wederkerigheid en tegenprestatie en implementatieplan

January 8, 2018 | Author: Anonymous | Category: Sociale wetenschappen, Sociologie
Share Embed Donate


Short Description

Download wederkerigheid en tegenprestatie en implementatieplan...

Description

Samenleving

kM

Gemeente Delft

Retouradres : Strategisch advies, Postbus 78,2600 ME Delfl

aan de gemeenteraad

Datum

De Torenhove Martinus Nijhoñiaan 2 2624 ES Delft BankrekeningBNG 28.50.01.787 IBAN NL21 BNGH 0285 0017 87 t.n.v. gemeente Deiñ Behandeld door Sibyile van der Lem Telefoon 2195333 [email protected] Internet www.delft.nl Telefoon 14015

Ondewerp

Wederkerigheid en tegenprestatie en implementatieplan Ons kenmerk

1346496 Uw brief van Uw kenmerk Bijlage 3

Geachte leden van de raad, Graag bieden wij u een drietal documenten ter kennisgeving aan. Zij hebben betrekking op de re-integratieactiviteitenen -initiatieven die de gemeente biedt voor mensen die ondersteuning nodig hebben bij het vinden van (betaald) werk. We geven kaders aan voor hoe we in de Delftse participatiesamenleving vorm geven aan wederkerigheid en tegenprestatie. Daarbij brengen we ook de mogelijkheden en beperkingen volgens de wet in beeld. En we geven in een implementatieplan aan hoe we uitvoering willen geven aan 'De Delftse tegenprestatie'. Nog dit jaar willen we u ook een kadernotitie "vrijwilligerswerken burgerinitiatieven" aanbieden. Hierbij treft u aan: In de kaderstelling 'Wederkerigheid en tegenprestatie, een win-winwin situatie' worden de sociale visie en wederkerigheid & tegenprestatie aan elkaar verbonden. We benoemen uitgangspunten en succesfactoren, en werken wederkerigheid & tegenprestatie uit in relatie met de decentralisaties- WMO, Jeugdzorg, en in het bijzonder de WWB. We geven de mogelijkheden en beperkingen uit wetgeving hierbij weer, maar tekenen aan dat de wetgeving ivm de decentralisaties nog niet is vastgesteld - met uitzondering van de wet jeugdzorg. 'Meedoen door tegenprestatie' is het implementatieplan voor een sluitende aanpak in de WWB. Hierin gaan we in op: - aantallen WWB-ers, die we aanvullend willen bereiken voor een sluitende aanpak. - de participatieladderen criteria die worden gehanteerd voor invulling van de tegenprestatie. - de acquisitie van extra activiteiten. - de extra uitvoeringskosten en financiering.

Datum

12-07-2013

Overzicht en samenhang tussen re-integratie en werkgelegenheidsinitiatieven, en de samenwerking met lokale maatschappelijke partners vindt u terug in het magazine 'Delft activeert'. Hiermee hebben we de motie 'maatschappelijke bijdrage uitkeringsgerechtigden' van de raad, uit 2012 volledig beantwoord'.

# '/'

Hoogachtend, het college van burgemees

n /

thouders van Delft,

' In november 2012 heeft u al een raadsbrief (nr. 1255339) ontvangen over de invulling van de 'De Delftse tegenprestatie'.

Wederkerigheid en tegenprestatie, een win-win-win situatie

- ~aaerstellingen urrwer~rng/n verDana metde decentralisaties -

Gemeente Delft, cluster Samenleving September 2013

Inhoud

1. Voorwoord 2. Inleiding

2.1. Win-win-win 2.2. Uitgangspunten van wederkerigheid en tegenprestatie 2.3. Succesfactoren 3. De participatiesamenleving en de decentralisaties 3.1. Wederkerigheid & tegenprestatie in de participatiesamenleving 3.2. De Jeugdzorgwet, de WMO en de WWB 4. Tegenprestatie en de Wet werk en bijstand 4.1. Hoe ziet het re-integratie en tegenprestatiebeleid van Delft er uit? 4.2. Hoe werkt 'De Delftse Tegenprestatie'? 4.3. Wat gaan we in de nabije toekomst doen? 4.4. Re-integratie / werkgelegenheidsprojecten 4.5. Welke wettelijke kaders gelden er? (WWB) 4.6. Financiering re-integratie / tegenprestatie 4.7. Verdringingsaspecten en concurrentievervalsing

Bijlagen

Bijlage 1.Ondersteuningslijnen Werkbedrijf en verschillende groepen kandidaten. Bijlage 2. Artikel 9. Overeenkomst maatschappelijk nuttige activiteiten (MNA). Bijlage 3. Eerder vastgesteld beleid als basis.

1. Voorwoord

In de komende 3 hoofdstukken geven we de kaders aan van het Delftse concept van wederkerigheid en tegenprestatie. En we geven een uitwerking in verband met de decentralisaties, in het bijzonder de Wet werk en bijstand (WWB). We hebben dit kader 'Wederkerigheid en tegenprestatie, een win-win-win situatie' opgesteld in de wetenschap dat er nog veel in het ongewisse is over de invulling van WMO en WWB, straks Participatiewet, per l januari 2015. De politieke en maatschappelijke omgeving is turbulent en ook de troonrede heeft ons geen helderheid geboden over komende wetgeving in het sociale domein. Tegelijk zetten we ons concept wederkerigheid en tegenprestatie in, als bewust onderdeel van onze ambitie Participatiesamenleving, direct gekoppeld aan onze sociale visie en sociale innovatie. Eerste belangrijke vervolgstap - naast het delen van deze kaderstelling - is in gesprek gaan met onze partners in het sociaal domein om gezamenlijk vorm en inhoud te geven aan 'wederkerigheid en tegenprestatie, een win-win-win situatie', inclusief de communicatie.

2. Inleiding

'In onze participatiesamenleving doet iedereen naar vermogen mee; mensen versterken zichzelf, doen iets voor een ander, of voor de stad; ieder doet ertoe.

De gemeente stimuleert en faciliteert initiatieven van burgen

Dit is het centrale uitgangspunt voor de kaders van wederkerigheid en tegenprestatie, zoals we die in Delft vormgeven. Deze kaders vinden hun basis in de Delftse visie en ambities, die door het college en in het bijzonder de Stuurgroep ISD in de afgelopen periode zijn vastgesteld (zie Bijlage 5 voor vastgesteld beleid). Samen vormen ze het Delftse concept 'Wederkerigheid en tegenprestatie, een win-win-win situatie': goed voor burgers, goed voor de stad, goed voor de gemeente. In de hoofdstukken 2 en 3 vindt u vervolgens een uitwerking van de Delftse wederkerigheid en tegenprestatie tegen het licht van de decentralisaties, in het bijzonder de WWB.

In Delft willen we (bevorderen) dat mensen economisch zelfstandig zijn, regisseur zijn van hun eigen leven en in hun directe omgeving, vanuit hun eigen kracht en met elkaar, actief zijn én blijven. De ondersteuning van burgers is daarom ook gericht op het versterken van die eigen kracht. Wij gaan uit van wat mensen kunnen, en tegelijk ook van de menselijke maat. We streven ernaar dat burgers, bijvoorbeeld in hun rol als vrijwilliger, mantelzorger of buurtbewoner, zich inzetten bij het versterken van de samenleving (civil society) en het bieden van ondersteuning aan elkaar (burgerschap, burgerkracht). De gemeente stimuleert actieve burgers en faciliteert initiatieven, in wijken of buurten, ook van organisaties en verenigingen. Het idee is dat deze initiatieven de structuur van samen8evingsvoorzieningen versterken en bijdragen aan een goed sociaal klimaat in de stad. Tegelijk hebben we oog voor de kwetsbaarheid van mensen die niet (meer), nooit, aan dit beeld kunnen voldoen" en die ondersteuning nodig hebben.

1

Andries Baart (Universiteit Tilburg) in artikel 'Kwetsbaarheid mag meer aandacht krijgen ', Trouw, 24 mei

2013.

De uitdaging waar gemeenten voor staan is complex, met minder geld moeten we in een supersnel ontwikkelende samenleving onze verantwoordelijkheid en rol nemen en onze toenemende taken in verband met de drie decentralisaties - Participatiewet, AWBZ en Jeugdzorg - gaan vormgeven. Als overheid die het dichtst bij de burgers staat, hebben we nu wel de kans om brede ondersteuning voor onze inwoners vraaggericht en in samenhang te gaan bieden, samen met maatschappelijke partners in de stad en de regio. Hiermee hebben we in de kern de win-win-win situatie aangegeven: wat willen we bereiken met het inzetten van wederkerigheid en tegenprestatie: Zelf doen en samen Centraal in onze sociale visie staan eigen kracht, eigen regie, om te 'doen, meedoen, ertoe doen'. De ondersteuning aan burgers - in basis, maatwerk, vangnet van de samenlevingsvoorzieningen - is vraaggericht én gericht op het versterken van de eigen kracht en regie; en op wat mensen binnen hun mogelijkheden zelf (kunnen) bijdragen; zo werken we samen aan duurzame oplossingen, waarbij mensen zo kort mogelijk een beroep hoeven doen op ondersteuning. Zo maken we de stad In onze Participatiesamenlevingversterken mensen zichzelf, doen iets voor een ander of voor de stad. Zo draagt ieder bij aan de samenlevingsvoorzieningen en aan een goed sociaal klimaat. De gemeente stimuleert en faciliteert initiatieven van burgers. Meer bereiken met minder Met onze visie en uitgangspunten treden we de rijks bezuinigingen die gepaard gaan met de decentralisaties tegemoet. We ontwikkelen effectieve methodieken van versterking van eigen kracht, samen met onze maatschappelijke partners. Zo maken we het mogelijk om met de budgetten die ons ter beschikking staan die ondersteuning te bieden, die mensen nodig hebben.

Uitgangspunten van wederkerigheid en tegenprestatie

2.2.

Met bovenstaande hebben we ons kader van wederkerigheid en tegenprestatie vormgegeven, met de volgende uitgangspunten: Wederkerigheid en tegenprestatie maken onderdeel uit van /zijn in lijn met onze visie op de participatiesamenleving, waarin iedereen iets doet voor een ander, of voor de stad. Dilemma's zoals het gelijkheidsbeginsel, stigmatisering voorkomen we hiermee. Wederkerigheid en tegenprestatie zijn maatwerk en gericht op het versterken van eigen kracht, op het zelf aan je eigen toekomst/ perspectief werken, of binnen het eigen perspectief iets doen. We gebruiken de methodiek van het 'verleiden' tot wederkerigheid en tegenprestatie als burgers ondersteuning vragen, en we doen dat 'in gesprek met hen', in plaats van het te presenteren als voorwaarde voor de ondersteuning. Ook waar wettelijke kaders een verplichting meegeven, passen we daarbinnen de methodiek van 'het gesprek' en 'verleiden' toe. Dilemma's zoals gedwongen tewerkstelling voorkomen we hiermee. We spreken mensen aan op hun kracht in plaats van hun kwetsbaarheid. Zo werken we eraan dat mensen zo kort mogelijk een beroep hoeven doen op ondersteuning. Tegelijk zijn wederkerigheid en tegenprestatie zijn niet vrijblijvend, er geldt: afspraak is afspraak. Als je die niet nakomt, hebben wij een alternatief. Dilemma's zoals een groter beroep doen op ondersteuning dan nodig is, lossen we hiermee op. De wederkerigheid en tegenprestatie waartoe we uitnodigen zijn in lijn met de voorziening die gevraagd wordt, of ondersteuningsbehoefte. Dilemma's zoals de redelijke verhouding lossen we hiermee op. De wet is onze gids - het gaat bij wederkerigheid en tegenprestatie om additionele werkzaamheden en maatschappelijk nuttige activiteiten. Dilemma's zoals verdringing en goedkope arbeidskrachten voorkomen we hiermee. 2.3.

Succesfactoren

Er is veel onderzoek gedaan naar en geschreven over actief burgerschap, en naar randvoorwaardenvoor het welslagen hiervan, van vrijwilligerswerk en van wederkerigheid & tegenprestatie2.In lijn met onze sociale visie en innovatie geven we hier in een notendop de

2

Onder meer: Evelien Tonkens e.a., als meedoen pijn doet, Uva / platform 31, 2013; Thomas Kampen e.a., de affectieve burger, UvA / platform 31, 2013; WRR, vertrouwen in burgers, 2012; H.8 uit 'De lokale Verzorgingsstaat', Alex Corra, De maatschappelijk nuttige tegenprestatie: de magische grens tussen sociale integratie en repressie, VU, 2012.

belangrijkste succesfactoren weer. Zij verdienen serieuze uitwerking voor de Delftse uitvoeringspraktijk. Maatschappelijke initiatieven bloeien dankzij zogenaamde trekkers (ondernemers, doorzetters) en verbinders (die bruggen kunnen slaan en netwerken weten aan te boren) die nabijheid verzorgen; belangrijk om te weten bij het stimuleren en faciliteren van burgerinitiatieven; Het is belangrijk voor de gemeente om het evenwicht te vinden tussen loslaten en sturen. Ruimte vinden en ruimte geven om te kiezen / o m mee te doen leidt tot vertrouwen over en weer. Durf het over te laten aan de ander, maar biedt ook rugdekking en een ruggensteun (kan in de vorm van tijd, geld, begeleiding, opleidingsmogelijkheden, groeimogelijkheden); In het project 'Vliegende brigade' van de Stichting Stunt werken naast mensen met een uitkering wijkbewoners en woningbouwcorporatieop eigen initiatief succesvol samen aan een beter leefmilieu in de wijk; de gemeente vervult een faciliterende rol.

Aandacht hebben voor de erkenning en waardering van burgerinitiatief, wederkerigheid & tegenprestatie is van groot belang; heb respect voor burgers, neem ze serieus door te luisteren, reageren, betrekken, in heldere taal en geregeld communiceren; Wederkerigheid en tegenprestatie -waaronder ook mantelzorg en vrijwilligerswerk vallen -winnen aan effectiviteit als we het zo vrijwillig mogelijk maken. Dat kan door 'in Relatie te zijnJ, aan te sluiten bij de intrinsieke motivatie en het eigen perspectief van mensen en door vertrouwen te geven; de methodiek van het verleiden maken we hiermee tot een methodiek om de eigen kracht van burgers te versterken; Binnen het project 'Aan de slag' wordt deze methodiek zoveel mogelijk toegepast en verder uitontwikkeld. Eerste evaluaties laten zien dat deze aanpak zijn vruchten afwerpt. Ook binnen zorgorganisaties is al veel ervaring, omdat ook daar de hierboven genoemde uitgangspunten in de gespreksmethodieken al worden toegepast.

Maak bij wederkerigheid en tegenprestatie, bij vrijwilligerswerk en mantelzorg verwachtingen over de taken helder, baken af wat erbij hoort en wat niet. Dit helpt vrijwillige ondersteuning goed af te bakenen van professionele ondersteuning enerzijds in verband met de privacy van zorgvragers (een voorbeeld: in de zorg is er de regel 'vrijwilligers rondom iemand en niet aan iemandJzodat we de buurman niet hoeven douchen), anderzijds in verband met het eigene van vrijwilligerswerk, dat zich in specifieke deskundigheid/kwalificatie van betaald werk onderscheidt.

Dit voorkomt concurrentie tussen professionals en vrijwilligers. Het voorkomt ook het overvragen van vrijwilligers, in kwaliteit en kwantiteit; Bepaal daar een adequate tijdsinvestering bij, die recht doet aan de taak en aan de draagkracht van degene die de taak verricht. Binnen de kaders van de WWB stellen we heldere vrijwiIIigerswerkovereenkomsten op.

3. De participatiesamenleving en de decentralisaties

3.1.

Wederkerigheid & tegenprestatie in de participatiesamenleving

Zeer veel inwoners van onze stad geven al jaren lang heel concreet invulling aan 'wederkerigheid & tegenprestatie in de participatiesamenleving'. Denk aan de talloze vrijwilligers bij verenigingen en actieve buurtbewoners in de Delftse wijken. Zij ervaren voldoening, (zelf)waardering, leren ervan of vinden het gewoon leuk om te doen; of ze zelf ook ondersteuning ontvangen, of niet. Ook zien wij steeds meer mensen zich inzetten als zorgvrijwilliger, bij mensen thuis of in een van de zorgcentra in onze stad. Mede door deze brede, vrijwillige inzet bestaat er al een stevig maatschappelijk fundament in onze stad. Met onze maatschappelijke partners zijn we in volle voorbereiding op de concrete komst van de drie decentralisaties - de nieuwe Jeugdzorgwet, onderdelen die van de AWBZ naar de WMO komen, en de Participatiewet waarbinnen de WWB komt te vallen -per 1januari 2015. We vinden nieuwe vormen van ondersteuning in onze basis, maatwerk en vangnet samenlevingsvoorzieningen. In de sociale teams, in het Werkbedrijf, tijdens het 'Het keukentafelgesprek' met de burger die ondersteuning vraagt, zal nu ook nadrukkelijk aandacht zijn voor wat iemand zelf kan en gaat bijdragen aan de oplossing van het eigen probleem én wat iemand kan doen voor een ander of voor de stad. Daarbij aansluitend op het uitgangspunt vooral te kijken naar wat iemand (nog) wel kan, naast wat iemand niet (meer) kan. Zo werken we aan het versterken van de eigen kracht van mensen, in de Participatiesamenleving. Ook in situaties van acute, zware, of risicovolle problematiek kunnen we iets met wederkerigheid &tegenprestatie. Wanneer iemand weer op de rails geholpen is (denk bijvoorbeeld aan een dreigende huisuitzetting) zou je mogen verwachten, dat betrokkene zelf, eventueel ondersteund door zijn omgeving of een ander steunsysteem, eraan gaat werken dat herhaling wordt voorkomen, aan de eigen kracht ®ie dus. Daarover kan- en moet je concrete afspraken maken. De eigen inspanningen kun je zien als wederkerigheid. Het draagt namelijk niet alleen bij aan eigen kracht (gaat ervan uit dat mensen niet alleen verantwoordelijk zijn voor hun eigen leven maar het is ook de erkenning dat ze daartoe in staat zijn. Dit kan een behoorlijke omslag zijn voor mensen die door de omgeving en door zichzelf alleen maar als problematisch worden gezien), eigen regie maar het bespaart ook veel maatschappelijke kosten die gemaakt zouden kunnen worden bij herhaling of verder afglijden.

De Jeugdzorgwet, de WMO en de WW8

Wat gaat de nieuwe wetgeving de gemeente meegeven op het gebied van eigen kracht, wederkerigheid en tegenprestatie? Een korte impressie. Belangrijk doel van de nieuwe Jeugdzorgwet is het versterken van de eigen kracht van de jongere en van het zorgend en probleemoplossend vermogen van diens gezin en sociale omgeving. Bij ondersteuning, hulp en zorg wil de wet uitgaan van eigen verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden (eigen kracht) van jeugdigen en hun ouders, met inzet van hun sociale netwerk3. De begrippen wederkerigheid en tegenprestatie vinden we In de nieuwe Jeugdzorgwet niet terug. In de nieuwe WMO zal het uitgangspunt van de eigen regie & verantwoordelijkheid en die van de sociale omgeving alvorens een beroep te doen op gemeentelijke ondersteuning explicieter worden vastgelegd dan nu het geval is. Ook de gedachte dat familie, buren of vrijwilligers de problematiek van een hulpvrager kunnen verlichten zal in de nieuwe WMO worden verankerd. Niet als verplichtend kader maar aansluitend op gebruikelijke sociale verhoudingen tussen mensen. In de concept wettekst van de nieuwe WMO vinden we wederkerigheid en tegenprestatie niet; wel wordt gesproken over wederkerigheid in de memorie van toelichting. Paragraaf 3.3

....Een mooie mogelijkheid om de zelfredzaamheid of de maatschappelijke participatie van een burger te verbeteren, is soms het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten. Indien dit in een individueel geval mogelijk is, moet die uiteraard ook benut worden. De burger die maatschappelijke ondersteuning ontvangt, kan 'iets terugdoen' en dat geeft mensen een sterker gevoel van eigenwaarde dan wanneer men alleen 'ontvangt', hoe noodzakelijk dat ook is. Eenzaamheid kan mogelijk worden verminderd door bijvoorbeeldouderen te laten voorlezen op de voorschoolse opvang voor kinderen met een taalachterstand; of de gepensioneerde boekhouder die rolstoelgebonden is, wordt vrijwilliger in het kader van de gemeentelijke schuldhulpverlening. Zo kan het mes 'aan twee kanten snijden': de maatschappelijke participatie van de betrokkene neemt toe en draagt bij aan het oplossenlbeperken van een maatschappelijk probleem. De regering wil dit geen dwingend karakter geven; de burger kan niet gedwongen worden om 'in ruil oor' de ondersteuning zulke activiteiten te verrichten. Het opnemen van een verplichting, zoals bijvoorbeeld de Wet werk en bijstand bevat, vindt de regering in dit wetsvoorstel minder passend en een brug te ver vanwege het karakter van de voorziening waarop eventueel recht bestaat. De regering vindt het echter wel passend dat de gemeente de vraag naar de mogelijkheden in dit verband onderzoekt en met de burger bespreekt.

De WWB binnen de Participatiewet geeft de meest strikte kaders mee. De wet spreekt van tegenprestatie. Per 1juli 2014 gaat nog een verscherping van de tegenprestatie in werking treden, namelijk de 'tegenprestatieplicht voor ieder met een WWB uitkering'. We werken de tegenprestatie en de WWB en onze Delftse werkwijze verder uit in het volgende hoofdstuk.

3

Zie memorie van toelichting van de nieuwe Jeugdzorgwet.

4. Tegenprestatie en de Wet werk en bijstand

4.1.

Hoe ziet het re-integratie en tegenprestatie beleid van Delft er uit?

Voor werkzoekenden met een WWB-uitkering hebben wij, op basis van de Delftse sociale visie en de uitgangspunten die we in paragraaf 2.2., de re-integratie dienstverlening zodanig ingericht dat inzet op 're-integratie' en 'tegenprestatie' in samenhang vorm krijgt. Een tegenprestatie zien wij daarbij in drie aspecten: werken aan het verkrijgen van betaald werk, terugkeer naar school of het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten (MNA). Daarnaast gelden regels omtrent de re-integratieplicht zoals die zijn vastgelegd in de reintegratieverordening en in beleidsregels. Door het in samenhang hanteren van deze verplichtingen én de koppeling met de Delftse sociale visie te maken, is 'De Delftse Tegenprestatie' ontstaan. Deze maakt onderdeel uit van het concept 'wederkerigheid en tegenprestatie, een win win win situatie'. Uitgangspunten hierbij zijn: e

Tegenover het recht op een uitkering verwachten wij van uitkeringsgerechtigdendat zij, naar vermogen, in zichzelf investeren, hun competenties vergroten en een nuttige maatschappelijke bijdrage leveren waardoor zij snel(ler) inzetbaar zijn op de reguliere arbeidsmarkt.

e

Voor jongeren zonder startkwalificatie geldt daarbij nog in het bijzonder de inspanningen gericht op een terugkeer naar school.

e

De verantwoordelijkheid om deze bijdrage te leveren ligt bij uitkeringsgerechtigdenzelf. Waar nodig faciliteren of stimuleren wij hen. Dit is echter niet vrijblijvend. Door de koppeling met de re-integratieverplichtingen gebeurt dat conform de re-integratie- en maatregelen-verordening. Hierbij geldt: de (vastgelegde) afspraak is afspraak. Mensen die niet meewerken worden gekort op hun uitkering. 4.2.

Hoe werkt 'De Delftse Tegenprestatie'

nu?

Op dit moment zijn er drie vormen van re-integratieltegenprestatie: 1. Deelname aan activiteiten van Werk-direct: gemiddeld 12 uur per week groepsgewijs sollicitatietraining (onder begeleiding werken aan sollicitatievaardigheden)en verder

wekelijks actief solliciteren. 2. Deelname aan activiteiten van Werk-traject: gemiddeld 24 uur per week werken op: - een werkervaringsplaats en werken aan werknemersvaardigheden (zo veel mogelijk bij werkgevers, anders bij Combiwerk), of 4

Voor inzicht van het aantal klanten en de resultaten van 'De Delftse Tegenprestatie' verwijzen wij u naar de 'Factsheet Re-integratie Delft - juli 2013', die u kort geleden al hebt ontvangen.

een activeringsplaats (denk aan inzet op projecten als: Canal hopper, Vliegende brigade, Firma van Buiten, etc.). 3. Deelname aan Participatie-inzet en Kerndienstverlening: - onder begeleiding werken aan het hanteerbaar maken van belemmeringen en maatschappelijke participeren. Het gaat hierbij om door de gemeente ingekochte dienstverlening bij o.a. Stunt en GGZIDOEL, of - het nakomen van afspraken op maat, zoals het volgen van een extern behandeltraject dat een onafhankelijke artsldeskundige adviseert, of - deelname aan Maatschappelijk Actief, dat wil zeggen Het verrichten van vrijwilligerswerk, vanuit eigen kracht verworven of na uitstroom uit een Aan-de-slag traject.

8 uur per week gedurende 6 maanden laagdrempelige werkzaamheden verrichten

onder begeleiding van maatschappelijke partners. Het gaat om werkzaamheden die nuttig zijn voor de stad en persoonlijke ontwikkeling opleveren. De resultaten van de pilot benutten wij voor een bredere toepassing in 2013.

Wat gaan we in de nabije toekomst doen? Via de ontwikkeling van het Werkbedrijf werkt de gemeente Delft aan een verdere effectuering van het re-integratie-instrumentarium en de vormgeving van de tegenprestatie. Uitgangspunt bij deze ontwikkeling is dat de 'De Delftse Tegenprestatie' een sluitende aanpak wordt voor álle te onderscheiden kandidaten.

Daarvoor zal het dienstverleningsconcept van het Werkbedrijf worden aangescherpt naar twee ondersteuningslijnen (zie voor gedetailleerde uitwerking bijlage 2.): de eerste ondersteuningslijn: Werk-direct / Werk-traject o kandidaten, die op korte termijn kunnen werken, worden ondersteund via edienstverlening en via groepsbijeenkomsten t.b.v. sollicitatietrainingen en optimaliseren ziekgedrag (Werk-direct). o kandidaten die op iets langere termijn toe zijn aan werk, worden allen in een traject gezet van werk-naar-werk (Werk-traject). Dit betekent dat zij gemiddeld 24 uur per week werkzaamheden verrichten (in de markt of bij de werkleerbedrijven van Combiwerk) en gemiddeld 8 per week coaching, training, workshops etc. volgen (in totaal 32 uur).

e

de tweede ondersteuningslijn: Participatie-inzet o kandidaten die (nog) niet toe zijn aan betaald werk gaan een activeringstraject volgen, maatschappelijk nuttige activiteiten verrichten of werken aan het hanteerbaar maken van belemmeringen met als doel (op termijn) benutbare capaciteiten te ontwikkelen. In het project "aan de slag" hebben wij een minimale inzet van 8 uur per week als vertrekpunt genomen. Wij denken dat een hogere ureninzet haalbaar kan zijn en willen 20 uur per week als vertrekpunt kiezen, in combinatie met het begrip "naar vermogen ". De professionals in het Werkbedrijf zullen dat, zo nodig in combinatie met deskundigen-advies van derden, beoordelen.

Hierbij gaat het volgende gelden: e 'De Delftse Tegenprestatie' is straks een sluitende aanpak voor álle te onderscheiden kandidaten; e

De dienstverlening wordt aangepast: ophoging intensiteit in ureninzet en aan het (samen met onze strategische partners) verder uitbouwen van de inzet van WWB'ers op tijdelijke korte klussen die nuttig zijn voor de stad;

e

Er wordt een kwaliteitsslaggemaakt in de dienstverlening: werkinstructies, opleiding, etc.;

e

De ervaringen in het project Aan de Slag benutten we voor een gerichter "acquisitiebeleid". Daarmee zullen we meer accenten leggen op de terreinen van de WMO en beheer in de openbare ruimte. Een streng handhavingsregime wordt toegepast.

Om deze sluitende aanpak in de WWB te implementeren is het actieplan 'Meedoen door tegenprestatie' opgesteld. Dit actieplan wordt u afzonderlijk aangeboden. In dit plan wordt ingegaan op het aantal WWB-gerechtigden dat nog bereikt moet worden, hoe er voor gezorgd wordt dat iedereen naar vermogen meedoet, er voldoende activiteiten beschikbaar zijn, de benodigde uitvoeringscapaciteit, aanpassingen van werkprocessen, registratie, monitoring, etc. Middels dit plan willen we in het vierde kwartaal van 2013 starten met de uitrol van de sluitende aanpak 'Delftse Tegenprestatie', die eind 2014, begin 2015 gerealiseerd zal zijn. Met deze beleidslijn wordt ook voorgesorteerd op de intenties van het kabinet en de wet maatregelen WWB (geplande invoeringsdatum ljuli 2014). In deze wet wordt zowel een algehele tegenprestatie plicht als een algehele re-integratie en arbeidsplicht worden geregeld. Delft loopt met de hierboven beschreven aanpak dan ook vooruit op deze nieuwe wetgeving.

Veel vormen van re-integratie of maatschappelijk nuttige activiteiten vinden projectmatig plaats. Voor het creëren van dit soort projecten wordt doorgaans een mix van het gemeentelijk en wettelijk instrumentarium (en dekkingsmogelijkheden)ingezet afhankelijk van het type instrument of project. Zo is bijvoorbeeld met Post.nl een combinatie tussen WWB en WSW gemaakt. Hierbij werken de WWB'ers eerst met behoud van uitkering om vervolgens in te stromen in een dienstverband en worden de arbeidsploegen ten behoeve van de continuïteit gecombineerd met SW1ers. Combiwerk wordt hier ingezet voor de begeleiding. Bij een bedrijf als Zandvliet Vleeswaren stromen ook WWB'ers met behoud van uitkering projectgewijs in, maar verzorgd de werkgever zelf de job coaching op de werkvloer. De gemeente zet hierbij weer scholingstrajecten in.

De regelgeving en beleidskaders bieden ook de mogelijkheid om op maat arrangementen met een aantal bedrijven of een sector te creëren. Een voorbeeld hiervan is het regionale arrangement met de tuinbouw 'Westland Werkt' waar samen met uitzendbureaus, werkgevers en gemeenten instroom van WWB'ers in de sector is vorm gegeven.

Dit zijn voorbeelden van een gecombineerde inzet van re-integratie instrumenten. De beschikbare instrumenten voor zo'n inzet zijn hieronder schematisch weergegeven.

Werken met behoud Participatie Tegenprestatie Re-integratie plaats traject van uitkering WW0 met afstond

WW0 met perspectief

WW0

WW0 met perspectief

Sociale Mciatschoppdjk Loonkosten Actief Activering subsidie

Leer/werk traject

WWB met afstand

WW0 met perspectief Jongere

WW0 met afstand

Nug

1-

Nug

uitstmom

re-integmtie

tegenprestatie

re-integrotie

activering

activering

6 mnd Delft. 0-3 mnd)

2 jaar verlenging 2 jr.

kortdurend

12-18 mnd

1 -2 jaar

6 mnd onbepaald

n.teb.

I 24-32 uur I

24-32 uur

l

n.t,b, uitkering begeleiding

n

I

12-24 uur

I

uitkering begeleiding premie

uitkering begeleiding

geen

geen

uitkering uitkering begeleiding begeleiding pmjectkosten projectkosten geen

WW0 met perspectief

geen

I

8-20 uur

in dienst name uiktmom scholing

6 - 12 mnd

l - 2 jaar

I 12-32uur I 24-32 uur I

uitkering begeleiding

max. 6000,-

begeleiding

geen

loonkosten

loonkosten minus WVA

evt vergoeding

Voorwaarden geen concurentie- geen verdinging geen verdringing perspectief op toeleiding naar maatschappelijk dienstverbond I dag p/w ontwikkeling kort regulier werk re-integmtie, nuttig min12 uur vervalsing school premie naar vennogen geen verdinging perspectief scholingl perspectief op op werk stmc. MA regulier werk

Een uitgebreid overzicht van de huidige projecten en de diverse mixen die hierbij worden gebruikt vindt u in het Magazine 'Delft Activeert, een inspiratiegids voor sociale partners', dat u apart aan deze nota wordt aangeboden. Op dit moment lopen er ook een tweetal onderzoeksopdrachten waarbinnen de inzet van WWB'ers aan de hand van het hierboven genoemde instrumentarium bekeken wordt. Dit zijn: bij de ontwikkeling van het project 'Werk maken van afval' en bij de verdere ideevorming over 'Het Sportbedrijf'(samen met de TU en de gemeente Rijswijk). Welke wettelijk kaders gelden er? (WWB) De WWB verplicht tot re-integratie. De gemeente beschikt dus over verschillende reintegratie instrumenten om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te ondersteunen. De WWB geeft daarnaast de mogelijkheid uitkeringsgerechtigden te laten werken met behoud van uitkering, te re-integreren op een participatieplaats of een tegenprestatie op te leggen. Deze wettelijke kaders zetten we hier op een rij5:

a. Werken met behoud van uitkerinq. Het kabinet wil dat alle mensen als volwaardige burgers mee kunnen doen aan onze

uit de brief van Jetta Klijnsma, staatssecretaris van Sociale zaken en Werkgelegenheid, van 9 april 2013.

samenleving. Bij voorkeur via een reguliere baan, maar als dat (nog) een brug te ver is, door op een andere manier te participeren in de samenleving. Gemeenten hebben op basis van de WWB de ruimte om te bepalen welke ondersteuning mensen nodig hebben. Gemeenten beschikken over verschillende re-integratie instrumenten om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te ondersteunen. Hierbij zijn ook instrumenten waarbij een bijstandsgerechtigdetijdelijk werkt met behoud van uitkering. Te denken valt aan een Work First aanpak, een proefplaatsing bij een werkgever of een leerwerktraject. Het doel van de inzet van deze instrumenten is om een positieve bijdrage te leveren aan de mogelijkheden op de arbeidsmarkt van de bijstandsgerechtigde. Om dit doel te realiseren is goede begeleiding van belang en zal steeds getoetst moeten worden of de activiteiten nog wel bijdragen aan het vergroten van de kansen van de bijstandsgerechtigde op uitstroom. Werken met behoud van uitkering is mogelijk voor een beperkte periode. Gedacht kan worden aan een periode van zes maanden. Bij een langere periode bestaat het risico dat de rechter vaststelt dat er sprake is van een dienstbetrekking en dat tenminste het minimumuurloon moet worden betaald.

b. Partici~atiedaatsen. Uitzondering op de genoemde duur van werken met behoud van uitkering vormen de participatieplaatsen.Gemeenten kunnen dit instrument inzetten voor mensen met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt die wel het perspectief hebben dat zij met langere begeleiding weer inzetbaar zijn in reguliere arbeid. Mensen op een participatieplaats kunnen hierbij twee jaar werken met behoud van uitkering. De gemeente kan deze periode onder voorwaarden met maximaal twee keer een jaar verlengen. De wet (artikel 10a van de WWB) biedt kaders voor de inzet van participatieplaatsen: Er moet sprake zijn van re-integratie: de toenadering tot de arbeidsmarkt staat voorop. De bijstandsgerechtigde moet baat hebben bij het opdoen van werkervaring of tijd nodig hebben om te wennen aan werk gerelateerde aspecten, zoals regelmaat. Er moet sprake zijn van een additionelefunctie: een speciaal gecreëerde functie of een al bestaande functie die een bijstandsgerechtigde alleen met speciale begeleiding kan verrichten. Het is primair aan het college van burgemeester en wethouders om te bewaken dat het niet gaat om formele arbeidsplaatsen/regulier werk. Gemeenten kunnen het begrip additioneel nader uitwerken in beleidsregels. De raad ziet er op toe dat het college dit zorgvuldig doet. Uitkeringsgerechtigden zonder startkwalificatie moet na zes maanden op een participatieplaats scholing of opleiding worden aangeboden, tenzij dit naar het oordeel van B&W niet bijdraagt aan de arbeidsmarktkansen. Gemeente hebben de ruimte om inhoud, duur of niveau van de opleiding te bepalen.

Gemeenten moeten uitkeringsgerechtigdenna zes maanden werken op een participatieplaats - en vervolgens elke zes maanden - een premie geven, tenzij de uitkeringsgerechtigde naar het oordeel van het college onvoldoende heeft meegewerkt. Op 5 juli 2012 hebben de toenmalige Minister en Staatssecretaris van SZW de evaluatie wet Participatieplaatsen aan de Tweede Kamer aangeboden. c. Tegenprestatie. Naast instrumenten die gemeenten kunnen inzetten als onderdeel van re-integratie van bijstandsgerechtigden, beschikken gemeenten sinds 1januari 2012 over het instrument van de tegenprestatie (artikel 9, eerste lid, onder c, van de WWB). Dit is geen re-integratie instrument, maar betreft het verrichten van onbeloonde maatschappelijk nuttige activiteiten als tegenprestatie voor het ontvangen van een uitkering. Het is aan gemeenten om te bepalen wie hiervoor in aanmerking komt en welke maatschappelijk nuttige activiteiten hiervoor in aanmerking komen. De wet biedt de volgende kaders voor het inzetten van een tegenprestatie: De tegenprestatie mag re-integratie naar en het accepteren van betaald werk niet in de weg staan. De omvang van de werkzaamheden en de duur in de tijd moeten daarom in de regel beperkt z ijn. De tegenprestatie mag niet leiden tot verdringing van regulier werk op de arbeidsmarkt. Het moet gaan om additioneel werk. Dat betekent dat de onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden een zodanig karakter moeten hebben dat deze naast of in aanvulling op regulier werk verricht worden. De maatschappelijk nuttige werkzaamheden moeten zich onderscheiden van regulier werk. Het is primair aan het college van burgemeester en wethouders om te bewaken dat het niet gaat om formele arbeidsplaatsen/regulier werk. Gemeenten kunnen het begrip additioneel nader uitwerken in beleidsregels. De raad ziet er op toe dat het college dit zorgvuldig doet. De betrokkene moet in staat zijn de tegenprestatie te leveren. Daarom spreekt de wet over een tegenprestatie naar vermogen. In het regeerakkoord is vastgelegd dat de tegenprestatie naar vermogen voor iedereen in de bijstand gaat gelden. De uitwerking van deze afspraak wordt op dit moment uitgewerkt in een wetsvoorstel. Een en ander vindt plaats in een zeer veranderende context. Zo is met het sluiten van het Sociaal akkoord de invoering van de Participatiewet met een jaar uitgesteld. Mogelijkheden zoals het werken met loondispensatie zijn van de baan. Nieuwe instrumenten zijn in de maak. Het werken met behoud van uitkering, de tegenprestatie en de participatieplaats vinden echter hun oorsprong in de WWB. De WW6 wordt weliswaar aangepast per 1juli 12014, maar de eerder beschreven mogelijkheden blijven (vooralsnog) bestaan.

Financiering re-integratie/tegenprestatie. Voor de financiering van het re-integratiebeleid heeft de gemeente o.a. de beschikking over een participatiebudget. Het betreft hier een geoormerkt budget dat uitsluitend besteed kan worden aan kosten van re-integratieactiviteiten gerelateerd aan mensen uit de doelgroep WWB (dwz mensen met een WWB uitkering en zogenaamde NUGgers, dit zijn de nietuitkeringsgerechtigden). Dekking van de kosten voor re-integratie/werkgelegenheidsprojecten betreft altijd "maatwerk" en wordt veelal gevonden in dit budget, aanvullende budgetten (project gerelateerd bijv. milieu), externe financiering (fondsen, ESF) en bijdragen werkgevers. Verdringingsaspecten en concurrentievervalsing. Met het laten verrichten van werkzaamheden door WWB'ers (taken die wellicht eerst regulier betaald waren, of op de markt werden uitgezet) komen aspecten als verdringing en concurrentievervalsing naar boven. De volgende punten zijn hierbij aan de orde: Werken met behoud van uitkering Werken met behoud van uitkering op een reguliere functie is in principe maximaal zes maanden toegestaan. Concurrentievervalsing is niet aan de orde, omdat elke organisatie van deze (in tijd begrensde) mogelijkheid gebruik kan maken. Ten aanzien van het verdringingsaspect ontstaat de situatie dat bij het toepassen van een langere periode dan de zes maanden de rechter kan vaststellen dat er sprake is van een dienstbetrekking en dat tenminste het minimumuurloon moet worden betaald. In Delft passen we het principe van werken met behoud van uitkering meestal toe voor een periode van maximaal drie maanden, waarna de baan omgezet moet zijn in een regulier dienstverband. In de praktijk kunnen we hier flexibel mee om gaan, indien dit in het belang is van de kandidaat. De Participatiewet biedt ons nieuwe instrumenten, waarbij de werkgever in de toekomst de werkelijke "loonwaarde" betaalt. Het instrument wordt niet meer toegepast bij werkgevers die meermalig aan deze omzetting geen gehoor geven. Verdringing enlof concurrentievervalsing zijn in deze vorm in Delft dus niet aan de orde. Re-integratietraject Bij WWB'ers die werkzaamheden verrichten in het kader van een re-integratietraject zijn de aspecten verdringing enlof concurrentievervalsing niet aan de orde. Het betreft hier gecreëerde werkzaamheden, waarbij WWB'ers een programma doorlopen gericht op een zo snel mogelijke uitstroom naar reguliere arbeid. Maatschappelijk nuttige activiteiten (MNA) Het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten vinden bijna altijd plaats bij maatschappelijke organisaties. Het concurrentievervalsingsaspect is hier niet of nauwelijks aan de orde.

Het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten in de MNA projectstructuur kent een maximale periode van zes maanden. Na deze periode kunnen (in geval de deelnemer (nog) niet kan doorstromen naar re-integratieactiviteiten) de werkzaamheden echter structureler van aard worden. Deelnemers blijven dan maatschappelijk actief op de MNA-plaats, die dan wordt omgezet in een reguliere vrijwilligersplek. Voor alle MNA plekken geldt dat met de organisatie waar de werkzaamheden plaats vinden een overeenkomst wordt aangegaan waarin een verklaring (zie bijlage 4.) is opgenomen dat de werkzaamheden tot voor een jaar geleden niet door regulier betaalde medewerkers is uitgevoerd. De organisatie stelt deze verklaring op in samenspraak met de in de organisatie geldende medezeggenschapsstructuur. Aanvullend op deze procedure wordt gedacht aan het instellen van een onafhankelijke commissie die een bindende uitspraak kan doen in die gevallen waarbij over deze verklaring onenigheid ontstaat.

Bijlage 1. Ondersteuningslijnen Werkbedrijf en verschillende groepen kandidaten. 1.Klantgroepen.

We onderscheiden twee groepen WWB-kandidaten in het Werkbedrijf: 1. kandidaten die direct of op korte termijn aan het werk kunnen = Werk-direct / Werk-traject. Doelgroep 1:groeipotentieel naar trede 516 op de participatieladder via maximaal 6 maanden

2.

dienstverlening. Doelgroep 2: groeipotentieel naar trede 516 op de participatieladder via maximaal 12 maanden dienstverlening (NB. hierna verlenging met 12 maanden mogelijk of bijstellen groeipotentieel). Kandidaten die niet binnen één jaar aan het werk kunnen = Participatie-inzet. Doelgroep 3: groeipotentieel naar maximaal trede 4 op de participatieladder tot eerstvolgende herbeoordeling. Doelgroep 4: geen groeipotentieel tot eerstvolgende herbeoordeling: a) maximaal geactiveerd, maar benutbaar potentieellcapaciteiten van de klant; b) geen benutbaar potentieel/capaciteiten van de klant, werken aan hanteerbaar maken van belemmeringen en daarmee ontsluiten van groeipotentieel op termijn.

2. Ondersteuningslijn 1 , kandidaten "Werk-dired

/ Werk-traject".

Deze lijn bestaat uit twee stromen: Doelgroep 1. Werk Direct. Het concept Werk Direct zorgt er voor dat alle mensen die direct kunnen werken de kortste weg naar werk vinden. Voor deze groep wordt vooral ingezet op groepsbijeenkomsten en e-dienstverlening. Hiermee wordt het zoekgedrag en sollicitatievaardigheden getraind en groepsdynamica benut. Wekelijks wordt hun cv ververst, zodat de marktbenadering permanent over een actueel cv bestand beschikt. Mogelijke verdere reintegratie vindt plaats bij de werkgever. Voor het vasthouden en verstevigen van de kwalificatie 'direct werk' worden zgn. "ritmeplekken" (werkplekken bij reguliere werkgevers enlof werk-leerbedrijf) ingezet. Kandidaten zijn maximaal 3 maanden actief binnen Werken Direct hetgeen met maximaal nog eens 3 maanden kan worden verlengd. Doelgroep 2. Werken naar Werk. In deze stroom komt de doelgroep 2 met benutbaar arbeidspotentieel met een tijdelijke ondersteuningsbehoefte terecht. De toegang gaat via een assessment. In deze stroom wordt aandacht gegeven aan zelfredzaamheid op alle leefgebieden en binnen één van de werk-leerbedrijven worden de basale werknemersvaardigheden ontwikkeld. Voor grote werkgevers of specifieke branches kunnen kandidaten groepsgewijs een beroepsgerichtescholing/training volgen al dan niet in samenwerking met een ROC. Naast de bestaande interne werk-leerbedrijven zijn er werk-leerplekken bij andere RIB's, bij reguliere werkgevers, bij betrokken maatschappelijke partijen. Hiernaast zijn er twee andere typen kandidaten die onder stroom 2 vallen: m

Kandidaten waarvan een traject met begeleiding is afgerond, maar de kandidaat heeft nog geen baan gevonden of als de overstap naar een werkervaringsplek bij een reguliere werkgever nog te groot is. Deze kandidaten gaan maatschappelijk nuttige activiteiten verrichten om hun werknemersvaardigheden te behouden.

Kandidaten die structureel het traject traineren c.q. weigeren mee te werken. Deze kandidaten krijgen een traject dat is gebaseerd op handhaven en doorpakken met als doel meedoen of niet langer recht hebben op een uitkering. Kandidaten zijn gemiddeld 24 uur per week werkzaam (in de markt of bij de werk- leerbedrijven van Combiwerk) en gemiddeld 8 per week bezig met coaching, training, workshops volgen etc. (in totaal 32 uur). Kandidaten zijn maximaal 12 maanden actief binnen Werken naar Werk hetgeen met maximaal nog eens 12 maanden kan worden verlengd met een lager niveau van dienstverlening/ ondersteuning. 3. Ondersteuningslijn 2, "Participatie-inzet".

In de werkzoekendendienstverleningvoor kandidaten Participatie onderscheiden we verschillende klantgroepen en bijbehorende dienstverlening: Doelgroep 3: Werken aan groei.

-

Kandidaten met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt gaan een activeringstraject volgen of maatschappelijk nuttige activiteiten verrichten. De kandidaat kan op die manier maximaal in zijnlhaar eigen kracht komen. De consulent bekijkt periodiek of een vervolgstap naar werk zinvol is. Uitgangspunt van de ondersteuning is het werken aan het hanteerbaar maken van eventuele belemmeringen én benutten potentieellcapaciteiten kandidaat.

Doelgroep 4: Werken aan ontwikkelen groeipotentieel.

-

-

Kandidaten zonder groeipotentieel, maar met benutbare capaciteiten gaan maatschappelijk nuttige activiteiten verrichten. Een kandidaat die al maximaal geactiveerd is, bijvoorbeeld omdat iemand op medische gronden niet in staat is meer uren te werken, blijft minimaal doen wat hij al doet. De consulent spreekt kandidaten periodiek om te onderzoeken of vervolgstappen weer mogelijk zijn en waar nodig te handhaven. Ook kandidaten die niet aan een traject kunnen deelnemen, vallen onder doelgroep 4. Redenen zijn vaak: medische/psychische belemmeringen (aangetoond met advies van expert), dakloos, een niet hanteerbare verslaving, kandidaat volgt specialistische behandeling die niet te combineren is met een re-integratietraject, etc. Afhankelijk van de situatie van de kandidaat maakt de consulent afspraken op maat, zoals deelname aan een behandeltraject dat door de medische expert is geadviseerd. De kandidaat gaat werken aan het hanteerbaar maken van zijn belemmeringen met als doel (op termijn) groeipotentieel te ontwikkelen. De consulent roept de kandidaat periodiek op om de voortgang te bespreken en waar nodig te handhaven.

Zodra kandidaten Participatie groeipotentieel hebben naar (meer) werk, gaan zij over naar de ondersteuningslijn Werken naar Werk.

Bijlage 2. Artikel 8. overeenkomst maatschappelijk nuttige activiteiten (MNA).

Artikel 8. Verdringing 1.

verklaart dat: a. het medezeggenschapsorgaan instemt met het beschikbaar stellen van de betreffende maatschappelijk nuttige activiteiten aan uitkeringsgerechtigden; b. indien binnen geen medezeggenschapsorgaanfunctioneert, de maatschappelijk nuttige activiteiten aan de volgende voorwaarden voldoen: - de activiteiten leiden niet tot vervanging of verdringing van reguliere arbeid tegen beloning; - de deelnemer verricht geen activiteiten die korter dan een jaar vóór de start van het Aan de slag-traject door een persoon werden gedaan, die van een beloning voor reguliere arbeid ontving.

Bijlage 3. Eerder vastgesteld beleid als basis.

Sociale visie en uitgangspunten Innovatie Sociaal Domein, november 2011, geactualiseerd in mei en september 2013 Nota 'Samenvoeging WWB en WIJ', november 2011 Nota 'Samenhang in het sociale domein', sociale visie en uitgangspunten in verband met de decentralisaties van de Wet werken naar vermogen, de AWBZ en de Jeugdzorg, cluster Samenleving, februari 2012 WMO beleidsplan 2012 - 2015, april 2012 Memo 'Eigen Kracht en Netwerkversterking binnen het sociaal domein', cluster Samenleving, mei 2012 Brief aan de raad 'Beantwoording motie Maatschappelijke bijdrage uitkeringsgerechtigden', november 2012 Nota 'Gezond en wel', juni 2013

Gemeente Delft MEEDOEN DOOR TEGENPRESTATIE

IMPLEMENTATIEPLAN VOOR EEN SLUITENDE AANPAK IN DE WWB

.%t. LA.

!ft

Gemeente Delft Team Werk René van der Aa juli 2013

Inhoud 1.

Inleiding ........................................................................................................................................ 3

1.3

Algemeen ........................................................................................................................................... 3 Aanleiding voor actieplan tegenprestatie ............................................................................. 4 Relatie met andere beleidsvelden en projecten ............................................................. 4

1.4

De Delftse tegenprestatie ...........................................................................................................5

1.1 1.2

2.

De aanpak .......................................................................................................................................... 5

2.3

Doelstellingen ................................................................................................................................ 5 Hoeveel WWB-gerechtigden moeten nog worden bereikt voordat de aanpak 6 sluitend is? ................................................................................................................................. Uitvoering van de tegenprestatie? ........................................................................................... 8

2.4

Wat beschouwen we als voldoende tegenprestatie? ........................................................9

2.5

Zijn er voldoende activiteiten die kunnen dienen als tegenprestatie? .................

2.6

Hoeveel capaciteit is nodig om tot een sluitende aanpak te komen?......................13

2.7 2.8

Kosten en financiering .............................................................................................................. 14

2.1 2.2

11

Overige uitvoeringsaspecten en randvoorwaarden ......................................................1 4

Bijlage 1: Planning van activiteiten ................................................................................................ 16 Bijlage 2: Activiteiten Delftse Tegenprestatie naar doelgroep ..............................................17

Meedoen door tegenprestatie

Del'

Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB

1. Inleiding 1.1Algemeen Voor u ligt het Implementatieplan Tegenprestatie van de gemeente Delft. In dit implementatieplan wordt beschreven op welke wijze de gemeente Delft invulling geeft aan de Tegenprestatie in de Wet werk en bijstand (WWB). Er is voor gekozen dit implementatieplan uit te voeren in de vorm van een pilot gedurende de periode van één jaar. Na deze periode zijn ook de nieuwe werkprocessen in het Werkbedrijf (io) beter ingeregeld. We nemen zo de tijd om efficiencyverbetering in het interne werkproces en een werkverdeling met samenwerkingspartners te realiseren. Hierdoor moet het mogelijk zijn om in meerjarig perspectief binnen de bestaande middelen een sluitende aanpak te realiseren. Gedurende het pilotjaar worden de resultaten gemonitord en na een jaar worden de resultaten geëvalueerd. De invulling van het implementatieplan is gebaseerd op het reeds vastgestelde beleid zoals verwoord in de brief van het college aan de raad d.d.22-11-2012, naar aanleiding van de raadsmotie "Maatschappelijke bijdrage uitkeringsgerechtigden" 24 mei 2012. Deze algemene beleidslijn wordt nader geconcretiseerd in de notitie Wederkerigheid en tegenprestatie, een win-win-win situatie. In die beleidsnotitie is de Delftse kaderstelling van wederkerigheid en tegenprestatie uitgewerkt voor zowel de WWB, als WMO. in de huidige Deiftse uitvoeringspraktijk van cle re-integratie verrichten alle WWBgerechtigden, met uitzondering van een deel van de doelgroep Kerndienstverlening, een tegenprestatie in het kader van het re-integratiebeleid. Het zwaartepunt van dit implementatieplan ligt daarom op de wijze waarop we in de uitvoering tot een sluitende aanpak kunnen komen, en ook die bijstandsgerechtigden kunnen bereiken die nu nog geen re-integratieactiviteit of een tegenprestatie verrichten. Dit is met name de huidige klantgroep Kerndienstverlening. Doel van dit implementatieplan is het beantwoorden van de navolgende vragen: hoeveel WWB-gerechtigden moeten nog worden bereikt voordat de aanpak sluitend is? hoe zorgen we ervoor dat iedereen naar vermogen meedoet? e wat beschouwen we als voldoende tegenprestatie? e zijn er voldoende activiteiten beschikbaar die kunnen dienen als tegenprestatie? e hoeveel personele capaciteit is nodig om tot een sluitende aanpak te komen? In hoofdstuk 2 worden deze vragen beantwoord.

Meedoen door tegenprestatie

Del'

Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB

1.2 Aanleiding voor actieplan tegenprestatie In het hele land zijn gemeenten bezig met het vormgeven van de tegenprestatie in de WWB. Begrijpelijk, want het belang van de lokale overheid om zoveel mogelijk burgers mee te laten doen is nog nooit zo groot geweest. Sinds de inwerkingtreding van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in 2007 is er een ontwikkeling zichtbaar naar een moderne vorm van de "sociaal bewuste maatschappij" (de "civil society"), waarin mensen zich weer verantwoordelijk voelen voor elkaar, de overheid een regisserende, stimulerende en faciliterende rol krijgt en mensen worden aangesproken op hun eigen kracht. Met de innovatie van het sociaal domein krijgt deze ontwikkeling concreet vorm. Zo bezien is de tegenprestatie in de WWB een logische ontwikkeling en bovendien een sterk instrument om mensen met een uitkering te bewegen om (vanuit een uitnodigend, maar ook dwingend kader) binnen hun mogelijkheden actief te worden (en te blijven) en zich in te zetten voor de maatschappij. De uitgangspunten die hierbij gelden zijn beschreven in de notitie "wederkerigheid en tegenprestatie". De directe aanleiding voor dit Delftse implementatieplan is de eerder genoemde raadsmotie, waarin de raad het college heeft opgedragen de mogelijkheden tot het verrichten van (voor de stad) nuttige werkzaamheden door WWB-gerechtigden,waar mogelijk in samenwerking met maatschappelijke partners.

1.3 Relatie met andere beleidsvelden en projecten Het thema Tegenprestatie heeft voor Delft tal van verbanden met andere beleidsvelden en initiatieven. Deze moeten enerzijds helder zijn en anderzijds geen strijdigheid opleveren met elkaar. Er is sprake van raakvlakken met de navolgende beleidsvelden / initiatieven: J J J

J

J

Het Welzijnsbeleid in het algemeen (Nota "Vooruit met welzijn 2011 - 2014") en de uitvoeringsnotitie 2013 "gezond en wel". Wederkerigheid binnen het sociale domein (Wmo / WWB) Frontlijnsturing en Sociale wijkteams In deze aanpak worden multi-problem gezinnen integraal ondersteund (l-gezin, l-plan, l-budget). Het meewerken aan een hulpverleningstraject kan voor deze gezinnen onderdeel uitmaken van de tegenprestatie. Dit vraag om afstemming. Project Aan de slag Binnen dit project worden WWB-gerechtigden gestimuleerd om vrijwilligerswerk te verrichten. Dit is de "voorloper" van de invulling van de Tegenprestatie. Traject naar het nieuw op te richten Werkbedrijf. De ondersteuning van WWB-gerechtigden gericht op participatie en re-integratie wordt op termijn een verantwoordelijkheid van het nieuwe Werkbedrijf. Omdat de Delftse Tegenprestatie wordt vormgegeven onder de brede vlag van het re-integratiebeleid, zal ook de publieke uitvoering van de Tegenprestatie worden belegd bij het Werkbedrijf.

Meedoen door tegenprestatie

Delft

Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB

1.4 De Delftse tegenprestatie De huidige Delftse tegenprestatie wordt ingevuld door de re-integratieplicht zoals die is vastgelegd in de re-integratieverordening WWB en in beleidsregels. Er zijn drie vormen van tegenprestatie1: 1. Deelname aan activiteiten van Werk-direct: gemiddeld 12 uur per week groepsgewijs sollicitatietraining (onder begeleiding werken aan sollicitatievaardigheden) en verder wekelijks actief solliciteren. 2. Deelname aan activiteiten van Werk-traject: gemiddeld 24 uur per week werken op: een werkervaringsplaats en werken aan werknemersvaardigheden, of een activeringsplaats (denk aan: Canal hopper, Vliegende brigade, Firma van Buiten, etc.). 3. Deelname aan Participatie-inzet en Kerndienstverlening: onder begeleiding werken aan het hanteerbaar maken van belemmeringen en maatschappelijke participeren. Het gaat hierbij om ingekochte dienstverlening bij o.a. Stunt en GGZ/DOEL , of het nakomen van afspraken op maat, zoals het volgen van een extern behandeltraject dat een onafhankelijke artsldeskundige adviseert, of deelname aan Aan de slag. - Begin 2012 is Delft gestart met een project "Aan de slag", waarin WWBers minimaal 8 uur per week gedurende 6 maanden laagdrempelige werkzaamheden verrichten onder begeleiding van maatschappelijke partners. Het gaat om werkzaamheden binnen instellingen en nonprofit organisaties die nuttig zijn voor de stad en persoonlijke ontwikkeling opleveren. De resultaten van de pilot benutten wij voor een bredere toepassing in 2013. - Het verrichten van vrijwilligerswerk, vanuit eigen kracht verworven of na uitstroom uit een Aan de slag traject. Dit implementatieplan voorziet met name in het bereiken van een sluitende aanpak. Deze richt zich met name op de klantgroep Kerndienstverlening, omdat een deel van deze klantgroep op dit moment nog geen tegenprestatie verricht.

2 . De aanpak 2.1 Doelstellingen De Delftse Tegenprestatie wordt vormgegeven in samenhang met het reintegratiebeleid. Concreet houdt dit in dat de Delftse aanpak erop is gericht om met het gehele re-integratiebeleid een sluitende aanpak te bewerkstelligen waarin alle WWBgerechtigden naar vermogen participeren. Dit participeren staat in het teken van een groei naar regulier werk of het zetten van stappen op de Participatieladder of, wanneer dit niet meer mogelijk is, het voorkomen van sociaal isolement. 1

Bron: Notitie Wederkerigheid en tegenprestatie,een win-win-win situatie.

Meedoen door tegenprestatie

Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB

Vanwege het financiële belang van het beperken van het aantal uitkeringen zal de inspanning op de doelgroep met de meeste kans op werk hoofdzakelijk in en rond het Werkbedrijf en met partners worden uitgevoerd. Gelet op de dalende re-integratie budgetten zal voor de doelgroepen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt gezocht moeten worden naar creatieve methodieken waarin met een beperkte inzet van reintegratie middelen toch resultaten kunnen worden bereikt. Voor deze doelgroep zullen zowel de burgers zelf als de partners in de stad een grotere verantwoordelijkheid gaan krijgen en zal de innovatieve aanpak in het kader van het sociaal domein worden uitgewerkt. Deelnemers zullen bijvoorbeeld meer groepsgewijs worden benaderd en aangesproken op de (ontwikkeling) van eigen regie. Vertaald naar doelstellingen: elke WWB-gerechtigde doet naar vermogen mee; e wanneer regulier werk geen reëel perspectief is, staat groei op de participatieladder centraal; e mensen zonder direct perspectief op regulier werk verrichten activiteiten die nuttig zijn voor de stad; e een WWB-gerechtigde zonder direct perspectief op werk wordt aangesproken op zijn verantwoordelijk en krijgt ruimte om zijn eigen tegenprestatie te kiezen (eigen regie, zelf doen en samen). Pas wanneer dit na enige tijd tot niets leidt kan de verplichting strakker worden ingezet en volgen zo nodig maatregelen. Hierna worden per paragraaf de vragen zoals gesteld in paragraaf 1.1behandeld.

2.2 Hoeveel WWB-gerechtigden moeten nog worden bereikt voordat de

aanpak sluitend is? De totale doelgroep WWB-gerechtigden betreft 3344 personen (juli 2013) . Deze worden door het Werkbedrijf in oprichting straks ondersteund langs twee lijnen: 1. Werk-direct / Werk-traject 2. Participatie-inzet In schema met bijbehorende aantallen WWB-gerechtigden? Dienstverleningsconcept Werkbedrijf i.a. Ondersteuningsliin 1 Werk-directlwerktraject 712

m

Ondersteunin~sliin2 Participatie-inzet 2632

In het totale bestand bevinden zich 241 jongeren. Van dit aantal bevinden 120 zich in de groep Werkdirect/Werk-traject, en 121 in de groep Participatie-inzet.

2

Meedoen door tegenprestatie

Delft

Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB

Binnen Werk-direct / Werk-traject worden met 712 WWB-gerechtigden reeds reintegratie-activiteiten ondernomen. In die zin is de aanpak voor dit segment WWBgerechtigden sluitend en vervullen alle klanten in deze groep een tegenprestatie. De uitbreiding van activiteiten die uiteindelijk moeten leiden tot een sluitende aanpak van de Delftse tegenprestatie hebben met name consequenties voor de doelgroep Participatie-inzet. De doelgroep Participatie-inzet is in de uitvoeringspraktijk als volgt nader gesegmenteerd: 1. Participatiehuis 793 2. Kerndienstverlening 1546 3. Overig (nog in indiceringsproces participatiehuis 293 of kerndienstverlening) Totaal De doelgroepen Participatiehuis en Kerndienstverlening worden hieronder nader uitgewerkt. 1.Participatiehuis Binnen de doelgroep Participatiehuis worden met alle 793 WWB-gerechtigden activiteiten ondernomen en is de invulling van de tegenprestatie reeds aan de orde. Wanneer geen sprake is van concrete activiteiten, dan is de reden hiervan bekend en vastgelegd. Deze groep is vanwege belemmeringen van tijdelijke aard niet inzetbaar op de arbeidsmarkt, maar beschikt nog wel over de potentie om de arbeidsmarkt te bereiken. De groep is volledig in beeld en het palet aan beschikbare reintegratievoorzieningen wordt ingezet. Een deel van deze groep zit al in een reintegratietraject, een ander deel komt in aanmerking voor Maatschappelijk Nuttige activiteiten (MNA) in het project Aan de slag. Voor deze groep is de aanpak sluitend. 2. Kerndienstverleninn IKDV Het grootste potentieel voor wat betreft het ontwikkelen van een sluitende aanpak van de Delftse tegenprestatie ligt in de groep Kerndienstverlening (KDV). Op basis van beleidskeuzes in het verleden (notitie Re-integratie In Nieuwe Kaders) worden voor een deel van deze groep geen ondersteuningsactiviteiten meer uit het participatiebudget beschikbaar gesteld.

In het project KDV dat voorjaar 2013 door szpecialist is uitgevoerd is de groep KDV doorgelicht en opnieuw beoordeeld. Hieruit blijkt dat binnen de doelgroep KDV voor maximaal 150 WWB-gerechtigden nog mogelijkheden bestaan tot re-integratie. Deze groep behoort strikt genomen niet tot de doelgroep KDV maar tot de doelgroep Participatiehuis of Werk-traject. Voor deze groep van 150 dient de tegenprestatie nog te worden ingevuld door middel van inzet van de gebruikelijke re-integratievoorzieningen of inzet in het project Aan de slag. Er zal wellicht in beperkte mate sprake zijn van uitbreiding van bestaande trajecten of aanbieders. Uitgangspunt is dat de uitbreiding van het aantal trajecten binnen de bestaande instrumenten/ contracten wordt opgepakt.

Meedoen door tegenprestatie

Delft

Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB

Dit maakt dat (1546 - 150 =) 1396 WWB-gerechtigden op goede gronden zijn ingedeeld in de klantgroep KDV. Deze groep van 1396 is de afgelopen jaren ingedeeld naar de criteria van de participatieladder. Uit deze indeling kan worden geconcludeerd dat van 665 WWB-gerechtigden een groei op de Participatieladder binnen afzienbare termijn mogelijk is. Deze doelgroep kan, conform de definitie van de notitie "wederkerigheid" worden omschreven als "werken aan ontwikkelen groeipotentieel". Voor het resterende aantal van 731 zijn de lichamelijke en psychische belemmeringen zodanig dat de inspanning vooral in het teken zal staan van het voorkomen van sociaal isolement. De problematiek in deze klantgroep is divers en varieert van psychiatrische aandoeningen tot verslaving tot volledige arbeidsongeschiktheid. Deze groep bevindt zich op trede 1en 2 van de Participatieladder. Voor zover al sprake is van contacten buitenshuis, is een verdere groei binnen afzienbare termijn ingewikkeld/ niet mogelijk. Dat neemt niet weg dat mensen in deze groep activiteiten kunnen verrichten die nuttig zijn voor henzelf. Deze doelgroep wordt omschreven als "behouden eigen regie". Vertaald naar de aard van de tegenprestatie ziet de klantgroep Kerndienstverlening er in schema (met aantallen) als volgt uit:

Kerndienstverlening Werken aan groei Werken aan ontwikkelen groeipotentieel Behouden eigen regie TOTAAL

150 665 731 1546

2.3 Uitvoering van de tegenprestatie? Maatschappelijke participatie ontstaat niet altijd vanzelf. Natuurlijk is er altijd een deel van de lokale bevolking dat via bestaande netwerken actief is en zich nuttig maakt voor hun directe omgeving. Dat kan gaan om vriendendiensten, mantelzorg voor familie of buren of activiteiten in het verenigingsleven. Vanuit het WMO-beleid gaat het met name om de bevordering van participatie van mensen die inactief zijn (of worden) en het contact met de maatschappij dreigen te verliezen. Voor deze groep is het niet alleen hun eigen belang om te blijven participeren, maar ligt er ook een maatschappelijk belang. De mensen die vandaag het contact met de maatschappij verliezen zijn de hulpvragers van morgen. In die zin gaat van participatie een belangrijk preventief effect uit. Bij de uitvoering van WWB- participatie kunnen twee functies worden onderscheiden: 1. Individuele regie op de klant (klantmanagement); 2. Regie op partnerorganisaties die plekken beschikbaar stellen (acquisitie). Bij elk van deze regietaken kan de vraag worden gesteld hoe intensief deze wordt vormgegeven en of de gemeente c.q. werkbedrijf deze taak zelf uitvoert of overlaat aan de stad.

Meedoen door tegenprestatie

Delft

Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB

Individuele regie op de klant fklantmanagement] De individuele regie op de klant zal worden gepositioneerd binnen het Werkbedrijf als één van de kerntaken. Hoe intensief deze rol wordt ingevuld hangt af van de mate waarin: - de klant zelf in staat is de invulling van de tegenprestatie te organiseren (mate van stimuleren/faciliteren), - plekken worden aangeboden en - hoe strikt het handhavingsregime wordt toegepast. Dit zal per doelgroep verschillen. De intensiteit van het klantcontact wordt vertaald naar een werkbelasting (caseload) per volle fte. Dit is in paragraaf 2.6 verder uitgewerkt. Het gaat hier om een nieuw taakgebied. Reden om ook dit implementatieplan in de vorm van een pilot op te zetten. Regie op partnerorganisaties Deze rol behelst met name het acquireren van plekken binnen organisaties en projectinitiatieven in de stad. Afhankelijk van de omvang van de doelgroep waarvoor actief plekken moeten worden aangeboden dient de acquistierol te worden ingekleurd. Deze kan op dezelfde wijze worden vormgegeven als in het project Aan de slag. Voor de acquisitierol geldt dat deze binnen de gemeente (Uitvoering Samenleving samen met het Werkbedrijf) uitgevoerd kan worden of kan worden opgedragen aan een partnerorganisatie. Wij stellen voor gedurende de pilotperiode het huidige samenwerkingsverband "aan de slag" en "Werkbedrijf' te continueren, waarbij uiteraard ook nauwe verbindingen ontstaan met initiatiefnemers van projecten in de stad.

2.4 Wat beschouwen we als voldoende tegenprestatie? Het uitgangspunt van dit implementatieplan is dat iedereen naar vermogen meedoet. Dit meedoen kent enkele gradaties, van re-integratie op de arbeidsmarkt tot het voorkomen van sociaal isolement. Deze gradaties hebben een relatie met de participatieladder en worden later in dit actieplan vertaald naar doelgroepen. De rode draad binnen de aanpak is dat elke WWB-gerechtigde wordt aangesproken op zijn mogelijkheden. Het credo hier bij is "iedereen kan iets, en niemand staat aan de kant". Niet de vraag "wat kunt u niet?" maar de vraag "wat kunt u wel?" is hierbij leidend. De individuele beoordeling of een WWB-gerechtigde "voldoende tegenprestatie naar vermogen" verricht is aan de klantmanager. Daartoe wordt een afzonderlijk opleidingstraject vormgegeven. Als er sprake is van medische belemmeringen, dan is de algemeen gebruikelijke handelwijze binnen de re-integratieaanpak het opvragen van een medisch advies. Voor de klantgroep waarbij regulier werk (al dan niet op termijn) tot de reële mogelijkheden behoort (klantgroep Werk-direct en Werk-traject), blijft dit zo. Een medisch advies blijft voor deze groep immers noodzakelijk om de belastbaarheid in relatie tot concrete functies vast te stellen.

Meedoen door tegenprestatie

Delft

Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB

Voor de klantgroep die verder van de arbeidsmarkt af staat, zal een tegenprestatie primair in het teken staan van groei op de participatieladder. Deze beoordeling is niet strikt medisch, maar breder. Het kader waarbinnen "voldoende tegenprestatie" in dat geval wordt beoordeeld is de landelijke standaard van criteria van de Participatieladder. Deze groep bevindt zich grotendeels op trede 1tot en met 3 van de Participatieladder. Voor die groep is, naast het aantal uren waarin iemand iets onderneemt, de mate waarin iemand contacten buitenshuis heeft bepalend voor "voldoende" tegenprestatie: Participatieladder en indelingscriteria in schema:

participatie-instrument, een uitkering, WSW

Vertaald naar de drie doelgroepen kan dit als volgt worden geconcretiseerd.

Doelgroep "werken aan groei" (van trede 3 naar 4 en verder) Er is sprake van voldoende tegenprestatie als de activiteit: in georganiseerd verband plaatsvindt, zo mogelijk binnen een organisatie of instelling; van wat langere duur is (tenminste een half jaar) en enige structuur en regelmaat hebben en waarbij sprake is van de ontwikkeling van werknemersvaardigheden zoals op tijd komen, om kunnen gaan met gezag en opdrachten en instructies naar tevredenheid kunnen uitvoeren (vanwege de opstap naar onbetaald of betaald werk); een omvang hebben van tenminste 24 uur per week (als leidraad).

Meedoen door tegenprestatie

Delft

Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB

10

Doelgroep "werken aan groeipotentieel" (van trede 2 naar 3 en verder) Er is sprake van voldoende tegenprestatie als de activiteit: e individueel of eventueel in een klein georganiseerd verband plaatsvindt, bijvoorbeeld binnen het verenigingsleven of in buurt- en wijkactiviteiten; e een omvang heeft van tenminste 8 uur per week;

Doelgroep "behouden eigen regie" Er is sprake van voldoende tegenprestatie als de activiteit: e individueel wordt uitgevoerd, waarbij minstens 1x per week sprake is van contacten buitenshuis (indien dit, gelet op de belemmeringen, mogelijk is); bestaat uit afspraken, voor zover zij betrekking hebben op het hanteer maken van belemmeringen, die consequent worden nagekomen. In bijlage 2 zijn de activiteiten van de Delftse Tegenprestatie per doelgroep schematisch weergegeven.

2.5 Zijn er voldoende activiteiten die kunnen dienen als tegenprestatie? Hieronder worden per doelgroep de beschikbare activiteiten omschreven. De conclusie is dat voor doelgroep I. en 11. uitbreiding van activiteiten enlof ontwikkeling van nieuwe activiteiten noodzakelijk is. De voorstellen tot uitbreiding van bestaande projecten of de ontwikkeling van nieuwe initiatieven worden hieronder kort uitgewerkt. De benaming van de nieuwe initiatieven zijn werktitels die gaandeweg nog kunnen worden aangepast. I.

Werken aan groei;

Bestaande activiteiten Het betreft hier de inzet van sociale activering en het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten. Het uiteindelijke doel is om deze groep via het Participatiehuis te bewegen naar ondersteuningslijn 1.Werk-direct / Werk-traject. Hier is sprake van een verplichting met een strikt handhavingsbeleid; Concrete activiteiten als tegenprestatie zijn de re-integratie-instumenten binnen het Participatiehuis: e trajectactiviteiten bij DOEL, STUNT, Participe, Firma van Buiten, etc. e maatschappelijk nuttige activiteiten bij diverse niet-commerciële instellingen in de stad (Aan de slag); e vrijwilligerswerk (op eigen initiatief of als uitvloeisel van Aan de slag); Voor deze doelgroep is niet alleen een strikt handhavingsbeleid van toepassing, maar zal ook een aanbod van activiteiten beschikbaar moeten zijn. Omdat het hier gaat om een groep van 150 die strikt genomen in het Participatiehuis thuis hoort, zal hiervoor extra capaciteit moeten worden ingezet.

Meedoen door tegenprestatie

Delft

Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB

Voorstel tot uitbreiding De doorstroom van deze groep van 150 naar het Participatiehuis zal vorm krijgen door middel van reeds bestaande re-integratie-instrumenten en het uitbreiden van het aantal vrijwilligersplekken in Aan de slag. Het gaat in dit geval om tenminste 100 extra plekken. De methodiek van acquisitie is binnen Aan de slag reeds ontwikkeld in de functie "Makelaar Maatschappelijk Actief'. De werving van extra plekken kan onder de vlag van Aan de slag worden uitgevoerd. 11.

Werken aan groeipoten tieel,

Voor deze groep gaat het om activiteiten in (klein) georganiseerd verband, met een vaste regelmaat en structuur. Doel is het ontwikkelen van eigen kracht door middel van een stimulerende vorm van klantmanagement. Methodisch zal deze groep in eerste instantie vooral worden geappelleerd aan het eigen initiatief. Ook kan voor deze doelgroep aansluiting worden gezocht bij bestaande Wmo-initiatieven op wijkniveau. Concrete activiteiten als tegenprestatie. mantelzorg (binnen gezin, familie, vriendenkring of buurt); vrijwilligerswerk van kleine omvang, zoals chauffeur (voor ouderenactiviteiten of een maaltijddienst); begeleiden van kinderen op school of bij buitenschoolse activiteiten; kleinschalige activiteiten in de buurt of de wijk; deelname aan maatjes-projecten. 111.

Behouden eigen regie

Deze doelgroep bestaat grotendeels uit mensen die zelf zorgbehoevend zijn. Hierbij gaat het om individuele afspraken voor het volgen van een medische behandeling, contact onderhouden met het Werkbedrijf in verband met een WSW-indicatie of het onderhouden van contacten met hulpverleners. Voornamelijk activiteiten die zijn gericht op het voorkomen van sociaal isolement, waarbij het nut voor henzelf voorop staat. Uitgangspunt is behoud en waar nodig herstel van de eigen regie en het voorkomen van sociaal isolement. Concrete activiteiten als tegenprestatie zijn: nakomen van begeleidingsafspraken (in het kader van een zorgtraject bij o.a. GGZ en DOEL); het volgen van een (medisch) behandeltraject of hulpverleningstraject; kleinschalige hand- en spandiensten binnen het verenigingsleven (cultureel, sportief); De regierol vanuit de gemeente bestaat voor deze doelgroep uitsluitend uit het registreren en vastleggen van activiteiten en afspraken, en waar nodig mensen informeren over mogelijkheden tot het verkrijgen van zorg en ondersteuning. Handhaving is niet aan de orde. Voor een schematisch overzicht van activiteiten in het kader van de Delftse Tegenprestatie wordt verwezen naar bijlage 2.

Meedoen door tegenprestatie

Delft

Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB

12

2.6 Hoeveel capaciteit is nodig om tot een sluitende aanpak te komen? Binnen de huidige dienstverlening aan het hele WWB-bestand is voor re-integratie en tegenprestatie 19,3 fte beschikbaar. In deze paragraaf wordt onderbouwd in welke mate de capaciteit klantmanagement (individuele klantregie) moet worden uitgebreid om te komen tot een sluitende aanpak. Dit wordt uitgewerkt per doelgroep. Doelgroep "Werken aan groei" (150) Het contact met deze doelgroep is, vergeleken met de overige doelgroepen in KDV, het meest intensief. Strikt genomen is dit geen doelgroep KDV maar Participatiehuis. Het uiteindelijke doel is om deze klantgroep te bewegen via het Participatiehuis naar Werk-direct / Werk-traject. De aanpak in het klantmanagement is pro-actief met een strikt handhavingsbeleid. De activiteiten worden nauwgezet geregistreerd en gemonitord en waar nodig worden maatregelen opgelegd. De benodigde capaciteit is vergelijkbaar met de capaciteit binnen de doelgroep Aan de slag. Daar wordt op dit moment gewerkt met een caseload van 120 klanten per fte voor klantmanagement. Voor deze groep van 150 wordt deels het bestaande re-integratieinstrumentarium ingezet. Voor een ander deel zullen zij worden geplaatst in Aan de slag. De bestaande capaciteit binnen de doelgroep KDV (van in totaal 1546) is gebaseerd op een caseload van 480 per fte. In de bestaande capaciteit is voor deze groep van 150 reeds 150/480 = 0,3 fte beschikbaar. Omdat voor deze groep een intensieve regie noodzakelijk is, wordt de capaciteit voor de groep van 150 gedurende deze pilotperiode uitgebreid met 1,2 fte. Voor deze doelgroep worden actief plekken geworven en aangeboden. Dit betekent dat er tevens capaciteit moet worden ingezet voor acquisitie van 100 extra plekken. De verwachting is dat de acquisitie binnen de bestaande capaciteit van de Makelaar Maatschappelijk Actief kan worden uitgevoerd. Doelgroep "Werken aan groeipotentieel" (665) In de kern is de aanpak in deze doelgroep gebaseerd op het uitgangspunt van eigen kracht. WWB-gerechtigden worden geïnformeerd, gestimuleerd, en (waar mogelijk groepsgewijs) uitgenodigd om activiteiten te ondernemen die voor henzelf, voor hun omgeving of voor de stad nuttig en zinvol zijn. Omdat wordt uitgegaan van "eigen kracht" ligt de nadruk op informeren en stimuleren. Wanneer de klant niet in beweging komt wordt een alternatief geboden en is het maatregelenbeleid van toepassing. Dit is te realiseren met een caseload van 200 WWB-gerechtigden per fte. Dit betekent een benodigde capaciteit van (665 / 200 = ) 3,3 fte. Voor deze doelgroep is thans capaciteit berekend op basis van een caseload van 480 per fte. Omgerekend is voor deze groep 665 / 480 = 1,4 fte reeds beschikbaar. De tijdelijke uitbreiding voor de pilotperiode bedraagt 3,3 -1-1,4 = 1,9 fte.

Meedoen door tegenprestatie

Delft

Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB

Doelgroep "Behouden eigen regie" (731) Het individuele klantmanagement is hier vooral gericht op het vastleggen van afspraken en het kort rapporteren van bevindingen. De verwachting is dat dit binnen de bestaande capaciteit kan worden vormgegeven. Uitbreiding van ambtelijke capaciteit voor individueel klantmanagement is voor deze doelgroep niet noodzakelijk. Uitgangspunt is dat de benodigde extra capaciteit niet structureel is, maar dat het gaat om een eenmalige impuls voor de pilot periode van maximaal één jaar. In de toekomst moet de sluitende aanpak budgetneutraal plaatsvinden door efficiencyverbetering in het werkproces en een efficiëntere verdeling van het werkverdeling met samenwerkingspartners. Gedurende dit jaar worden de resultaten gemonitord en na een jaar worden de resultaten geëvalueerd.

2.7 Kosten en financiering Voor de sluitende aanpak in de Delftse tegenprestatie is gedurende de periode van een jaar 3,l fte nodig. Het gaat hierbij om een tijdelijke extra impuls van € 176.306,-. Deze impuls financieren we uit het participatiebudget. Bij de invoering van de tegenprestatie in de WWB heeft het kabinet als uitgangspunt gehanteerd dat gemeenten niet worden geconfronteerd met extra uitvoeringskosten. Het kabinet veronderstelt hierbij onder andere dat het strikt genomen geen nieuwe taak betreft. Gemeenten worden in staat geacht om de tegenprestatie vorm te geven rondom de bestaande WWB-uitvoeringstaken. Daarnaast gaat het kabinet er vanuit dat gemeenten voor het bij elkaar brengen van vraag en aanbod gebruikt maakt van bestaande netwerken. Om die reden heeft het kabinet voor de invoering van de tegenprestatie geen extra middelen beschikbaar gesteld.

2.8 Overige uitvoeringsaspecten en randvoorwaarden De aanpak voor doelgroep I. komt overeen met datgene wat in het project Aan de slag is ontwikkeld. De methodiek van klantmanagement wordt reeds uitgevoerd en voor het bereiken van een sluitende aanpak hoeven geen nieuwe producten te worden ontwikkeld. Voor de aanpak van doelgroep 11. en 111. is de traditionele methodiek van klantmanagement niet in alle gevallen toereikend. Nieuwe elementen in de methodiek voor doelgroep 11. zijn het groepsgewijs werken in wijkbijeenkomsten en het ontwikkelen van eigen kracht. Voor doelgroep 111. kan vanuit de bestaande methodiek van individueel klantmanagent worden gewerkt, maar wel vanuit een methodiek van het versterken van de eigen regie. Dit vergt een andere aanpak, aangezien het niet de klantmanager is die het probleem op gaat lossen, maar de klant die in zijn eigen kracht moet worden gezet. Klantmanager Meedoen door tegenprestatie

Delft

Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB

moeten een coachende gespreksmethodiek kunnen hanteren en een groepsproces kunnen begeleiden. Voor de implementatie van de sluitende aanpak dienen nog een aantal activiteiten te worden uitgevoerd. Deze activiteiten zijn opgenomen in een overzicht wat als afzonderlijke bijlage bij dit implementatieplan is gevoegd.

Meedoen door tegenprestatie

Derft

Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB

Bijlage 1: Implementatie activiteiten p -

P

NIEUWE ACTIVITEITEN Opstellen Projectplan "Actief in de wijk, gericht op ontwikkelen nieuwe Makelaarsfunctie ONTWIKKELEN WIJKGERICHTE GROEPSGEWIJZEBIJEENKOMSTEN AANPAK

Ontwikkelen draaiboek wijkgerichte groepsgewijze bijeenkomsten TEKSTPRODUCTEN

Uitnodigingsbrieven (wijkbijeenkomsten) Standaard rapportages groepsgewijs klantmanagement Standaard beschikking (vastleggen tegenprestatie n.a.v. groepsbijeenkomst in de wijk) ICT

Werkproces Groepsgewijze begeleiding in GWS4all Aanpassen inrichting RIM / Suite4work? WERKINSTRUCTIES/TOOLS

Opstellen werkinstructie Tegenprestatie en handhaving OPLEIDING/TRAINING

Ontwikkelen methodiek voor groepsgewijze begeleiding (klantmanagement) "Actief in de wijk Trainen klantmanagers in groepsgewijze begeleiding Trainen klantmanagers in "empowerment-methodiek COMMUNICATIE

Ontwikkelen brochure (klantinformatie) OVERIG

Verzekeringspolis voor ongevallen en schade Helder beleid inzake onkostenvergoeding opstellen criteria monitor uitvoeren evaluatie

Meedoen door tegenprestatie

Delfl

Actieplan voor een sluitende aanpak in de WWB

16

Bijlage 2: Activiteiten Delftse Tegenprestatie naar doelgroep

-

Delftse Tegenprestatie

1 ( ~ n c l u s i e f ~ ~11,v -Ontwikkelen I

doelgroep II Werken aan Ii groei) I

Werkervaringsplaats Sollicitatietraining (groepsgewijs 12u/wk)

Activeringsplaats (Canal Hopper / Firma van Buiten / Vliegende brigade)

Participatieplaats

groeipotentieel

Mantelzorg

Ingekochte trajecten Vrijwilligerswerk STUNT/DOEL/BWD/Firma van van kleine Buiten/Bieslandhoeve omvang Project Aan de slag (MNA) Vrijwilligerswerk

Deelname aan maatjesprojecten Nieuw: Actief in de wijk

m 111. Behoud eigen regie

Individuele (zorg)afspraken Medisch behandeltraject of hulpverleningstraject Hand- en spandiensten verenigingsleven

Werken naar werk

Inspiratiegids voor sociale partners Juli 2013

Werk direct Werktraject Participatie Kwetsbare jongeren Sociale innovatie

Voorwoord

14

In deze uitgave ... 4 Dienstverleningsconcept, aanbod aan de klant Werk direct 6 Kinderverzorgers vervullen behoefte in de ouderenzorg

8 Overzicht instrumenten 10 ‘Westland heeft werk’ werkt Werktraject 12 PostNL looft constructie Combiwerk en gemeente Delft 14 Soms maakt één mens het verschil 16 Overzicht instrumenten

8

Participatie 18 Stunt biedt kansen en verrijkt de stad 20 Overzicht instrumenten 22 Werkzoekenden verhelpen vrijwilligersnood bij sportclubs 24 Overzicht instrumenten

18

Kwetsbare jongeren 28 Geïntegreerde aanpak helpt jongeren aan het werk 30 Overzicht instrumenten Sociale Innovatie 32 Ziekenhuis biedt mensen graag een nieuwe kans 34 B edrijf & Samenleving inspireert: ‘Niet te veel papier, handen uit de mouwen!’ 35 Pilot max. WW: Schoolvoorbeeld van regionale samenwerking

32

28

Colofon Delft Activeert is een eenmalige uitgave van de gemeente Delft. Coördinatie: Wouter van den Berg Teksten: gemeente Delft, De TekstGroep Fotografie: Erwin Dijkgraaf, Charles Borsboom, gemeente Delft, Shutterstock Grafische vormgeving: Delta3, Den Haag Juli 2013

De gemeente zet voluit in op werk voor alle Delftenaren. We vinden dat alle mensen die dat kunnen, economisch zelfstandig moeten zijn. Als werknemer, als ondernemer of actief op weg naar een van die twee. We willen dat jonge mensen hun school met een goed diploma afronden, om straks een goede plek op de arbeidsmarkt te kunnen vinden. En we willen dat degenen die er niet in slagen om economisch zelfstandig te zijn, zich op een andere manier inzetten.Voor een ander.Voor de stad. Met grote rijksbezuinigingen en aanpassingen in onder andere het ontslagrecht, de Wwb en met de nieuwe Participatiewet voor de boeg, zoekt de gemeente – samen met werkgevers, gemeenten in de regio en andere partijen – naar zoveel mogelijk kansen en oplossingen voor werkgelegenheid en participatie. Zo helpen we burgers hun weg weer te vinden naar de arbeidsmarkt en ondersteunen we de lokale en regionale economie. Hoe werken onze standpunten, projecten en programma’s uit in de praktijk? Daarover leest u meer in deze Inspiratiegids. We brengen in deze gids de dienstverlening van de gemeente in beeld door de ogen van de werkgevers, sociale partners en de burgers die het betreft. Daarbij hebben we vooral aandacht voor de kansen die werkgevers en sociale partners willen bieden op gebied van re-integratie en activering. Anders gezegd: we laten de mensen uit de praktijk hun eigen verhaal vertellen. Ik hoop dat u na het lezen van deze verhalen, met mij concludeert dat we in Delft – al valt er zeker nog winst te boeken – op de goede weg zijn met onze directe insteek. Een insteek waarbij iédereen iets doet voor een ander of voor de stad. Een insteek waarbij we inzetten op de eigen kracht van burgers. We vragen iets terug voor de ondersteuning die we bieden: de actieve inzet van mensen om zélf hun weg omhoog te vinden. Stephan Brandligt wethouder participatie

Inspiratiegids voor sociale partners

3

Werken naar werk

Dienstverleningsconcept Aanbod aan de klant

VOLWASSENEN Activeringsperiode

GEMEENTE aanvraag uitkering

Direct werk

GEMEENTE beoordeling

JONGEREN Zoekperiode

Klant heeft geen ander inkomen

4

Delft ACTIVEERT

Klant gaat zelf opzoek naar werk

Werktraject

Participatie

Gemeente beoordeelt of klant recht heeft op een uitkering

Klant is actief, gemeente ondersteunt waar nodig

Inspiratiegids voor sociale partners

5

Interview

Werk direct

Kinderverzorgers vervullen behoefte in de ouderenzorg Zorg is naast handel, leisure/horeca en tuinbouw een speerpuntsector in de regionale werkgeversbenadering van de regio Haaglanden en Zuid-Holland Centraal. De elf gemeenten in dat gebied benaderen werkgevers niet meer apart, maar gezamenlijk via accountmanagers voor de hele regio. Delft is binnen dit verband de gemeentelijke trekker voor de zorgsector en Zorgorganisatie Pieter van Foreest een van de organisaties die mensen daarin nieuwe kansen biedt. “Met de gemeente Delft hebben we al lang geregeld contact en sinds vorig jaar selecteert het UWV kandidaten uit de doelgroep ‘Werk direct’, die dus geen afstand tot de arbeidsmarkt hebben”, zegt Helma Nederlof van de afdeling Ontwikkelen & Leren van Pieter van Foreest. “We zijn nu bijvoorbeeld bezig met een traject om mensen uit de kinderzorg om te scholen tot verzorgende IG (Individuele Gezondheidszorg). Nu door de crisis de kinderopvang onder druk staat, raken steeds meer mensen in die branche werkloos. En wat blijkt? Hun profiel lijkt op dat van de IG’ers die actief zijn in de ouderenzorg, waar de behoefte aan mensen juist stijgt.” Sprankelende karakters Het is volgens haar collega Ellie Ham een absolute win/winsituatie: “Ook al zijn er naast duidelijke overeenkomsten ook verschillen, zoals in verpleegkundige vaardigheden. Bovendien heeft de ene categorie mensen ooit een bewuste keuze gemaakt voor kinderen, terwijl de anderen zich van meet af aan om ouderen wilden bekommeren. Een competentie die ze met elkaar delen is dat ze goed met mensen kunnen omgaan en over het algemeen een sprankelend karakter hebben. Dat maakt de overstap makkelijker, al zullen er vast wel een paar mensen tussen zitten, die tijdens de omscholing tot de conclusie komen dat ze toch liever met kinderen werken.”

6

Delft ACTIVEERT

In juni 2013 zijn al zo’n 75 mensen bezig met het omscholingstraject. Via open sollicitaties en de selecties die het UWV maakt, stelt Pieter van Foreest groepen kandidaten samen die worden uitgenodigd voor een presentatie over wat het werk met ouderen precies inhoudt. Wie na afloop nog steeds enthousiast is om een ‘carrièremove’ te maken, is welkom op een zogeheten ‘doedag’ in een van de locaties van Pieter van Foreest. De bedoeling is dat vervolgens vier keer per jaar een groep van 25 kandidaten begint aan een proefplaatsing van drie maanden op basis van een loonkostensubsidie; dit wil zeggen met behoud van uitkering.

dat ze in groepjes binnenkomen op hun nieuwe werkomgeving. “En daar zijn ze blij met de extra mensen, want de behoefte aan ‘meer handen om het werk te doen’ is groot en groeit, terwijl het behoorlijk lastig is om gediplomeerde collega’s te vinden”, aldus Ham.

enthousiasme, dus we worden er allemaal beter van”, besluit Nederlof. “Wij krijgen steeds meer vakbekwame mensen, zij hebben weer betaald en zeer gewaardeerd werk en de ouderen worden goed verzorgd. Het is dus meer dan win/win, het is eigenlijk win/ win/win.”

Win/win/win De eerste opleiding is in december van vorig jaar gestart en sindsdien zijn er al drie groepen aangenomen. Dus niet alleen de behoefte, maar ook de belangstelling voor deze manier van begeleiding – “Daar steken we veel tijd in” – is dus groot. “Evenals het

Elly Nerderhof (l) en Ellie Ham

“De behoefte aan ‘meer handen om het werk te doen’ is groot en groeit”

Een pittig traject Nederlof: “Gedurende dit voortraject gaan ze een dag per week naar het ROC Mondriaan hier in Delft voor hun opleiding. En als na drie maanden zowel de kandidaten als wij enthousiast zijn en besluiten met elkaar door te willen gaan, sluiten we een leerarbeidsovereenkomst en komen ze dus bij ons in dienst. Uiteraard gaat ook het opleidingstraject dan verder en gaan ze naast hun werk op een van onze locaties naar school. Dat is best een pittig traject, want dat is een opleiding op mbo-niveau 3 of 4 en dat duurt anderhalf jaar.” De nieuwkomers binnen Pieter van Foreest gaan aan de slag in een van de verzorgingshuizen, verpleeghuizen of in de thuiszorg in Delft, Westland of Oostland. Uiteraard is dat voor beide partijen even wennen, maar voor de kersverse IG’ers is het een voordeel Inspiratiegids voor sociale partners

7

Sollicitatieclub

Activeringsperiode/ Zoekperiode

Werk Direct | Jongeren Mensen uit Delft met een uitkering vanuit de Wet Werk en Bijstand of niet-uitkerings­ gerechtigden (NUG) met een beperkte afstand tot de arbeidsmarkt nemen deel aan de sollicitatieclub. Het doel: deelnemers de benodigde vaardigheden aanleren die nodig zijn om zelfstandig een betaalde baan te vinden. Ongeschoold of hoog opgeleid? Dit maakt niet uit, mits je maar enigszins computervaardig bent en de Nederlandse taal voldoende machtig bent! . Deelnemers aan de sollicitatieclub krijgen zes weken lang nuttige en praktische adviezen over slim solliciteren. Uiteraard komen hier CV en sollicitatiebrieven aan bod. Maar het gaat veel verder: denk aan trainingen, zoals het gebruik van social media, presentatieen gespreksvaardigheden, het zoeken van vacatures en het gebruiken van je netwerk. Daarnaast worden interne en externe partners ingezet, zoals collega’s van BBZ en

Werk Direct | Werktraject | Participatie | Jongeren

het Werkgeversservicepunt, uitzendbureaus en werkgevers. . Insteek is om mensen zoveel mogelijk zelf hun weg naar werk te vinden, waarbij maximaal gebruik kan worden gemaakt van het brede instrumentarium waarover de consulenten beschikken. De consulenten coachen en wijzen de deelnemers op een actieve en open houding. Uiteindelijk zijn het de deelnemers zelf die een baan moeten vinden. De groepsdynamiek en de verscheidenheid van niveaus zorgt ook voor een stimulerende werking waarbij mensen elkaar helpen en ondersteunen.

De gemeente Delft heeft als uitgangspunt dat Delftenaren die een uitkering aanvragen zich eerst zelf inspannen om weer aan het werk te komen of terug naar school te gaan. Wie een aanvraag doet voor een uitkering, krijgt kort daarop een gesprek met een gemeentelijk consulent. De consulent legt uit dat het belangrijk is om zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan. Gaat het om een jongere

In het gesprek krijgen klanten opdrachten mee die zij zelfstandig moeten uitvoeren. Zo moeten zij zich bijvoorbeeld inschrijven op een vacaturesite of zich melden bij de Financiële Winkel. In die periode is er nog

geen sprake van een uitkering. De periode van vier weken noemen we voor personen jonger dan 27 jaar ‘zoekperiode’, en voor ouderen ‘activeringsperiode’. Als na vier weken blijkt dat de klant zich niet voldoende heeft ingespannen, dan krijgen zij een korting op de uitkering.

Resultaat: Door de zelfredzaamheid te stimuleren zijn meer Delftenaren zelfstandig in staat werk te vinden of terug te keren naar school. Hierdoor hoeven minderen Delftenaren een beroep te doen op een uitkering.

Resultaat: Hoe langer je in een uitkering zit, hoe moeilijker het wordt om weer aan werk te komen. De sollicitatieclub geeft Delftenaren de mogelijkheid om zo snel mogelijk een baan te vinden. Doelgroep: Het instrument staat open voor iedere Delftenaar met een WWB-uitkering of niet-uitkeringsgerechtigden die staan ingeschreven als werkzoekende bij het UWV Werkbedrijf.

Doelgroep: Alle Delftenaren die een WWB-uitkering aanvragen.

Sociale partners/werkgevers: Uitzendbureaus Tempo Team, Randstad,Timing, Start, Manpower en LUBA,Werkgeversservicepunt.

Arbeidsmarktprojecten Werk Direct | Werktraject | Participatie Het Werkgeverservicepunt zet regelmatig arbeidsmarktprojecten op met werkgevers. Werkgevers kunnen daarbij gebruik maken van faciliteiten die de gemeente biedt, zoals leerwerk-arrangementen, loonkostensubsidie, no-risk polissen en proefplaatsingen. Twee voorbeelden van vele arbeidsmarktprojecten die de gemeente Delft heeft opgezet zijn die bij Zandvliet Vleeswaren en PLQ.

zonder startkwalificatie, dan wordt uitgelegd dat een startkwalificatie de kansen aanzienlijk verhoogt.

Zandvliet Vleeswaren Zandvliet Vleeswaren is een hypermodern productiebedrijf uit Delft dat vleeswaren maakt voor de traditionele slager, de industrie en de retailmarkt. Bij dit bedrijf heeft de gemeente mogelijkheden om WWB-kandidaten te plaatsen. Na een proefperiode van zes weken, waarin de kandidaat met behoud van uitkering werkt, gaan kandidaten aan de slag

als productiemedewerker op basis van een half jaarcontract. Jobcoaching gebeurt door de werkgever zelf. PLQ PLQ heeft een kledingsorteercentrum (Hits Services) geopend in Den Hoorn. Het bedrijf wil Delftenaren met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans geven op een toekomst en een eigen inkomen. Via proefplaatsingen krijgen deelnemers aan het project een kans om een jaarcontract te verdienen. Resultaat: Via arbeidsmarktprojecten krijgen Delftenaren de kans om duurzaam uit de uitkering te stromen. Doelgroep: Delftenaren met een WWB-uitkering die gemotiveerd zijn en in staat zijn om zo snel mogelijk weer aan de slag te gaan.

Sagènn Directe Bemiddeling Werk Direct Sagènn richt zich op kandidaten met een korte afstand tot de arbeidsmarkt. Bij deze doelgroep mag geen sprake zijn van belemmeringen voor deelname aan werk. Het startpunt is een uitgebreide Darius-diagnose. In sommige gevallen is slechts dat laatste duwtje in de rug nodig om aan de slag te gaan op een reguliere werkplek. Een vaste jobhunter zoekt naar de passende baan. Sagènn zet ook gericht workshops in. Daarin staan solliciteren en presenteren, rollen­spellen en zelfreflectie centraal. Naast de workshops in groepen werkt iedere deelnemer zelfstandig aan individuele sollicitatie­ doelen. In de praktijk blijkt dat veel Delftenaren, na een aanvankelijk succesvolle plaatsing, een

terugval krijgen. Om dit te voorkomen biedt Sagènn jobcoach-activiteiten aan. Jobcoaching zorgt ervoor dat de uitstroomresultaten ook duurzaam zijn. Het is de bedoeling dat direct bemiddelbare deelnemers binnen zes maanden worden geplaatst op een reguliere baan.

Resultaat: Deelnemers worden via Sagènn weer uitkeringsonafhankelijk en kunnen weer invulling geven aan hun leven. Doelgroep: Het instrument is bedoeld voor Delftenaren met een WWB-uitkering, een goed CV en een startkwalificatie én die geen belemmeringen hebben die regulier werk in de weg staan. Sociale partners/werkgevers: Sagènn Re-integratie B.V.

Sociale partners/werkgevers: Zandvliet Vleeswaren en PLQ

8

Delft ACTIVeert

Inspiratiegids voor sociale partners

9

Interview

Werk direct

‘Westland heeft werk’ werkt ‘Westland heeft werk’ is een vorig jaar gestart samenwerkingsverband van twee uitzendbureaus, gemeentelijke Werkpleinen, onder meer die van Delft, en de sociale werkvoorziening Patijnenburg in Naaldwijk. De gemeenten leveren mensen die (weer) aan het werk kunnen. Na een lastige start, nu een groeiend succes, want … ‘Westland heeft werk’! “Raar, zoveel arbeidsmigranten in de glastuinbouw terwijl hier mensen rondlopen die het werk zouden kunnen doen.” Zo vat projectleider Desiree Curfs het algemene gevoel samen dat inspireerde tot de oprichting van het samenwerkingsverband ‘Westland heeft werk’. Aanvankelijk was er veel scepsis onder tuinbouwondernemers. “Tja, het is niet voor niets dat we met buiten­landers werken,” schamperden de kwekers. “Maar wij zeiden: geef ons een kans om uitkeringsgerechtigden in te zetten, want wij dragen als gemeenschap alle lasten”, zegt Curfs. “Jullie hebben de banen, wij de mensen.” ‘Niks doen is geen optie’ Samen met EG Personeelsdiensten en GJ Personeelsdiensten werd twee jaar geleden de project-BV ‘Westland heeft werk’ opgericht. Omliggende gemeenten, zoals Delft, Den Haag, Rotterdam en Rijswijk, moesten goede kandidaten selecteren, vervoers­ belemmeringen oplossen, een sanctiebeleid afstemmen en handhaven als de werknemers er met de pet naar zouden gooien. Het sociale werkplaatsbedrijf Patijnenburg kende de werkgevers en van hieruit wordt het project geleid. Maar bij alle partijen bestonden vooroordelen. Remmert Keizer van GJ Personeelsdiensten: “Werkgevers vonden dat gemeenten de ondernemerswereld niet kenden. Ook hadden ze geen hoge pet op van mensen met een uitkering. Die hadden op hun beurt een negatief beeld van het werk in kassen. Maar als je elkaar niet opzoekt, verandert er niks. En: niks doen, is geen optie.”

10

Delft ACTIVEERT

Ook hoger opgeleiden met een uitkering werden ingezet. “Die moesten gewoon in een productieomgeving beginnen, maar hadden wel zicht op doorstroming naar hogere functies. Bovendien, in de tuinbouw begint iedereen op de werkvloer, ook de directeur. Een mooie testcase of iemand wel van het tuinbouwbedrijf en de -producten houdt,” vindt Curfs.

helpen. Iedereen is doordrongen van het belang om samen aan dit sociaal-maatschappelijke vraagstuk te werken. Consulenten van gemeenten maken het ook duidelijk aan mensen die voor een uitkering komen: tegenover rechten staan ook plichten. Er wordt gehandhaafd en beleid uitgevoerd. Dat zorgt ook voor een stimulans. Mensen gaan dan serieuzer op een baan uit.”

Succes dankzij samenwerking Volgens intermediair Keizer is het succes van het initiatief te danken aan de samenwerking tussen gemeenten, werkzoekenden en ondernemers. “Samen optrekken en transparant zijn naar elkaar, dát is de formule. Maar de werkgever staat bij ons centraal. Die zien wij als opdrachtgever. Dat is de klant die aangeeft wat hij zoekt. Dus hebben we eerst eens een toertje gemaakt met de accountmanagers. Die hadden het steeds over ‘tomatenfabrieken’ en moesten nog ervaren wat het werk inhoudt.”

Politieke hobbels Toch zijn er ook nog politieke hobbels te nemen. Keizer: “Er moet een duidelijk verschil zijn tussen een uitkering krijgen en voor salaris werken.” Curfs weet dat het in sommige wijken heel normaal

Remmert Keizer (l) en Desiree Curfs zien samenwerking als sleutel tot succes: de kwekers hebben de banen, wij de mensen.

wordt gevonden om van een uitkering te leven. “We moeten dus ook aan de mentaliteit werken,”vindt ze. “Een afgestudeerde die geen tomaten wil gaan plukken? Tegen zo iemand zeg ik: waarom zou ik jouw uitkering betalen?”

“Wij kennen de ondernemers en de gemeenten maken daar goed gebruik van”

Werkgevers bleken aangenaam verrast door de inzet. Curfs: “Bovendien kregen ze meer inzicht in wat het is om gedwongen in een uitkeringssituatie te zitten. Want er zijn ook mensen die het vreselijk vinden om hun hand op te houden. We krijgen zelfs vanuit Groningen smeekbedes om hier te mogen komen werken. Ondernemers waren bijvoorbeeld onder de indruk van een reactie van een vader die nu zijn kinderen weer eens op een uitje naar McDonalds kon trakteren.” Traject voor 50-plussers Curfs erkent dat de situatie in Nederland door de jaren heen is scheefgegroeid. “In de grote steden zijn hele wijken waar niemand werkt. Kinderen krijgen daar geen voorbeeld van gezinsleden die ’s morgens naar hun werk gaan, die verantwoordelijk zijn voor een taak. Tja, waar is het misgegaan? Iedereen die daarover wat zegt, krijgt van mij gelijk. Maar we moeten er in elk geval iets aan doen. Dus hebben wij met elkaar het initiatief genomen. En met succes. We gaan nu ook een project in het Oostland starten. Daar liggen vooral voor Rotterdammers kansen. Daarnaast zijn we bezig een nieuw traject op te zetten voor 50-plussers.” Keizer merkt dat de gemeenten enthousiast zijn: “Wij kennen de ondernemers en de gemeenten maken daar goed gebruik van. We worden steeds vaker benaderd om mensen aan het werk te

Inspiratiegids voor sociale partners

11

Interview

Werktraject

PostNL looft constructie Combiwerk en gemeente Delft PostNL Pakketten realiseert achttien nieuwe sorteercentra in Nederland waarin zij werkgelegenheid aan bijstands­ gerechtigden bieden. Elf daarvan waren al operationeel, de twaalfde werd op 15 juli in Delft geopend. Dat lang­durig werkzoekenden daar weer een arbeidsplek vinden, is onder meer te danken aan de professionele constructie die de gemeente Delft en Combiwerk samen met het bedrijf hebben opgezet. “Een aantal jaar geleden zijn we begonnen met de gedeeltelijke uitbesteding van onze personele bezetting”, vertelt Wietske Kamsma, projectleider Uitbesteding Arbeid bij PostNL Pakketten. “In eerste instantie alleen aan commerciële partijen. Toen we kansen zagen om een maatschappelijke bijdrage te leveren via een re-integratieproces én tegelijkertijd onszelf te versterken, zijn we daarmee gestart in onze nieuwe sorteer- en distributiecentra. Op die locaties is onze personele bezetting gedeeltelijk uitbesteed aan SW-bedrijven en gemeenten. Er werken nu gemiddeld veertig WSW’ers en evenveel WWB’ers per centrum.” Maatschappelijke re-integratietaak Het contact met de gemeente Delft kwam voort uit gesprekken met de gemeente Den Haag. “De gemeenten in de regio werken goed samen op het terrein van re-integratie. Daardoor werd ook Delft snel betrokken bij dit initiatief. Vanaf dat moment was het voor alle partijen snel geregeld. De re-integratielijnen die Delft in de stad heeft uitgezet, passen bij onze plannen en de constructie met Combiwerk is ideaal voor bedrijven die willen participeren in re-integratieprojecten voor de arbeidsmarkt. Combiwerk draagt de werknemers aan – kandidaten uit gemeente en SW-bedrijven in Delft en Den Haag – en begeleidt hen op de werkvloer. Het is een professionele en krachtige organisatie”, constateert Kamsma. “En cruciaal: Combiwerk krijgt

12

Delft ACTIVEERT

Elkaar helpen De projectleider staat geregeld in contact met medewerkers uit de sorteer-en distributiecentra en ziet wat de arbeidkansen met langdurig werklozen kan doen. “Ze komen vaak wat onwennig binnen en in het begin verlopen de uitvoerende werkzaamheden – voornamelijk sorteren – wat stroef. Dat is begrijpelijk, want de meesten hebben lange tijd thuis gezeten. Maar na een week herken je ze nauwelijks meer terug. Als zij hun werkpatroon eenmaal hebben gevonden en ‘de knop is om’, dan maken ze

een enorme groeispurt. Het feit dat ze weer een dagbesteding hebben en nuttig bezig zijn, geeft een enorme boost aan hun zelfvertrouwen. Daarom ontstaan er geregeld hechte relaties tussen hen en ons. We helpen elkaar.”

van de gemeente de ruimte die nodig is om de belangrijke maatschappelijke re-integratietaak in te vullen.” Toch is het jammer, aldus Kamsma dat gemeenten zo verschillend werken. “De samenwerking in Delft kwam relatief makkelijk tot stand, maar dat is niet overal zo. We moeten elke keer naar de lokale mogelijkheden kijken, omdat de constructie tussen gemeenten en SW-bedrijven overal anders is. Op dat gebied kunnen zeker nog flinke efficiëntieslagen worden gemaakt.” Van driehoek naar vierkant Over de werknemers die via PostNL weer de arbeidsmarkt betreden, is het bedrijf tevreden. “We steken veel tijd en energie in de opzet van re-integratiekansen en de mensen zelf. De eerste twee maanden behouden ze hun uitkering, daarna komen ze bij Combiwerk onder contract te staan. De grote winst is dat ze weer een dagbesteding hebben. Dat is schadebeperkend voor de gemeente en een vooruitgang voor de voormalige werklozen”, aldus Kamsma. “Het doel is om langdurig werklozen via deze weg zoveel mogelijk uit te laten stromen naar regulier werk. Daarom zoekt PostNL naar mogelijkheden om de driehoek tussen gemeente, SW-bedrijf en commercieel bedrijf om te zetten naar een vierkant door er uitzendbureaus bij te betrekken. Kamsma: “Zij hebben de benodigde kennis en een veel groter netwerk in de arbeidsmarkt dan wij met z’n allen. Ik weet zeker dat zij kunnen bijdragen aan dit soort trajecten.”

“We steken veel tijd en energie in de opzet van re-integratiekansen en de mensen zelf.” Via het re-integratieproces kan PostNL een maatschappelijke bijdrage leveren én zichzelf versterken, stelt Wietske Kamsma.

Inspiratiegids voor sociale partners

13

Interview

Werktraject

Soms maakt één mens het verschil De samenwerking tussen Combiwerk en ondernemers levert niet alleen werkzoekenden voordelen op in de vorm van een tijdelijke of permanente baan, maar kan ook gunstig uitpakken voor bedrijven. Dit ondervond schoonmaakbedrijf Workmate uit Amsterdam. Eén ding kan Abdul Ahad Jamie niet worden ontzegd: initiatief. Als werkzoekende wist hij precies wat hij wilde, namelijk werken voor Workmate. Toen een vriend van hem daar een baan had gevonden, wist hij ‘dat wil ik ook’. Op een dag trok hij dan ook de stoute schoenen aan en klopte onverwacht bij Workmate aan met de mededeling dat hij graag een baan als schoonmaker wilde. Eigenaar Waseem Ikram was verrast door deze doortastende actie. Maar hij nam het verzoek van Jamie wel serieus. Netwerker van de maand “Naar aanleiding van zijn verhaal ben ik contact gekomen met Combiwerk in Delft”, vertelt hij. Hij vernam dat Jamie een assessment had gehad. Daaruit bleek dat hij gevoel voor verantwoordelijkheid heeft en zijn afspraken op tijd nakomt. Weliswaar heeft Jamie geen beroepsopleiding voltooid, maar een goed stel hersens heeft hij zeker wel. Zijn belangrijkste beperking is zijn gebrekkige kennis van de Nederlandse taal. Dat compenseert hij zoveel mogelijk door zijn doorzettingsvermogen en door zijn talent om te netwerken. Reden voor Combiwerk om hem als allereerste tot ‘Netwerker van de Maand’ uit te roepen. Het gesprek tussen Workmate en Combiwerk heeft ertoe geleid dat Jamie nu alweer een paar maanden als schoonmaker aan de slag is bij een grote fast food keten in Rotterdam. Dit betekent om twee uur ’s nachts beginnen en ’s morgens naar huis wanneer anderen net zijn begonnen of nog onderweg zijn. Die uren vallen Jamie best zwaar, maar verzuimen doet hij niet. “Bovendien ging ik twee keer per week ’s avonds van 19.15 tot 22.00 uur naar school om Nederlands te leren”, zegt hij. “Dat werd me echt te veel, dus gelukkig is dat nu met hulp van Combiwerk veranderd en volg ik die taallessen ’s middags.”

14

Delft ACTIVEERT

“Samen bereiken we heel wat”

Mes snijdt aan twee kanten Ikram is in elk geval tevreden. “Hij doet het uitstekend en daar ben ik vanzelfsprekend blij mee. En zonder dat hij zich er precies van bewust is, heeft hij heel wat teweeggebracht; een sneeuw­ baleffect. Want doordat het werken met Jamie me zo beviel en het contact met Combiwerk zo goed is geworden, ben ik opnieuw met Combiwerk gaan praten om te kijken hoe we onze samenwerking konden uitbreiden. Via hen heb ik nu meer mensen aan werk kunnen helpen.” “En het mes snijdt aan twee kanten, want als een opdrachtgever ineens een grote klus heeft of ik krijg een nieuwe grote klant in deze omgeving, dan kan ik er zó op rekenen dat Combiwerk daar mensen voor kan leveren. Dus als ondernemer ben ik dankzij de goede band met Combiwerk slagvaardiger en flexibeler. Daar staat natuurlijk wel wat tegenover, want niet iedereen is zoals Jamie. Het gaat niet altijd zonder slag of stoot. Mensen die een tijd uit de roulatie zijn geweest of zelfs afstand hebben tot de arbeidsmarkt, moeten meestal echt weer even wennen aan het arbeidsritme. Net als Combiwerk steek ook ik tijd en energie in het begeleiden, motiveren en stimuleren van de mensen die zij aandragen. Samen bereiken we heel wat.” Van Amsterdam tot Maastricht Het initiatief van Jamie en de goede samenwerking met het Delftse Combiwerk hebben Ikram als ondernemer aan het denken gezet en op nieuwe ideeën gebracht: “Workmate is door het hele land actief ”, vertelt hij. “Dus op een gegeven moment dacht ik: waarom zou ik in andere steden ook niet eens gaan praten met SW-bedrijven? Ik ben begonnen in Amsterdam, maar ondertussen heb ik ook al gesprekken gehad in Eindhoven en Maastricht. Dan kunnen we straks overal snel schakelen!”

Het contact tussen Abdul Ahad Jamie (l) en Waseem Ikram heeft geleid tot een nauwe samenwerking tussen Combiwerk en Workmate.

Inspiratiegids voor sociale partners

15

Trajecten bij Werkplan Arbeidsintegratie Werk Direct | Werktraject | Jongeren Werkplan is al jaren een strategische partner van de gemeente Delft. Werkplan heeft twee soorten instrumenten: ritmeplekken en bemiddelingstrajecten. Ritmeplekken Als je werkloos raakt, is het belangrijk dat je het dag-nachtritme vasthoudt. Dit vergroot de kans op een nieuwe baan aanzienlijk. De gemeente speelt daar samen met Werkplan op in via werkritmeplekken. Uiteraard ligt de focus van de klant op het vinden van een nieuwe baan. Om in het ritme te blijven, werkt de deelnemer daarnaast drie dagdelen in een productieomgeving. Bemiddelingstrajecten De bemiddelingstrajecten kunnen maximaal een jaar duren. In een dergelijk traject is een

deelnemer 32 uur per week actief bezig met werk, sport, trainingen, coaching en workshops. Het werkgedeelte vindt de eerste drie maanden plaats bij Werkplan Productie. Elke deelnemer krijgt een consulent en een accountmanager. Samen met de deelnemer gaan ze actief aan de slag om werk te vinden. Resultaat: Delftenaren die gebruik maken van een werkritmeplek stromen in principe binnen vier maanden weer uit naar regulier werk. Bij bemiddelingstrajecten stromen deelnemers binnen een jaar uit naar regulier werk. Doelgroep: De ritmeplekken zijn er voor Delftenaren met een WWB-uitkering die snel weer kunnen doorstromen naar regulier werk. Bij bemiddelingstrajecten ligt regulier werk ook weer in het verschiet, maar is er eerst enige begeleiding en coaching noodzakelijk.

het mogelijk om een aanvullende BBZ-lening te ontvangen, als aanvulling op de inkomsten uit de onderneming. Die lening is renteloos en duurt maximaal drie jaar.

Resultaat: • Een onderneming die economisch levensvatbaar is en een ondernemer die uitkeringsonafhankelijk is. • Een ondernemer op leeftijd die niet volledig afhankelijk wordt van de bijstand. • Een ondernemer die een doorstart kan maken met zijn onderneming. • Een ondernemer die op een goede manier zijn bedrijf kan beëindigen en aansluitend aanspraak kan maken op een uitkering. Doelgroep: • Delftenaren die ondernemerszin en doorzettingsvermogen hebben en over voldoende taalniveau beschikken. • Ondernemers vanaf 55 jaar. • Ondernemers die willen doorstarten. • Ondernemers die hun bedrijf willen beëindigen

Van Deel naar Heel Werk Direct | Werktraject

Die Buytenweye. In twaalf bijeenkomsten van 2,5 uur leert het ROC Mondriaan de deel­ nemers over werken en de mogelijkheden in de zorg. Het programma is heel praktijkgericht. Naast de 2,5 uur les, doen de deelnemers namelijk twaalf uur per week vrijwilligerswerk in Die Buytenweye.

Resultaat: De deelnemers vergaren kennis over het werken in de zorg en leren hun eigen vaardigheden aan te scherpen. De cursus biedt inzicht in de mogelijkheden in de zorg. Soms levert de cursus zelf een baan op in de zorg (Leerwerktraject).Verschillende deelnemers zijn inmiddels aan de slag bij Pieter van Foreest, Careyn en het Reinier de Graaf Gasthuis. Doelgroep: Iedereen die gezond is en graag in de zorg aan de slag wil of wil ondervinden of werken in de zorg een reële optie is. Sociale partners/werkgevers: Pieter van Foreest (Die Buytenweye), Careyn, Reinier de Graaf Gasthuis en ROC Mondriaan

Delft ACTIVeert

De consulenten BBZ helpen met advies, begeleiding en soms een uitkering of het verstrekken van bedrijfskapitaal in de vorm van lening.

Er zijn verschillende mogelijkheden van financiële ondersteuning. De gemeente kan een bedrijfskrediet verstrekken in de vorm van een rentedragende lening om de nodige bedrijfsinvesteringen te doen. Daarnaast is

Sociale partners/werkgevers: Kamer van Koophandel, Ondernemersklankbord, Ondernemersplein, andere gemeenten

Werktraject

16

Het BBZ (Besluit bijstandverlening zelfstandigen) is er voor diverse doelgroepen: • mensen met een WW- of bijstandsuit­ kering die als startend ondernemer aan de slag willen gaan; • gevestigde ondernemers van 55 jaar die op jaarbasis een lager inkomen hebben dan de bijstandsnorm; • gevestigde ondernemers met financiële problemen • ondernemers die willen stoppen omdat de onderneming niet meer levensvatbaar is.

Sociale partners/werkgevers: Werkplan Arbeidsintegratie

Trajecten in de zorg De behoefte aan personeel in de zorg gaat altijd in golfbewegingen. Het is echter zeker dat er op een gegeven moment altijd weer behoefte ontstaat aan ‘handen aan het bed’. Trajecten in de Zorg is een cursus, verzorgd door ROC Mondriaan. De bijeenkomsten vinden plaats in het woonzorgcentrum

BBZ-trajectenArbeidsinWerktraject tegratie

De gemeente wil Delftenaren met een aanvullende bijstandsuitkering helpen om rond te komen zonder die extra ondersteuning. Daarom stimuleert de gemeente deze parttimers in hun ontwikkeling en groei, zodat zij in staat zijn hun werk uit te bouwen tot een fulltime baan, of een andere betaalde fulltime baan aan te gaan. Soms lukt het om flexibel werk te vinden, naast de bestaande parttime baan.

Resultaat: Parttimers die gedeeltelijk afhankelijk waren van een uitkering zijn helemaal onafhankelijk van een uitkering. Doelgroep: Parttimers die een aanvullende WWB-uitkering hebben en over voldoende potentieel beschikking om geheel uitkeringsonafhankelijk te worden.

Parttimers kunnen gebruik maken van de contacten die de gemeente heeft in de regio om extra of ander werk te vinden. De gemeente geeft ook begeleiding bij sollicitaties. De contacten en begeleiding lopen via een accountmanager. In ruil voor de hulp van de accountmanager verwacht de gemeente dat deelnemers zich maximaal inspannen om zo min mogelijk gebruik te hoeven maken van een uitkering.

Inspiratiegids voor sociale partners

17

Interview

Participatie

Stunt biedt kansen en verrijkt de stad

Hij vervolgt: “Wij doen belangrijk werk voor de stad, dat anders niet zou gebeuren of waar commerciële bedrijven niet op inspelen. Bovendien versterken we het imago van de stad Delft. De deelnemers behouden hun uitkering met dit werk, doen weer werkervaring op, krijgen structuur in hun leven, vergroten hun sociale kring en worden geholpen met praktische zaken in het dagelijks leven. En niet minder belangrijk: dit traject bouwt zelfvertrouwen op.” ‘Ik tel weer mee’ Het mes snijdt zelfs aan nog meer kanten. Stunt heeft namelijk ook commerciële bedrijven betrokken bij het werk van de stichting. “Zodra deelnemers er klaar voor zijn, proberen we ze

Langdurig werklozen krijgen door Stichting Stunt via diverse stadsverrijkende projecten een kans om interessante en nuttige werkzaamheden uit te voeren.

stage te laten lopen bij een van de aangesloten bedrijven. We hebben goede partners in de stad; bedrijven die ook graag met ons samenwerken.” Joost heeft daar de vruchten van geplukt. “Ik loop sinds kort stage bij onderhoudsbedrijf De Vries Bouw. Naast mijn werkzaamheden voor PlusKlus. Ik weet dat ik daar niet meteen een betaalde baan aan overhoud, maar kijk welke grote stappen ik in zo’n korte periode heb kunnen maken dankzij de gemeente Delft, Stunt en hun partners. Minder dan zes maanden geleden stond ik nog op straat. Zonder perspectief. Een paar maanden later loop ik stage, mag ik een bedrijf vertegenwoordigen en als klap op de vuurpijl heb ik sinds kort ook weer een woonruimte. Ik tel weer mee.”

Zo worden onder de bezielende leiding van directeur Dick Holt uitzichtloze situaties omgebogen naar kansrijke toekomstperspectieven.

“Wij doen belangrijk werk voor de stad, dat anders niet zou gebeuren of waar commerciële bedrijven niet op inspelen”

Om dat te bereiken doorloopt Stunt drie stappen met elke deelnemer. De eerste stap heet de verlengde intake en bestaat uit een kennismaking en assessment. Zo onderzoekt Stunt waar de mogelijkheden van de deelnemers liggen, maar vooral ook waar zij enthousiast van worden. Tijdens de ‘Individuele begeleiding’ worden ze geholpen met persoonlijke problemen die het normaal functioneren in de maatschappij belemmeren. En bij ‘Werkplaatsen en leerwerkbedrijven’ gaan de deelnemers weer aan de slag. Vakman Joost Een van die deelnemers is Joost van Veen (48). Joost is een vakman op het gebied van stucwerk voor ornamenten. Een nichemarkt die onder druk van de economische malaise ver is weggezakt. Net als Joost zelf, die door allerlei omstandigheden dakloos werd. Hij doorbrak de negatieve spiraal nadat hij iets over Stichting Stunt las. “Het feit dat ik dakloos werd, betekende niet dat ik geen levenswil en -lust meer had. Ik wilde echt wel wat van mijn leven maken. Maar hoe kun je dat nog doen als je op straat leeft? Voordat ik toevallig ergens over Stichting Stunt las, wist ik niet waar ik moest starten. Dat heb ik trouwens meer lotgenoten horen zeggen.” Slim inspelen op gemeente Inmiddels werkt Joost bij het door Stunt opgezette PlusKlus, een onderhoud- en renovatiebedrijf dat aanpassingen uitvoert in woningen van ouderen. “We proberen altijd de interesses van een deelnemer te vinden. Daar zoeken we vervolgens uitdagende werkzaamheden bij”, vertelt Dick Holt. “Met al onze projecten – PlusKlus, de Canal Hopper Delft, SPOT, De Vliegende Brigade, De Werkplaats en Bike Recycle – spelen we bovendien in op doelstellingen van de gemeente Delft. De PlusKlus draagt bijvoorbeeld bij aan de doelstelling om situaties te creëren waarin ouderen langer thuis kunnen blijven wonen.”

18

Delft ACTIVEERT

Voormalig dakloze Joost van Veen (l) heeft weer een toekomst dankzij Stichting Stunt van Dick Holt. Inspiratiegids voor sociale partners

19

Bedrijf in Beeld

Taal op eigen kracht

Werk Direct | Werktraject | Participatie | Jongeren

Werktraject | Participatie

Er zijn Delftenaren die nog niet voldoende Nederlands spreken, lezen of schrijven. Actief meedoen in de Delftse samenleving is daarom lastig. Het beheersen van de Nederlandse taal bepaalt een groot deel van de zelfredzaamheid van mensen. Taal op eigen kracht is een programma dat direct aansluit op wat mensen in hun dagelijks leven tegenkomen. Het is praktisch taalonderwijs, dat uitgaat van de taalbehoefte van de deelnemers. Het unieke van Taal op eigen kracht is dat het cursusprogramma wordt opgezet door niet-commerciële partijen uit Delft. Dit kunnen bijvoorbeeld maatschappelijke organisaties, zelforganisaties

De gemeente is halverwege 2011 gestart met het project Bedrijf in Beeld. Via dit project stimuleert de gemeente, in samenwerking met werkgevers, de werkgelegenheid en bedrijvigheid in de wijk Buitenhof. Bedrijf in Beeld creëert kansen voor de bewoners van Buitenhof in de vorm van banen en activiteiten.

en scholen zijn. Deze partijen verzorgen samen met een professionele docent een volwaardig lesprogramma van 24 weken.

bedrijven, maatschappelijke instellingen, werkzoekenden en de gemeente ondersteunt, faciliteert en bij elkaar brengt. Het project is bijzonder, omdat het plaatsvindt binnen de context van de wijk. Bewoners uit de wijk vinden werkplekken en werkervarings­ plaatsen bij bedrijven en organisaties in de eigen wijk.

Resultaat: Het taalniveau van de deelnemers wordt aan het begin en aan het einde van de cursus gemeten. Deelnemers aan Taal op eigen kracht blijken hun taalniveau zichtbaar te verhogen. Een belangrijk bijeffect is dat het eigen kracht van individuen en organiserende partijen verhoogt. De lessen worden namelijk niet pasklaar aangeleverd, zoals bij inburgering, maar worden vanuit de Delftse samenleving zelf opgezet.

Resultaat: Bedrijf in Beeld levert bedrijvigheid en werkgelegenheid op in de wijk Buitenhof. Jongeren zijn bovendien in staat om een startkwalificatie te halen.

Doelgroep: Delftenaren van 18 jaar en ouder die beter willen worden in de Nederlandse taal.

Sociale partners/werkgevers: Werkgevers,Werkgevers­ servicepunt,Woonbron,Vestia,Vidomes, Combiwerk, Ondernemersplein, Ondernemersfonds Buitenhof, Breed Welzijn Delft, Ardemia.

Doelgroep: Bewoners van de wijk Buitenhof.

Sociale partners/werkgevers: Maatschappelijke organisaties, zelforganisaties, (basis)scholen en individuen die, in samenwerking met de gemeente, een taalprogramma willen opzetten.

De Speelgoedgarage Participatie | Jongeren De speelgoedgarage is een meubelmakerij voor en door vrijwilligers. Uitkeringsgerechtigde Delftenaren zonder professionele achtergrond leren houten producten te maken, Denk aan meubels, speeltoestellen en speelgoed.

Samen met bedrijven zoekt de gemeente naar mogelijkheden om werkplekken en leer-/werkervaringsplaatsen te creëren en op te vullen. Binnen de projectstructuur van Bedrijf in Beeld komen ondernemers uit de wijk bij elkaar en vindt er een match plaats van vraag en aanbod. De spil binnen deze projectstructuur is de medewerker die

Het Leerwerkloket Participatie

Tientallen mensen, jong en oud, hebben de afgelopen jaren voor korte of langere tijd een plek gevonden in de meubelmakerij. Het zijn mensen die al langere tijd werkzoekend zijn en voor wie het lastig is een baan te vinden of te behouden. Soms hebben ze psychische

problemen. De deelnemers krijgen op de werkvloer begeleiding van een leermeester op het gebied van houtbewerking. Er is ook een coach die de deelnemers begeleidt bij problemen die het vinden van werk in de weg staan.

Resultaat: In de veilige omgeving van de Speelgoedgarage doen deelnemers weer zelfvertrouwen en ritme op. Door actief bezig te zijn en weer onder de mensen te komen, vergroten deelnemers hun kans op de arbeidsmarkt.Voor sommige jongeren is het een opstap richting een reguliere opleiding. Doelgroep: Delftenaren met een WWB-uitkering die veel aandacht en begeleiding nodig hebben, maar nog wel perspectief hebben op een actieve terugkeer in de maatschappij.

Het Leerwerkloket adviseert over leerwerkbanen, educatie, cursussen, trainingen en EVC (Erkennen van Verworven Competenties). Het loket is er voor iedereen met vragen over scholing en opleiding. Er zijn erg veel scholen en opleidingen. Het is niet altijd even eenvoudig om tussen al die scholen en opleidingen te kiezen. Daarom helpt het leerwerkloket bij het maken van de juiste keuze.

Resultaat: Het Leerwerkloket helpt Delftenaren een keuze te maken voor de juiste opleiding. Het volgen van een opleiding vergroot de kansen op de arbeidsmarkt. Doelgroep: Werkzoekenden vanaf 27 jaar, met of zonder uitkering, kunnen bij het Leerwerkloket terecht. Sociale partners/werkgevers: Leerwerkloket

Delftenaren die bij het Leerwerkloket komen zijn ouder dan 27 jaar. Voltijd naar school gaan is voor hen vaak geen optie meer. De meeste volwassenen zijn vooral geïnteresseerd in een combinatie van leren en werken via een beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Het Leerwerkloket helpt ook met informatie over erkende leerbedrijven, leerbanen, stagemogelijkheden en beroepen. Uitgangspunt van het Leerwerkloket is dat iemand nooit te oud is om te leren.

Sociale partners/werkgevers: Speelgoedgarage

20

Delft ACTIVeert

Inspiratiegids voor sociale partners

21

Interview

Participatie

‘Aan de Slag’ bij sportclubs “Werkloos betekent absoluut niet dat iemand incapabel is”

Werkzoekenden verhelpen vrijwilligersnood bij sportclubs Sportverenigingen kampen met een tekort aan onbetaalde krachten. Nu het aantal tweeverdieners onder druk van de economische crisis stijgt en werklozen zich volledig focussen op betaald werk, is met name de bezetting overdag nijpend. Het re-integratietraject ‘Aan de slag’ speelt hier slim op in: langdurig werkzoekenden die op korte termijn geen uitzicht hebben op betaald werk, gaan bij sportclubs aan de slag en behouden daarmee hun uitkering zes maanden langer. SV Wippolder is na een gesprek op initiatief van de gemeente Delft de eerste Delftse sportvereniging die in dit traject participeert. Ria Garden (44) stond al een tijdje te springen om weer aan het werk te gaan, maar kreeg mede door haar medische conditie (ziekte van Crohn) geen kans. De alleenstaande moeder wil per se een goed voorbeeld voor haar zoontje zijn, dus greep zij het aanbod om aan de slag te gaan bij SV Wippolder met beide handen aan. “Je hoeft niet per se langdurig werkloos te zijn om ergens aan de slag te gaan”, zegt zij. “Ik vind thuiszitten maar niks en als ik dan geen betaald werk kan krijgen, doe ik liever iets nuttigs voor de stad. Daar ben ik zelf actief naar op zoek gegaan.” Gemeente belangrijke spil In de totstandkoming van de samenwerking tussen Ria en de sportvereniging speelde de gemeente Delft een belangrijke rol. “Ik reageerde in eerste instantie op de vacature van verenigingsmanager bij SV Wippolder”, vertelt Ria. “Maar die functie werd aan de ervaren Peter Bos toegewezen. In diezelfde periode leerde ik Bruun van der Steuijt van de gemeente Delft kennen. Die zag potentie in mij, gaf mij vertrouwen en heeft mij uiteindelijk bij de sportvereniging aanbevolen als ledenadministrateur. SV Wippolder gaf mij bovendien de mogelijkheid om een opleiding ledenadmini­ stratie te volgen; een mooie kans om mezelf te ontwikkelen. Dat heeft mij veel voldoening gegeven.”

22

Delft ACTIVEERT

Ria Garden, de eerste participant van ‘Aan de slag’, versterkt de financiële positie van SV Wippolder weer.

Kans om te stralen “En het heeft resultaat opgeleverd”, vult verenigingsmanager Peter Bos aan. “SV Wippolder had al een jaar geen contributiegelden ontvangen. Hierdoor was een penibele situatie ontstaan. Dankzij Ria zijn alle contributiegelden van vorig jaar inmiddels geïnd. Ze heeft bovendien een nieuwe structuur voor de inning van contributiegelden bedacht. Nu kent ieder lid de exacte datum van afschrijving én ze is nu bezig om het mogelijk te maken om via iDEAL te betalen.” Het toont waar Ria met haar tomeloze inzet toe in staat is. “Ze wordt zeer gewaardeerd binnen de vereniging”, zegt Bos. “Werkloos betekent absoluut niet dat iemand incapabel is. Alleen krijg je in zo’n situatie geen kans om te laten zien wat je in je mars hebt.” Naast Ria kan SV Wippolder nog wel meer mensen gebruiken. “We hebben daarover met de gemeente overlegd en inmiddels de tweede langdurig werkloze bij onze club verwelkomd. Nu nog een beheerder voor de sporthal en ons team is compleet”, aldus Bos. Vergoeding of baan Ria is de gemeente Delft en SV Wippolder zeer dankbaar. “Ik heb weer een dagbesteding en begeleid hier nu samen met Peter andere werkzoekenden”, zegt ze. “Bovendien wordt het gat in mijn CV niet groter. De actuele werkervaring kan mij in de toekomst helpen een betaalde baan te krijgen.” Peter Bos beaamt dit en verzekert dat dit soort activeringstrajecten op drie fronten stimuleert. “De stad, de verenigingen en de werkloze burgers zijn hier allemaal bij gebaat. Bij SV Wippolder was de behoefte aan onbetaalde arbeidskrachten écht hoog. Zonder dit soort initiatieven wordt het heel moeilijk voor kleine sportverenigingen om overeind te blijven.” “Ik vind trouwens wel dat er wat tegenover de werkzaamheden van Ria mag staan”, vervolgt hij. “Ze heeft dan ook een kleine extra vergoeding van de club ontvangen. “Het liefst bieden wij haar een betaalde baan aan”, vervolgt Bos. “Daar hebben we het ook met de gemeente Delft over gehad, maar daar is simpelweg geen geld voor. Aan de andere kant ontwikkelt Ria zich nu en wordt de kans dat zij naar een betaalde baan doorstroomt groter. Dat is niet meteen in geld uit te drukken, maar wel heel waardevol.”

Inspiratiegids voor sociale partners

23

Financiële Winkel van Delft

DOEL Participatie | Jongeren

DOEL biedt een integraal traject. Zorgverlening en participatie worden gecombineerd in het traject DOEL werkt met cliënten aan het versterken van de zelfredzaamheid op verschillende leefgebieden. Problemen op de leefgebieden worden in kaart gebracht en samen met de klant opgelost. Vanuit de visie dat participatie het zorgtraject ondersteunt en versterkt, motiveert DOEL vanaf de start klanten om te participeren. Dat kan in de eigen werkplaatsen van DOEL, maar wanneer de klant het aan kan en gemotiveerd is ook daarbuiten. DOEL heeft verschillende werkplaatsen tot haar beschikking, van een beautysalon tot een houtwerkplaats en een vervoersdienst. Deze werkplaatsen hebben een ‘beschermd’ en veilig karakter, dit stimuleert klanten om in kleine stappen, weer vertrouwen en grip op hun leven te krijgen.

Werk Direct | Werktraject | Participatie | Jongeren Resultaat: Het resultaat van het traject wordt gemeten door de zelfredzaamheid op de verschillende leefgebieden te meten bij aanvang en afronding van het traject. Op de verschillende leefgebieden worden doelstellingen geformuleerd, aan het eind van het traject wordt gemeten of deze zijn gerealiseerd. Bij deelnemers is de zelfredzaamheid aan het eind van het traject vergroot en de mate van participatie versterkt. Doelgroep: De trajecten van DOEL zijn geschikt voor Delftenaren met een WWB-uitkering met problemen op 2 of meer leefgebieden en een grote tot zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt. Het gaat veelal om mensen met psychische/psychiatrische problematiek die geïsoleerd leven of zeer weinig contacten hebben, maar nog niet aan activiteiten, vrijwilligerswerk of werk kunnen deelnemen.

Een belangrijke taak van de adviseurs van de Financiële Winkel van Delft is het geven van voorlichting aan organisaties en instellingen.

Zo komen zij bijvoorbeeld bij buurthuizen, allochtone verenigingen en bejaardencentra. Op basisscholen en in het voortgezet onderwijs geven ze gastlessen.

Resultaat: Delftenaren weten hoe ze hun zaken financieel op orde krijgen en houden. Doelgroep: Alle Delftenaren die schulden hebben of schulden willen voorkomen. Sociale partners/werkgevers: Financiële Winkel van Delft

Sociale partners/werkgevers: DOEL

Maatschappelijke begeleiding

PARTICIPE DELFT Vrijwilligerswerk

Participatie

Participatie | Jongeren Participe Delft helpt Delftenaren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt bij het vinden en doen van vrijwilligerswerk. Participe informeert, enthousiasmeert en zoekt samen met de deelnemer naar vrijwilligerswerk of participatieplek die past bij de mogelijkheden

De Financiële Winkel van Delft geeft informatie en advies aan Delftenaren om zaken financieel op orde te krijgen. Daarnaast begeleidt de Financiële Winkel bij eventuele schuldhulptrajecten. Of verwijst door naar andere instanties, wanneer die beter kunnen helpen. Ook organisaties kunnen bij de Financiële Winkel terecht. Meerdere keren per jaar verzorgen de adviseurs van de Financiële Winkel budgettrainingen voor klanten die in een schuldregeling zitten.

van de klant. Participe houdt daarbij rekening met de persoonlijke situatie van de deelnemer, omdat er vaak beperkingen zijn. Het vrijwilligerswerk is bedoeld om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. Na een voorbereiding van maximaal drie maanden

begint de deelnemer met vrijwilligers-werkzaamheden. Om een terugval te voorkomen, krijgt de deelnemer nazorg in de vorm van coaching.

Resultaat: Uitvoeren maatschappelijk nuttig werk en het maken van een eerste stap richting betaald werk. Doelgroep: Delftenaren met een WWB-uitkering en een grote afstand tot de arbeidsmarkt voor wie betaald werk op dit moment nog geen optie is. Sociale partners/werkgevers: Participe Delft (voorheen Breed Welzijn Delft)

Het is een wettelijke taak van de gemeente om jaarlijks een aantal asielgerechtigde nieuwkomers te huisvesten in Delft. Voor asielgerechtigden is alles nieuw in Nederland en Delft. In het land van herkomst kent men vaak heel andere gewoonten en gebruiken.

ding. Daarbij leert Participe Delft hen hoe zij de meest elementaire zaken kunnen regelen in Nederland, zoals het regelen van een huisarts, het openen van een bankrekening

en het aanmelden voor gas, water en licht. Zaken die voor een Nederlander allemaal voor de hand liggen, maar voor iemand uit bijvoorbeeld Somalië, lastig kunnen zijn.

Om de nieuwkomers in Delft wegwijs te maken, bestaat er maatschappelijke begelei-

Resultaat: Een start in de Delftse samenleving. Doelgroep: Asielgerechtigde nieuwkomers, nadat zij gehuisvest zijn. Sociale partners/werkgevers: Participe Delft

24

Delft ACTIVEERT

Inspiratiegids voor sociale partners

25

Hoeve Biesland Groene werkgelegenheid | Participatie Hoeve Biesland kent het principe ’van grond tot mond’. Op een biologische manier produceren ze onder andere zuivel, vlees, groente en meststoffen. Landbouw, veeteelt, recreatie en re-integratie komen bij Hoeve Biesland samen. Delftenaren kunnen er in een re-integratietraject aan de slag als hulpboer. De hulpboeren verrichten werkzaamheden die het beste aansluiten bij hun ervaring, competenties of ontwikkelvraag. Dit zijn werkzaamheden in onderhoud in de natuurgebieden (zoals Delftse Hout en Arboretum Heempark), houden van vee, verzorgen

van de moestuin, werken in de slagerij en helpen bij het maken van streekproducten. Hoeve Biesland is een schoolvoorbeeld van groene werkgelegenheid, waarbij de doelstellingen op het terrein van duurzaamheid en werkgelegenheid hand in hand gaan.

sociaal-medische omstandigheden. Na de periode als hulpboer - drie tot twaalf maanden – is het de bedoeling dat een deelnemer doorstroomt naar het voor de deelnemer hoogst haalbare.

Hulpboeren kunnen zich op de hoeve ontwikkelen. Zij krijgen daarbij begeleiding om praktische knelpunten in hun persoonlijke situatie op te lossen. Die knelpunten kunnen te maken hebben met sollicitatie, carrièrerichting, schulden, huisvesting en/ of

Resultaat: Doorstroom naar vrijwilligerswerk, werktraject, regulier betaalde baan. of regulier onderwijs (jongeren) Doelgroep: Delftenaren met een WWB-uitkering en een afstand tot de arbeidsmarkt. Sociale partners/werkgevers: Hoeve Biesland

Firma van Buiten Groene werkgelegenheid | Participatie Firma van Buiten is een cateringbedrijf dat voornamelijk met producten uit de streek werkt. Arbeidsre-integratie staat in het werk voorop. Het personeel bestaat vooral uit mensen in een uitkering, mensen met een persoonsgebonden budget, schoolstagiairs, vrijwilligers, maatschappelijke stagiairs en mensen met een taakstraf.

Door verschillende activiteiten groeien de deelnemers in eigen kwaliteiten en creativiteit. Hen laten ervaren hoe zij zelf groenten kunnen laten groeien en kweken, en vervolgens verwerken tot gezonde en lekkere producten, geeft een meerwaarde aan het traject. De deelnemer krijgt weer geloof in zichzelf. Daarnaast zijn er verschillende

cateringactiviteiten waar deelnemers kunnen laten zien welke kwaliteiten zij in de keuken van Firma van Buiten hebben ontwikkeld. Er is aandacht voor de ontwikkeling van de deelnemers op elk gebied. Firma van Buiten streeft naar duurzaam empowerment.

Resultaat: Het resultaat is gericht op doorstroom en ontwikkeling. Het resultaat kan een reguliere baan zijn of, als dat op de korte termijn nog niet mogelijk is, vrijwilligerswerk, zinnige dagbesteding of doorstroom naar de Werkacademie .Voor jongeren kan deelname leiden tot doorstroom naar een reguliere opleiding. Doelgroep: Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit kan voor alle varianten: stage, traject, vrijwilligersplek, taakstraf, dagbesteding. Sociale partners/werkgevers: Hoeve Biesland, Stichting Stunt, Combiwerk, Werkplan, DOEL, Bakkerij Holtkamp, Chocolaterie De Lelie, Stads-Koffyhuis.

26

Delft ACTIVeert

Inspiratiegids voor sociale partners

27

Interview

Kwetsbare jongeren

Geïntegreerde aanpak helpt jongeren aan het werk Delft verzorgt als een van de weinige gemeenten in Nederland vanuit één gespecialiseerd loket ketendienst­ verlening aan werkloze jongeren. Die hoeven niet meer van het kastje naar de muur. Eén organisatie helpt ze (weer) op weg, met succes. “Het is onze taak om jongeren in beeld te brengen die voortijdig van school zijn gegaan en die vaak moeilijk vindbaar of onbereikbaar zijn. Jongeren zonder startkwalificatie en die een uitkering krijgen. Alle jongeren tot 27 jaar worden door ons begeleid. Soms melden ze zich zelf bij ons, omdat ze een uitkering nodig hebben. Of ze worden aangemeld via buurthuizen, jeugd- en jongerenwerk, hulpverleners of politie. Schoolverlaters die geen diploma hebben, worden door ons aangemoedigd én begeleid om toch vooral hun opleiding af te maken. Als ze naar school kúnnen, móeten ze naar school. Maar als dat door omstandigheden niet kan, krijgen ze van ons een intensieve begeleiding richting werk of zorg,” vat senior consulent Mira Tzetkov van het Jongerenloket Samenleving samen.

Nieuw perspectief De intensieve, geïntegreerde aanpak werpt zijn vruchten af, want veel jongeren in problematische sociale omstandigheden zijn aan werk of school geholpen. “Jongeren melden zich geregeld op ons spreekuur. Vaak in de veronderstelling dat ze makkelijk in aanmerking komen voor een uitkering. Maar de wet is zo: als je een opleiding kunt volgen, gaat dit voor. Pas als dat écht niet lukt, kun je een aanvraag doen. Er zitten moeilijke situaties tussen. We treffen jongeren die geen gezinssituatie kennen. Of die ongewenst zwanger zijn geraakt. Anderen hebben grote schulden, geen dak boven hun hoofd of zijn met de politie in aanraking gekomen,” legt Tzvetkov uit. Jongeren die voor een uitkering komen, worden eerst met een huiswerkopdracht ‘weggestuurd’. Tzvetkov: “Die krijgen een zoekperiode van vier weken. Veel jongeren lukt het om zich dan in te schrijven voor een opleiding of aan werk te komen. Jongeren die zich na de zoekperiode toch nog melden, gaan via ons naar de Jongerenacademie – dat is een samenwerkingsverband met Combiwerk. Daar gaan ze aan het werk en krijgen ze trainingen en workshops op de leefdomeinen waar jongeren vaak problemen in hebben, zoals financiën, wonen, welzijn, werk en school. Wie dus echt niet meer naar school kan, proberen we meestal met succes in een werksituatie te plaatsen. De groep die niet meer naar school kan én niet kan werken, is verkleind de afgelopen jaren, maar de problematiek van de jongeren in deze tijd is erg complex. Dit wordt meegenomen in het één integraal plan van aanpak, waar werk en school altijd de belangrijkste doelstelling is.” Werk “Veel dingen moeten jongeren nog leren, zoals punctueel op een afspraak komen. We proberen een zinvolle dagbesteding te organiseren, want we willen niet dat ze thuis gaan zitten of gaan zwerven,” benadrukt Tzvetkov. “We brengen ze het besef bij dat werken goed voor je is en positief voor de hele gemeenschap. We zijn er om ze te helpen, maar we leren ze ook dat ze hun eigen verantwoordelijkheid hebben. We merken dat ze dat snel oppakken. Op een enkeling na willen ze gewoon een huis, een leuke

28

Delft ACTIVEERT

baan en een goede opleiding. Er zit veel potentie bij jongeren, maar sommigen moet je wel goed achter de broek aan zitten.” Tzvetkovs collega Katy Bennett is de schakel tussen de consulenten van het Jongerenloket en het Werkgeversservicepunt. Ze begeleidt de jongeren extra met het maken van een CV en zorgt dat ze goed aangemeld worden voor de juiste vacatures. Waar nodig spreekt ze de jongeren voorafgaand aan een sollicitatie en bereidt ze zaken met hen voor. “Verder heb ik heb frequent overleg met het Werkgeversservicepunt”, aldus Bennett. “Daarmee regel ik ‘matches’. Accountmanagers van het Werkgeversservicepunt kennen de markt en halen vacatures binnen. Dat zijn niet altijd de droombanen van jongeren. Niet alle jongeren staan te trappelen om lager gekwalificeerd werk aan te nemen. Toch wordt een hoger opgeleide jongere geplaatst als kamermeisje of gaat een schoolverlater tijdelijk ander assemblagewerk doen tot hij start met een nieuwe opleiding.”

“Er zit veel potentie bij jongeren, maar sommigen moet je wel goed achter de broek aan zitten”

met zowel de zorgpartijen, veiligheid, school en werkgevers werpt zijn vruchten af. We zorgen voor een structuur waarin jonge mensen goed terecht komen zonder afhankelijk te zijn van een uitkering.”

Respect voor werkgevers Ten slotte maakt het tweetal duidelijk dat het succes voortkomt uit de brede aanpak. Bennet: “De integrale aanpak door te werken Inspiratiegids voor sociale partners

29

Ouder-kindtraject

Jongerencoach

Jongeren

Jongeren

Traditioneel hebben jongeren die zich bij de gemeente komen melden voor een uitkering, meerdere problemen: op het vlak van huisvesting, schulden of zijn er problemen van sociaal-medische aard. Ook deze jongeren moeten weer naar school en/of op zoek naar een (bij)baan.

Het alleenstaande ouderschap is voor velen een zware taak. Veel ouders lukt het moeilijk om de zorgtaken en het huishouden goed te combineren met re-integratie naar werk of scholing. Het is voor hen lastig om het kind los te laten. De gemeente Delft vindt het belangrijk dat alleenstaande ouders ook weer aan het werk gaan. Niet alleen in het belang van hunzelf, maar ook in het belang van het kind. Het ouder-kindprogramma van het ROC Mondriaan bereidt de deelnemer voor op een situatie waarin de ouder zorg draagt voor het kind, maar ook werkt.

Deze jongeren hebben extra begeleiding nodig in het zoeken naar werk, bijvoorbeeld bij het maken van een goed cv, een goede motivatiebrief en het voorbereiden van een sollicitatiegesprek . De gemeente heeft voor deze extra begeleiding een speciale jongerencoach. Zij is de schakel tussen de consulenten

van het Jongerenloket en het werkgeversservicepunt van de gemeente en bereidt de jongeren beter voor op de arbeidsmarkt.

Resultaat: Betaald werk voor jongeren. Doelgroep: Jongeren die op zoek zijn naar werk. Sociale partners/werkgevers: Jongerenloket

Resultaat: De ouder is klaar voor een vervolgtraject, gericht op scholing of activering. Doelgroep: Alleenstaande ouders met kinderen tot 12 jaar. Sociale partners/werkgevers: ROC Mondriaan

Jongerenacademie Jongeren

In de Jongerenacademie krijgt de deelnemer een programma dat aandacht besteedt aan alle leefgebieden die van belang zijn. Denk aan budgetteren, huisvesting en werknemersvaardigheden. Ook krijgen de persoonlijke omstandigheden van de jongere aandacht. Daarvoor maakt de gemeente Delft gebruik van haar sociale partners, zoals Kwadraad en Breider. Na vier weken krijgt de jongere een plan van aanpak voor een vervolgtraject naar werk (als dat nog niet gevonden is) of terug naar school. Het traject kan ook leiden

Delft ACTIVeert

(Arbeidsmarktprojecten) Jongeren

Het is voor jongeren belangrijk om actief te blijven. Een jongere die een uitkering aanvraagt, moet wettelijk eerst vier weken zelf aan de slag om werk te vinden of terug te keren naar school. Iedere jongere die een uitkering krijgt, gaat in de eerste vier weken naar de Jongerenacademie.

30

Glazenwassersproject

naar hulpverlening, als de jongere nog niet in staat is tot school en/of werk. Aangezien elke jongere naar de Jongerenacademie gaat, is er dus geen jongere in de gemeente die niet geactiveerd wordt.

Resultaat: Plan van aanpak voor jongeren. Doelgroep: Iedere jongere tot 27 jaar die een WWB-uitkering aanvraagt en toegekend krijgt. Sociale partners/werkgevers: Jongerenloket Kwadraad, Breider

Het Jongerenloket zet geregeld arbeidsmarktprojecten op met het werkgeversservicepunt van de gemeente Delft en werkgevers. Eén van die arbeidsmarktprojecten is opgezet met de stichting Nelis, een glazenwassersbedrijf. De stichting Nelis is een Haags bedrijf. De eigenaar heeft speciale interesse in het opleiden van jongeren die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben.

Jongeren krijgen via de Stichting Nelis de kans om, binnen vijf maanden, de benodigde certificaten te halen voor het vak van glazenwasser. De eerste drie maanden gaan de deelnemers iedere week naar school om

een veiligheidscertificaat (VCA), een hoogwerkercertificaat (Ipaf) en een algemeen schoonmaakcertificaat te halen. Tegelijkertijd lopen de jongeren een maand stage, waarna het wordt omgezet in een contract.

Resultaat: Een afgeronde opleiding en werk in een vrij beroep dat de jongeren echt leuk vinden. Doelgroep: Jongeren met WWB-uitkering en een grote afstand tot de arbeidsmarkt die nog geen startkwalificatie hebben. Sociale partners/werkgevers: Stichting Nelis

Inspiratiegids voor sociale partners

31

Interview

Sociale innovatie

Ziekenhuis biedt mensen graag een nieuwe kans

Volgens Cees van der Zanden wil het RdGG graag mogelijkheden bieden waar iedereen beter van wordt.Timmerman Louis van den Bos (l) greep die kans met beide handen aan.

Een eerste baan vanuit een uitkeringssituatie moet de opstap vormen naar een volgende baan. En Social Return vormt het vliegwiel naar die eerste baan. Dat is het uitgangspunt bij het Social Return On Investment (SROI) project, dat onderdeel uitmaakt van het gemeentelijke MVO-beleid. “De gemeente en de werkgevers in de stad en regio overleggen geregeld om goede oplossingen te vinden voor mensen die werkloos raken of die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt”, zegt Jörg Bauer, teamleider Integrale Dienstverlening bij de gemeente Delft. “Eens per maand bespreken we wat er speelt en welke behoeften of problemen er zijn. Zo kom je met elkaar soms tot verrassende oplossingen en blijken groepen mensen uit een sector waar sprake is van krimp, met wat bijscholing heel goed aan de slag te kunnen in een andere sector waar ze om mensen zitten te springen.” Mensen kansen bieden De gemeente richt zich op dit moment vooral op de grotere werkgevers in de stad. Bijvoorbeeld het Reinier de Graaf Gasthuis, (RdGG) waar eind 2011 een van de wethouders aanklopte bij de raad van bestuur om de mogelijkheden te bespreken om mensen via het SROI project aan werk te helpen bij het ziekenhuis. “En daar werken we graag aan mee”, zegt directeur Bouw Cees van der Zande van het RdGG, die zeer tevreden is over de samenwerking met de gemeente. “Want het is toch mooi dat je als ziekenhuis in staat bent om sociale verantwoordelijkheid te nemen en mensen dicht bij huis nieuwe kansen te bieden? Het gaat in dit soort trajecten om het bieden van mogelijkheden, waar uiteindelijk iedereen beter van wordt. In eerste instantie hadden we alleen facilitaire taken die moesten worden uitgevoerd, maar we stonden toen al de vooravond van de nieuwbouw, dus konden we ook daarvoor vakmensen inplannen. In het bestek is daarom al rekening gehouden met de SROI-regeling.”

32

Delft ACTIVEERT

“Verplicht thuis zitten is niets voor mij. Daar word ik langzaam gek van”

Direct naar werk Bauer: “We hebben het hele bouwtraject in kaart gebracht en gekeken naar wat voor mensen er op welk moment nodig zouden zijn. In dit geval moesten dat mensen zijn die direct naar werk konden worden begeleid en dus geen afstand tot de arbeidsmarkt hadden. Die konden we vanuit de instroom in de uitkeringen vinden en ‘leveren’ via de werkcoaches en het Werkgeversservicepunt (WGSP). En met succes, want inmiddels hebben zo’n veertien mensen via dit kanaal regulier werk gevonden en verrichten vijf anderen maatschappelijk nuttige activiteiten met behoud van uitkering. Waar het om gaat, is dat ze weer actief bezig zijn en de waardering voelen van het werk dat ze doen. Bovendien is het

veel makkelijker om vanuit een werksituatie te solliciteren naar een volgende baan dan wanneer je thuis achter de geraniums zit.” Timmerman Louis van den Bos (53) beaamt dat volmondig. Hij werkte als zelfstandig vakman, maar zag het werk onder druk van de crisis steeds minder worden. Tot de schulden te hoog werden en het uiteindelijk ophield. In oktober vorig jaar ging hij de bijstand in, in april dit jaar kon hij bij het RdGG weer aan het werk. “En daar ben ik heel blij mee”, zegt hij volmondig. “Want verplicht thuis zitten is niets voor mij. Daar word ik langzaam gek van. Gelukkig heeft het in mijn geval niet zo lang geduurd.”

Weer een toekomst De eerste maand werkte hij met behoud van uitkering, nu weet hij zich tot eind volgend jaar via uitzendbureau Workfactory verzekerd van werk.. Van het salaris dat hij nu verdient, houdt hij niet veel over, want hij zit in de schuldsanering. “Mijn vrouw en ik hebben nu per week vijftig euro te besteden. Dat is bepaald geen vetpot, maar toch ben ik er wel blij mee. Want zo kom je wel van je schulden af. En misschien kan ik vanuit dit werk een andere baan vinden. Ik heb niet alleen werk, ik heb ook weer een toekomst. Dat is belangrijk!”

Inspiratiegids voor sociale partners

33

Interview

Sociale innovatie

Bedrijf & Samenleving inspireert

‘Niet te veel papier, handen uit de mouwen!’

Pilot max. WW

Schoolvoorbeeld van regionale samenwerking Voorkomen dat WW’ers in de bijstand raken: dat is het doel van de pilot max. WW. De gemeente Delft werkt hierin samen met de gemeenten Rijswijk, Westland, Midden-Delfland en het UWV.

De directeur van Bedrijf & Samenleving was prettig verrast door constructieve houding van de gemeente. “Delft heeft echt de bereidheid om die dienstverlening aan te passen. Waar je andere gemeenten heel nieuwe netwerken ziet optuigen, wil Delft aansluiten bij bestaande initiatieven van werkgevers. De gesprekken verliepen zelfs zo voorspoedig dat zij intussen lid zijn geworden van ons partnernetwerk: een netwerk van grote Delftse bedrijven en instellingen die, door samen te werken, Delftsbrede maatschappelijke vraagstukken willen oppakken.”

Brenda Kooy (l) en Vera Pijl

Bedrijf & Samenleving Delft verbindt Delftse bedrijven en maatschappelijke organisaties die iets willen betekenen voor de samenleving. Via het netwerk Bedrijf & Samenleving geven bedrijven en organisaties inhoud aan die doelstelling. Bedrijf & Samenleving stimuleert en ondersteunt bedrijven, instellingen en bewoners bij hun initiatieven. Brenda Kooy, directeur van de stichting, is één van de aanjagers. De gemeente Delft heeft zich laten inspireren door Bedrijf & Samenleving en klopte aan bij Brenda Kooy. “De gemeente heeft de ambitie om haar dienstverlening aan werkgevers verder te optimaliseren. Die dienstverlening kan je alleen maar ver-

34

Delft ACTIVEERT

beteren als je met werkgevers in gesprek gaat. Door in gesprek te gaan met werkgevers en een relatie op te bouwen, kom je er achter waar werkgevers daadwerkelijk behoefte aan hebben. Gelukkig realiseert de gemeente zich dat.”

Inspirerende ideeën Ook haar collega Vera Pijl is enthousiast over de deelname van de gemeente. “Hoe serieus de gemeente het partnerschap neemt, bleek wel uit het feit dat ze, kort geleden, tijdens een bijeenkomst het creëren van werkgelegenheid als onderwerp inbrachten”, zegt ze. “Tijdens die bijeenkomst is de gemeente in gesprek gegaan met werkgevers hoe zij samen kunnen Werken aan Werk. Daarbij heeft de gemeente goed geluisterd naar werkgevers. Zo hadden de Gamma en het Nederlands Normalisatie-instituut bijvoorbeeld heel inspirerende ideeën waar de gemeente iets mee kan.” “Er ontstond een leuk moment, waarbij de gemeente de werkgevers vroeg of het niet handig zou zijn om een convenant af te sluiten. Hierop zeiden de werkgevers: ‘Niet te veel papier, gewoon de handen uit de mouwen steken!’. Kijk, dat is nu precies wat de gemeente kan leren van werkgevers.”

Wie een WW-uitkering had die afliep, moest tot voor kort zelf zijn weg vinden naar de gemeente om een uitkering aan te vragen. Bij de gemeente kreeg hij vervolgens te horen dat er andere rechten en plichten gelden voor een WWB-uitkering (Wet Werk en Bijstand) als voor een WW-uitkering. De pilot max. WW maakt het een stuk eenvoudiger. “Eigenlijk ligt het allemaal zo voor de hand”, zegt Remco Herfst, directeur van het RPA. “Waarom werkzoekenden niet in een vroegtijdig stadium voorlichten over rechten en plichten onder de WWB? Als zij horen dat het echt geen pretje is om in de WWB te zitten, motiveert hen dat nog eens extra om aan de slag te gaan. Bovendien biedt het ons, het UWV, de gemeenten en de uitzendbureaus, de kans om werkzoekenden te ondersteunen bij het vinden van vacatures.” Geslaagd De regionale samenwerking is tot stand gekomen binnen het Regionaal Platform Arbeidsmarktsbeleid Haaglanden (RPA Haaglanden): een platform waarin sociale diensten van gemeenten op bestuurlijk en ambtelijk niveau met elkaar samenwerken. Sinds kort maken de uitzendbureaus Tempo Team, Manpower en GJ Personeelsdiensten ook deel uit van de pilot max. WW. Daarmee is de pilot max. WW een schoolvoorbeeld voor samenwerking in de regio. De directeur van het RPA is best trots op de pilot max. WW. “De definitieve resultaten van de pilot kunnen elk moment binnen komen, maar ik kan nu al zeggen dat de pilot geslaagd is als oefening van samenwerking tussen gemeenten, het

UWV en uitzendorganisaties. Sinds kort doen uitzendorganisaties ook mee aan de pilot. Als ik hoor hoe enthousiast de deelnemers met een WW-uitkering reageren, dan weet ik dat we samen op de goede weg zijn.” Vraaggericht De uitzendbureaus verzorgen, sinds juni 2013, workshops waarin zij werkzoekenden helpen met het maken van een CV. Vervolgens bemiddelen zij werkzoekenden, waar mogelijk, naar een baan. Remco Herfst juicht dit van harte toe. “Uiteraard beschikken de gemeenten en het UWV over een uitgebreid netwerk van werkgevers. Met het netwerk van de uitzendorganisaties wordt dit nog verder vergroot. Daarnaast kunnen de gemeenten nog wel iets leren van de vraaggerichte benadering van uitzendbureaus, waarbij zij de werkgever centraal stellen” De workshops van de uitzendbureaus worden goed ontvangen, ook door WW’ers. Een aantal deelnemers heeft laten weten dat ze die workshop veel eerder hadden willen hebben. “Voor mij is dit het beste bewijs dat de samenwerking tussen het UWV, de gemeenten en de uitzendbureaus iets oplevert. We bieden werkzoekenden kennelijk iets waar ze behoefte aan hebben.“ Remco Herfst weet dat de gemeente Delft nu ook lokaal meer gaat samenwerken met uitzendbureaus en moedigt dit aan. “Publiek-private samenwerking tussen gemeenten, het UWV en uitzendbureaus vindt wat mij betreft plaats op alle niveaus. Hoe meer samenwerking, hoe beter. De som blijkt bij deze pilot maar weer eens meer te zijn dat het geheel der delen.”

“Uiteraard beschikken de gemeenten en het UWV over een uitgebreid netwerk van werkgevers.”

RPA-directeur Remco Herfst ziet dat de pilot max.WW succesvol is in het extra stimuleren van werkzoekenden om aan de slag te gaan.

Inspiratiegids voor sociale partners

35

View more...

Comments

Copyright � 2017 NANOPDF Inc.
SUPPORT NANOPDF