TUR-blaas - AZ Monica

January 8, 2018 | Author: Anonymous | Category: Wissenschaft, Gesundheitswissenschaften, Onkologie
Share Embed Donate


Short Description

Download TUR-blaas - AZ Monica...

Description

Urologie Transurethrale resectie van een blaasgezwel (TUR-blaas)

Inhoudstafel 1. Inleiding 2. Ingreep 3. Nazorg 4. Klachten 5. Complicaties 6. Controle 7. Wat te doen in geval van ziekte of verhindering 8. Slotbemerking

Voorwoord Beste, Een onderzoek heeft aangetoond dat u een gezwel in de blaas heeft dat verwijderd moet worden. De ingreep die hiervoor wordt verricht, wordt een TUR-blaas (transurethrale resectie) genoemd. In deze brochure geven wij u graag meer informatie over deze ingreep.

2

Inleiding

Een onderzoek heeft aangetoond dat u een gezwel in de blaas heeft. Uw behandelende arts heeft met u besproken dat deze verwijderd moet worden. De ingreep die hiervoor wordt verricht, wordt een TUR-blaas (transurethrale resectie) genoemd. Transurethraal betekent dat de operatie via de urethra (plasbuis) wordt uitgevoerd, dus via de natuurlijke weg. Resectie wil zeggen dat het gezwel wordt weggesneden met behulp van een elektrisch lusje waardoor stroom wordt geleid. Blaastumoren worden onderverdeeld in : 1. Oppervlakkig groeiende tumoren die niet door de spierlaag van de blaas groeien. 2. Invasief groeiende tumoren die wel tot in de spierwand uitbreiden. .

Figuur 1. Stadiëring blaaskanker

Figuur 2. Oppervlakkig en invasief groeiende tumor

3

Een TUR-blaas is een geschikte behandeling voor beide soorten tumoren. In het eerste geval is een TUR-blaas een afdoende behandeling, soms zijn er aanvullende blaasspoelingen nodig. Bij invasief groeiende tumoren is na de TUR-blaas nog verdere behandeling noodzakelijk (bijvoorbeeld verwijderen van de blaas of bestralingskuur). Een blaasgezwel moet altijd worden verwijderd, omdat deze groter kan worden, bloedingen kan veroorzaken en invasief kan worden.

Ingreep

Figuur 3. Blaaspoliepen

4

Meestal wordt u opgenomen de avond voor de ingreep. De ingreep gebeurt onder algemene verdoving of via ruggenprik. Wanneer u bloedverdunnende geneesmiddelen gebruikt, zal deze medicatie in overleg met uw behandelende arts enige dagen van tevoren gestopt worden. Tijdens de narcose (verdoving) wordt de blaas geïnspecteerd. Hiervoor ligt u op de rug met uw benen in de beensteunen. Er wordt een hol instrumentje in de plasbuis gebracht tot in de blaas om de blaas te bekijken en de tumor te verwijderen. Het instrumentarium om te opereren, wordt via dit holle buisje in de blaas gebracht. De tumor wordt verwijderd met behulp van een lusje waardoor een elektrische stroom loopt. Het gezwel wordt laag voor laag afgeschraapt tot in het gezonde weefsel. Er ontstaat dus een inwendige wonde in de blaas. De losgesneden weefselstukjes worden uit de blaas gespoeld. Kleine bloedvaten worden dichtgeschroeid met het elektrisch lusje. Na de ingreep wordt een blaassonde (dun soepel buisje) achtergelaten in de blaas omdat de urine na de operatie meestal bloederig is. Er wordt meestal een blaasspoeling met chemotherapie na de operatie gegeven.

Nazorg

De blaassonde blijft gewoonlijk 24 uur in de blaas om te zorgen voor een goede urineafvoer en om de blaas te kunnen spoelen als dit nodig is, bijvoorbeeld als er bloedklonters aanwezig zijn. Na het verwijderen van de blaassonde en wanneer het plassen terug op gang is gekomen, kunt u het ziekenhuis verlaten. Om de vorming van stolsels te voorkomen kunt u best veel water drinken. De eerste weken na de ingreep dient er niet al te veel lichamelijke arbeid te worden uitgeoefend en te veel persen bij ontlasting vermijden. 

5

Klachten

Na de ingreep treden vaak blaaskrampen op, met soms uitstraling in de plasbuis. Het plassen gaat vaak gepaard met meer aandrang en u zal waarschijnlijk frequenter naar het toilet moeten. Dit normaliseert in de loop van enkele weken. De urine kan soms nog bloederig zijn, wat niet verontrustend is. Dit kan tot 6 weken duren. Neem contact met uw behandelende uroloog wanneer u duidelijk bloedstolsels plast of het bloedverlies niet vermindert. Ook bij koorts boven de 38.5°C, ernstige brandende pijn tijdens het plassen of wanneer u niet meer kan plassen, moet u de behandelende arts verwittigen.

Complicaties

Tijdens de ingreep kan er een gat in de blaas ontstaan (perforatie). Dit hangt samen met de grootte en plaats van de blaastumor. De spoelvloeistof die tijdens de operatie wordt gebruikt kan dan buiten de blaas komen, waarna de operatie wordt beëindigd om verdere lekkage te voorkomen. Een klein gaatje in de blaaswand sluit vanzelf, bij een grotere perforatie is soms een buikoperatie nodig om het weggelekte vocht te verwijderen en het gat te sluiten. Deze complicatie is zeldzaam. Na de ingreep kan een blaasbloeding optreden met mogelijk bloedverlies en stolselvorming tot gevolg. Meestal stopt zo’n bloeding spontaan na toedienen van spoelvloeistof via de blaassonde. Soms is het nodig opnieuw de blaas te spoelen en de bloeding te stoppen. Dit gebeurt onder algemene verdoving. Een andere complicatie die na de ingreep kan optreden is een urineweginfectie die gepaard gaat met koorts. 6

Meestal kan deze goed behandeld worden met antibiotica. Nog weken na de ingreep kan een ontsteking optreden, die zich bij mannen soms uit als een bijbalontsteking. Dit kan eveneens goed behandeld worden met antibiotica. Bij mannen is het mogelijk dat er langere tijd na de ingreep een vernauwing van de plasbuis ontstaat. Soms is hiervoor een nieuwe ingreep noodzakelijk.

Controle

Volgens afspraak komt u op controle bij de huisarts of uroloog.

Wat bij ziekte

Als u door ziekte of een andere reden verhinderd bent of u kan de afspraak om de ingreep te ondergaan niet nakomen, neem dan zo snel mogelijk contact op met de raadpleging urologie (campus Antwerpen 03/240 22 21 of campus Deurne 03/ 320 58 20). In uw plaats kan dan een andere patiënt geholpen worden.

Slotbemerking U wordt uitgenodigd dit document aandachtig te lezen.

De huidige informatie heeft een algemeen karakter en is bestemd om u, de patiënt, in de mate van het mogelijke in te lichten. Deze brochure is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw behandelende arts. Bijzondere omstandigheden kunnen tot wijzigingen aanleiding geven. Dit zal altijd door uw uroloog aan u kenbaar worden gemaakt. Wanneer u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, dan kunt u op werkdagen contact opnemen met de dienst urologie. 7

Nuttige contacten AZ Monica Antwerpen Harmoniestraat 68 2018 Antwerpen Secretariaat urologie: T 03 / 240 22 21 AZ Monica Deurne Fl. Pauwelslei 1 2100 Deurne Secretariaat urologie: T 03 / 320 58 20

AZ Monica Antwerpen Harmoniestraat 68 2018 Antwerpen T 03 240 20 20 F 03 240 20 40

AZ Monica Deurne Fl. Pauwelslei 1 2100 Deurne T 03 320 50 00 F 03 320 56 00

[email protected] www.azmonica.be 20140401

View more...

Comments

Copyright � 2017 NANOPDF Inc.
SUPPORT NANOPDF