Vragen algemeen - Chemieleerkracht.be

January 8, 2018 | Author: Anonymous | Category: Wetenschap, Scheikunde, Physical Chemistry
Share Embed Donate


Short Description

Download Vragen algemeen - Chemieleerkracht.be...

Description

De oplosbaarheid van een vaste stof in een oplosmiddel stijgt als Stoffen die goed oplossen in water worden ook wel ……………………………. stoffen genoemd.

Oplossing:

hydrofobe

De oplosbaarheid van een gasvormige stof in een oplosmiddel stijgt als a) de temperatuur wordt verhoogd. b) de temperatuur wordt verlaagd. c) de temperatuur heeft geen invloed op de oplosbaarheid van gassen

Oplossing:

b

De oplosbaarheid van een vaste stof in een oplosmiddel stijgt als a) de druk toeneemt b) de druk afneemt c) de verandering van druk heeft geen invloed op de oplosbaarheid van gassen

Oplossing:

c

Een ionverbinding is een …. a) Elektrolyt b) Niet-elektrolyt c) Geen van beide

Oplossing:

a

a) de temperatuur verhoogd wordt. b) de temperatuur verlaagd wordt. c) De temperatuur heeft geen invloed op de oplosbaarheid van vaste stoffen

Oplossing:

a

De oplosbaarheid van een gasvormige stof in een oplosmiddel stijgt als a) de druk toeneemt b) de druk afneemt c) de verandering van druk heeft geen invloed op de oplosbaarheid van gassen

Oplossing:

a

Is HCl een polaire stof? En waarom?

Oplossing: HCl is inderdaad polair. Dit omdat H en Cl een groot verschil hebben in elektronegatieve waarde waardoor er een negatief gebied ontstaat rondom Cl en een positief gebied rond H. En het molecule is asymmetrisch dus de ladingscentra vallen niet samen.

Is een polair molecule = een dipoolmolecule? a) Ja b) Neen c) In sommige gevallen wel. Maar niet altijd.

Oplossing:

a

Welke uitspraak klopt: Stel ik wil zwavelzuur verdunnen. Ik moet 4 keer verdunnen en heb uiteindelijk 10 ml verdund zwavelzuur nodig. Hoeveel ml stockoplossing moet ik dan nemen?

Oplossing: 2.5 ml stockoplossing. Want 10ml /4 = 2.5 ml. Dus als ik deze 2.5 ml aanleng tot 10 ml dan heb ik 4 keer verdund.

a) Bij het oplossen van covalente bindingen spreken we van dissociatieproces b) Bij het oplossen van covalente bindingen spreken we van ionisatieproces c) Bij het oplossen van covalente bindingen spreken we van polarisatieproces. Oplossing:

b

Welke uitspraak is correct: Verklaar per stof of deze polair of apolair is.   

CO2 CH4 I2

a) Bij het oplossen van ionbindingen spreken we van dissociatieproces b) Bij het oplossen van ionbindingen spreken we van ionisatieproces c) Bij het oplossen van ionbindingen spreken we van polarisatieproces.

Oplossing: CO2 = apolair, CH4 = apolair, I2 = apolair Oplossing:

a

Duid een andere persoon aan tegen je wie je deze vraag opneemt. Hij/Zij die het eerst de vraag juist kan beantwoorden wint het taartpunt. De andere spelers zijn de jury. De vraag luidt: schrijf voor het eerst 5 stoffen op die oplosbaar zijn in water.

Duid een andere persoon aan tegen je wie je deze vraag opneemt. Hij/Zij die het eerst de vraag juist kan beantwoorden wint het taartpunt. De andere spelers zijn de jury. De vraag luidt: schrijf voor het eerst 5 stoffen op die oplosbaar zijn in methaan.

Oplossing: suiker, zout, CH3-OH , NaOH, HCl, … Indien je twijfelt bij ionverbindingen. Controleer dan m.b.v. de tabel ‘oplosbaarheid van ionverbindingen’.

Oplossing: In principe zijn alle alkanen hierin oplosbaar want elk van hen is apolair. Wat ook hierin oplost zijn allerhande soorten vetten, oliën, …

Is een dipoolmolecule … ? a) b) c) d)

Negatief geladen Positief geladen Neutraal Wat is een dipoolmolecule eigenlijk?

Oplossing: C, een dipoolmolecule heeft geladen gebieden die worden aangeduid met δ+ of δ- . Maar het molecule zelf is neutraal.

Wat is het verschil in oplossen van CH3-OH en het oplossen van NaCl in water?

Oplossing: Zouten oplossen is anders dan oplossen van moleculaire stoffen. De zouten lossen op omdat ze dankzij het dipoolkarakter van water splitsen in ionen. Moleculaire stoffen daarentegen lossen op doordat ze H-bruggen vormen met het water. Is tetrachloormetaan polair of apolair?

Wat zijn hydrofiele stoffen?

Oplossing: Dit zijn stoffen die ‘van water houden’ en die dus ook in water oplossen

Oplossing: Dit is een apolaire stof omdat het negatieve centrum net op het C-atoom valt en zo ook op het positieve centrum. Dus symetrisch.

Duid een andere persoon aan tegen je wie je deze vraag opneemt. Hij/Zij die het eerst de vraag juist kan beantwoorden wint het taartpunt. De andere spelers zijn de jury. De vraag luidt: schrijf de dissociatievergelijking op van de Mg3(PO4)2 en Ca(ClO)2 bij het oplossen in water. Oplossing:

Mg3(PO4)2  3Mg2+ + 2PO43Ca(ClO)2  Ca2+ + 2ClO-

Zijn de volgende stoffen elektrolyten of niet ? -

Zout (NaCl) Suiker Kopersulfaat (CuSO3) Alcohol

Oplossing: NaCl en CuSO3 zijn elektrolyten. Suiker en alcohol splitsen niet in ionen dus zijn nietelektrolyten.

View more...

Comments

Copyright � 2017 NANOPDF Inc.
SUPPORT NANOPDF