De Verontrustende Opvoedingssituatie

January 16, 2018 | Author: Anonymous | Category: Sociale wetenschappen, Politicologie, Public Administration
Share Embed Donate


Short Description

Download De Verontrustende Opvoedingssituatie...

Description

Praktisch overzicht aanpak en behandeling vanuit de magistratuur :

De Verontrustende Opvoedingssituatie

Ann Bourgeois Substituut Procureur des Konings Oost-Vlaanderen-afdeling Gent

27 januari 2014

1

BIJLAGEN

1.Vlaams Decreet Integrale Jeugdhulp : slidedossier (februari 2014)naar aanleiding van pilootproject Oost-Vlaanderen Ilse Vandenbroucke en Ann Bourgeois, Substituut Procureur des Konings te Oost-Vlaanderen

1.bis Modellenformulieren in het kader van het Decreet

2. Afsprakenprotocol integrale aanpak kindermishandeling , zoals overgemaakt bij omzendbrief 34/2007 de dato 22/10/2007 van de Procureur – Generaal te Gent

3.Stromingen in het Jeugdrecht, een overzicht Frederic Vroman, Substituut Procureur-Generaal te Gent, in het kader van een opleidingsdocument voor de Oost-Vlaamse Politieacademie (OPAC)

4.Wettelijke richtlijnen voor opvoeding, een overzicht Frederic Vroman, Substituut Procureur-Generaal te Gent, in het kader van een opleidingsdocument voor de Oost-Vlaamse Politieacademie (OPAC)

5.Organisatie en bevoegdheden, Procedures, Maatregelen in het kader van Gerechtelijke Jeugdhulpverlening

2

Frederic Vroman, Substituut Procureur-Generaal te Gent, in het kader van een opleidingsdocument voor de Oost-Vlaamse Politieacademie (OPAC)

Inhoudstabel 1. Inleiding 2. VOS : Wijziging wetgeving sinds 01.03.2014 Vlaanderen 3

3. Uitgangspunt : vrijwilligheid en buitengerechtelijke hulpverlening 4. VOS : Definitie en leidraad 5. Situering vrijwillige buitengerechtelijke hulpverlening : Het Decreet (Integrale) 6. Vrijwillige Buitengerechtelijke hulpverlening in praktijk magistratuur 6.1.Detectie en opvolgen verontrustende situatie en evaluatie 6.2.Passend omgaan met ‘falende’ vrijwillige hulpverlening 7. Finale fase : gedwongen gerechtelijke jeugdhulp 8. Bijzondere procedures : Crisishulp en bemiddeling in de praktijk 9. Gemandateerde voorzieningen en het OM – Praktische overwegingen 10.Gedwongen hulpverlening : bijzonderheden over bevoegdheid, werking en procedure 11. Knelpunten 12. Toelichting Protocol Kindermishandeling 13. Cases

INLEIDING

Er is een zekere onwennigheid bij magistraten , politiediensten en advocaten, wanneer minderjarigen in een dossier betrokken zijn. 4

De jeugdwetgeving is bijzonder complex en de aanpak is helemaal anders. Men schrijft over het jeugdbeschermingsrecht : “het is een lappendeken van wetteksten uit diverse sectoren : straf(proces)recht, familierecht, internationaal recht, welzijnsrecht, administratief recht….”. (Zie Intersentia , Jeugdbeschermingsrecht in hoofdlijnen van Bart De Smet, over het boek). Voor een overzicht van stromingen en wetteksten, kan verwezen worden naar de bijlage van de hand van Substituut- Procureur Generaal F. Vroman. Procedures waar de minderjarige aan bod komt : 1. MOF 2. VOS

Als misdrijf omschreven feit Verontrustende opvoedingssituatie (voorheen POS, problematische opvoedingssituatie)

3. Bijzondere probleemsituaties  Collocatie  Geschillen tijdens of na echtscheiding/uit elkaar gaan ouders  Vermiste minderjarigen Zie Ministeriële Richtlijn inzake verdwijningen Belangrijk onderscheid : Onrustwekkende verdwijningen Weglopers en ontvluchtingen  Parentale ontvoeringen  Vondelingen  Niet begeleide minderjarige vreemdelingen

4. Maatregelen tegen ouders Vb .

ontzetting uit het ouderlijk gezag

Vb.

plaatsing van de minderjarige heeft automatisch gevolgen voor de uitbetaling van de kinderbijslag (2/3), over het resterende bedrag beslist de jeugdrechter (aan moeder, aan vader, op spaarboekje minderjarige…)

Vb.

bijdrage in de kosten van de plaatsing

5

5. Administratief sanctierecht Vb.

GAS – procedure

6.Leeftijdsbepaling minderjarigen (botscan en tandonderzoek)

7. Pleegplaatsing…….

Veel van voornoemde items, materies zien we opduiken in het VOS dossier, zoals zal blijken uit de case-study … voorbeelden :  VOS en collocatie…geestesgestoorde minderjarige, die een gevaar vormt voor zichzelf en omgeving. Voor deze jongere kan een gedwongen opname noodzakelijk zijn in afwachting van een meer intensieve begeleiding in het kader van een VOS dossier.  Weglopers ….mini- instructie : telefonie, mastbepaling, plaatsbepaling via snapchat….en gelijktijdig opstarten VOS dossier…  Spijbelen = geen MOF; aansprakelijkheid ouders (inbreuk wet op de leerplicht; eventueel wel te kaderen in VOS…)  Agressie door vader in de thuissituatie, aangifte van verdwijning door ouders, die verklaren dat jongere bij aantreffen niet meer naar huis terug kan, wegens onbuigzaamheid en drugprobleem, de jongere zou ook dealen …VOS versus MOF…Wat als een minderjarige een misdrijf pleegt terwijl het feit niet kan of mag leiden tot strafprocedure…zoals Jens, 17 jaar*  Niet begeleide minderjarige vreemdelingen : contactname dienst voogdij; bij weigering medewerking of twijfelachtige identiteit : ophouden van betrokkene voor 24 uur art. 74/1 Vreemdelingenwet, triptiek (foto’s, vingerafdrukken, individuele beschrijving) vanaf 14 zoniet toestemming magistraat (Col 20/10)…

6

 Zware zedenfeiten door vader, moeder laat dit toe…strafrechtelijke veroordeling, VOS maatregelen en eventueel ontzetting uit ouderlijk gezag….  VOS : kind wordt geplaatst...wat met kindergeld (toezicht op sociale uitkeringen)?  Schrijnende toestanden in hoofde van kinderen betrokken in de scheiding van hun ouders, die aan het licht komen i.k.v. de procedure bij de familierechtbank inzake ouderlijk gezag, verblijfplaats en inschrijving, omgangsregeling, schoolkeuze…  Beperkt aanbod (passende) residentiële opvang en de discrepanties tussen federale en decretale regelgeving zijn uiteraard ook ‘hot item’ in deze materie.

Tussenkomst in VOS vergt een aangepaste en creatieve aanpak….

Verontrustende situatie wordt ruim gedefinieerd maar is een subjectief begrip. Wat voor de ene ouder niet door de beugel kan in de opvoeding, is voor de andere net geen probleem. Het is riskant om bij wet op te sommen in welke gevallen officiële instanties moeten bijsturen in de opvoeding of de ontwikkeling van de kinderen. Sommige jongeren die kampen met zware problemen thuis zijn erop getraind dit voor de buitenwereld verborgen te houden of de problemen van zich af te zetten (zie ook parentificatie/rol ouder overnemen). Op school of in de vriendenkring lijkt er niets aan de hand, totdat de jongere bedolven geraakt onder de problemen en de façade afbrokkelt. Andere jongeren hebben wel een warme thuisbasis maar functioneren slecht wegens druk op school, hebben moeite om hun emoties te verwerken of te uiten wat hun gedrag op zorgwekkende wijze kan beïnvloeden.

VERONTRUSTENDE OPVOEDINGSSITUATIE (VOS) – Wijziging wetgeving sinds 01.03.2014 :

7

 DECREET BETREFFENDE DE INTEGRALE JEUGDHULP 12/03/2013 (IJH) Juridische en praktische regels voor het toekennen van vrijwillige en gerechtelijke jeugdhulp wijzigen in heel Vlaanderen in 2014 in navolging van een pilootproject in Oost-Vlaanderen. Het is de bedoeling dat de minderjarige de meest gepaste en adequate hulp kan krijgen over de sectoren heen. Men wenst verkokering tegen te gaan (hinderlijke schotten tussen sectoren). Inderdaad er kunnen nu meerdere maatregelen tegelijk toegepast worden ten aanzien van de minderjarige en zijn context.

 BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING MET BETREKKING TOT DE OPRICHTING VAN DE TOEGANGSPOORT EN VAN DE GEMANDATEERDE VOORZIENINGEN IN DE INTEGRALE JEUGDHULP EN VAN DE GERECHTELIJKE JEUGDHULPVERSTREKKING IN DE REGIO OOST – VLAANDEREN 06/09/2013*

 UITVOERINGSBESLUIT VLAAMSE REGERING 21/02/2014 Het besluit keurt het decreet definitief goed waardoor Integrale Jeugdhulp in Vlaanderen een feit is geworden op 01/03/2014. De werking van de Comités voor Bijzondere Jeugdzorg en de Bemiddelingscommissies is gestopt. De Ondersteuningscentra jeugdzorg en de Intersectorale toegangspoort treden in werking.

8

Minderjarigen hoeven niet steeds strafbare feiten te plegen om in een ‘problematische opvoedingssituatie’ (POS) verzeild te geraken. Sinds het Decreet spreekt men van verontrustende opvoedingssituatie (VOS) .  Het kan zijn dat de minderjarige zich onbuigzaam opstelt ten aanzien van diegenen die voor hun opvoeding moeten instaan  Het kan ook zijn dat zij die voor hun opvoeding moeten instaan zich zeer slecht van hun taken kwijten, de kinderen, jongeren (minderjarigen ), psychisch of moreel verwaarlozen of erger nog, mishandelen of misbruiken

Hoe gaan we daar mee om ?

UITGANGSPUNT : VRIJWILLIGHEID EN BUITENGERECHTELIKE JEUGDHULP  Subsidiariteit(1) en proportionaliteit(2)

9

Wanneer de kinderen en hun ouders in staat blijken om de wegen van de vrijwillige hulpverlening te bewandelen, is gerechtelijke hulpverlening voorlopig niet nodig (1) Basisfilosofie blijft behouden in het nieuw decreet :    

Terughoudende houding overheid Eerbiediging gezinsleven Minst ingrijpende maatregel toepassen (2) Uitputten vrijwilligheid

Men zet maximaal in op de eigen krachten van de minderjarige, zijn context en leefomgeving. Indien verontrustende signalen ons bereiken zal in eerste instantie worden nagegaan, in welke mate de ouders en de minderjarige bereid zijn medewerking te verlenen in het kader van de vrijwillige hulpverlening. Jeugdhulpverlening kan volgens het decreet alleen worden verleend met instemming van de personen tot wie ze zich richt….uitzonderlijk kan men verder werken (mits motivering en notulering) in het belang van de minderjarige, zo instemming niet onmiddellijk kan verleend worden en in afwachting daarvan of zo instemming niet uitdrukkelijk kan verleend worden door omstandigheden (voorlopige hechtenis ouder, ontzetting ouderlijk gezag en nog geen voogd…verblijf in buitenland, gezondheidssituatie, niet aantreffen of niet identificeerbare ouder of opvoedingsverantwoordelijke…..) (art.5 en 6 IJH). Er is ook inspraak, medezeggenschap van minderjarigen, ouders, en in voorkomend geval, opvoedingsverantwoordelijken, en dit op elk moment in het traject van de hulpverlening (art.2 §1,22° IJH) Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van druggebruik of en psychisch probleem, dat aan de orde komt via een interventie op school of naar aanleiding van een zitting van de familierechtbank in het kader van de regeling omgangsrecht : in vele gevallen is er voldoende draagkracht bij de ouders en bereidheid bij de minderjarige om beroep te doen op een instantie die de problematiek opvolgt en/of begeleidt (bijvoorbeeld De Sleutel, de huisdokter, Centrum Geestelijke Gezondheidszorg…). Soms is die begeleiding al opgestart. 10

Het decreet wil volgende doelstellingen realiseren in kader van het proportionaliteitsbeginsel en het subsidiariteitsbeginsel (art.8 IJH): 1. Inzetten op de vermaatschappelijking van de jeugdhulp en het versterken van de eigen krachten van de cliënt en zijn omgeving 2. Cliënten vlot toegang geven tot de jeugdhulp, die ze nodig hebben 3. Het meer verzekeren van flexibiliteit en continuïteit in de jeugdhulp 4. Gepast en alert reageren op situaties van verontrusting 5. Het consolideren van een aanbod crisisjeugdhulp waarop de hulpverleners permanent een beroep kunnen doen 6. Alles met de maximale participatie van de minderjarige en zijn gezin. 7. Integrale aanpak realiseren bij organisatie en aanbod van jeugdhulpverlening

 Er kan slechts sprake zijn van gerechtelijke hulpverlening in geval van :

 Hoogdringendheid  Doorverwijzing door gemandateerde voorzieningen OCJ/VK

VOS: DEFINITIE EN LEIDRAAD

Een verontrustende situatie is een situatie waarbij de hulpverlener oordeelt dat  de ontwikkelings- of ontplooiingskansen (affectieve, morele, intellectuele, sociale) in het gedrang komen of 11

 de integriteit (psychische, fysieke of seksuele) van de minderjarige of een of meer van de leden van het gezin waartoe de minderjarige behoort, niet meer kan gevrijwaard worden, waardoor het bieden van jeugdhulpverlening maatschappelijk noodzakelijk kan zijn.  Signaallijst : www.signaallijst.be : De signaallijst geeft een vrij uitgebreid overzicht van de verschillende vormen van verontrusting  Wettelijke richtlijnen voor opvoeding en VOS-Categorieën : zie bijlage F. Vroman  Concrete voorbeelden :

 Aantreffen niet – begeleide minderjarige: zonder identiteitsdocumenten, zonder ouders of begeleiding  Gedwongen opname in psychiatrische inrichting; gedwongen opname kan niet zomaar als alternatief gebruikt worden omdat er geen plaats is in de reguliere instellingen in geval van extreem zware gedragsproblemen(zelfde voorwaarden als gedwongen opname bij meerderjarigen dienen vervuld te zijn).Er kan wel reeds maatregel bevolen zijn. Deze wordt dan automatisch geschorst.  Ernstige psychiatrische problematiek bij de ouders  Ouders die niet kunnen omgaan met ‘temperamentvolle’ baby  Niet optreden door ouders bij ontwikkelingsachterstand  Druggebruik of ander middelenmisbruik bij minderjarige ( MOF/VOS) of ouders  Jongeren in jeugdprostitutie en mensenhandel  Hardnekkige spijbelproblematiek en de daaruit voortvloeiende gevolgen, straatlopen, slechte

12

  





vriendenkring, verhoging kans om misdrijven te plegen…. Familiaal geweld in de breedst mogelijk context…ten aanzien van minderjarige …in leefwereld minderjarige Weglopers Multiproblematiek : jonge leeftijd ouders, laag of geen inkomen, onaangepaste huisvesting, beperkte draagkracht Vondelingen: tussenkomst OCMW, in voorkomend geval VOS bij hoogdringendheid en gelijktijdig opstarten strafrechtelijk onderzoek wegens achterlaten kind in behoeftige toestand. Ouders die niet akkoord gaan met een verblijfsregeling gaan soms zo ver dat zij hun kind onrechtmatig achterhouden in het buitenland.

De notie verontrustende situatie verwijst naar situationele, contextuele, pedagogische en relationele problemen die kunnen ontstaan in de thuissituatie of in de leefsituatie van de minderjarige, m.a.w problemen die niet alleen gelieerd zijn aan de problematische thuissituatie van de minderjarige maar mede kunnen ontstaan zijn of zich kunnen manifesteren in een opvoedingscontext buiten het gezin of bij een gebrek daaraan . - extrafamiliale context (bijvoorbeeld pestgedrag op school) : zie gedrag kind aangetroffen op straat , houding en reactie moeder bij interventie - gezinsvervangende context : slechte vrienden, beïnvloeding,…

SITUERING VRIJWILLGE BUITENGERECHTELIJKE HULPVERLENING HET DECREET Noot: er is geen opsomming meer van de mogelijke vormen van jeugdhulpverlening. Alle jeugdhulpverlening die erkend is door de Vlaamse overheid komt in aanmerking. 13

 Er zijn zeven sectoren die meewerken aan integrale jeugdhulp : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Algemeen welzijnswerk Bijzondere Jeugdbijstand Centra voor Geestelijke gezondheidszorg Centra voor Leerling Begeleiding Kind & Gezin Centra Integrale Gezinszorg Vlaams agentschap voor Personen met een Handicap Noot : de psychiatrie is een belangrijke sector die niet meewerkt met Integrale Jeugdhulp Wel is het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg een Jeugdhulpaanbieder en is het de bedoeling dat men tot samenwerking komt met artsen . In het Besluit van de Vlaamse Regering - Oost Vlaanderen lezen we ook dat ook artsen en zorgenverstrekkers kunnen aanmelden bij de toegangspoort, net zoals OCMW’s, mutualiteiten, vroedvrouwen, drughulpverlening, sociale diensten van ziekenhuizen, enzovoort.

 Schematische voorstelling hulpverleningstraject (zie bijlage) RTJ : rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp, die voor iedereentoegankelijk is, je kan er als cliënt zelf naar toestappen om informatie, hulp en ondersteuning; we onderscheiden :  Brede instap : iedereen kan er met gelijk welke vraag terecht, eerste aanspreekpunt  Probleemgebonden diensten : voor iedereen toegankelijk maar wel gespecialiseerd in bepaald probleem gebieden NRTJ : niet rechtstreeks toegankelijke hulpverlening (zeer gespecialiseerd en intensief) kan enkel ingezet worden met tussenkomst van de toegangspoort (Intersectorale toegangspoort of ITP), ook het OCJ/VK en Jeugdrechter dienen daar een ticket te bekomen.

14

ITP (poort) wordt georganiseerd per provincie. Wanneer tijdens de afhandeling een mnderjarige van woonplaats verandert en die woonplaats in een werkgebied van een andere toegangspoort ligt, zorgt doe poort voor de verdere afhandeling, het dossier wordt doorgegeven. MDT : multidisciplinair team SDJ : Sociale dienst bij de Jeugdrechtbank IRPC : Intersectorale regionale prioriteitencommissie CAP: Centraal Informatie en Aanmeldpunt (nazicht aanbod) Noot : Blijkens het decreet wordt er in hulpverlening voorzien zowel voor de minderjarige als voor de meerderjarigen…in de context (ouders, opvoedingsverantwoordelijke via pleegzorg, thuisbegeleiding) van de minderjarige weliswaar.

VRIJWILLIGE BUITENGERECHTELIJKE HULPVERLENING IN PRAKTIJK MAGISTRATUUR

1. DETECTIE en OPVOLGEN VERONTRUSTENDE SITUATIE + EVALUATIE

15

Zoals men ziet op het schema, situeert het OM zich vrij centraal en vormt een schakel tussen de rechtstreeks toegankelijk hulp en de niet-rechtstreeks toegankelijke hulp. Verontrustende situaties worden vaak gemeld :  Via politie > info uit strafdossiers, vaststellingen door interventiepolitie n.a.v. een tussenkomst nachtlawaai, vaststellingen door wegpolitie naar aanleiding van een interventie wegens intoxicatie, dronkenschap, ongeval, vaststellingen naar aanleiding van huisuitzetting, beslag, ….meldingen door wijkagent of sociale recherche, …  Brieven aan OM door bezorgde personen (vaak ook anoniem),  Vaststellingen ter zitting van familierechtbanken…  Meldingen aan CLB  Minderjarigen kunnen ook zelf naar overheid (politie/OM/hulpverlening) stappen en om hulp verzoeken Anderzijds is er ook de plicht voor de overheid om deze op te sporen. Het onderzoek naar de leef-en opvoedingsomstandigheden komt toe aan het OM via de politiediensten. Aan de politie wordt gevraagd onderzoeksdaden te stellen waarvoor geen dwang nodig is, vb. zoeking met toestemming, inlichtingen inwinnen op school, crèche, verhoor van ouders, familie, buren, nazicht bij de eventueel tussenkomende ondersteunende diensten zoals bijvoorbeeld CLB, OCMW,….(zie kantschrift in bijlage). Er wordt ook meteen gepolst naar de intenties van de betrokkenen : zijn zij bereid hulp te aanvaarden, de stap te zetten naar de hulpverlening. De politie oriënteert de minderjarigen en hun ouders hulpverlening, zo ondersteuning of begeleiding zich opdringt. Parket en politie worden dus een draaischijf om betrokkenen te leiden naar de hulpverlening op eerste lijn. Voor het Decreet gebeurde dit door de Comités Bijzondere Jeugdzorg (CBJ). De politie kan bijvoorbeeld doorverwijzen naar : 16

     

Kind en Gezin (www.kindengezin.be /078/150 100) = Brede instap Een CLB (www.clbhulp.be) = Brede instap CAW – onthaal (www.caw.be) = Brede instap Tele-onthaal(www.tele-onthaal.be /106) Een Centrum Geestelijke GezondheidsZorg Voor drugproblematiek of een verslaving : bijvoorbeeld Eclips,CAT, De Sleutel

Het zijn deze hulpverleners die dan ofwel zelf hulp moeten bieden of de minderjarige en zijn ouders doorverwijzen naar de gepaste hulpverlening (gedeelde verantwoordelijkheid). De politie kan de betrokkenen ook rechtstreeks doorverwijzen naar de gemandateerde voorzieningen OCJ en VK. Een foute doorverwijzing is eigenlijk onmogelijk, nu de hulpverlening zelf moet inschatten of ze de geschikte hulp kunnen bieden en indien niet, dienen zij door te verwijzen naar de geschikte dienst. Het decreet beoogt een aanklampende werking van de hulpverlening. Wanneer het niet goed loopt, komt het toe aan de hulpverlener een alternatief te zoeken of een versnelling hoger te schakelen , door bijvoorbeeld een aanmelding te doen bij de gemandateerde voorzieningen. In de praktijk stellen we vast dat het OM samen met de politie een meer actieve rol speelt in het dirigeren van mensen naar jeugdhulp. Voor het decreet nam het Comité Bijzondere Jeugdzorg (CBJ) als centraal aansprekingspunt deze taak op zich. Noot 1 : Zo er sprake is van ernstige mishandeling (bijvoorbeeld seksueel misbruik, ernstig fysiek en psychisch geweld) of indien er dwangmaatregelen noodzakelijk geacht worden, zoals huiszoeking of bevel tot aanhouding), zal het OM de onderzoeksrechter vorderen. Het OM zal hier ook veelal de jeugdrechter vorderen om maatregelen ten aanzien van de minderjarige te bewerkstelligen (bij hoogdringendheid, zo aan de voorwaarden is voldaan) of zal op zijn minst zorgen voor goede informatiedoorstroming naar de hulpverlening of de gemandateerde voorziening.

17

Noot 2 : In vele gevallen loopt een dossier waarin sprake is van een verontrustende situatie in hoofde van een minderjarige op het parket op twee sporen : - Het onderzoek naar de strafbare feiten (opsporingsonderzoek of gerechtelijk onderzoek) - Het jeugddossier waar de belangen van de minderjarige verder worden in opgevolgd en die er toe leiden kunnen leiden dat gerechtelijke jeugdhulp (via vordering jeugdrechter) wordt ingeschakeld, of dat de situatie wordt aangemeld bij de gemandateerde voorzieningen . (Op het parket Oost-Vlaanderen, Afdeling Gent respectievelijk F-kaft en J-kaft genoemd) Voorbeeld bij noot 2 : Langdurig en continu gehuil van een baby verontrust buren, ze vrezen dat de baby mogelijk veel alleen thuis achterblijft (alleenstaande moeder). De buren lichten wijkagent in. Wijkagent maakt proces-verbaal op en vraagt instructies aan parket. Een onderzoek naar leef-en opvoedingsomstandigheden wordt gevoerd. Blijkt een huilbaby te betreffen en een vereenzaamde en vermoeide moeder te gaan : recente breuk met partner/vader, die het kind niet erkende, geen vast inkomen…Het dossier lastens de moeder wegens ‘verwaarlozing ‘ wordt geseponeerd. Het kind wordt even verder opgevolgd via een J-dossier (zelfde stukken). Door tussenkomst van politie komt er een nieuw contact met - grootouders die ondersteuning bieden, - OCMW - dienst sociale huisvesting….

Eind goed al goed: het J-dossier wordt geseponeerd. Maar zo loopt het niet altijd !

18

VRIJWILLIGE BUITENGERECHTELIJKE JEUGDHULPVERLENING IN PRAKTIJK IN MAGISTRATUUR

2. PASSEND OMGAAN MET ‘FALENDE’ VRIJWILLIGE HULPVERLENING

19

Aanmelding van verontrustende situatie gemandateerde voorzieningen OCJ/VK 1. Als men vaststelt dat  de ouders of de minderjarige er niet in slagen om het brede netwerk van dienstverlening op te sporen of te bereiken  de lopende hulpverlening faalt en er twijfel is over de vrijwilligheid  de minderjarige bescherming nodig heeft en de ouders op hun verantwoordelijkheid moeten aangesproken worden  of dat men niet akkoord is met de geboden hulp….. zal er een aanmelding moeten gebeuren bij de gemandateerde voorzieningen, OCJ en VK, die elk in geval van verontrusting -nog steeds binnen de vrijwilligheid- nog meer aanklampend werken en waar de deur op een kier wordt gezet voor de gedwongen hulpverlening, zo dit noodzakelijk zou blijken. Ook hier speelt de politie een belangrijke rol bij de opvolging. Zij kunnen immers vaststellen hulpverlening geen impact heeft, de vrijwilligheid slechts schijn is, dat de betrokkenen ter plaatse blijven trappelen, dat de toestand van kwaad naar erger gaat ….. Het komt de overheid toe daar de vinger op de pols te leggen en deze situaties actief op te sporen of op te volgen en te reageren. 2. Deze aanmelding gebeurt door  in eerste instantie, door de reeds betrokken hulpverlener (via een elektronisch document) Het initiatief ligt in elk geval in hoofdzaak bij de personen uit de leefomgeving van de jongere, die betrokken zijn bij de problematiek of deze kennen en die handelen vanuit een gevoel van verontrusting: ‘hier moet er een versnelling hoger geschakeld worden’. Voorbeeld : Bij hardnekkige spijbelproblematiek en andere verontrustende gegevens die via de school aan het licht komen (slechte hygiëne, geen opvang of opvolging, middelengebruik, agressieprobleem bij kind, sporen van geweld bij kind, gevolgen van pestproblematiek…) is het CLB o.i. eerste partner van OCJ met oog op aanmelding. Dit gebeurt niet altijd of vaak (te) laat, wordt er politietussenkomst afgewacht …Het is evenwel niet de bedoelingen 20

tussenkomst politie af te wachten …..of zich te beroepen op basis van het bestaan van een PV van inlichtingen, bijvoorbeeld naar aanleiding van tussenkomst gerechtsdeurwaarder om zogenaamde gerechtelijke hulp in te roepen en te verwijzen naar de tussenkomst van politie en overmaking PV as such….Gerechtelijke tussenkomst vereist dat voldaan is aan specifieke voorwaarden…

 het parket (per brief op per fax, zie model in bijlage) De ouders krijgen een brief waarin hen medegedeeld wordt dat gelet op de verontrustende situatie die blijkt uit PV of andere meldingen, de situatie is aangemeld bij deze diensten(OCJ/VK), en dat zij door deze diensten zullen worden gecontacteerd. 3. De aanmelding is gericht aan de door het decreet geïnstalleerde gemandateerde voorzieningen : Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ)  Minderjarigen waarvan de ontplooiingskansen/integriteit bedreigd zijn  Problematische leefsituaties die jongeren schaden Vertrouwenscentrum kindermishandeling (VK)  Situaties van kindermishandeling Beide voorzieningen hebben een zelfde mandaat en een zelfde regelgevend kader. Hun expertise ligt op een verschillend niveau.

21

Het OM/ de hulpverlener schat zelf in om welke situatie het gaat. De voorzieningen heroriënteren zelf zo nodig. Voor het decreet situeerde zich hier de bemiddelingscommissie. Een arbitrerend orgaan dat bemiddelde tot voortgang in de vrijwillige hulpverlening of bij gebrek daaraan de toegang tot gerechtelijke tussenkomst mogelijk maakte. MaNo - onderzoek door de gemandateerde voorzieningen OCJ/VK De twee instanties, OCJ en VK, gaan na of er sprake is van verontrusting en maatschappelijke noodzaak tot hulpverlening. Zij garanderen aan het parket dat de zaak zal opgevolgd worden en dat er hulpverlening zal geboden worden voor zover hun onderzoek wijst op verontrusting en maatschappelijke noodzaak tot hulpverlening. De parketmagistraat kan dan in principe het dossier op het parket sluiten/seponeren. ‘Maatschappelijk noodzaak (tot hulpverlening)’ wordt als volgt gedefinieerd in het decreet (art. 2,34°) : De kwalificatie die na het onderzoek, vermeld in artikel 34 door de gemandateerde voorziening aan een verontrustende noodzaak wordt gegeven en die de noodzaak vastlegt om hulpverlening in te schakelen. Het komt er dus op neer om na te gaan of het in onze maatschappij noodzakelijk is dat er in de concrete verontrustende situatie, hulp moet worden geboden, desgevallend tegen de wil van de meerderjarige en/of de ouders. Het antwoord op deze vraag mag enkel worden gegeven door een gemandateerde voorziening (OCJ/VK) die van de Vlaamse wetgever als enige het mandaat heeft gekregen om dit uit te zoeken. ‘Maatschappelijke noodzaak’ is een label dat alleen kan gegeven worden door OCJ/VK.

22

Het MaNo-onderzoek verloopt in verschillende fases gaande van screening, naar gesprekken , overleg en teambeslissing en in elk geval mits een tegensprekelijk debat met betrokkenen. Het komt dus het OM niet toe om in te schatten of er al dan niet sprake is van maatschappelijke noodzaak voor hulpverlening.

Niets verhinderd het OM uiteraard om de zaak te blijven opvolgen, en adequate reacties uit te lokken.

Het onderzoek kan maximaal 65 dagen duren (Besluit Vlaamse Regering) maar in spoedeisende gevallen kan men de stappen van het onderzoek versnellen. Het parket legt een urgentiegraad vast in zijn aanmeldingsformulier (eigenlijk vraag tot tussenkomst)  15 dagen  1 maand  2 à 3 maanden Het is aan te raden om doordacht en selectief met die termijnen om te springen en niet steeds voor de 15 dagen te gaan. Dit is niet realistisch. Voorbeeld : Huisdokter geeft telefonisch bericht aan parketmagistraat van schrijnende toestand van psychische agressie ten huize van de moeder; het kind kon niet terecht bij papa wegens te beperkte huisvesting . Het jonge meisje neemt zelf telefonisch contact op met magistraat en doet haar verhaal. De maternale oma raadpleegt een advocaat om te vernemen wat haar te doen staat, geconfronteerd met deze situatie. Het meisje kon zeker bij haar terecht maar de oma vond dat dit in de correcte omkadering diende te gebeuren. Bovendien zou het dan een probleem vormen om naar school te gaan 23

(afstand).Een zus pleegde eerder zelfmoord. Nog voor de sociale recherche, die onmiddellijk ter plaatse werd gestuurd voor nazicht toestand, een PV kon opmaken, werd er door de parketmagistraat aangemeld op basis van de mondelinge gegevens, een korte nota van advocaat en onleesbaar kattebelletje gefaxt door de huisdokter. De gemandateerde voorziening ging in op de door de magistraat gevraagde spoedtermijn van 15 dagen. Het procesverbaal leef-en opvoedingsomstandigheden werd nagestuurd aan OCJ. Beslissingen van de gemandateerde voorzieningen 1. Zij kunnen oordelen dat de lopende hulpverlening volstaat en verder opvolgen (observerende tussenkomst) 2. Zij kunnen de hulpverlening oriënteren naar RTJH of naar NRTJH (via poort), in de gevallen waar geen RTJH lopende is, geen hulpvraag is, de lopende hulpverlening niet relevant is, of er geen passende hulpverlening wordt gevonden + de zaak verder opvolgen (interveniërende tussenkomst) 3. Zij kunnen doorverwijzen naar het Parket (artikel 39 IJH), zo er geen vrijwilligheid is en/of er geen medewerking wordt verleend aan het onderzoek maatschappelijke noodzaak. 4. Zij kunnen uiteraard ook beslissen dat er geen maatschappelijke noodzaak tot jeugdhulp is ( het OM kan evenwel niet verhinderd worden verder op te volgen via politie, opnieuw aan te melden enz…)

Noot 1 : het VK behoudt ook nog zijn reguliere werking als hulpverlener op de eerste lijn 24

Noot 2 : In principe kunnen ook de minderjarige, diens ouders of opvoedingsfiguren zelf ook een onderzoek aanvragen bij deze instanties (art. 41 Decreet). Dit zou mondeling of schriftelijk kunnen (laagdrempelig).

FINALE FASE : GEDWONGEN GERECHTELIJKE JEUGDHULP 25

 Wat als OCJ/VK niet verder kunnen …

De gemandateerde voorzieningen verwijzen het dossier door naar het parket (art. 39 IJH), de zogenaamde gewone ‘gewone VOS’ (art. 47,1° IJH) Als bij een verontrustende situatie vrijwillige hulpverlening niet meer mogelijk is :  de aanklampende hulpverlening werkt niet,  er is weigering om mee te werken aan het onderzoek maatschappelijke noodzaak  de noodzakelijk geachte hulp wordt niet aanvaard …. verwijzen de gemandateerde voorzieningen OCJ en VK het dossier door naar het parket. Een doorverwijzing wordt voorafgaan door een uitnodiging van het ondersteuningscentrum(OCJ/VK) voor een tegensprekelijk debat met de minderjarige, ouders, in voorkomend geval opvoedingsverantwoordelijken. Een doorverwijzing bevat (art. 40 IJH) :  Een beschrijving van de verontrustende situatie vanuit het belang van de minderjarige  Het standpunt van de minderjarige, zijn ouders/opvoedingsverantwoordelijk/betrokken personen uit zijn omgeving Het parket kan op basis van deze doorverwijzing de Jeugdrechter vorderen (model in bijlage). Het OM toont aan dat : 1. Vrijwillige hulp niet mogelijk is 2. Alles in het werk is gesteld om vrijwillige hulpverlening te organiseren door tussenkomst van GV die de situatie heeft gelabeld (art 39 IJH OCJ of art. 42 § 3 IJH VK)

26

De Jeugdrechter laat navorsingen (maatschappelijk onderzoek) verrichten via de consulent bij de jeugdrechtbank (Sociale Dienst voor Gerechtelijke Jeugdhulp) en legt in voorkomend geval maatregelen op zoals voorzien in art.48 §1 IJH . Belangrijk is dat ingevolge het decreet een combinatie van maatregelen kan worden opgelegd, zoals bijvoorbeeld internaat + thuisbegeleiding. De beslissing geldt slechts voor zes maanden.

 Wat als er zich een extreem acute situatie voordoet

Het parket vordert de jeugdrechter bij hoogdringendheid (47 §2 DIJ), de VOS HD Het OM kan enkel de Jeugdrechter vorderen zonder tussenkomst GV wanneer het kan aantonen dat : 1. Een gerechtelijke maatregel dringend noodzakelijk is. 2. Er voldoende aanwijzingen zijn dat de minderjarige onmiddellijk moet beschermd worden tegen een vorm van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatige bescherming, mishandeling of exploitatie, met inbegrip van seksueel misbruik 3. Het verlenen van vrijwillige hulpverlening niet meteen mogelijk is, omdat de noodzakelijke instemmingen niet werkelijk zijn verkregen Noot: De memorie van toelichting (IJH) voegt een als het ware een bijkomende voorwaarde toe, in die zin dat ‘niet bereikbaarheid van diensten’ (gebrek aan plaats in een instelling, bij staking van diensten, weekends en feestdagen…..) geen reden mag zijn om de procedure bij hoogdringendheid in te lichten (= aan niet – realiseerbare vrijwilligheid). Deze dossiers hebben voor de Jeugdhulpregie die het traject ontwerpt, de hoogste prioriteit. 27

De Jeugdrechter beveelt vervolgens een maatregel zoals bepaald in 48 §1, eerste lid IJH met uitzondering van  het verstrekken pedagogische begeleiding aan ouders /opvoedingsverantwoordelijken  ondertoezichtstelling van de sociale dienst De sociale dienst voor gerechtelijke jeugdhulp zal evenwel nog eens moeten nagaan of er toch geen vrijwilligheid mogelijk is. De consulent beschikt hiervoor over een periode van 60 dagen. Indien blijkt dat er sprake is van vrijwilligheid, dient de onmiddellijke opheffing van de maatregel te volgen. Het hoeft geen betoog dat er op dat op het punt van beoordeling van vrijwilligheid na VOS HD veel discussie kan rijzen. Bijvoorbeeld : Derden getuigen van mishandeling , psychisch en fysisch door stiefvader; het gerechtelijk onderzoek loopt, de stiefvader werd na arrestatie vrijgesteld onder voorwaarden. De moeder van de kinderen, partner van verdachte blijft loyaal aan partner, verdachte. Beiden ontkennen de feiten. Inmiddels werden de kinderen geplaatst na vordering VOS HD. De consulent echter dat de moeder en stiefvader in vrijwilligheid begeleiding willen aanvaarden. Jeugdrechter is genoodzaakt de maatregel op te heffen….Stellen de moeder en de stiefvader zich sociaal wenselijk op ? Hoe vrijwillig is die vrijwilligheid ? Is er geen vrijwilligheid dan kan de jeugdrechter zonder nieuwe vordering verder werken met de minderjarige alsof hij/zij gevorderd werd conform art.47, 1° (gewone VOS) (versus situatie voor het Decreet).

BIJZONDERE PROCEDURES

Crisisjeugdhulp

28

Op decretale wijze werd de feitelijk samenwerking tussen het parket en crisisjeugdhulp bestendigd. Tussenkomst van crisishulp is onontbeerlijk. Dergelijk situatie wordt heel treffend omschreven op de website van Jongeren Welzijn : soms loopt het mis, paniek verwarring, men is overstuur, in shock. Het moment aangrijpen om het tij te doen keren, is het opzet van crisisjeugdhulp. De praktijk : In heel veel gevallen is er sprake van een eerder acute verontrustende situatie, waar de strenge VOS HD normen niet zijn vervuld, terwijl er absoluut nog geen sprake is van een aanmelding aan de gemandateerde voorzieningen, laat staan een doorverwijzing door deze laatsten aan het parket, waardoor het parket een jeugdrechter zou kunnen vorderen. Voorbeeld : vrouw in ziekenhuis n.a.v. onverwachte, plotse daad van agressie echtgenoot, man wordt aangehouden…kinderen kunnen voorlopig terecht bij zus slachtoffer…politie bevestigt deze oplossing, paternale (broers etc…) situatie niet betrouwbaar…baby’s kunnen meestal terecht in een ziekenhuis naar aanleiding van acute toestand… Hoewel de situatie acuut lijkt en er onmiddellijk tussenkomst noodzakelijk lijkt, is de situatie nog niet gelabeld en is het verhaal van de betrokkenen nog niet onderzocht. Bijvoorbeeld, er dringt zich een videoverhoor op om de toestand uit te klaren… Crisisjeugdhulp biedt een subsidiaire oplossing indien er niet tijdig tot een gepaste oplossing kan komen. Echter ook hier is vrijwilligheid vereist ! Het crisisnetwerk vraagt in principe een minimale bereidheid om een gesprek met crisishulp aan te gaan, wat politie en OM in principe 72 uur de tijd geeft om een oplossing te zoeken. Als geen vrijwilligheid blijkt na 72 uur stopt crisisjeugdhulp.

29

Hier ook weer het belang van de evaluatie van de toestand door tussenkomende politiediensten bij de vraag naar crisisjeugdhulp en de wijze waarop zij de modaliteiten kunnen aanbrengen. In een acute situatie is er meestal absoluut nood aan verduidelijking en onderhandeling, wat kan leiden tot een minimale medewerking en bijgevolg perspectief biedt aan crisisjeugdhulp om aan de slag te gaan. Naar aanleiding van een aantal moeilijkheden in bepaalde dossiers werd voor het parket Oost- Vlaanderen een bijeenkomst belegd met de mensen van crisisnetwerk. Hieruit kwam vooral ook naar voor dat zij in alle gevallen waar perspectief is , bereid zijn om tussen te komen…perspectief op afloop onderzoek op korte termijn, perspectief op vrijwilligheid, perspectief op het vlak van mogelijke vordering jeugdrechter op korte termijn MOF/VOS, perspectief van dringende aanmelding bij OCJ/VK, etc…Bij de behandeling van een situatie lijkt het dan ook aangewezen als magistraat ook persoonlijk feedback/toelichting te geven aan crisisjeugdhulp.

Noot : wat betreft residentiële opvang zijn zij, ook net als alle andere actoren, begrensd in hun handelen door de beperkt beschikbare plaatsen. Crisisjeugdhulp beoogt om vanuit een acuut noodgeval, de kansen op verandering ten volle te benutten : een acute crisis zou de kansen inderdaad ten volle kunnen doen keren zo deze situatie wordt begeleid onder meer door :  Crisisinterventie : ambulante tussenkomst gedurende 72 uur (temperen stress om mogelijkheden te ontwaren)  Crisisbegeleiding : thuis of ambulant gedurende 28 dagen, waarbij een hulpplan wordt opgesteld  Crisisopvang : residentiële opname (een veiligheidsgevoel creëren of ademruimte te bieden) In het decreet is expliciet een afwijking is voorzien op het principe van de vrijwilligheid (art. 6, 6e lid), in die zin dat zo er geen volledige vrijwilligheid is (bijvoorbeeld : de ouders kunnen niet bereikt worden), crisisnetwerk toch kan tussenkomen in het belang van de minderjarige, in afwachting van de noodzakelijke toestemmingen. 30

Het decreet laat toe dat ook de Jeugdrechter beroep doet op crisisjeugdhulp. Beroep op crisisjeugdhulp kan dus in elke stand van zaken (zie balk schema). De dienst is permanent beschikbaar, 24 uur op 24 uur, 7 dagen op 7. Noot : Soms moet men inventief zijn of moet het OM beroep doen op de ‘praetoriaanse maatregel’ wanneer crisishulp geen aanbod kan doen (bijvoorbeeld toevertrouwen aan een betrouwbare derde in afwachting van …….)

Bemiddeling Bemiddeling is een nieuw instrument dat bruikbaar is in elke fase van het hulpverleningsproces. Bemiddeling gebeurt op vrijwillige en vertrouwelijke basis door een onafhankelijk bemiddelaar. Bemiddeling kan er voor zorgen dat een aanmelding bij de GV kan worden vermeden en kan dus ook een buffer vormen voor gerechtelijk jeugdhulp. We kunnen in de Memorie van Toelichting lezen dat het operationeel worden van de bemiddeling cruciaal is onder meer wegens het verdwijnen van de Bemiddelingscommissie.

GEMANDATEERDE VOORZIENINGEN EN HET OM – PRAKTISCHE OVERWEGINGEN

1.Aanmeldingsformulier in bijlage

31

Valkuil : er is een opsporings- of gerechtelijk onderzoek hangende bijvoorbeeld naar intrafamiliale zedenfeiten. Het kan aangewezen zijn zorgvuldig om te springen met de informatie, geen PV’s te voegen, minstens de onderzoeksrechter te consulteren. Immers, bij MaNo worden ook de ouders opgeroepen. 2.Wat is de rol van parket na aanmelding zo geen opvolging door OCJ a) Na een aanmeldingsgesprek of na MaNo wordt geoordeeld dat er geen maatschappelijk hulp noodzakelijk is. De magistraat kan oordelen dat er verdere opvolging gewenst is in dit dossier via politionele tussenkomst. b) Wegens onbereikbaarheid van de cliënt kan geen MaNo opgestart worden De magistraat kan best opnieuw een politioneel onderzoek voeren en opnieuw aanmelden 3.Consultfunctie Men kan de gemandateerde voorzieningen (al dan niet anoniem) consulteren. Dit kan nuttig zijn om in schijnbaar verontrustende situaties verheldering te krijgen: Welke stappen kunnen er nog ondernomen worden alvorens aanmelding te doen met vraag tot MaNo ? Het is de aanvrager van het consult die uiteindelijk zelf beslist of er na consult aanmelding wordt gedaan. 4. Feedback : De ervaring leert dat contacten met de consulent – dossierbeheerder of de consulent van permanentie mogelijk zijn. Niet zozeer met betrekking tot de inhoud, maar wel met betrekking tot stand van zaken en timing. Dit kan een handig tool zijn in het kader van het beheer van het dossier op parket of bij politie.

32

5.Het is nuttig zoveel mogelijk informatie door te geven (met evenwel hierboven vermelde restrictie zo strafonderzoek lopende is). Essentieel is te vermelden wie reeds is tussengekomen, welke diensten eventueel reeds bijstand hebben verleend of de zaak hebben opgevolgd, referenties, telefoonnummers ... Dit kan de behandeling van het dossier vooruithelpen. 6.De gemandateerde voorzieningen kunnen niet doorverwijzen zonder oproeping van minderjarige, ouders…(zie hierboven). Die mogelijkheid bestond wel onder de bemiddelingscommissie, waardoor er sneller kon opgetreden worden. De prioriteit gaat nu naar het werken met een gefundeerd en gestoffeerd dossier en een tegensprekelijk debat. Het parket zal genoodzaakt zijn in urgente gevallen een hoogdringende maatregel te vorderen zo mogelijk, of het onderzoek MaNo te laten uitvoeren in combinatie met stringente politionele opvolging en praetoriaanse maatregelen of de tussenkomst van crisisnetwerk vragen .

GEDWONGEN JEUGDHULPVERLENING – BIJZONDERHEDEN OVER BEVOEGDHEID, WERKING EN PROCEDURE

1. Territorialiteit 33

De gezinsplaats van de minderjarige bepaalt de bevoegdheid van de Jeugdrechtbank. De wet zegt : “ de verblijfplaats van de ouders of diegene die de persoon beneden de 18 jaar onder hun bewaring hebben”. Als de gezinsverblijfplaats niet vaststaat, is de plaats waar de minderjarige wordt aangetroffen, of zelf verblijft, doorslaggevend. Als de gezinsverblijfplaats wijzigt, wordt het dossier door de jeugdrechter doorverwezen naar de jeugdrechter van de nieuwe verblijfplaats. 2. Leeftijd De gerechtelijke hulpverlening bij Verontrustende situaties (>< MOF) stopt onherroepelijk bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar. Daarna is enkel vrijwillige hulpverlening mogelijk. Na 18 jaar zal de jongere zijn vraag tot voortgezette hulpverlening kunnen richten aan de intersectorale toegangspoort. Zij kunnen niet-rechtstreeks toegankelijke hulp toegewezen krijgen tot de leeftijd van 25 jaar. 3. Ook in Vos –dossiers is er een beroepsprocedure, kan men desgevallend naar het Hof van Cassatie stappen. 4. Jaarlijkse herziening maatregel De vereiste van proportionaliteit houdt in dat de dwingende maatregelen van jeugdbescherming niet langer mogen duren dan noodzakelijk is. Maatregelen van plaatsing zijn aan bepaalde termijnen gebonden, en moeten indien zij bij vonnis zijn bevolen, jaarlijks worden geëvalueerd op de openbare terechtzitting. Aan de hand van de verslagen van de sociale dienst moet de jeugdrechter nagaan of de maatregelen van opvoeding het juiste effect hebben bereiken. Het OM vordert op zitting de intrekking of de verlenging. Tussentijds kan de jeugdrechter bij beschikking maatregelen intrekken, versoepelen, verstrengen, verfijnen…..

34

5. Maatregelen jeugdrechter + decretale wijzigingen ingevolge artikel 48§1 en ingeval van VOS HD  De mogelijkheid om de minderjarige toe te vertrouwen aan een betrouwbaar persoon of betrouwbaar gezin is weggevallen (eventueel werken via pleegplaatsing – toevertrouwen aan kandidaat pleegouder)  Ingevolge artikel 48§1, 10 is de pleegplaatsing nu beperkt tot een periode van drie jaar. Pleegplaatsing tot 13 jaar zoals vroeger werd voorzien is niet meer mogelijk.

Noot : het was de Jeugdrechters opgevallen dat er aanvankelijk niet veel doorverwijzingen doorkwamen. Is dit een eerste teken dat de doelstelling worden bereikt en dat werkt de toegang tot de hulverlening efficiënter verloopt. Mogelijk heeft de opstart in het kader van het nieuwe decreet de doorverwijzing vertraagt : opbouw dossiers. De statistieken zullen het moeten uitwijzen. 5.Waarborgen minderjarige -

Hoorrecht + 12 Aanwezig bij kabinetsbespreking +12 Eventuele wijziging na schriftelijke akkoordverklaring +12 Steeds recht op bijstand raadsman Verplichting ouders bij procedure te betrekken Jeugdrechter kan ten allen tijde maatregelen intrekken (art. 60 Wet op Jeugdbescherming) - Videoverhoor (artikel 92 en volgende WSV) verplicht zo slachtoffer of getuige van bepaalde misdrijven behoudens afwijking mits motivatie in belang van de minderjarige. 6.Procedure : De gerechtelijke procedure voor minderjarigen verloopt in twee fases: 1.Voorbereidende fase (beperkte duur 6 maanden/voorlopige maatregelen) 35

2.Fase ten gronde (dagvaarding OM binnen zes maanden na vordering/ duur 1jaar/evaluatiezitting verlenging mogelijk>dagvaarding OM) 7. Bijzondere actoren van het Jeugdrecht De politiediensten vervullen bij minderjarige verdachten een belangrijke rol in de communicatie met de ouders. Zij stellen bij arrestatie van een minderjarige verdachte onmiddellijk zijn of haar ouders hierva in kennis. (art. 48 bis JBW)In overleg met de parketmagistraat wordt duidelijk gemaakt dat zij zich bij de jeugdrechter kunnen aanmelden. De politie voert ook de controle op maatregelen van opvoeding. Wanneer de jeugdrechter een huisarrest, contactverbod oplegt aan de minderjarige, is het de lokale politie die instaat voor de controle (art. 37§2 bis JBW). Algemeen worden de beslissingen van de jeugdrechter uitgevoerd door het OM, die daarvoor beroep doet op de politie. De jeugdrechter zelf kan zich niet wenden tot de politie (geen vorderingsrecht/ geen officier van gerechtelijke politie. Onderzoeksopdrachten, voorleidingen, overbrengingen…dienen steeds te gebeuren via parket. Zoeking naar minderjarige in uitvoering van rechterlijk bevel of vonnis – zie Col 11/2011 : geen tijdsbeperking, of toestemming, zo er een sterk vermoeden is van de aanwezigheid van de gezochte minderjarige. Het adres van vermoedelijk aantreffen moet wel opgenomen zijn in vattingsbevel (OGP). Ouders zijn strafbaar als zij ingaan tegen de beschikkingen en maatregelen opglegd ten aanzien van het kind. Noot : Bij de aflevering van de processen-verbaal dient volgende in acht genomen te worden : 1. Er wordt een dossier opgemaakt per minderjarige 2. Er is veelal sprake van een onderzoek op twee sporen (protectioneel dossier en strafdossier) 3. Eenmaal de Jeugdrechter gevorderd, worden de stukken/het dossier hem/haar overgemaakt. Verder onderzoek dient dus te gebeuren op basis van kopieën door het OM in een soort werkkaft (methode Parket Gent) 36

Voor procedure –onderzoek met minderjarigen kan ook verwezen worden naar Wet op Politieambt,

KNELPUNTEN Beroepsgeheim : Het beroepsgeheim in de vrijwillige jeugdhulpverlening, bij de sociale dienst, jeugdrechters etc…is nodig om een vertrouwensband op te bouwen met de minderjarige, zijn ouders, personen in de context van de minderjarige die nuttige informatie kunnen geven , bijvoorbeeld schooldirectie.

37

Zo niet bestaat het gevaar dat de hulpverleners afhaken en de informatiestroom opdroogt, zoals Bart De Smet het sprekend verwoordt in voormeld boekJeugdbeschermingsrecht in hoofdlijnen. Anderzijds mag de naleving van de geheimhoudingsplicht, opgelegd door het decreet, de uitvoering van de taken die het decreet of andere regelgeving oplegt, niet onmogelijk maken. Noot : Hetzelfde geldt voor een jeugdrechter, niet alles kan toegedekt blijven. In artikel 73,74 en 76 IJH worden afwijkingen toegestaan op de geheimhoudingsplicht, op voorwaarde dat de daar gestelde voorwaarden worden nageleefd (gezamenlijk en gedeeld beroepsgeheim van jeugdhulpverleners en strikte kanalisering van informatieverwerking). Artikel 458 van het strafwetboek heeft een algemene draagwijdte en bestraft iedereen die door zijn staat of beroep kennis draagt van geheimen die hem zijn toevertrouwd. Artikel 458bis biedt de mogelijkheid om dit beroepsgeheim te doorbreken. De plicht tot geheimhouding wordt opgeheven voor bepaalde misdrijven (aanranding van de eerbaarheid, verkrachting, opzettelijk slagen, genitale verminking, achterlaten van kinderen, kinderverwaarlozing (breed spectrum, m.i.), moord en doodslag. Dit spreekrecht moet restrictief geïnterpreteerd worden, overeenkomstige voorwaarden:.  de fysische of psychische integriteit van de minderjarige ernstig is bedreigd  de aangifte de enige mogelijkheid is om de minderjarige te beschermen (laatste redmiddel) dus louter in het belang van de minderjarige  uiteraard voor zover het om informatie gaat die de minderjarige of derden in vertrouwen hebben meegedeeld, niet met de bedoeling om het naar buiten te brengen; wanneer de info anders werd bekomen of het slachtoffer aandringt op bekendmaking is er geen probleem. In andere gevallen dient men te zwijgen (bvb. Inbreuk drugwet, aanzetten tot ontucht). In dat geval kan men zich enkel beroepen op de noodtoestand. 38

Spreken is dan enkel geoorloofd als er sprake is van een acute reële gevaartoestand waaruit de minderjarige moet gered worden. Artikel 7 IJH moet gezien worden als een herhaling en bevestiging van die algemene regel die hier wordt uitgebreid tot eenieder die meewerkt aan de integrale jeugdhulp (beroepsgeheim). De uitzonderingen opgenomen in artikel 458 van het Strafwetboek, als ook de invulling en verfijning van de constitutieve bestanddelen van de geheimhoudingsplicht die zijn aangebracht door de rechtspraak, zijn van toepassing op de personen die meewerken aan de toepassing van dit decreet. De meerwaarde van artikel 7 ligt daarin dat het duidelijkheid schept voor de personen ten aanzien van wie er twijfel zou kunnen bestaan of zij al dan niet onder 458 van het Strafwetboek vallen. (Zie Memorie van toelichting IJH) Tegenpool schuldig verzuim 422 bis. Link met : Feedback eerste lijn hulverlening Link met : Gebruik van stukken in een VOS/MOF dossier

KINDERMISHANDELING - PROTOCOL

Het bestaand officieel protocol vindt U in bijlage. Het protocol is opgemaakt op Vlaams niveau.

39

Het is door de tijd wat achterhaald door allerlei wetswijzigingen (Crisisnetwerk, Decreet Integrale Jeugdzorg, Familierechtbank,…). Recent werd het protocol herwerkt of opnieuw ontworpen door het Vlaams Forum Kindermishandeling (Brussel). Dit zou zich nog steeds in ontwerpfase bevinden.

BRONNEN 1. JEUGDBESCHERMINGSRECHT IN HOOFDLIJNEN, BART DE SMET , TWEEDE EDITIE INTERSENTIA 40

2. CURSUS OOST-VLAAMSE POLITIEACADEMIE, VAKGROEP BIJZONDERE WETGEVING FREDERIC VROMAN SPG 3. MEMORIE VAN TOELICHTING DECREET IJH 4. RICHTLIJNEN PARKET OOST –VLAANDEREN 5. SITE JONGEREN WELZIJN

41

CASUS- BEHANDELING

42

View more...

Comments

Copyright � 2017 NANOPDF Inc.
SUPPORT NANOPDF