- Scholieren.com

January 12, 2018 | Author: Anonymous | Category: Sociale wetenschappen, Recht, Staatsrecht
Share Embed Donate


Short Description

Download - Scholieren.com...

Description

Samenvatting H2 §1 Wat is de rechtsstaat? Rechtsstaat = Een rechtsstaat is een staat waarin burgers en de overheid zich aan de wet moeten houden, waar gelijke rechten, machtenscheiding en legaliteitsbeginsel bestaan en waar de grondrechten gewaarborgd zijn. Gezag = De macht waarin burgers zich aan de wetten houden, omdat zij het met de meeste wetten eens zijn, niet omdat ze zich er uit angst aanhouden. Kernelementen rechtsstaat = bescherming tegen willekeur van de overheid, rechtszekerheid en gelijke rechten. Kenmerken rechtsstaat = gelijke rechten, legaliteitsbeginsel, overheid moet zich aan de wetten houden, machtenscheiding en grondrechten. Beeldvorming = Niet alleen de werkelijkheid bepaalt wat mensen denken en voelen, maar ook wat zij horen/zien in de media beïnvloedt de mens.

§2 Grondrechten Klassieke grondrechten = Deze grondrechten beschermen burgers tegen willekeurig, niet op de wet gebaseerd ingrijpen door de overheid. (bv: vrijheid van godsdienst, vrijheid van drukpers/meningsuiting, onaantastbaarheid van het lichaam) Sociale grondrechten = Deze grondrechten zijn er volgens de grondwet als ‘voorwerp van zorg’. Hier heeft iedere burger recht op, zoals bv. recht op eten, recht op onderdak, recht op onderwijs, recht op werk en recht op onderdak. Inspanningsverplichting = Je kan als burger niet met de grondwet naar de rechter stappen om een baan te krijgen, omdat je recht hebt op werk. De overheid heeft hier wel een inspanningsverplichting, maar geen resultaatverplichting. Amnesty International = Amnesty International is de bekendste mensenrechtenorganisatie met afdelingen over de hele wereld. Zij komen op voor de mensenrechten van de burgers.

§3 Opsporing, vervolging en berechting Criminaliteit = door de overheid in een bepaald land in een bepaalde tijd strafbaar gesteld gedrag. Verschil tussen misdrijf en overtreding = misdrijven zijn ernstige delicten, overtredingen zijn minder ernstige delicten. Misdrijven is bijvoorbeeld diefstal, geweld tegen personen en autorijden in dronkenschap. Overtredingen zijn te hard rijden met de auto en zwart rijden in het openbaar vervoer. Bij veroordeling tot een misdrijf krijg je een strafblad, met als gevolg dat je later moeilijk een baan zult krijgen. Wetboek van strafvordering = in het wetboek van strafvordering staan de regels waaraan de politie en justitie zich ook moet houden, zoals bijvoorbeeld ‘is het bewijs op legale wijze verkregen, wat geldt als bewijs, wat zijn de rechten van de verdachte?’. Werking OM = de taak van het OM is dat ze de verdachte vervolgen. Het OM wekt samen met de politie, gemeentelijke sociale recherches en verschillende opsporingsdiensten. Wat mag de politie? = de politie moet zich bij opsporingen en aanhoudingen van verdachten aan de regels van het wetboek houden. Ze mogen alleen iemand arresteren als er een redelijk vermoeden bestaat dat deze persoon schuldig is aan een strafbaar feit. Seponeren = Bij seponeren wordt de zaak afgesloten zonder veroordeling, bijv. door een transactie. Dat doet de officier omdat de zaak te klein is of als de zaak op een andere manier geregeld is, bijv. door de schade te betalen. Transactie = de officier biedt te verdachte bij niet ernstige delicten (overtreding) aan om een bepaald bedrag te betalen. Gedogen = bewust afzien van strafvervolging van handelingen die wettelijk strafbaar zijn. Rechtsgang (kantonrechter/gerechtshof) = verdachten van overtredingen (minder ernstige delicten) komen voor een andere rechter binnen de rechtbank, de kantonrechter. Als de verdachte of de officier van justitie het niet eens is met deze uitspraak, kunnen ze in hoger beroep gaan bij het gerechtshof. Doelen straffen (3 kennen) = vergelding (de dader moet boeten voor wat hij misdaan heeft), preventie (de straf moet mensen afschrikken om iets opnieuw te doen), resocialisatie (de straf moet terugkeer in de samenleving mogelijk te maken), voorkomen van eigenrichting (de overheid wil met het opleggen van straffen voorkomen dat slachtoffers zelf wraak nemen). Daderstrafrecht = hierbij is sprake van een minimumstraf, dit hebben wij niet in Nederland maar het komt wel voor in bijvoorbeeld Amerika.

Daadstrafrecht = hierbij gaan wij uit van een maximumstraf, niet van een minimumstraf. Hierbij moet de rechter rekening houden met de ernst van het delict, de bewijzen en bijzondere omstandigheden. TBS = ter beschikking stellen van de dader. Hierbij is het de bedoeling dat de tbs’ers worden geholpen met hun terugkeer naar de samenleving.

§4 Problemen van de rechtsstaat AWGB = Algemene wet gelijke behandeling, deze wet geeft aan in welke gevallen afgeweken kan worden van het gelijkheidsbeginsel. Dat mag bijvoorbeeld bij geslacht, seksuele geaardheid. Maar deze wet geeft geen oplossing voor alle situaties, daarom bestaat er de Commissie Gelijke Behandeling, als je vind dat je onrecht behandeld bent kun je bij deze commissie je klacht indienen. Klassenjustitie = benadeling van mensen uit lagere sociale klassen of bevoordeling van mensen uit hogere sociale klassen uit het rechtssysteem. Mensen uit lagere sociale klassen worden vaak eerder opgepakt dan mensen uit de hogere klassen. Directe klassenjustitie = als mensen met verschillende achtergronden (lage en hoge klassen) bij hetzelfde strafbare feit op verschillende manieren worden behandeld. Indirecte klassenjustitie = dat is het geval als politie en justitie misdrijven die vooral door mensen uit de lagere klassen worden gepleegd, actiever worden vervolgd dan misdrijven die gepleegd worden door mensen uit de hogere klassen. De politie is meestal bezig met de traditionele vormen van misdaad, zoals diefstal, inbraak en geweld. Terwijl er op het gebied van fraude en milieuzaken vrij weinig deskundigen zijn. Witteboordencriminaliteit = Delicten als fraude en milieuzaken, dit wordt vooral gedaan door mensen uit de hogere klassen. Zulke delicten zijn vaak moeilijk en ingewikkeld om te bewijzen. Terrorisme = het gebruik van geweld tegen willekeurige groepen mensen om hun angst aan te jagen en de samenleving te ontwrichten. Daardoor krijgt iedereen het gevoel dat hij/zij slachtoffer kan worden van terrorisme. Spagaat = De rechtsstaat staat vaak in een ‘spagaat’ als er aanslagen dreigen, dat komt omdat ze de burgers moeten beschermen, maar ze moeten ook veiligheid garanderen. Dat is vaak moeilijk, omdat als ze veiligheid willen soms een inbreuk op de privacy moeten doen, maar ook omdat er de kans is dat ze de verkeerde oppakken omdat ze verdacht zijn door hun uiterlijk of afkomst.

View more...

Comments

Copyright � 2017 NANOPDF Inc.
SUPPORT NANOPDF