 1870-1900: liberale peride – het moderne imperialisme 1866: koloniale bestuur wordt moderner en intensiever. Er komt een enorme expansie van particulier kapitaal en ondernemingen. Keerzijde van deze liberale periode is de relatie tussen de ‘koelies (laaggeschoolde arbeidskrachten uit azië) en de contractarbeiders. De buitengewesten kwamen onder controle. Dit vernieuwde koloniale bestuur zorgde voor enkele conflicten met de lokale bevolking. - In de staat atjeh waren veel zeerovers actief. Hierdoor ontstond de Atjehoorlog. Het doel hiervan was om deze zeerovers weg te jagen. Deze oorlog werd gevoerd onder de naam ‘pacificatie van Atjeh’. - De Lombokexpeditie speelde zich af in 1897. Er was een hoge militair vermoord door een roversbende. Het leger trok ten strijde tegen deze roversbende en om het verlies van de hoge militair te wreken. Ze versloegen de roversbende en werden door de lokale bevolking gezien als grootse overwinnaars.

Nederlands-Indië: 1900-1942: Etnische politiek In nederland zag men in dat de lokale indonesische bevolking niet rechtvaardig werd behandeld. Er kwam meer aandacht voor de zogenoemde ‘etnische politiek’. Dit hield in dat er meer welvaart voor de inheemse bevolking kwam door beter onderwijs >meer ontwikkeling. Verder werd de infrastructuur beter ontwikkeld. De voornaamste problemen waren een gebrek aan financiële middelen. Er ontstond in Indonesië ook kritiek op het beleid van de Nederlanders. Er ontstond stukje bij beetje een nationale Indonesische beweging. Het idee van Nederland als ‘etnische natie’ en als ‘gidsland’ blijft invloedrijk. Sandberg1914: Indië verloren, Rampspoed geboren. Indië is belangrijk voor het Nederlandse zelfbeeld. Verlies van Indië zou Nederland tot de rand van Denemarken degraderen. De koloniale erfenis Veel culturele dingen worden nog naar indische stuff vernoemd. Er zijn ook veel verhalen.

College 11 Zie blz 119-124 Vernieuwing binnen de SDAP (jaren ’30). Binnen de SDAP komt een nieuwe generatie intellectuele leiders op. Deze leiders zien dat het noodzakelijk is dat deze partij zich vernieuwd. Willem Banning en Koos Vorrink waren nieuwe generatie leiders SDAP. 1937: nieuw partijprogramma. Deze partij is niet langer een arbeiderspartij maar een volkspartij. De grootste sociale kwesties waren namelijk opgelost en hiervoor hoefden ze dus niet meer te strijden. Ze richten zich vooral op de groeiende middenklasse. De monarchie wordt geaccepteerd. Tot die tijd was met nog steeds voor het republiekeinse stelsel. En de SDAP verklaart zich niet langer pacifistisch meer (inzetten van geweldmonopolie wordt geaccepteerd). Het begrip ‘klassenstrijd’ kwam niet meer in dit partijprogramma voor > het streven naar socialisatie van het economische leven wel. Ideologische vernieuwing: ‘denken met de handen’. Actief burgerschap werd gestimuleerd. Dit hoorde bij het vernieuwingsdenken (Vooral van Willem Banning) .Hij wilde een nieuw beginsel starten: personalisme. Dit kwam voort uit een algemeen ervaren cultuurpessimisme. Dit was een breed gedragen cultureel klimaat. Dit cultuurpessimisme ontstond uit een groeiend besef dat de westerse beschaving zich in een geestelijke en politieke crisis bestond: - Het vooruitgangsdenken bleek niet te werken. Het economische bestel was in elkaar gedonderd. Het princip

17

-

-

e ‘wij leven in een wereld die steeds beter wordt’ klopte niet. De massa wordt steeds belangrijker en het individu gaat hier aan ten onder. Samen met het gemeenschapsg evoel. ‘iedereen is verantwoordelijk voor het welbevinden van zijn medemens’. Deze cultuurpessimisten za gen ook wat er in Italië en nazi-Duitsland gebeurde. Dit ondermeinde de cultuur van het westen. Dit creëerd e dreiging. De verzuildheid van het politieke systeem verhinderd vernieuwing. Hierdoor werden vertstarde verhouding niet doorbroken. De verzuildheid was een barrière tegen een nationaal gemeenschapsniveau. Er was geen n ationaal eenheidsgevoel. Dit was nodig om iets te veranderen aan de natie.

Vernieuwde ideologie: personalisme het socialisme moet een ethische of zedelijke grondslag krijgen. Niet alleen de materiele verbetering (dit is het fundament van het oude succes). Er is een zedelijke of etische basis nodig. Het streven naar gemeenschap (verantwoordelijkheidgevoel voor de medemens) moet centraal staan in het nieuwe socialisme. Buitenveel overeenkomsten met de beginselen van het christendom. Het pleidooi voor een zedelijke grondslag werd gedaan door Willem Balling die een predikant was. in zijn optiek konden socialisme en christendom samengaan. Door deze verantwoordelijkheid kreeg de mens weer een verantwoordelijkheid in het politieke bestel. Vernieuwingsdenken in de tweede wereldoorlog Het gedachtegoed van het personalisme vond vooral een ingang bij een groep van gijzelaars die vanaf ’42 in het gijzelaarskamp Michielsgestel zaten. Deze gijzelaars waren vooraanstaande figuren uit alle politieke stromingen. Beekvliet was een kleine priestersopleiding. Hier werden vanaf mei 1942 allerlei politici/intellectuelen gevangen genomen tegen de acties van het verzet. Dit gijzelaarskamp heeft een heldenstatus gekregen. ‘bijzondere status’ omdat het regime van dit kamp vrij licht was. ze gingen vaak samen aardappelen schillen. Er werden cursussen georganiseerd. Hier werden plannen gemaakt om het zuilensysteem te doorbreken. Dit zou betekenen dat de antithese tussen confessionelen en niet-confessionelen opgeheven zou worden. personalisme als grondslag voor vernieuwing na de oorlog. Dit noemt men de Geest van Gestel. Ze vonden elkaar op de basis van het personalisme. Willem Balling zat ook gevangen. Hij heeft enorm veel zendingswerk gedaan. ‘als we dit op het nederlandse volk weten over te brengen na de bevrijding, dan kunnen we er mee slagen om het zuilen systeem dat de nederlandse politiek verstard heeft waardoor geen enkele vernieuwing meer nodig was te doorbreken. Doorbraak werd de heilige term van de mensen die in sint michels veste aanwezig waren’. De Nederlandse Volks Beweging werd in 1945 op basis van het personalisme gevormd. Dit moest de volksbeweging worden van het personalisme. De Nederlandse volksbeweging die omvorming van de mentaliteitsverandering begeleiden en in gang moeten zetten. De eerste na-oorlogse regering zou deze intellectueel moeten ondersteunen. Deze volksbeweging wilde nog meer: -

-

Geen terugkeer van grote vooroorlogs partijen na de bevrijding tijdelijke opschorting gewone politiek. Deze gewone politiek mocht niet op de voet van vo or de oorlog doorgaan. Men moest elkaar vinden in een nationale eenheidspartij waarin alle richtingen verte genwoordigd zouden zijn en die gebasseerd zou zijn op het personalisme. Men was overtuigd van het heil v an het personalisme dat men er van uitging dat niemand hiertegen zou zijn. het personalisme zou ook ten ui tvoor moeten komen. Werken aan nieuwe politieke verhoudingen onder leiding van NVB. De NVB werd zelf geen politieke parti j, maar begeleide de andere partijen in het proces naar het nirvana van het personalisme.

Tweede beweging in de oorlog die pleitte voor een andere politiek: De Nederlandse Unie Werd in juli 1940 opgericht door drie mannen J. E. De Quay. L. Einthoven, en J. Linthorst Homan. Deze mensen waren ontevreden over het voor-oorlogse politieke bestel en de verstarring die zich hierin had voorgedaan. Ze zagen in de Duitse bezetting en de nieuwe verhoudingen een mogelijkheid om vanuit hun beginselen te werken aan een nieuwe vorm van politiek: - Ze waren tot 1941 legaal en werkten met de bezetter mee. Ze wilden voorkomen dat, door deze samenwerki ng, de NSB aan de macht zou komen. Met name die samenwerking met de bezetter maakt het dat na de oorl

18

-

og dat de mannen van de Nederlandse unie in een kwalijk daglicht kwamen te staan. Ook omdat er binnen dit driemanschap er verdeeldheid heerste. Deze verdeeldheid kwam ook naar buiten en werd ook bekend. Hun plannen richting zich op de harmonische economische opbouw. Dit moest op een andere manier gereg eld worden. De Nederlandse Unie kreeg geen poot meer aan de grond omdat de Duitsers op december 1941 alle politieke bewegingen door de bezetter verboden. Alleen de NSB mocht nog samenwerken met de Duits ers.

Illegale pers als bron voor politieke vernieuwing De illegale pers diende voor het voorzien van informatie, riep op om niet met de Duitsers samen te werken en om verzet aan te zetten. Na 1943 ligt de focus op het nieuwe na-oorlogse Nederland. Ze richten zich tegen het vooroorlogse bestel. De Nederlandse bevolking wist door deze kranten wat er speelde.

College 12 College: Mislukte doorbraak: wederopbouw en de lange jaren ‘50 Vandaag op de agenda: Mislukte doorbraak 1: De eerste doorbraak na de oorlog is mislukt. Waarom? Het politieke systeem van voor de tweede wereldoorlog wordt voortgezet. Doel van de doorbraak: Doorbraak leefde vooral bij progressieve leden van niet-christelijke en christelijk partijen. Vernieuwing was noodzakelijk. De antithese (tegenstelling tussen christelijke en niet-christelijke partijen) zou gestopt worden. de politiek zou niet mee volgens de verzuiling plaatsvinden. Het verzuilde politieke systeem zou stoppen. Er zou nationale eenheid komen. Dit was het doel van de doorbraak. Dit zou de politiek erg simplistischer maken. De zuilen konden het nu niet eens worden, door een grote doorbraakpartij zou het mogelijk worden om de Nederlandse economie beter vanuit de overheid te plannen en organiseren. Uitgevaardigd door: NVB wilde zelf geen politieke partijen worden, maar aanzetten tot een brede progressieve volkspartij op christelijke en sociaaldemocratische beginselen en geinspireerd door personalisme > hechte, nationale gemeenschap zou zich ontwikkelen in het voorheen verzuilde Nederland: - Eerste bijeenkomst in september. Eerst veel enthousiasme, daarna gemengde reacties (vooral negatieve): o ARP en CHU (behoudende katholieken): “We zijn het er toch niet mee eens” o In het zuiden: “We herstellen de vooroorlogse structuren:” - Andere ontwikkelingen in gang gezet door de ‘mislukte doorbraak’ o eind 1945 wordt de RKSP de katholieke volkspartij. De basis van deze partije werd hierdoor veel breder/ o begin februari 1946: SDAP wordt Partij van de Arbeid. Blijft sociaal-democratisch met christelijk werkgemeenschappen. Dit was ook een pragmatische beslissing omdat de PVDA hiermee meer stemmen kreeg. Een aantal aspecten (organisaties van de socialistische zuil) blijven allemaal bestaan. Ze vernieuwd zich ook door christelijke sociaal-democraten meer ruimte te geven binnen de PVDA. Geloof krijgt meer vrijheid bij de sociaal-democraten. Verkiezingsuitslag 1946: KVP blijft de grootste partij. De CPN (Communistische partij Nederland) kreeg erg veel stemmen > dit is opmerkelijk). PVDA wordt tweede. Partij van de vrijheid > voorloper van VVD. Bij deze verkiezingen haalt Willem Drees met de PVDA 28,3% van de stemmen. Dit was veel minder dan verwacht. De KVP wordt met Karl Romme de grootste partij. De partij van de Vrijheid (ontstaan uit de liberale staatpartij + politieke daklozen) kregen 6.4%. Deze verkiezingen herstelden de verzuiling. Waarom mislukte de doorbraak? De verkiezingen geven aan dat het een mislukking was > nog steeds verzuilde maatschappij: - NVB was geen massabeweging en had geen politieke ervaring. Ze bestond uit intellectuele die geen idee hadden wat er bij de massa speelden. Verder had de NVB geen politieke ervaring. - Doorbraak idealen waren te vaag

19

-

Morele doelstellingen tegen massacultuur en materialisme vonden geen weerklank na 5 jaar bezettingselende > men was bang voor materialisme. De Nederlandse kiezer zat hier niet op te wachten tegen bescherming op ‘zedelijk verval’. Ze genoten juist van de Hollywoodsterren. Ze wilden gewoon genieten. - Kiezers voelden zich veilig in eigen zuil. De zuil gaf mensen hun identiteit. - Wederopbouw en herstel had na de oorlog prioriteit - 1946: begin 12 jaar rooms-rode coalitie. Waarom was het niet helemaal mislukt? Deze doorbraak is niet faliekant mislukt. Er zijn nog steeds een aantal succesjes. Niet alle pogingen teloor. Wat lukte wel? - Regeringssamenwerking confessionele en niet-confessionele partijen. De politieke discussies over vernieuwing hadden hier een belangrijke bijdrage aan geleverd. - RKSP & SDAP beginselpartijen hervormden zich naar volkspartijen. Ze hergroepeerden zich op basis van een programma i.p.v. een leven beschouwend beginsel. Hierdoor keken de partijen kritischer naar hun programma. - Regenen op basis van consensus over noodzakelijk beleid > “problemen uit de 5 jaar bezetting moeten opgelost worden” was de belangrijkste beleidsleidraad. - Hersteld vertrouwen in de democratie. - Verzuild bestel maar met uitwijkmogelijkheden (r.k. en prot.chr. werkgemeenschappen in PVDA) > er was meer flexibiliteit. Katholieken en protestanten hoefden niet meer bij hun christelijke zuil te blijven, maar konden ook uitwijken naar de socialisten/. Van wederopbouw naar welvaart Veel verwoesting infrastructuur door de tweede wereldoorlog. Dit moest opnieuw gebouwd worden. veel landbouwgrond lag braak. Wederopbouwbeleid van de overheid bestond uit: - Devies: Soberheid en zuinig. Er was namelijk veel schaarste, dus mensen moesten erg zuinig doen. Mensen moesten sober zijn omdat er niet veel voedsel en producten waren. De overheid moest de leiding hebben in deze operatie en niet de vrije markt. - Overheid stuurt: distributie (al het voedsel wat er was werd door de overheid uitgedeeld. Voedsel werd gerantsoeneerd), loonbeleid, prijzen, investeringen, kredieverlening, import en export. - Er was erg veel zwart geld. Radicale maatregel: aan het begin van september moest men zijn geld inleveren. Hiervoor kregen de mensen in ruil daarvoor een tientje. Aan het eind van de week hadden de overheid en de banken dit vertaald in het nieuwe geld en kon men daar weer een beroep op doen. Het tientje was bedoeld voor alle Nederlandse gezinnen zodat ze hiervan rond konden komen. Hierdoor kon men in een klap aan alle misstanden in de geldsector een einde maken. - Strak loon en prijsbeleid. Loon werd opgelegd door de overheid maar aangestuurd door de stichting van de arbeid op basis van consensus. Kapitaal en arbeid overlegden hier over wat het beste zou zijn voor de Nederlandse economie. Dit was een adviesorgaan van de regering. De internationale concurrentiepositie van Nederland moest verbeterd worden. hierdoor kon men meer geld uitgeven aan marketing. Er was een groeiende vraag naar grondstoffen en machines waardoor er een tekort ontstaat op de betalingsbalans. Dit kwam doordat goederen die men nodig had om te produceren uit Amerika moesten komen. Verder moest er veel geld naar het leger, dat helemaal opnieuw opgebouwd moest worden. Dit moest namelijk in Indonesië ingezet worden. Nederland had een tekort op de betalingsbalans. Er was een grote overheidsschuld. De Amerikaanse overheid was bang voor communistische uitbreiding in Europa. Amerika besluit Nederland hulp te geven. Deze Marshallhulp werd in 1947 aan Europa geschonken. In totaal 3.7 miljard gulden dat de Nederlandse overheid mag gebruiken, zodat de kans dat ze communistische worden erg klein is. De Europese landen moesten wel gaan samenwerken op economisch gebied. Dit was een voorwaarde van de Marshallhulp. De totstandkoming van één Europees economisch gebied zou voor de Amerikaanse export erg handig zijn. Dit plan kan dat ook gezien worden als het begin van de Europese gemeenschap. Nederlanders kregen informatie over het Marshallplan. Hiervoor huurde de Nederlandse overheid de tekenaar Joost Spier in. Hij was een belangrijke tekenaar. Hij liet in een boekje zien wat er met Nederland zou gebeuren als het Marshallplan er niet geweest was.

20

Productie en consumptie begin jaren 50. Door de Marshallhulp versnelde de groei van de economie. Door de Marshallhulp kreeg Nederland meer buitenlands geld. Na 1948 ontstaat er meer financiële ruimte. Vanaf 1949 wordt de handel met Duitsland. Vanaf 1949 kan men weer dingen kopen met geld en zonder met bonnen te betalen. - In 1950 was de industriele productie 40% hoger dan in 1939 - De consumptie groeide echter niet. Stond nog gelijk met jaren ’30. Dit kwam omdat de lonen laag blijven - Hoge mate van arbeidsvrede. Normaal gesproken leverde lage lonen veel weerstand op vanuit de samenleving: stakingen e.t.c. nu niet omdat men bang was voor werkloosheid en er genoeg sociale voorzieningen waren - Industrialisatienota’s: sturing. Er waren veel industriele arbeids die gestuurd werden door de overheid. Er werden woningen gebouwd. Dit lijkt heel erg op economische ordening door de rijksoverheid. Er was een hele grote sturing vanuit de overheid i.c.m. de vakbonden en werkgevers. Het was geen planning die te vergelijken was met de planeconomie van de communisten. Het was het tegenwicht dat het vrijemarktmechanisme stopte. Toename welvaart en consumptie rond 1960. Men wilde meer consumeren. Aardgas werd in 1959 in Slochteren gevonden. Ook de start van de productie van Nederlandse personenauto’s. ZONDER POOKJE. HET WAS EEN RELATIEF GOEDKOPE GEZINSAUTO . Problemen: Kwestie Indonesië Soekarno en Hatta riepen de onafhankelijk uit op 17 Augustus 1945. De Britten zijn de enige geallieerden daar. Ze beperken zich tot het afvoeren van de Japanners en het beschermen van de Europeanen die door de Japanners gevangen waren genomen. Nederland is verrast door de onafhankelijkheid van Indonesië. Begin oktober zijn de eerste gesprekken tussen Nederland en Indonesië. Nederland wil niet dat Indo onafhankelijk wordt. Dit was raar omdat koningin Wilhelmina had gezegd dat ‘alle naties recht hadden op zelfbeschikking’. Dit was geïnterpreteerd als dat indo onafhankelijk mocht worden. (Indo=Indonesië) Waarom wouden Nederland onafhankelijkheid niet erkennen? - De Nederlandse overheid zag de nationalisten als opstandelingen. NL heeft een strikt staatsrechtelijk systeem. In Juridisch oogpunt was dit een opstand tegen het gezag van de Nederlanden. - Soekarno en Hatta werden er van verdacht gecollaboreerd te hebben met de Japanners. - Er was een economische belang voor de Nederlanders. “Indië verloren = rampspoed geboren”. Het verlies van Indië zou grote gevolgen hebben voor de economische gesteldheid van de Nederlanden. - Door de kolonie had Nederland veel internationale status gegeven. Hierdoor deed Nederland mee in de internationale kringen. Een nieuwe relatie met Indo werd wel geopperd. Men dacht aan een federatief verband in een Nederlands-indo Unie. Hierdoor kreeg Indo een gelijkwaardigere positie dan in de koloniale verhoudingen. Strijd 1945-1949 Februari 1946: zelfbeschikkingsrecht Indo werd erkent. Zou wel pas ingaan na 25 jaar. Dus pas in 1961. Er moest een periode van 25 jaar tussen zitten. In deze periode zouden er allerlei voorwaarden geschapen worden om de overgang naar onafhankelijkheid goed te laten overlopen. Er bevonden zich in 1946 ongeveer 90.000 militairen in Indonesië. Dit kostte de Nederlandse overheid erg veel geld. September 1946: congres van PVDA over deze kwestie (zie critici punt). De partij houdt vast aan het regeringsbeleid omdat er anders een kabinetscrises zou komen. Ze hadden erg lang gestreden om een deel uit te maken van dit kabinet. November 1946: verdrag van Linggadjatti. Hierin staat de Indonesië een federale staat zou worden die met Nederland verbonden zou zijn in een politieke unie. Hierdoor had Nederland nog steeds een vinger in de pap. Dit voorstel wordt geaccepteerd door beide partijen. Beide partijen hebben hun eigen interpretatie van hun eigen afspraken. Men kwam hierdoor niet verder tot elkaar, omdat deze interpretaties teveel verschilden. - Het kabinet Drees is zeer eensgezinds: alle deelnemende partijen waren voor deze gang van zaken en tegen een directe onafhankelijkheid van Indonesië - Enkele critici van het regeringsbeleid. Binnen PVDA (regeringspartij) greoep rond Frans Goedhart en Jacques de Kadt: verloochenings oorlogsidealen. De handtekening onder de charter van de VN was in strijd

21

-

met de omgang met Indo > NL moest direct onafhankelijkheid verklaring. Oppositie binnen de PVDA was erg heftig. Deze partijleden geneerden zich voor het kabinet Drees en de rol van de PVDA. Dit leidt tot een congres in september 1946. Vereniging Nederland –Indo (progressieve intellectuelen en partijpolitici) CPN:

Juli 1947: operatie product. Nederland stuurde veel militairen naar Indo die ook wel bekend staat als de ‘eerste politionele actie’. Het Nederlandse gezag moest hersteld worden in Indo. De naam ‘product’ verklaart dat Nederland een oplossing wil zoeken voor de hoge kosten van de militairen die in Indo waren. Het koste handel vol geld. De inkomsten uit Indo waren weggevallen. Met deze operatie product wilden de Nederlandse overheid plantages en fabrieken terug winnen. Dit is het begin van de ‘koloniale oorlog’. De meeste critici protesteerden luid. Tweede politionele actie: De eerste politionele actie bracht erg veel militair succes. De VN dringt aan op nieuwe onderhandelingen >deze lopen totaal vast door verschillenden opvattingen. Er komt een tweede politionele actie. Hierbij werden zelfs de politieke leiders van Indonesië opgesloten. De internationale verontwaardiging is enorm > inteverntie van de VN. Indo moet ontruimd worden van Nederlandse soldaten. De VS gaat zich met de kwestie bemoeien door het dreigen met het stoppen van de Marshallhulp, als NL niet aan deze eisen voldeed. Augustus 1949: Ronde tafel conferentie in Den Haag December 1949: Souvereiniteitsoverdracht waarbij Indo een federatie wordt. Dit verdrag werd ondertekend door Wilhelmina en Hatta (president van Indonesië). 1950: de meest machtige deelstaat (Republiek Indonesië) veranderd de federatie in een eenheidsstaat. Het systeem van gelijkwaardige deelstaten wordt vervangen door een centrale eenheidsstaat die aangestuurd wordt vanuit Jakarta door de Republiek Indonesië. Trauma koloniale oorlog? De economische consequenties van de onafhankelijkheid bleven voor Nederland uit. Ze verloren er niet veel geld op. De kwestie Indo sijpelde nog steeds door in de Nederlandse politiek. Was er sprake van ‘excessen’ of ‘oorlogsmisdaden’. Mensen zouden zonder proces doodgeschoten zijn of kampongs die met de grond gelijk gestampt werden. Deze hadden niet alleen plaatsgevonden tijdens de politionele acties maar ook daarbuiten. Er werden onderzoeken gedaan (in 1948 en 1954) naar of deze gebeurtenissen ‘excessen’ of ‘oorlogsmisdaden’ waren. In het tweede geval zou het consequenties hebben voor de Nederlandse staat. Beide rapporten verdwenen in een bureaula. In 1969 werd er op de TV een programma uitgezonden waarin Hueting zijn verhaal vertelde over de politionele acties. Hierna barste de discussie in Nederland open. Veteranen die in Indië gevochten hadden voelde zich door het slijk gehaald. Ze werden al niet als helden gezien en nu werden ze ook nog ‘oorlogsmisdadigers’ genoemd. Progressief Nederland wilde de waarheid weten. De regering stelt opnieuw een onderzoek in. Kees Fasseur werd als onderzoeker ingesteld. De onderzoekscommissie komt in juni 1969 met de excessennota. De is een lijst met data, die volgens de commissie nader onderzoek vereisten. De datum waarop de excessennota gepubliceerd wordt, want op het zelfde moment breekt er in Willemsstad een opstand uit met heftige onrusten. Buitengewoon onverwacht en alle media focussen zich hier op. De excessennota werd vergeten. Er kwam ook geen parlementaire enquête. De zaak bleef opnieuw liggen. Centrale vraag is nog steeds: ging het om oorlogsmisdaden of excessen? 2011: schadevergoeding voor de weduwen die door de politionele acties hun echtgenoten zijn verloren Problemen: Koude oorlog De kwestie indonesië werd beïnvloed door het koude-oorlogsklimaat. (het was nogal koud, zelfs in de zomer). Amerika dreigde met maatregelen in het najaar van 1948 toen duidelijk was dat de Indonesische nationalisten geen communist waren. Dit kwam doordat Soekarno een communistische opstand neersloeg. Hieruit werd duidelijk dat Hatta en Soekarno geen communisten waren, waardoor ze hun steun kregen. Nederland verloor hierdoor de steun van Amerika in de kwestie Indonesië.

22

communisten Nederland was dankbaar voor de Marshallhulp. De CPN participeerde in het democratische bestel wat Nederland had. De samenwerking met de PVDA ging goed. Er was vooral veel erkenning vanuit de samenleving voor de communistische verzetsleden. Omkering in 1948 door de gebeurtenissen in Praag 1948. Hierdoor ontstond er een kentering van het politieke klimaat. Het was eerder al wel koud, maar nu voelde men af en toe een ijzige wind door zijn haren. Zonder muts en handschoenen was het buiten niet meer te harden. Op sommige vijvers werd een klein laagje ijs zichtbaar. De mensen die zich hier echter op begaven, zakten er al snel door heen (Nederland in Indonesië). Mensen werden bang. Dat het nooit meer zomer zou worden. Vooral de kleur rood was voor hun erg beangstigend. Waarom? Dat weten we tot de dag van vandaag niet. Ook werden ze bang voor hamers en sikkels. Sinds die tijd is er nooit meer een sikkel of hamer in Nederland gevonden. Het gerucht gaat dat ergens op een zolder in Oost-groningen alle hamers en sikkels opgeslagen liggen. De communisten wachten intussen. Tot Het Weer Winter is. THE RED WINTER IS COMING!!!!! November 1956: Hongaarse opstand. Op die dag om half 10 was deze opstand neergeslagen. Het was een live verslag van een verslaggever die er nog moest rondlopen. De opstand is neergeslagen en uit woede en machteloosheid trekken allemaal groepen in Amsterdam naar het hoofdkantoor van de CPN en beginnen hier stenen door de ruiten te gooien en de zaak te bestoken. Ook in andere steden worden communistische gebouwen vernietigd. Dit was het begin van het politieke isolement van de Communisten in Nederland. Het duurt tot ver in de jaren ’60 dat de communisten weer enige rol van politieke betekenis gaan spelen. De derde weg: mensen die stopten met denken tussen oost en west. Er is ook een weg tussenin en deze mensen groepen zichzelf in 1951 als de vredesbeweging in de derde weg met als gevolg dat aan westelijke kant, dus aan de gevestigde kant, gezegd werd dat de derde-weg mensen ook heulen met de communisten, terwijl de communisten zeiden dat dit een vijfde collome was van de gevestigde politiek. 1957: Pacifistische socialistische partij (PSP) werd opgericht 1971: de PSP maakt een ontwapenend affiche. Staatshoofd Juliana geeft ook een tegengeluid. In 1952 gaat ze op staatsbezoek naar de VS waar ze een toespraak houdt voor het U.S. Congress. Hier verkondigd ze allerlei pacifistische geluiden. De Nederlandse regering was verantwoordelijk voor deze toespraak was ook buitengewoon verrast dat Juliana hier zo openlijk was over haar pacifistishe betuigingen. Dit kreeg 4 jaar later consequenties. Onderstromen> worden volgende week behandeld College 13 De lange jaren 50: consensus periode. Periode van relatieve rust op alle fronten, door vooral verzuilde pacificatie model. Overwegend heel stabiel. In de jaren 50 bestonden er nauwelijks conflicten over de inrichting van de samenleving, nauwelijks arbeidsconflicten door samenwerking van Stichting van de Arbeid. Men werkte vooral hard aan opbouw Nederland. Begin jaren 60 kan men steeds meer genieten van groeiende welvaart. 12 jaar lang regeerde rooms-rode coalitie. Onder deze consensus paraplu gaat het steeds meer borrelen. We horen tegengeluiden, onderstromen bij jongeren maar ook bij volwassenen en bij politici. Al tijdens de oorlog waren er vooral in Londen bij de regering allerlei voorbereidingen getroffen: hoe gaan we straks om met de mensen die in de oorlog fout zijn geweest? Hoe zuiveren wij de Nederlandse samenleving van die foute groep? In mei 1945 kan het proces van start gaan. Onmiddellijk na de bevrijding worden honderd duizend collaborateurs opgepakt en opgesloten in kampen. Ook de bevolking was vervuld van wraakgevoelens ten aanzien van mensen die fout waren. Al snel werd duidelijk dat het apparaat de grote hoeveelheid foute mensen niet aan kon. Kwam gevoel van rechteloosheid.

23

Ook zien we na de oorlog al snel dat de overeenstemming over de zuivering snel aan het afbrokkelen is. Probleem van wederopbouw waren veel urgenter. Velen wilden de ellendige jaren snel achter zich laten. Dat leidde ertoe dat vanaf 1948 binnen drie jaar, vooral de berechting van kleine collaborateurs sterk ingedamd werd en in 48 ten einde gebracht werd. Wel in totaal 66.000 mensen veroordeeld. 164 kregen doodvonnissen, 39 werden ook inderdaad voltrokken. Men wilde vooral vooruit kijken, niet achteruit. In 1956, kwam eindelijk het oorlogsmonument op de dam. Reden waarom het zo laat klaar was: geldgebrek. Verder was er eigenlijk weinig belangstelling, ook terug te zien in filmproducties over WOII. Er werden veel documentaires gemaakt, over het verzet en hoe dat gefunctioneerd had. Soort reconstructie, met echte verzetsmensen in de hoofdrol. De voormalig verzetsgroepen wilden dat ook graag omdat zij zo de gebeurtenissen uit de oorlog konden bewaren en doorgeven aan volgende generaties. Maar zo rond 1950 stopt die productie. In de hele jaren 50 verschijnt er in de bioscopen geen enkele film meer die gerelateerd is aan de oorlogsperiode. De oorlog werd vooral ingezet wanneer het ging over anticommunisten, (gezien als totalitaire kwaad), en voor de rest wilde men die oorlog vergeten. Dat veranderde op 6 mei 1960, toen het eerste deel van het in totaal 20 afleveringen serie 'De Bezetting' werd uitgezonden. Lou de Jong: kennis over de oorlog te verwerken in een documentaire serie. Schreef ook serie over de oorlog. Laatste aflevering serie was in 1965. Het bleek een publiekstrekker te zijn. Vele mensen die tot die tijd steeds gezegd hadden dat tv te modern was, niet nodig was, dat soort mensen kochten nu een tv om dit stuk geschiedschrijving te kunnen kijken. De uitzending wakkerde de belangstelling voor de oorlog aan, en ook discussies ontstonden. Naar aanleiding van de strenge goed-fout maatstaf die Loe de Jong aanlegde. De leiders van de unie waren veel te ver gegaan en waren dus ook fout geweest. Hier ontstonden discussies over. De serie werd vooral bekeken door de jonge, naoorlogse generatie. Die werden op deze manier geconfronteerd met de oorlog waar de ouders het over hadden, hun ervaringen over de oorlog die zij meegemaakt hadden. Door de zwart-wit indeling van de Jong. Iedereen die geen verzet had gepleegd was ook in meer of mindere mate een collaborateur. Jongeren die dat verhaal zagen en hoorden werden daardoor een stuk kritischer ten aanzien van de verhalen die zij van hun ouders hadden gehoord. Zij zetten daar vraagtekens bij. Ze kwamen tot de conclusie dat de meeste ouders met hun verhalen, waren het meest gewoon ondergaan van de bezetting geweest. Jongeren verbonden aan die houding, de relatie met materialistische het gezapige bestaan, de oorsprong van de schuld vond in de oorsprong van de oudere generatie (de gelaten houding). De generatiekloof werd dus door deze serie en andere aspecten verdiept. De serie genereerde als een soort katalysator voor het conformisme dat bij de jongeren leefde Erfenissen van de oorlog - 1964: verloving Beatrix en Claus: onderzoek leerde dat Claus onder dwang korte tijd lid was geweest van de Jugendmacht. Dit was natuurlijk schandalig. Genereerde enorme discussies. - 1966: het huwelijk: door allerlei onrusten en protesten werd het huwelijk verstoort door rookbommen etc. - Weinreb affaire: eind jaren 60, over de mogelijke collaboratie van Weinreb, die al dan niet, veel joodse mensen gered had van gaskamer maar ook gecollaboreerd zou hebben. In het weekblad Vrij Nederland werd hierover gediscussieerd. - 1968: Paul Verhoevens Mussert documentaire: over leider NSB. Maakte hij op verzoek VPRO, zou uitgezonden worden op 4 mei, maar op het laatste moment werd die uitzending tegengehouden, ging het niet door. VPRO was in die tijd bezig met omschakeling van vrij behouden omroep naar progressieve omroep. Verhoeven probeerde te verklaren waarom Mussert zich tot de NSB had bekeerd en als een soort leider van de NSB gecollaboreerd had met de Duitse bezetters. Juist de manier waarop die verklaring naar voren werd gebracht, en het proces rond Mussert in 1945 neergezet werd, was in 1968 een beeld van de NSB leider waar dat niet kon. - 1976: Menten zaak: miljardair, oorlogsmisdadiger, maar wel met goede contacten met Nederlandse politici. De oorlog wordt steeds vaker een ijkpunt voor de jongere generaties, leidden tot publieke discussies. Meest diepgaande discussie over erfenis oorlog was in 1972, rond de 'Drie van Breda'. - Oorspronkelijk 4, een heeft gratie gekregen - Cotella, Finschen? …

24

-

Hadden levenslang gekregen, hadden vanaf 1945 opgesloten gezeten in Koepelgevangenis van Breda. In 1972 kondigde dries van Agt aan, gratieverzoek van deze drie te willen in innigen. Ook omdat de hoogste instantie een positief advies had gegeven. Toen van Agt dat aankondigde, ontstond er een enorm breed nationaal publiek debat, mensen gingen de straat op etc. het debat in de Tweede Kamer werd sterk aangewakkerd door nabestaanden en Nederlandse bevolking, gratie werd daarom ook afgewezen.

1983: Blom: oratie, in de ban van goed en kwaad. Nieuw en duidelijk geluid in de goed fout kwestie, hoe kijken wij terug op de Nederlandse samenleving in de bezettingstijd. Dit werd de accommodatie these genoemd. Maakte duidelijk dat de Nederlandse bevolking in de bezettingsjaren vooral had aangepast, geaccommodeerd had aan de omstandigheden. Maar dat betekende niet dat door zich aan te passen men ook fout was geweest. Ze hadden niet aan het actieve collaboratie meegewerkt. Dit was voor de meeste Nederlanders zelf een opluchting, in ieder geval een verademing. Dit bood mogelijkheden tot nieuw onderzoek over de bezettingsperiode. Nederland was af van het goed-fout denken. Hans Blom zette hiermee ook duidelijk zijn stempel op de Nederlandse historische kaart en in 1996 werd hij zelf directeur van het NIOD. Van wederopbouw naar polarisatie - Begin jaren 60: welvaart, pacificatie democratie, sociaal zekerheidsstelsel, economische sturing door overheid op basis van harmoniemodel. Periode van wederopbouw was voorbij. - Geloof in vooruitgang en rationaliteit - Nederland als maakbare samenleving - Sociaaldemocraten: rechtvaardige verdeling van welvaart, 1963: om de kwaliteit van het bestaan - Confessioneel-liberale kabinetten voeren uit De economie werd gestuurd door de overheid, er was een bestel ontstaan dat ruste op het principe van sociale gelijkwaardigheid. Nederland was een pacificatie democratie geworden. Er was vooruitgangsdenken, alles zou alles maar beter worden, zowel economisch als cultureel. Er kwam ook geloof in rationaliteit. Niet meer denken vanuit ideologie, politiek juist bedrijven vanuit wetenschap en rede. Nederland was een maakbare samenleving geworden. Die sociale planning werd uitgevoerd door overheid die gecontroleerd werd door politiek. Vooral de sociaaldemocraten hadden ook in het vaandel dat de welvaart rechtvaardig verdeeld moest worden. Dit denken leidde tot een nieuw partij programma in 1963: om de kwaliteit van het bestaan. Hierin werd voorgesteld om de welzijnsontwikkeling zo veel mogelijk planmatig te laten verlopen. Overheid moest nog meer sturen, actief optreden, inkomens nivellering, toegang voorzieningen, toegang onderwijs, toegang tot goede medische verzorging, goede woningen etc. het was een plan om de verdere uitbouw van de verzorgingsstaat te verzorgen. De kaders ervoor te geven. Eeuwig durende economische groei. Dit programma werd 10 jaar later de basis voor het beleid van het kabinet Den Uyl, 1973, waarin het ging over spreiding inkomen, macht en kennis. Mensen moeten toegang hebben tot kennis. Door kennis kan men zich ontplooien. Maar de confessioneel-liberale kabinetten voeren het vooral uit. Dit laat goed de consensus tussen de verschillende partijen zien. Iedereen was ervan overtuigd dat het noodzakelijk was dat de verzorgingsstaat werd uitgebreid. Er kwam ook einde aan kerkelijke liefdadigheid hierdoor. Je ziet enerzijds een blijvende invloed van de confessionelen, anderzijds een inhoudelijke ontzuiling en rationalisering van allerlei sociaal politieke maatregelen in de jaren 60. Op die manier werden individuen materieel onafhankelijk van hun verzuilde achtergrond. Inhoudelijke ontzuiling - Toenemende secularisatie en individualisering - Rationalisering en professionalisering van maatschappelijke organisaties - Sociaal-politieke maatregelen niet langer zuilgebonden door consensus - Individu wordt materieel onafhankelijk van zuil - Hofland: dekolonisatie van de burger Door ontzuiling wordt je minder lid van een zuil en meer een individu. Er ontstonden ook meer maatschappelijke organisaties die minder door de zuilen georganiseerd werden maar door professionals die ervoor geleerd waren, het als expertise hadden. Op basis van rationaliteit, op basis van wetenschap. Mooi voorbeeld is de mammoet wet in 1963: door minister Cals. Een van de grootste onderwijs revoluties/hervormingen van de 20e eeuw. Het fenomeen 'brugjaar' werd geïntroduceerd. Iedere leerling hadden verschillende capaciteiten, dus brugklassen, eerste klas leerlingen moesten een jaar allemaal hetzelfde brugklas

25

onderwijs volgen en daarna of in de loop van dat jaar kon bepaald worden voor welk type onderwijs de leerling het meest geschikt was. Op deze manier zou iedereen gelijke kansen krijgen om zich te ontplooien en te ontwikkelen, zodat de samenleving beter opgeleide mensen zou krijgen, dit was weer voordeel voor iedereen. De beweging van 1966: de nieuwe politiek van D66. - Beschouwd als begin mythische jaren 60 - Oprichting nieuwe partij, d66, was een van de evenementen van die beweging van 66 - D66 werd opgericht als protest, of alternatief voor het nog steeds verzuilde systeem - Leider: Hans van Mierlo. - Bestaande partijen structuur laten ontploffen met een niet ideologische maar pragmatische benadering van de politiek. - Een rationele vernieuwing van de politiek in gang zetten - Zij waren vrijzinnig democraten, radicaal in hun opvattingen, voor gekozen burgemeester etc. waren voor referendumvoorstel, direct medezeggenschap van kiezer kunnen horen. - Maar ze waren niet radicaal in hun politieke opvattingen. Zij waren niet anti liberaal of anti vvd, of anti kapitalistisch - Zij waren vooral vernieuwend in hun politieke stijl. - Eerst waren de politieke filmpjes heel stijf, maar nu deed van Mierlo het anders, verplaatste zich in onvrede gevoelens over politiek en verwoorde het in een lopend filmpje, personaliserende stijl van politiek. - Sterk media gericht - Staf van d66 had goed gekeken naar de manier waarop in Amerika verkiezingen opgesteld werden. - Sterk personaliserend, dichter naar publiek toe brengen. Hij wilde ook bij de voornaam genoemd worden. ! Nieuw links: tien over Rood - Door oppositiegroep binnen PvdA, die zich tooide met naam Nieuw Links, die vond dat de PvdA in de laatste jaren zijn socialistische grondlagen verloochend had en teveel gehecht was geraakt aan regering en aan Tweede Kamer. - Men moest weer socialistischer worden, terug naar de basis - Andre v.d Louw, Max v.d. Berg, Marcel van Dam - Voorwaarden aan regeringsdeelname in een coalitie kabinet, zoals - Meer ontwikkelingshulp - Uit NAVO als er ook dictaturen en totalitaire staten ook lid van waren. Zij vonden dat je als Nederland geen lid meer kon zijn van de NAVO. - Medezeggenschap in bedrijven (directe medezeggenschap van ondernemers in bedrijf) - Erkenning DDR, ook trouwens van Vietcong. - Meer betrekkingen met communistisch Cuba. - Voorstander van slechten van drempels van onderscheid tussen oost en west. Nieuw links wist zich in verrassend snel tempo duidelijke positie te verwerven in partijleiding PvdA. Let op: geen NAVO, wel overleg met Cuba etc.?maar die zijn communistisch en niet totalitair PvdA en van Den Uyl waren ook niet tegen modernisering van de partij. Goed aan doen om andere tijden in mee te gaan. Om vernieuwingen door te voeren om op gelijke pas te kunnen blijven met de vernieuwers. En strategisch gedacht, zei den Uyl ook dat een groepering als Nieuw links ook maar beter in de partij houden dan dat je ze uit de partij drijft waardoor ze een eigen partij worden en dat zou alleen maar stemmen gaan kosten. Den Uyl opereerde dus heel slim. Partijbestuur gaat meer bestaan uit Nieuw-Linkers. 1965-1967: provo beweging: tegen gezag en kapitaal, ludieke acties - Tegen nieuw links ideeën, dat ging veel te ver - Gekant tegen erkenning DDR en uit NAVO stappen - Behoudende groep van PvdA, zien dat Nieuw Links het wint binnen de partij - Splinterpartij ds70 (democraten socialisten 70) - Leider: Willem Drees Junior (zoon oude Drees - uit rooms rode coalitie) - Senior neemt ook afscheid van PvdA, als hij ziet dat Nieuw Links het wint binnen de partij. - 1966 is ook hoogte punt PROVO beweging. De onrust rond het huwelijk van Beatrix werd deels aangestuurd door republikeinse jongeren die uit Provo beweging kwamen. - Georganiseerde jongeren die plannen hadden hoe het allemaal anders moest - Provo was typisch Amsterdams, niet nationaal!

26

-

-

Term provo was afkomstig van criminoloog, had onderzoek gedaan tussen nozems en criminaliteit. 1965: ludieke acties, zij waren tegen het conformisme. Ook ludieke actie van 'De Magiër', die gaatjes in zijn hoofd boorde en wat voor geestverruiming dat ten gevolge had. Meer praktische oplossingen waren witte plannen: zoals witte fietsen plan, om overal in Amsterdam witte fietsen gratis neer te zetten zodat men zich te allen tijde kon verplaatsen, zo dacht men dat het autoproblemen en autogassen opgelost kon worden. Of het witte kinder plan: tegen orde en gezag handhaving, hoe moesten zij zich dan dienstbaar maken als de politie zich niet bezig hield net orde en gezag? Die moesten vooral aanstekers op zak hebben zodat men te allen tijde een vuurtje had. Provo werd in 1967 opgeheven, toen werd er een kabouterpartij opgericht. Provo manifesteerde zichzelf heel duidelijk door zulke acties, waren ook altijd in het wit gekleed als symbool voor nieuw begin, witheid is puurheid. Voorhoede van provo vindt toch dat de beweging teveel in bestaande structuren is geraakt, niet meer autonoom maar onderdeel van gevestigde orde. Daarom heffen zij zich op om te voorkomen dat provo onderdeel wordt van bestaande orde

Vernieuwingstendenties van de jaren 60 Hoe kunnen wij deze bewegingen bekijken? - A. als gevolg van rationele trend naar vernieuwing, naar modernisering en ontzuiling: d66, vrouwenbeweging, studentenbeweging. Autoriteiten gingen meestal mee in de eisen van deze bewegingen. De gevestigde orde werd gedwongen tot aanpassingen en meebuigen. Politici realiseerden zich heel snel dat het beter was om een strategie als repressieve tolerantie te tolereren dan echt repressie uitoefenen om die bewegingen de kop in te drukken. Toestaan dat er andere vormen van gedrag en normen gaande zijn gehanteerd worden. En door het toe te staan krijg je er meer grip op en kun je de richting mee bepalen hoe het zich ontwikkelen. - Autoriteiten: repressieve tolerantie (Gerard Reve kust Marga Klompe - hij won de PC hoofdprijs en was homo. 1969), in plaats van repressie. Vb. 1963: bisschop die verklaarde dat geboortebeperking etc. een persoonlijke beslissing was, iedereen mocht het zelf beslissen. - B. fundamentele cultuurkritiek gebaseerd op oude ideologie - snel verwaterd. Vb. provo die teruggreep op oude geschriften. Keerden zich tegen de rationele vernieuwingstendensen van de moderne verzorgingstaat. Die fundamentele cultuurkritiek zou snel verwateren. Nieuw Links wordt wel opgenomen, maar provo heft zich op. Politieke polarisatie: 1966 nacht van Schmelzer - dolkstoot door KVP in de rug van PvdA - motie tegen regering, dus deels ook tegen eigen partij van Cals. - Achtergrond: vermindert vertrouwen bestond in coalitieregering de KVP had voortdurend kritiek op PvdA aandeel in het beleid, PvdA op haar beurt vermoedt dat er een soort complot gaande is vanuit confessionele partijen, KVP wil zich ontrekken uit progressieve regeringsbeleid, af willen van samenwerking. Wanneer de fractieleider van de KVP een motie indient tegen de regering, dan beschouwt de PvdA dit als een dolkstoot in de rug, moord met voorbedachte rade. Publieke reactie: verbijstering, woede etc. - Cals-Vondeling valt. KVP met PvdA - Symbool voor onbetrouwbaarheid van confessionelen - VVD profiteert Gevolgen van de nacht - Vrij groot, - Verlies van vertrouwen in KVP, onmiddellijk te merken in verkiezingsuitslagen van 1966 en 1972 - Polarisatie strategie PvdA, einde zakelijke coalities en compromissen, streven naar twee blokken - Progressieve christelijke politiek: 1968 PPR: politieke partij radicalen - Keerpunt voor confessionele partijen? Eerst groot aantal zetels, nu veel minder - Betekende dit nou ook keerpunt? In zekere zin wel, de confessionelen worden wakker. Zij realiseren zich dat er iets moest gebeuren om te voorkomen dat de confessionelen nog verder weg zouden zakken en niks meer voor zouden stellen. Door nacht was vertrouwen gedaald, daarbij verder gaande secularisering, ontzuiling, dus men ging minder van zelfsprekend confessioneel stemmen, meer zwevende kiezers en dat werd versterkt door individualiseringstendensen. Tegelijkertijd komen er nieuwe partijen op, links en rechts. Vooral in progressieve hoek, meer diversiteit, er komst ook meer progressieve samenwerking, lijstverbindingen aan in 1965 en ook die zagen aan de poten van de confessionelen. Dus was noodzaak tot

27

vernieuwing, tot anders doen van christelijke politiek zeer urgent geworden. En die urgentie werd opgepikt in 1973 in begin van den Uyl . Herstel confessionele partijen - 1973: kabinet Den Uyl, maar ook begin confessionele samenwerking in federatief verband - 1975: gezamenlijke Tweede Kamer fractie - 1977: 1 lijst CDA, 1 lijsttrekker Dries van Agt, 1 zetel winst - 1980: fusie KVP, ARP, CHU. PvdA won verkiezingen van 1977, maar er kwam geen tweede kabinet Den Uyl (van Agt I 1977-1981) samen met liberalen en VVD onder leiding van Hans Wiegel en het plan over dit confessioneel liberaal kabinet werd gesmeed tijdens etentje etc. 1977 eerste kabinet Van Agt zie DIA College 14

DE NEDERLANDSE ECONOMIE 1815-2000 Opzet van college De lange lijn van 1815-2000 wordt in dit college weergegeven. De lange lijn van de geschiedenis is als volgt te beschrijven:  19e eeuw: beperkte groei, late industralisatie, depressie  20ste eeuw: groei, crisis, gouden jaren, stagflatie (maatstaaf van gebrek aan kennis bij economen) en … meer Twee thema’s worden er behandeld: 1. Nederland was een ‘open economie’: Nederland is al vanaf de middeleeuwen een ‘open’ economie. Betekend niet weinig beperkingen van import en export. Het gaat hier om dat de Nederlandse economie afhankelijk wordt van ontwikkelingen elders. Het gaat om een economie die ‘open’ is in de zin van een deel van een veel groter geheel. Een groot deel van de inkomsten moet verdiend worden in of aan het buitenland. Bijvoorbeeld aan het internationale transport. Hierdoor moet de Nederlandse economie deelnemen aan de internationale economie. Dit maakt van Nederland iets bijzonders > het is een lastigere omgeving. De politieke en economische speelruimte is beperkt, omdat je zo afhankelijk bent van het buitenland. Nederland heeft een noodzaak om het productiviteitsniveau zo hoog te houden dat we ‘relatief goedkoop’ zijn voor het buitenland. Dit is wat een open economie is (een groot deel van de welvaart is afkomstig uit handel in en met het buitenland). o Vanaf de middeleeuwen is dit een gunstigie positie. Omdat Nederland in beperkte maten prijzen op de internationale markt dicteert. Wij bepalen wat de concurentiepositie is van anderen. We hebben de lusten en nauwlijks de lasten. o Dit veranderd in de 18e, 19e en 20ste eeuw. dan krijgt Nederland ook de lasten van deze positie. 2. Wanneer wordt Nederland een ‘moderne’ economische samenleving. Hoe ‘modern is Nederland? o Modern: volgens Kuznets is een economie modern als de productiviteit erg Hoog is. Volgens Kuznets zit de grootste productiviteit in de secundaire sector. Dit is de sector waar goederen gemaakt worden. o Er moet hierdoor geïnvesteerd worden in de productiviteit van de secundaire sector. o Spanningsveld: we hebben een noodzaak om internationaal aanwezig te zijn, maar hierdoor moet de economie wel op een gegeven manier georganiseerd is. De kosten van deze economie moeten op het binnenland vallen. Er moet hard gewerkt worden in Nederland om het welvaartsniveau hoog te houden. Eind 18e, begin 19e eeuw In Europa lopen twee landen voorop in welvaart (gemeten in inkomen per hoofd van de bevolking. Dit zijn Engeland op één en Nederland op twéé. Engeland streef Nederland rond de 18 e eeuw voorbij in welvaartsniveau. Engeland streeft ons voorbij omdat Engeland aan het eind van de 18 e eeuw een beginnend industralisatieproces krijgt. In bepaalde delen wordt de arbeidsproductiviteit (en dus de handelspositie) van Engeland verbeterd.

28

Nederland lijkt te teren op welvaart uit het verleden. Dit is niet helemaal waar. Nederland heeft een ander probleem in deze tijd 1e helft 19e eeuw: - Verklaring voor de Nederlandse stagnatie tot 1980: Er was volgens veel mensen geen groei, geen economische groei en geen verbeterde productiviteit. Dit kwam volgens veel mensen omdat er geen ondernemersintiatieven waren. We hebben geen durf en geen ondernemers. Dit is omschreven als de Jan Saliegeest (we redden het wel met het geld dat we hebben). - Nieuwe verklaring: er was wel economische groei maar niet in dezelfde gebieden als die Engeland en Frankrijk hadden. Wel een economische groei in landbouw. We hebben een image gecreëerd. Wij worden in de 18e eeuw een meer agrarische economie. Dit proces wordt versterkt in de 19 e eeuw. Aan het eind van de 18e eeuw zijn er (naar verhouding) meer mensen in de agrarische gebieden gaan wonen. Een deurbanisatietrend. Dit gaat in de eerste helft van de 19e eeuw nog door. - Wat blijft er over? Landbouw en internationale handel en diensten. We doen precies het verkeerd: we richten ons op de eerste en de derde sector. Waarom industraliseert Nederland laat? landbouw Landbouw kustgebieden zijn kapitalistische en internationaal. Boeren in noord-Groningen waren abbonementen op internationale kranten. Ze vormen ook een deel van de voorhoede in liberale gemeenschappen. Gepaard met onderwijsvernieuwing. De landbouw was een productive sector. De kansen lagen op de markten van industraliserende landen als Engeland, België en Duitsland. Deze landen richten zich meer op de secundaire sector en niet op de primaire sector. Hier springt Nederland in het gat. Nederland bepaald in de landbouw in de 19e en 20ste eeuw de concurrent en kan hierdoor de prijs bepalen. Groningen exporteert nar Duitsland, Friesland naar Engeland en het westen naar Engeland (vooral naar Londen). We profiteren optimaal van de ontwikkelingen elders. Het is voordelig dat we hier veel mee kunnen verdienen. Na midden 19e eeuw: opkomst moderne landbouw op zandgebieden. Wij zoeken ons economische pad anders dan andere landen. Internationale diensten: Nederland ligt preies tssen handeldrijvende industrielanden in. De andere landen hebben een toenemende handel. Nederland ligt precies tussen deze landen in en de handel van deze gebieden loopt vooral via Amsterdam. De positie van Nederland als centraal handelsknooppunt wordt beter in 2 e helft 19e eeuw. We kunnen profiteren van het werk van andere. Dit doen we door vooral een transportfunctie te nemen. Eind 19 e eeuw was de basis van Nederland als distributie land gelegd. We zijn al 150 jaar op dezelfde manier aan het kijken naar de wereld. 2e helft 19e eeuw Veel groei in de volgende sectoren  We beginnen niet met industrialisatie van textiel of andere productiefactoren. We beginnen onze industrialisatie kleinschalig in de productie van landbouwgoederen. Zuurkoolfabriek e.t.c. er waren vooral veel agrarische bedrijven. We voegden hiermee iets toe aan de goederen. De kwaliteit werd beter en hiermee werden de prijzen hoger. Hierdoor kwam er meer welvaart  De tweede sector die het goed deed was de machinebouw. Veel bedrijven hadden de machines uit Nederland. Op Java stonden veel Nederlandse machines die nog steeds werken en gebruikt worden. dit is een gevolg van het cultuurstelsel  In de 2e helft van de 19e eeuw groeit ook internationale handel en diensten. Hierdoor beginnen we meer infrastructuur te bouwen. We voegen aan het transportnetwerk veel spoorwegen toe. We breiden ook de kanalen uit. Wat we in de gouden eeuw opgebouwd hebben, breiden we in de rest van de 19 e eeuw uit.  We hebben een gustig effect van koloniale bezittingen: het vormt de basis voor textiel in Twente. Deze textiel word uit Twente meegenomen en verkocht in Java. Van de opbrengsten hiervan kopen ze suiker en ander dingen. Het cultuurstelsel is Nederland in het groot. We gebruiken agrarische grondstoffen waarmee we onze welvaart verbeteren

29

De 2e helft van de 19e eeuw is er in Nederland voor het eerst iets zichtbaar van beginnende modernisering (a la Kuznets). Het gaat ook vrij hard opeens.

30

View more...

Comments

Copyright � 2017 NANOPDF Inc.
SUPPORT NANOPDF