Toegepaste anatomie en fysiologie

January 9, 2018 | Author: Anonymous | Category: Wetenschap, Biologie, Anatomie, Human Anatomy
Share Embed Donate


Short Description

Download Toegepaste anatomie en fysiologie...

Description

Anatomie / fysiologie

Zenuwstelsel 4 FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

1

De basale kernen hebben een taak bij het coördineren van bepaalde bewegingen. De rode kern is gestoord bij de ziekte van Parkinson

• Rode kern vormt schakelcentrum tussen indirecte verbindingen tussen cortex naar motorische banen • Verder verbinding tussen cerebellum met andere kernen en motorische banen. • Bij Parkinson schuilt het probleem in de substantia nigra

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

2

Hersenzenuwen • I

Nervus olfactorius – sensibel reuk

• II

Nervus opticus

– sensibel zien, van netvlies naar hersenen

• III, IV, VI Zenuwen oogmotoriek – motorisch spieren oogbol en ooglid – N VI, abducens (oog) valt als eerste uit bij problemen in de hersenen

• V

Nervus trigeminus

– Motorisch kauwen, sensibel voorhoofd,oog, kaken

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

3

Hersenzenuwen • VII

N facialis

– motorisch gelaat, sensibel smaak is ook parasympatisch

• VIII

N vestibulocochlearis

– gehoor en evenwicht

• IX

N glossopharyngeus

– motorisch tong en hals

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

4

Hersenzenuwen •X

N vagus

– zwervende zenuw, buiten hoofd – hart, ademhaling, slokdarm, buikingewanden – zijtak n. recurrens  slikken en stembanden • XI, XII Zenuwen voor hals en nek spieren en voor de tong FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

5

Centraal/perifeer zenuwstelsel zenuwstelsel

centraal

perifeer

autonoom sympatisch

medulla spinalis

somatisch parasympatisch

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

6

wervelkolom 7 halswervels (cervicaal) 12 borstwervels (thoracaal) 5 lendenwervels (lumbaal)

Vertebra cervicalis (nek)

5 heiligbeen (sacraal) vergroeide wervels Vertebra thoracalis (borst) vast aan de ribben

Os coccygis (Staartbeen, 2 of 3 vergroeide wervels)

Vertebra lumbalis (onderrug of lende) Vertebra sacralis (onderrug of lende) Os coccygis (staartbeen) FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

7

Verschillende wervels Atlas (C1)

Vertebra thoracalis

Dens (tandvormig uitsteeksel) Vertebra lumbalis Axis (C2) draaier

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

8

Opbouw wervel • processus spinosus (doornuitsteeksel) • arcus (wervelboog) • processus transversus (dwarsuitsteeksel) • foramen vertebra (wervelgat) • corpus (wervellichaam) • foramen intervertebralis (zenuwdoorgang) • discus intervertebralis (tussenwervelschijf) voor beweeglijkheid FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

Nucleus

Annulus

9

Hernia nucleï pulposi Gescheurde schijf tussenwervelschijf

ruggenmerg

zenuw Tussenwervelschijf oefent druk uit op de zenuwtak van de uittredende zenuw. Verschijnselen: pijn, tintelingen en gevoelloosheid FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

10

Ruggenmerg • Het ruggenmerg vormt het laagste niveau van het CZS • Functie: – verbinding tussen centraal en perifeer zenuwstelsel – verbinding tussen afferente (sensorische) en efferente (motorische) zenuwen – reflexfunctie • een reflex is een automatische motorische reactie op een sensorische prikkel.

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

11

Bouw ruggenmergssegment 9

8

achter

1 2

7

3

4

6 voor 1 achterhoorn 2 achterwortel 3 zijhoorn 4 spinaal ganglion 5 sympatische grensstreng FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

5 6 voorwortel 7 voorhoorn 8 zijstreng 9 merg (vlinder) 12

Ruggenmergzenuw

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

13

Ruggenmergzenuwen uittreden

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

14

Dermatomen

Zenuw naar een bepaald huidgebied (dermatoom), overlap steeds 2 gebieden, dus bij anesthesie 3 aaneen grenzende zenuwen blokken FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

15

Ruggenmerg verloop van een pijnprikkel heterolateraal

8

9 achter

1 2

7 3 4

6 voor FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

5 16

Ruggenmerg verloop van een tastprikkel 8

9 achter

homolateraal

1

2 7 3 4

6 voor FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

5 17

Ruggenmerg verloop van een motorische prikkel ruggenmerg

motoneuron 1 2 zenuw motorisch neuron axon cellichaam

spier

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

spiervezel

18

Ruggenmerg verloop van een reflex 8

9 achter

1 2

7 3

4

6 voor FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

5 19

Verloop van een reflex tastsensor axon

cellichaam neuromembraan dendriet

dendriet

myelineschede

cellichaam

axon

cellichaam

Kern van Schwanncel

Insnoering van Ranvier

axon

dendrieten skeletspier FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

20

Voorbeelden van reflexen • Spinaal reflex – kniepees – maagsap • Hersenstam reflex – Braken (kokhals) – niezen – hoesten – ademhalingsprikkeling • Corticaal reflex – Watertanden (speekselreflex) – pupil – Lidslag (ooglid) FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

21

Onderdelen reflexboog • Reflexboog is weg van impuls van de sensor tot effector – sensor of zintuig – afferente zenuw (sensorisch neuron) – reflexcentrum (schakelneuron, een of meer) in ruggenmerg, hersenstam of hersenen – efferente zenuw (motorisch neuron) – effector (spiervezel of klierweefsel) FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

22

Voorwaardelijke onvoorwaardelijke reflexen

• Pasgeborene heeft zuigreflex, grijpreflex, terugtrekreflex, hoestreflex – Dat zijn onvoorwaardelijke reflexen

• Andere zijn voorwaardelijke reflexen of geconditioneerde reflexen – individu bepaald – ene mens loopt langs McDonald's en loopt daarbij het water in de mond, de ander walgt – Hond van Pavlov, bel horen dan speeksel FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

23

Soorten reflexen • Onvoorwaardelijk – aangeboren

• Voorwaardelijk – aangeleerd

speeksel

maag

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

24

Monosynaptische reflexen • Afferente zenuw schakelt direct over naar efferente zenuw, zonder schakelneuron – ook wel enkelvoudige reflex genoemd (korte reflexboog) – snelle reactietijd – voorbeeld kniepeesreflex

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

25

cellichaam sensorische zenuw in dorsale ganglion

grijze stof

quadriceps

witte stof

hamstring

ruggenmerg

Kniepeesreflex FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

sensorisch motorisch

neuron neuron

schakel

neuron 26

Multisynaptische reflex • Samengestelde reflex • Reflex met schakelneuron, tussen afferent en efferent • Gekruist – kruist de mediaanlijn

• Ongekruist – blijft lateraal

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

27

Multisynaptische reflex Terugtrekreflex

4

1 sensorisch neuron

2

5 6

motorisch neuron

3 Effector (spier)

1stimulus (spijker) 2 receptor (sensor) 3 huid

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

4 wervelschijf 5 integratie centrum 6 interneuron (schakelneuron)

28

Afferente reflexroutes 1 homolateraal opstijgend 2 homolateraal horizontaal 3 heterolateraal opstijgend 4 heterolateraal horizontaal homolateraal = blijft aan dezelfde zijde (links of rechts)

heterolateraal = kruist naar de overliggende lichaamshelft Sensibele neuronen afferent en heterolateraal Motorische neuronen efferent en homolateraal FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

29

Reciproke remming quadriceps

cellichaam sensorische zenuw in dorsale ganglion

grijze stof

1 3

witte stof

2 6 hamstring

4 7

5

1 sensibel neuron uit de spier 2 motorisch neuron naar dezelfde spier 3 strekspier been 4 zijtak van het sensibel neuron 5 motorisch neuron naar buigspier been 6 buigspier van het been 7 schakelneuron

ruggenmerg sensorisch neuron 1 motorisch neuron 2,5 schakel neuron 7

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

Motoneuron 2 exciteren Motoneuron 5 remmen

30

Reciproke remming • Als een spier samentrekking dan wordt automatische de antagonistische spier gestrekt • oftewel als de buiger buigt dan strekt de strekspier door een reflectoire reactie • anders gezegd, door het buigen wordt het spierspoeltje in de strekker geprikkeld en geeft een reactie zodat strekking plaatsvindt FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

31

Meningen (hersenvliezen) • Dura mater – binnenzijde schedel en wervelkanaal • Arachnoïdea – dun vlies met balkjes tussen dura en pia mater, bevat liquor cerebrospinalis • Pia mater – vaatvlies van de hersenen en ruggenmerg

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

32

Meningen (hersenvliezen) subdurale ruimte arachnoïdea

dura epidurale ruimte mater interne wervel vene

subarachnoïdale ruimte

pia mater

ruggenmerg

dorsale wortel

foramen intervertebralis spinaal ganglion

ventrale wortel

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

33

Meningen (hersenvliezen) • Bestaande uit drie lagen, buiten naar binnen: – dura mater (harde hersenvlies) ligt binnenzijde tegen de schedel, verdubbelingen geven sinus (holte.bocht, buis) systeem van buizen voor bloeduitwisseling – arachnoidea (spinnenwebvlies) dun vlies, weinig bloedvaten – pia mater (zachte hersenvlies) veel bloedvaten, volgt hele hersenoppervlak inclusief windingen en groeven FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

34

Meningen en dura sinus subarachnoïdale granulatie

emissaria venen (Anker venen)

dura sinus

cerebrale arterie superior sagittal sinus = bovenste pijlnaad (v.d. schedel) holte

superior cerebrale vene

pia mater dura mater

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

arachnoïdea

subarachnoïdale ruimte 35

Dura plooien Twee dubbelplooien van de dura (harde vlies) zijn: 1. falx cerebri: tussen de beide hemisferen 2. dura sinus 3. tentorium cerebelli: soort “tentdak” over het cerebellum 4. Opening hersenstam intradurale ruimten zijn ruimten in de dura mater, zoals bijv. voor de sinussen of de ruimte voor de hypofyse subdurale ruimte

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

36

Ventrikelsysteem zijventrikel

zijventrikel

3e ventrikel

3e ventrikel

aquaduct cerebri aquaduct cerebri

zijventrikel 3e ventrikel

4e ventrikel plexus choroideus v.d. zijventrikels

4e ventrikel arachnoïdale granulaties

4e ventrikel

sinus sagittalis superior plexus choroideus v.d. 3e ventrikel

aquaduct cerebri

subarachnoïdale ruimte

3e ventrikel

aquaduct cerebri

Pia mater volgt de groeven, de arachnoïdea niet, dus daarom ruimte die wisselend van hoogte is en is gevuld met liquor FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

37

Liquor cerebrospinalis Liquor is een circulerende vloeistof Productie door de plexus choroideus Resorptie door bloedvaten in de dura sinus. FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

38

Liquor cerebrospinalis • Heldere kleurloze vloeistof • Samenstelling: –water, zouten, glucose, spoor eiwit, enkele lymfocyten.

• Functie: –voeding en bescherming van het CZS

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

39

Hydrocephaal (waterhoofd)

Verstopt kanaal van Sylvii veroorzaakt waterhoofd

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

40

Lumbaal punctie Patiënt kan liggen of zitten. 1 eerste wervel 2 tussenwervelschijf 3 vijfde lendenwervel 4 promontorium = vooruitspringend deel wervelkolom bij overgang onderste lendenwervel en heiligbeen 5 os ilium 6 heiligbeen 9 staartbeen 7 symfyse (symphysis ossium 10 cauda equina pubis = schaambeen) (paardenstaart) 8 foramen obturatum 11 cisterna terminalis (liquor) FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

12 punctienaald 13 doornuitsteeksel 3e lendenwervel 14 ruggenmerg 41

Suboccipitaalpunctie

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

42

Bloedvoorziening hersenen • 1 A. carotis interna van links en rechts – aortaboog

• 10 A. cerebri • 8 A. vertebralis van links en rechts – a. subclavia

• 9 A. basilaris • 1, 8, 16 Cirkel van Willis • Autoregulatie • bloedhersenbarrière FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

43

Bloedvoorziening hersenen • A. carotis interna van links en rechts • A. cerebri • A. vertebralis van links en rechts • A. basilaris • Cirkel van Willis

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

44

FHV2009 / Cxx56 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 4

45

View more...

Comments

Copyright � 2017 NANOPDF Inc.
SUPPORT NANOPDF