Woordenschat blok 8 gr6 Les 1 Het gesteente

January 12, 2018 | Author: Anonymous | Category: Wetenschap, Aardwetenschappen, Geologie
Share Embed Donate


Short Description

Download Woordenschat blok 8 gr6 Les 1 Het gesteente...

Description

Woordenschat blok 8 gr6 Les 1 Het gesteente

= steen in de aardbodem.

Afgraven

= grond of zand weggraven.

Milieuschadelijk

= iets wat slecht is voor de leefomgeving van mensen, dieren en planten.

De archeoloog

= iemand die verstand heeft van oude dingen die uit de grond gegraven zijn.

Milieuvriendelijk

= iets wat niet slecht is voor de leefomgeving van planten, dieren en mensen.

Het grondonderzoek = een onderzoek naar de grond. De vondst

= iets wat je gevonden hebt.

Het doel

= iets wat je probeert te bereiken.

Aandachtig

= Met aandacht en interesse.

De afgraving

= Het weggraven van grond of zand.

De bewondering

= iets of iemand mooi of goed vinden.

Les 2 De gft-container

= een afvalbak waar je alleen groente-, fruit en tuinafval in mag gooien.

De groentetuin

= een tuin waar groente verbouwd wordt.

De koemest

= poep van koeien dat over het land verstrooid wordt om planten beter te laten groeien.

Ploegen

= met een apparaat over het land gaan, zodat de aarde wordt losgemaakt.

Zaaien

= zaadjes in de grond stoppen, zodat er nieuwe planten gaan groeien.

De landbouw

= op het land planten laten groeien, zoals graan.

Het groeiproces

= de manier waarop iets groeit.

De kringloop

= rondgang van dingen die steeds opnieuw worden gebruikt. Bijvoorbeeld de kringloop van water.

Het restafval

= afval dat niet in een speciale afvalbak hoort, omdat het niet hergebruikt kan worden.

Ontkiemen

= als er een plantje uit een zaadje begint te groeien.

Les 3 Het zandlandschap = een landschap waarbij de grond van zand is. De hoogteligging

= De hoogte waarop iets ligt, bijvoorbeeld de hoogte waarop een dorpje in de bergen ligt.

Het stuifzand

= fijn zand dat met de wind meewaait.

De watervlakte

= een meer of zee.

De turf

= een speciaal stuk gedroogde grond dat je in de open haard kunt gebruiken.

De grondsoort

= waar de grond uit bestaat. Zand en klei zijn voorbeelden van grondsoorten.

Het oppervlaktewater = water dat boven de grond is, waardoor je het kunt zien. Bijvoorbeeld: sloten, meren en kanalen. Het zeekleilandschap = landschap waarbij de grond bestaat uit klei dat uit de zee komt. Het leem

= als de grond uit verschillende materialen bestaat, vooral klei en zand.

Het zeelandschap

= het landschap waarbij je de zee ziet.

De kleigrond

= als de grond van klei is.

View more...

Comments

Copyright � 2017 NANOPDF Inc.
SUPPORT NANOPDF