- VRG Gent

January 9, 2018 | Author: Anonymous | Category: Sociale wetenschappen, Recht, Staatsrecht
Share Embed Donate


Short Description

Download - VRG Gent...

Description

Basisbegrippen publiekrecht: definities (1e semester) Administratieve rechtshandeling (acte administratif) = een eenzijdige en uitvoerbare rechtshandeling verricht door een administratief orgaan. 1) Verordenende administratieve rechtshandelingen = geschreven rechtsregels met een abstract, algemeen en onpersoonlijk karakter. 2) Beschikkende administratieve rechtshandelingen = administratieve rechtshandelingen waarbij in een concreet geval een rechtsregel wordt toegepast. -> moet formeel gemotiveerd zijn! Algemeen rechtsbeginsel (principe général du droit) = een rechtsregel die door de rechter direct of indirect wordt afgeleid uit principes die aan de gehele rechtsorde ten grondslag liggen en om die reden als fundamenteel worden beschouwd. 1) Met grondwettelijke waarde = vullen de grondwet aan, staan hiërarchisch boven de wet, alleen GwH kan ze ‘erkennen’. Vb. recht van verdediging, evenredigheidsbeginsel… 2) Met wettelijke waarde = vullen de wet aan, staan hiërarchisch boven de adm. rechtshandelingen, ‘beginselen van behoorlijk bestuur’ ontwikkeld door RvS. Vb. zorgvuldigheidsbeginsel, rechtszekerheidsbeginsel… Bijzondere wet (loi spéciale) = een (federale) wet die moet worden aangenomen met een meerderheid v/d uitgebrachte stemmen in elke taalgroep van Kamer + Senaat, op voorwaarde dat de meerderheid van elke taalgroep aanwezig is + het totaal ‘ja-stemmen’ = 2/3e uitgebrachte stemmen. = bijzondere meerderheidswet (loi à majorité spéciale) = communautaire wet (loi communautaire)

Mathieu Segaert Eerste Bachelor Rechten 2014 - 2015

1

Decreet (décret) = een juridische norm met kracht van wet, aangenomen door de wetgevende macht v/d Vlaamse, Franse of Duitstalige Gemeenschap, v/h Vlaams of Waals Gewest of v/d Franse Gemeenschapscommissie. = een handeling waarbij de Wetgevende Kamers in verenigde vergadering besluiten nemen. = een norm aangenomen door het Nationaal Congres. Ordonnantie (ordonnance) = een juridische norm met kracht van wet, aangenomen door de wetgevende macht v/h Brussels Hoofdstedelijk Gewest of de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Europese unie (Union européenne) = een economische en politieke internationale organisatie sui generis met rechtspersoonlijkheid, bestaande uit 28 Europese staten, die haar rechtsgrond vindt in het VEU en VWEU en die over die bevoegdheden beschikt die de lidstaten haar toekennen met als doelstelling het creëren v/e steeds hechtere unie tussen de verschillende europese volkeren. (toelichting zie boek p121-135) Exceptie van onwettigheid (exception d’illégalité) = de grondwettelijke verplichting voor elke rechter (+ adm. rechtscolleges) om de besluiten en verordeningen van alle adm. overheden buiten toepassing te laten, wanneer zij niet meer met een hogere rechtsnorm overeenstemmen. (Art. 159 Gw.) Faciliteitsgemeenten (communes à facilités) = een gemeente gelegen in een eentalig taalgebied waarvan de inwoners het recht hebben om, in de gevallen die de wet bepaalt, in hun relaties met de overheid of het gerecht een andere taal te gebruiken dan deze van het eentalig taalgebied.

Mathieu Segaert Eerste Bachelor Rechten 2014 - 2015

2

Federalisme (fédéralisme) = een staatsvorm waarbij de soevereine bevoegdheden v/e staat worden verdeeld tussen het centrale gezag en de deelstaten van deze staat met het doel deze deelstaten een ruime autonomie te verlenen door ze de staatsmachten toe te vertrouwen, die zij in de regel uitoefenen vrij van iedere hiërarchische band met het centrum. Kenmerken: - Tweekamerstelsel - Residuaire bevoegdheden naar de deelstaten - Aanwezigheid van een grondwettelijk hof - Medebeslissingsrecht voor de deelstaten bij het vaststellen van hun bevoegdheden en hun statuut 3 types staatsvormen: - eenheidsstaat - confederale staat (confederatie) - federale staat Gemeenschap – gewest (communauté – région) In de Belgische staatsordening worden de centrale bevoegdheden door drie instanties uitgeoefend: de federale staat, de gemeenschappen en de gewesten. 3 gemeenschappen = Vlaamse / Franse / Duitstalige Gemeenschap 3 gewesten = Vlaams / Waals / Brussels Hoofdstedelijk Gewest Grondrechten (droits fondamentaux) = fundamentele rechten en vrijheden = mensenrechten. = geheel van subjectieve rechten die tot doel hebben de voorwaarden te creëren en te garanderen opdat personen op een vrije en (mens)waardige wijze zouden kunnen functioneren. = essentieel in een rechtsstaat en binden de democratisch verkozen meerderheid. 4 categorieën en 3 generaties: -

burgerlijke rechten politieke rechten economische, sociale en culturele rechten collectieve rechten

(1ste gen.) (1ste gen.) (2e gen.) (3e gen.)

Mathieu Segaert Eerste Bachelor Rechten 2014 - 2015

3

Grondwet (constitution) 1) In de formele zin = geheel van rechtsregels waarvan de goedkeuring aan strakkere regels is gebonden dan wat voor de wetten geldt en waarvoor een specifieke wijzigingsprocedure moet worden gevolgd. 2) In de materiële zin = geheel van fundamentele rechtsregels (geschreven/ongeschreven) die de werking en de organisatie van de gezagsinstanties en de verhouding tussen deze gezagsinstanties en de rechtsonderhorigen bepalen, of de grenzen bepalen waarbinnen beide tot ontwikkeling kunnen komen. Grondwettelijk Hof (Cour constitutionnelle) = een rechtscollege dat bevoegd is om formele wetten te toetsen aan de door of krachtens de Grondwet vastgestelde bevoegdheidsverdelende regels, titel II van de Grondwet en de artikelen 170, 172 en 191 Gw. (vroeger: Arbitragehof) Grondwettelijke gewoonte (coutume constitutionnelle) = een grondwettelijke rechtsregel die naar voren treedt ingevolge een ononderbroken en overeenstemmende reeks van rechtshandelingen die door de gestelde machten zijn verricht in de overtuiging dat deze handelingen voor rechtmatig en grondwettelijk moeten worden gehouden. Koning (le Roi) = staatshoofd dat op grond van erfopvolging wordt aangesteld in ons land. = hoofd van de federale uitvoerende macht en een tak van de federale wetgevende macht. -

-

Erfopvolging  art. 85 Gw. Bevoegdheden  Tak van de (federale) wetgevende macht  Hoofd van de (federale) uitvoerende macht Statuut  Koning is onschendbaar en (politiek) onverantwoordelijk  Koning is onbekwaam om alleen te handelen  Koning heeft geen persoonlijke macht

Mathieu Segaert Eerste Bachelor Rechten 2014 - 2015

4

Koninklijk besluit (arrêté royal) = een rechtshandeling waarbij de Koning, ter uitvoering van de Grondwet of de wet, een algemene bestuurlijke maatregel of individuele overheidshandeling stelt. -

Verordenende KB’s = KB’s die een rechtsregel formuleren en een algemene draagwijdte hebben. = wetten in materiële zin, NIET formele zin.

-

Beschikkende KB’s = KB’s waarbij in een concreet geval een rechtsregel wordt toegepast.

-

Organieke KB’s = KB’s die een openbare dienst organiseren.

Ministeriële omzendbrief (circulaire ministérielle) = een brief die richtlijnen bevat en door een minister wordt verstuurd aan die organen en instellingen waarover hij (on)rechtstreeks het hiërarchisch gezag of het administratief toezicht uitoefent. -

Indicatieve omzendbrief = omzendbrief waarin de minister voor zichzelf richtlijnen vaststelt die hij zich voorneemt te volgen of waarin hij de voorwaarden meedeelt waarvan hij als toezichthoudende overheid zijn goedkeuring zal laten afhangen of die in acht moeten worden genomen om een schorsing of vernietiging van een beslissing te voorkomen.   

-

Interpretatieve omzendbrief = een brief waarbij een minister instructies geeft aan de ondergeschikte ambtenaren van zijn diensten over de wijze waarop de wetten en besluiten naar zijn oordeel moeten worden toegepast.   

-

Bevat louter aanbevelingen. Geen verordenend karakter. Geen rechterlijke toetsing mogelijk.

Verstrekt louter inlichtingen. Geen verordenend karakter. Geen rechterlijke toetsing mogelijk.

Verordenende omzendbrief = heeft de bedoeling een dwingende rechtsregel te formuleren, die moet worden nageleefd door diegenen aan wie hij is gericht. 5 voorwaarden:

Mathieu Segaert Eerste Bachelor Rechten 2014 - 2015

5

1. 2. 3. 4.

Nieuwe regels aan bestaande toevoegen. Toegevoegde regels hebben een abstract en algemeen karakter. Overheid heeft de bedoeling de richtlijnen verplichtend te stellen. Moet zijn opgesteld en bekendgemaakt door een overheid die over de verordeneende bevoegdheid beschikt. 5. Moet gericht zijn tot personen/diensten die de verordenende overheid helpen bij het uitvoeren v.d. wet.   

Wel rechterlijke toetsing mogelijk. Advies v.d. Raad van State, afdeling wetgeving is vereist over dergelijke omzendbrief. Moet op behoorlijke wijze worden bekendgemaakt.

Motivering (motivation) = de weergave van de feitelijke en juridische redenen waarop een administratieve rechtshandeling of een rechterlijke uitspraak is gesteund. -

Motivering van administratieve rechtshandelingen  Materiële motivering  Formele motivering

-

Motivering van rechterlijke uitspraken  Art. 149 Gw. -> vermijden willekeur

Ombudsman (médiateur) = een onafhankelijke instelling met de hoofdzakelijke taak klachten over het onbehoorlijk functioneren van de overheid te onderzoeken en vervolgens te trachten de standpunten van overheid en klager te verzoenen. Samen met de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen en de openbaarheid van bestuur behoort de ombudsman tot de informele rechtsbescherming van de burger tegen de overheid. Ombudsman kan algemene aanbevelingen formuleren over het functioneren van de overheid. (Niet juridisch afdwingbaar! Wel kracht bijzetten door publicatie in jaarlijkse werkingsverslagen!)

Raad van State (Conseil d’Etat) = een rechtscollege sui generis, bestaande uit een afdeling bestuursrechtspraak die optreedt als hoogste adm. rechtscollege en een afdeling wetgeving die advies geeft aan de regeringen en parlementen.

Mathieu Segaert Eerste Bachelor Rechten 2014 - 2015

6

Rechtsstaat (Etat de droit) = de staat waarin de gezagsdragers gehouden zijn door het objectieve – decmocratisch tot stand gekomen – recht waarvan zij de toepassing verzekeren, waarin de bevoegdheid v/d gezagsdragers door de fundamentele rechten en vrijheden v/d burgers wordt beperkt en waarbij de rechtsregels afdwingbaar zijn voor een onafhankelijke rechtbank. Richtlijn (directive) = een wetgevende handeling van de EU die verbindend is t.a.v. het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is, maar waarbij aan de nationale instanties de bevoegdheid wordt gelaten vorm en middelen te kiezen. Scheiding der machten (séparation des pouvoirs) = een ongeschreven grondwettelijke regel, volgens dewelke de macht verdeeld is tussen de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht en elke macht gecontroleerd wordt door een tegenmacht. Smeerkaasarrest (Arrest-Le-Ski) (arrêt Le Ski) = stelling van het Hof van Cassatie (27 mei 1971) “Wanneer er een conflict bestaat tussen een internrechtelijke norm en een internationaalrechtelijke norm die rechtstreeks gevolgen heeft in de interne rechtsorde, moet de door het verdrag bepaalde regel voorgaan. Deze voorrang volgt uit de aard zelf van het bij het verdrag bepaald internationaal recht.”  wijzigde fundamenteel het principe van de onschendbaarheid van de wet waardoor de rechter de wet niet aan een hogere norm mocht toetsen.

Taalgebied (région linguistique) De grondwettelijke onderverdeling van het Belgische grondgebied in een tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad en een Nederlands, Frans en Duits taalgebied bepaalt welke taal bij voorrang moet worden gebruikt in de aangelegenheden waarin het taalgebruik kan worden geregeld. (art. 4 Gw.)

Mathieu Segaert Eerste Bachelor Rechten 2014 - 2015

7

Territorialiteitsbeginsel (principe de territorialité) = het grondwettelijk principe dat de voorrang v/d streektaal v/e eentalig gebied of de tweetaligheid v/e tweetalig gebied garandeert. Gevolg: de bestuurstaal wordt bepaald door het gebied waar een bestuurshandeling of de mededeling ervan plaatsvindt. personaliteitsbeginsel (bestuurstaal wordt bepaald door de burger)

Verkiezingen (élections) = een verrichting waarbij de gerechtigde personen hun vertegenwoordigers in een orgaan aanduiden.  verkiezingen van Kamer van volksvertegenwoordigers  verkiezingen van de gemeenschaps- en gewestparlementen  verkiezingen van het Europees Parlement  provincieraadsverkiezingen  gemeenteraadsverkiezingen Verordening (1° ordonnance – 2° règlement) 1° = een geschreven rechtsregel met een abstract, algemeen en onpersoonlijk karakter die voor de duur van zijn gelding op een onbepaald aantal gevallen van toepassing is, maar geen wet is in formele zin, noch een daarmee gelijkwaardige hogere rechtsnorm. 2° = een norm van de EU met een algemene strekking, die verbindend is in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk is in elke lidstaat. Waleffe-arrest (arrêt Waleffe) = arrest van het Hof van Cassatie (20 april 1950) Wanneer de betekenis van de wet onduidelijk is, moet de rechter er redelijkerwijze van uitgaan dat de wetgever niet de bedoeling kan hebben gehad de Grondwet te schenden en moet de rechter de wet daarom zoveel mogelijk in overeenstemming met de Grondwet interpreteren.  ook machtigingswet (opdrachtwet) - en dus ook machtigingsbesluit - kan niet door de gewone rechter aan de Gw. worden getoetst. In het arrest Waleffe werd de facto een toetsing aan de Grondwet uitgevoerd.

Mathieu Segaert Eerste Bachelor Rechten 2014 - 2015

8

Wet (loi) - In formele zin = iedere handeling die door de federale wetgevende macht of door de wetgevende macht van de gemeenschappen of de gewesten wordt goedgekeurd. - In materiële zin = rechtsregels met een abstract, algemeen en onpersoonlijk karakter, die voor de duur van hun gelding op een onbepaald aantal gevallen van toepassing zijn. a) Indeling naargelang de wijze waarop federale formele wetten tot stand komen 

Gewone wet = wet die wordt goedgekeurd met een gewone of volstrekte meerderheid.



Bijzondere wet = wet die wordt goedgekeurd met een bijzondere meerderheid.



Besluitwet = wet die, wegens de materiële onmogelijkheid van alle takken v.d. wetgevende macht om vrij hun functie uit te oefenen, werd aangenomen door de Koning (+ de in Raad verenigde ministers) of alleen door de in Raad verenigde ministers en waarvan het Hof van Cassatie achteraf de wetgevende aard heeft erkend.

b) Indeling naargelang de functie die de federale formele wetten vervullen 

Interpretatieve wet = wet waardoor de wetgevende macht zelf een voor iedereen bindende en retroactieve interpretatie geeft van een vroegere wet.



Programma- of herstelwet = wet waarin de maatregelen worden genomen die de federale regering nodig acht om haar economisch, sociaal en financieel beleid, zoals dit uit de begroting lijkt, te verwezenlijken.



Opdrachtwet = elke wet waarbij aan de Koning (op basis van art. 105 Gw.) bijkomende normatieve bevoegdheden worden verleend bovenop de normatieve bevoegdheid waarover Hij (op grond van art. 108 Gw.) reeds beschikt, al dan niet inbegrepen de bevoegdheid om wetten te wijzigen, op te heffen, aan te vullen of te vervangen.



Kader- of raamwet = opdrachtwet waarin de essentiële beginselen volgens welke een bepaalde materie zal worden geregeld, worden vastgelegd en waarbij aan de Koning de bevoegdheid wordt gegeven om de complementaire regelen te bepalen die nodig zijn om de toepassing van die beginselen mogelijk te maken.

Mathieu Segaert Eerste Bachelor Rechten 2014 - 2015

9



Bijzondere machtenwet = opdrachtwet waarin de Koning, voor een beperkte periode, met het oog op een bepaald (algemeen omschreven) doel, de bevoegdheid wordt opgedragen zo nodig wetten te wijzigen, op te heffen, aan te vullen of te vervangen, op zodanige wijze dat de Koning op een geheel van ruim geformuleerde beleidsdomeinen in de plaats van de wetgever de krachtlijnen kan bepalen waarop het regeerbeleid moet worden gestoeld, m.a.w. beschikt over een ruime mate van beleidsvrijheid.

Mathieu Segaert Eerste Bachelor Rechten 2014 - 2015

10

View more...

Comments

Copyright � 2017 NANOPDF Inc.
SUPPORT NANOPDF